AFZETTINGEN WTKG25(1), 2004 13
Een ‘Eemien’
fauna
van
een
edelhertgewei
ergens uit de
Zeeuwse
wateren
Frank
Wesselingh
*Nucula nucleus
(Linne,
1758)- 1 fr.Nucula nitidosa
Winckworth,
1931- 2/2Mytilus
cf. edulisLinne,
1758- 2fr.Aquipecten opercularis (Linne, 1758)
-2/2,
3 fr.Mimachlamys
varia(Linne,
1758)
-1/2,1/2
juv.,
3 fr.?Flexopecten flexuosus (Poli, 1795)
- 1 fr.Anomia cf.
ephippium Linne,
1758- 5/2juv.
Ostreoidea indet.- 1/2
Goodallia
triangularis (Montagu, 1803)
- 1
Cerastoderma
glaucum (Poiret, 1789)
- 2/2,1fr.Cerastoderma edule
(Linne,
1758)
-1/2,
2 fr.Spisula cf.
subtruncata(Da
Costa,1778)
- 1 fr.Abra alba
(Wood, 1802)-
1/2Scrobicularia
plana (Da Costa, 1778)
- 1/2Timocleaovata (Pennant,
1777)
- 1 fr.Corbicula
cf. fluminalis
(Mueller, 1774)- 1/2Venerupis
cf. senegalensis (Gmelin, 1791)
- 1/2 def.Corbula
gibba (Olivi, 1792)
- 5/2Peringia
ulvae(Pennant, 1777)
- 1 fr..
De fauna wordt
gedomineerd
door marienesoorten enenkele brakwater/wadsoorten
(Cerastoderma
glaucum,
Scrobiculariaplana, Peringia ulvae).
Verschillendevrij
‘warme’soorten komen er in voor(Nucula
nucleus,
Aquipecten opercularis, Mimachlamys
varia,Flexopecten
flexuosus,
Timocleaovata).
De Corbicula is ietwatblauw-grijs
verkleurd,endaarmeeiets andersgeconserveerd
dan derestvande fauna. Daarmee kan hetzijn
datdeze Mid-den-Pleistoceneindicatorverspeeld
is in de fauna. Wel is devorm zeeropvallend
hoog
en scheef.Echter, ik ben niet bekendmetNederlandseEemien fauna’s waaringroteAquipecten opercularis zijn vertegenwoordigd.
Desoort is wel van verschillendeplekken
gemeld
vanboringen,
metnameop de Noordzee
(T.
Meijer,
pers.med.),
maartoch komen degrotere
kleppen
(ca3cm)mij
vreemdvoor.Misschien gaathet dan hier nietom een Eemien fauna
maar om een warmefauna uiteeneerder verondersteld
ouder,
MiddenPleistoceeninterglaciaal, voorlopig
aan-geduid
als Oostermeerinterglaciaal
engeschat
op235.000
jaar
oud(Tom Meijer,
pers.med.).
Devormvande Aqui-pecten istypisch
‘modem’,dünschaliger
meteenlagere
ribbenen een
fijnere sculptuur
dan de Plioceneexempla-ren die in Zeelandzo
algemeen
voorkomen. Verder is hetzodatweuit de
zuidelijke
zeegatenweliswaar‘Eemien-achtige’
fauna’skennen,maardat dezevrijwel
nooitgelig
zijn geconserveerd (zoals
de fauna’svanRetranchement).
Mijn
vraagis ofeen vande lezers ooit weleensvergelijk-baar
eenduidige gelige
‘Eemien’ materiaalistegengeko-men uit
opgevist
materiaalvande Zeeuwse kust(dit
be-treft dus niet alleen de directeomgeving
vanVlissingen,
omdat het helemaal nietduidelijk
is of het materiaaldaad-werkelijk
uit deGalgeput komt).
Hetgaatmij
erom meer inzichtin demogelijke
herkomstvandit materiaal tekrij-gen.
Graag
hoor ik alsuietsvergelijkbaars
bent tegenge-komen inuwzoektochten!Met dankaanTom
Meijer
(NITG-TNO, Utrecht)enPeterMoerdijk (Middelburg)
voorde discussieoverdeze fauna enKlaas Post(Urk)
voor hetterbeschikking
stellenvanhet materiaal.
*Frank
Wesseling,
Naturalis, Postbus9517,2300RA, Leiden[wesselingh@naturalis.nl]
Onlangs
kreeg
ikuit handenvan Klaas Post(Urk)
eenklein
bakje
metschelpen
enfragmenten.
Deschelpen, gelig
verkleurd,metverkitsediment,warenafkomstig
vanma-teriaal dataan een fossiel Edelhert
gewei
vastzat.Vol-gens Klaas kwam het
‘ergens
uit deZeeuwse wateren,mogelijk
uit deGalgenput nabij Vlissingen’ (RDX
ca 26.000;RDYca386.500).
Hetwasopgevist
door de 0229 inapril
2003. Of ik iets overde fauna kon zeggen, vooral omdat hetgewei
veel zwaardergefossiliseerd
was als de normale Eemien botten die hem bekendwaren.Normaal
gesproken schrijf
ik nietgraagovereen faunawaarvande locatie
bij benadering
onbekend is. Toch bleek de faunadusdanig aardig,
dater eenaantal vragen opdo-ken die ik aan u wilvoorleggen.
Devolgende
soortenwerden
gevonden (allen
opdezelfdewijze
verkitengelig
gekleurd):
Corbiculacf. fluminalis (Mueller, 1774).