AFZETTINGEN WTKG24 (3). 2003 52
Mollusken
uit de Pas
vanTerneuzen
FrankWesselingh enFreddy vanNieulande*
In totaal werdenerdrieëntwintig soorten fossiele
schel-pengevonden. Eenbijzondere vondstwas een complete klep vanPseudomussium princeps (figuur 2).Deklepen de verschillendefragmenten doen sterk denkenaan de
grotekleppendiewekennen uithet(zoogdierrijke)
basis-grindvandeKattendijkFormatie zoals dat hetafgelopen
jaar ontsloten is in hetDeurganckdok nabij Doel
(Bel-Figuur2 (boven). Pseudamussium princeps (Sowerhy, 1828). Leg. B.de Jong/F.A.D. vanNieulande,Putvan Temeuzen, 5-7-2003. Grootste breedte15,5cm
Zaterdag 5juli jongstleden was de inmiddelsjaarlijkse
fossielen vistocht op de Westerscheldevan het
Konink-lijkZeeuwsGenootschap derWetenschappen. Om negen uurin de ochtend stondenweondereenloodgrijzehemel aande kadenabijHansweert,alwaar deZZ8,de beroemde kottervanondermeer de Oosterschelde vistochten Koren Botaankwam varen. Met zo’nveertig man monsterden we aan envoeren we over de Westerscheldenaar Ter-neuzen. Zo’nuurlater kwamenwe aanop deplaats van
bestemming: deoostelijke zijdevande pasvanTemeuzen
(figuur 1). Op dezeplaats, ietstennoordenvanhet ge-hucht Griete(RDX ca50.400, RDYca. 374.600), snijdt dehoofdgeul zich ruim35 meter in hetsubstraat, endit
‘putje’levertaljareneenmooie Miocene- VroegPliocene
zeezoogdierenfauna op.Tijdens de dagwerden dan ook
prachtige walviswervels, vinviskootjes eneen
dolfijnen-snuitvan meest Laat Miocene- Vroeg Pliocene
ouder-domopgevist,alsmedeeengrootstukvan eenLaat Pleisto-ceneMammoet schedel. Demeeste‘treks’ vondenplaats op ongeveer30meterdiepte.
Onswas hettedoenom deschelpen. Ondanks de grote
maaswijdtevan de nettenhebbenweeenredelijk mooie faunabijeen gevist.Het materiaalisondergebrachtin de
collectie van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der
Wetenschappen (KZGW) inMiddelburg. Delijstmet ge-vonden fossielesoortenvindt uop depaginahiernaast.
53 AFZETTINGEN WTKG24(3), 2003
gië). Opvallendwasdestratigrafische consequentheid van de fauna. Soorten die zich stratigrafisch latenherleiden
warenonderteverdelen in LaatMioceen(2 soorten),en
VroegPlioceen(8 soorten). Van dezeVroegPliocene
soor-tenzijnertweedie opgrondvanhun roestbruine kleuren verdiktevorm tothetVroeg Plioceen wordengerekend, al kennenwezeook uit het Midden-LaatPlioceenvanhet
Antwerpse. In deVroegPliocenefauna zittensoorten die
wegoedkennenvandeKattendijkFormatieP. princeps, de dikkevormvanO.edulis, P. rustica formatumida,de lichtbruine P.complanatus endedikgeribde P.grandis).
Glycymeris radiolyrata pseudodeshayesi kennenwevan de laatVroegPliocene Luchtbal member uit het
Antwerp-se.De andere 11soorten zijn vermoedelijkookvanVroeg
Plioceneouderdom,alzijnzeook bekend uit het Midden
enLaat Plioceenvan hetAntwerpse. Op grond van de
soortensamenstelling enconserveringhebbenwegeen
aan-wijzingen gevonden voorMidden en Laat Plioceneen
VroegPleistocenesoorten in hetmateriaal,die allen
mas-saalengoed geconserveerd voorkomen in de Putvan
Baar-land,zo’n 6 kilometer naarhet noordoosten.Tijdens de
‘treks’ werden meermalen grote septariën omhoog
ge-haald,en eenenkele keer zelfs echte Boomse Klei(Rupel Formatie, Vroeg Oligoceen), dieterplekkerond de 30 meterdiepte dagzoomt.Uit hetgebiedrond Temeuzen is bekend daterLaat MioceneenVroeg Pliocene
afzettin-gen opde Boomse Klei in deondergrondvoorkomen.
Het Laat Miocene-VroegPliocenekaraktervande
schel-penfauna sluitzeergoed aanbij degeschatte ouderdom van de(zeejzoogdierfauna (K. Post, pers. mededeling).
Hetontbrekenvan aanwijzingenvaneenintensieve
men-gingvanfossielesoorten uit eldersdagzomende lagen in deputvanTemeuzen kennenweook uit de Oosterschelde
nabij Schelphoek, alwaareenvrij‘zuivere’Vroeg Pleisto-ceenfauna voorkomt(Wesselingh etal., 2002). Dit in te-genstelling tot deputvanBaarlandendePutvanBorsele,
vanwaareenmengelingvanvermoedelijk lokaal optreden-de fossiel fauna’senaangevoerde fauna’stevinden is. Al metalwas de vistochteen zeergeslaagdeactie.
Onze dankis verschuldigd aanJacques Moraal voor de organisatie van detocht, Bart de Jong voor hetter
be-schikking stellenvanhet Pseudamussiumexemplaar, de familie Schot(schipper van deZZ8) en aan Klaas Post voor informatieoverdezeezoogdieren.
Literatuur
Wesselingh, F.P. A.C. Janse& A.Slupik (2002).Kwartaire mollusken uit de Oosterschelde.Afzettingen 23(4): 72-74.
Lijst metgevonden fossiele soorten
Glycymeris variabilisSowerby, 1824(Plioceen)
Glycymeris radiolyrata (Moerdijk&vanNieulande, 1995) s.1.(Plioceen)
Glycymeris radiolyrata pseudodeshayesi (Moerdijk&van
Nieulande, 2002)inMarquet. (Vroeg Plioceen)
Glycymerisobovataringelei (Moerdijk&vanNieulande,
2002) (Vroeg Plioceen)
Pectengrandis Sowerby, 1828(Vroeg Plioceen)* Pectencomplanatus Sowerby, 1828(Vroeg Plioceen)*
Aquipecten opercularis (Linné, 1758) (Plioceen) Aquipecten angelonii (DiStefani &Pantanelli,1880) (Laat
Mioceen)
Pseudamussiumprinceps (Sowerby, 1828) (Vroeg
Plio-ceen)
Ostrea edulis Linné, 1758(Vroeg-Midden Plioceen)* ***
Neopycnodonte cochlear(Poli, 1795) (Vroeg Plioceen)
Neopycnodonte navicularis(Brocchi, 1814) (Laat Mio-ceen)
Cyclocardia (Cyclocardia) orbicularis(Sowerby, 1825) (Plioceen)
Venericardia(Glans)aculeata(Poli, 1795)** (Plioceen)
Astarte fuscabasteroti de laJonkaire, 1823 (Plioceen)
Astarte mutabilis altenaiSpaink, 1972(Vroeg Plioceen) Astarte omalii omalii delaJonkaire,1823(Vroeg Plioceen)
Pygocardia rusticaSowerby, 1818(Plioceen) s.1.
Pygocardia rustica forma tumida(Nyst, 1836) (Vroeg
Plioceen)
Arctica islandicaLinné, 1758(Mioceen-Pleistoceen)
Glossus humanus(Linné, 1758) (Plioceen)
Dosinialupinus lentiformis (Sowerby, 1819) (Plioceen) Dosina casina(Linné, 1758) (Plioceen)
* Ouderdomschatting
opgrond van vorm en
conser-vatietoestand(zie tekst)
** Naam onderrevisie
*** Bijdeoesterszijner4zeer zwarekleppen, bijna twee-maalzogrootdan degemiddelde Pliocenevorm,
aan-geboorddoorrecenteboormossels. Enkele oude boor-gangetjes (diam. ca2mm) zijn opgevuld metpyriet
*FrankWesselingh, Naturalis,Postbus 9517,
2300RA,Leiden, e-mail:wesselingh@naturalis.nl
*Freddy vanNieulande,Scheldepoortstraat 56, 4339BN,NieuwenSintJoosland,