• No results found

Gerommel in de heide: een goed alternatief voor bekalking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gerommel in de heide: een goed alternatief voor bekalking"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(evende ^atuur

X

Eindrapport monitoringsprogramma derde en laatste fase: i - 82. Afdeling Aquatische Oeco-logie & MilieubioOeco-logie, KUN, Nijmegen.

Dorland, E., 2 0 0 4 . Ecological restoration o f

wet heaths and matgrass swards. Bottlenecks and Solutions. Thesis, Utrecht University, Utrecht, The Netherlands.

Dorland, E., L.J.L. Van den Berg, R. Bobbink & j . C . M . Roelofs, 2003. Bekalking bij het herstel

van gedegenereerde heiden en heischrale gras-landen. De Levende Natuur 104 (4): 144 -147.

Graaf, M.C.C, de, P.J.M. Verbeek, M.J.R. Cals & J.G.M. Roelofs, 1994. Effectgerichte

Maatrege-len tegen verzuring en eutrofiëring van matig mineraalrijke heide en schraallanden. KUN, Nijmegen.

Graaf, M.C.C, de, P.j.M. Verbeek, R. Bobbink & J.G.M. Roelofs, 1998a. Restoration o f

species-rich dry heaths. The importance o f appropriate soil conditions. Acta Botanica Neerlandica 47: 89 -111.

Graaf, M.C.C, de, R. Bobbink, J.C.M. Roelofs & P.j.M. Verbeek, 1998b. DifTerential effects o f

a m m o n i u m and nitrate on 3 heathland spe-cies. Plant Ecology 135: 185 - 196.

Graaf, M.C.C, de, P.J.M. Verbeek, S.A. Robat, R. Bobbink, J.G.M. Roelofs, A.A.M, de Goeij & M.C. Scherpenisse, 2 0 0 4 . Lange termijn

effec-ten van herstelbeheer in heide en heischrale graslanden. Ede EC/LNV O B N Rapport.

Hammingh, P., 2 0 0 2 . Jaaroverzicht

luchtkwali-teit 2001 725301009: 1 -111. RIVM, Bilthoven.

Lucassen, E.C.H.E.T., R. Bobbink, A.J.P. Smol-ders, P.J.M, van der Ven, L.P.M. Lamers & j . C . M . Roelofs, 2003. Interactive effects o f low

p H and high a m m o n i u m levels responsible for the decline o f C/rs/um dissectum (L.) Hill. Plant Ecology 165: 45 - 52.

Roelofs, J.G.M., A.J. Kempers, L.F.M. Houdijk & A.J.M. Jansen, 1985. The effect o f air-borne

a m m o n i u m sulphate on Pinus nigra var. mari-tima in The Netherlands. Plant and Soil 84:

45 - 56.

Roelofs, j . C . M . , R. Bobbink, E. Brouwer & M.C.C, de Graaf, 1996. Restoration ecology o f

aquatic and terrestrial vegetation on non-calcareous sandy soils in The Netherlands. Acta Botanica Neerlandica 45: 517 - 541.

Troelstra, S.R., R. Wagenaar & W. De Boer, 1990. Nitrification in Dutch heathland soils. 1.

General soil characteristics and nitrification in undisturbed soil cores. Plant and Soil 127: 179 - 1 9 2 .

S u m m a r y

Restoration o f degraded dry and wet heaths and acidic grasslands in The Netherlands Most o f the bottlenecks in the restoration o f dry and wet heaths have been solved. A combi-nation o f restoration measures is generally necessary and most successful. In eutrophica-ted and acidified dry and wet heaths small-scale t u r f cutting and l i m i n g is advised, while in wet heaths desiccation should be tackled as well. Reintroduction o f plant species should seriously be considered when seeds o f target species are lacking in the seed bank and refuge populations are not present. A prerequisite is that the abiotic soil conditions have been suc-cessfully restored. Catchment liming is a relati-ve new and potential successful measure to restore acidified heath systems on a larger scale. Soil conditions and moorland pool vegetation are improved, but restoration o f the former species-rich wet heath vegetation may require more t i m e . The sustainability o f resto-ration measures is increasing. Their positive effects can still be found 10-15 years after. The reduced atmospheric deposition o f acidifying c o m p o u n d s , as a result o f lower emissions, is the major cause o f this increase in sustaina-bility.

D a n k w o o r d

Bij deze willen wij dank zeggen aan de volgen-de organisaties voor het verlenen van toestem-m i n g o toestem-m in hun terreinen te werken: Staats-bosbeheer, Vereniging N a t u u r m o n u m e n t e n , de provinciale Landschappen (It Fryske Cea, het Drents Landschap, Landschap Overijssel, het Gelders Landschap, het Brabants Landschap en het Limburgs Landschap), DCW&T, gemeente Ermelo en een enkele privé-eigenaar.

Dr. E. Dorland Leerstoelgroep Landschapecologie Universiteit Utrecht Postbus 800.84, 3508 TB Utrecht e-mail: edorland@hotmail.com Dr. R. Bobbink Leerstoelgroep Landschapecologie Universiteit Utrecht

Postbus 800.84, 3508 TB Utrecht &, Onderzoekcentrum B-WARE BV Toernooiveld i 6525 ED Nijmegen e-mail: r.bobbink@bio.uu.nl Dr. E. Brouwer Onderzoekcentrum B-WARE BV Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen e-mail: e.brouwer@ocbw.nl

"V:

orm

In deze rubriek is ruimte voor opinies en reacties

Rense Haveman

<

In zijn zeer lezenswaardige proefschrift

toont Dorland (2004) de efTectiviteit aan

van het bekalken van de heide na

plag-werkzaamheden. Wat is namelijk

geble-ken: veel karakteristieke plantensoorten

die wij hoog waarderen, kunnen na

plag-gen slechts moeizaam voet aan de grond

krijgen. Oorzaak is de sterk afgenomen

buffercapaciteit na verwijdering van de

humuslaag, waardoor een sterke zuurval

optreedt en de bodem zelfs toxisch wordt

voor veel van de beoogde soorten.

Boven-dien treedt ophoping van ammonium op,

wat voor het systeem ontwrichtend werkt

(van den Berg & Roelofs, dit nummer).

Gerommel in de

een goed

K i e m i n g en v e s t i g i n g van d e b e o o g d e soor-t e n blijven uisoor-t, soor-t o soor-t f r u s soor-t r a soor-t i e van veel beheer-d e r s . Er m o e t een o o r z a a k z i j n beheer-d a t s o o r t e n als V a l k r u i d (Amica montana), R o z e n k r a n s j e {Antennaria dioica), Liggende vleugeltjes-b l o e m (Polygala serpyllifolia), Gevlekte o r c h i s [Dactylorhiza macuiata) en M a a n v a r e n {Botrychium tunaria) v r o e g e r wel overal een plek in o n s h e i d e l a n d s c h a p v o n d e n , m a a r n u v r i j w e l v e r d w e n e n z i j n . Die o o r z a a k w o r d t g e v o n d e n in de v e r z u r e n d e w e r k i n g van de neerslag. D a a r o m b e k a l k i n g , w a n t aan d e n e e r s l a g kan d e b e h e e r d e r niets d o e n .

Bekalking

H o e w e l D o r l a n d s p r o e f s c h r i f t d a a r t o e geen a a n l e i d i n g geeft, m e r k ik in de p r a k t i j k d a t de beheerders in allerlei s i t u a t i e s , o p g e s c h i k t e en o n g e s c h i k t e plaatsen gaan g r i j -pen naar b e k a l k i n g als w o n d e r m i d d e l v o o r s o o r t e n b e h o u d . O p s o o r t e n a r m e h e i d e s , o p s t u i f z a n d e n o f l e e m a r m e d e k z a n d e n , z o u b e k a l k i n g echter wel eens een d e s a s t r e u s effect k u n n e n h e b b e n . Juist de h u m u s - en v o e d s e l a r m e , z u r e o m s t a n d i g h e d e n v o r m e n

(2)

Herstel wan de Heide

f e I

heide:

alternatief voor bekalkingi

I

de bodem voor een weliswaar niet zo heel

soortenrijke plantengemeenschap, maar

met volop ruimte voor een veelheid aan

lichenen en karakteristieke

warmteminnen-de bowarmteminnen-demfauna. Bekalkingzou hier wel

eens kunnen leiden tot een ontwrichting

van het systeem. Doelgerichte maatregelen

zijn niet altijd de beste, vaak ontstaat er

juist iets goeds uit het onbedoelde (Weeda,

1997)-Gerommel

Heide is van oorsprong een

gebruiksland-schap, dat nooit zo statisch geconserveerd

werd als we nu menen te moeten doen. Er

heeft sinds het wegvallen van het

traditio-nele beheer feitelijk een enorme

verande-ring in landgebruik plaatsgevonden in het

heidelandschap! Ik meen dat veel soorten

die we nu hoog aanslaan in het

natuurbe-heer het juist moeten hebben van het

gebruik van de heide.

Het eerste deel van de analyse van Dorland

lijkt me prima: door verzuring kunnen maar

weinig soorten standhouden in het

heide-landschap. Mijns inziens ligt de oplossing

meestal echter niet in het bekalken van de

heide, maar eerder in kleinschalig

gerom-mel. De buffercapaciteit van de bovenste

bodemlaag kan door gerommel in de

bodem op geschikte plaatsen aangevuld

worden door het omhoog brengen van

onderliggende bodemlagen. Door een

der-gelijke dynamiek krijgt verzuring geen kans.

Het ontbreken van kleinschalig gerommel

in de heide lijl<t mij de diepere oorzaak dat

onze geliefkoosde soorten er niet meer

kun-nen overleven! Het is tekekun-nend dat juist in

heideterreinen die matig gebruikt worden

een aantal soorten heeft weten te overleven.

Zo kiemt op het Infanterieschietkamp

Hars-kamp Valkruid overvloedig op zand dat naar

boven is gekomen bij de aanleg van de

doe-len op de schietbanen. Op de heide bij

AnIoo stonden het laatste Rozenkransje en

Valkruid op de randen van de latrines die

aangelegd werden tijdens het pinksterkamp

van de Scouting, wederom op (niet

uitge-loogd) zand uit de ondergrond. Het

ver-dwijnen van het pinksterkamp luidde hier

Valkruid [Arnica montand)

gekiemd op opgeworpen grond

op infanterie schietkamp

Hars-kamp (foto: F.F. van der Zee)

ook het verdwijnen van beide soorten in...

Ook in het verleden is dit verschijnsel al

opgevallen: na het trekken van een

aardgas-leiding door de Bussumse Heide werden op

de omgewoelde grond veel Maanvarentjes

aangetroffen (Griffioen, 1968). Bekalking

was op deze plaatsen niet nodig, zolang er

maar gerommeld werd.

Creativiteit

Bekalking lijkt een logisch antwoord op

ver-zuring: waterstofionen moeten worden

vast-gelegd. Het systeemeigene en het

plaatsge-bondene worden hierbij echter uit het oog

verloren. De werkelijke achtergrond van het

verlies van soorten - het archaïsche van het

heidesysteem en de drang tot

conservatis-me waardoor elke vorm van dynamiek aan

banden wordt gelegd - blijven buiten het

gezichtsveld. Een technocratische oplossing

is het gevolg, waar mijns inziens een

holis-tische op zijn plaats zou zijn. Het beheer

van de heide vraagt om creativiteit en om

d u r f Dat kan betekenen dat bij de aanleg

van een fietspad minder nauwkeurig wordt

toegezien op bodemverstoring. Het kan ook

betekenen dat bij de verwijdering van

opslag de stronken op bepaalde plekken

totaal worden gerooid, met het omwoelen

van de bodem door materieel, nog afgezien

van de dynamiek die bij dit proces zelf

plaatsvindt. Zo zijn er meer voorbeelden te

verzinnen die vaak zullen volgen uit het

gebruikelijke beheer van de heide. Bij dit

alles geldt: gebruik de heide, als een

cul-tuurlandschap!

Literatuur

Dorland, E., 2004. Ecological restoration of wet

heaths and matgrass swards. Bottlenecks and

Solutions. Proefschrift Universiteit Utrecht.

Griffioen, H., 1968. De vegetatie van een

gestoorde strook grond in een Goois heideveld.

Gorteria IV: 217-218.

Weeda, E.j., 1997. Gevaren in de tijdgeest.

Natuurhistorisch IVIaandblad 86: 21.

Ir. R. Haveman

Vegetatie-ecoloog bij het Centrum Ecosystemen,

Alterra

en DGW&T, Ministerie van Defensie

Postbus 47

6700 AA V/ageningen

e-mail: rense.haveman@wur.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De agenda wordt conform voorgesteld, met dien verstande dat de voorzitter aan het eind van de vergadering de raad zal vragen of en hoe het initiatiefvoorstel van de fractie CU/SGP

Steunt amendement omdat de speeltuinvereniging de kans moet krijgen mee te denken en te participeren en verantwoordelijkheid moet kunnen nemen voor de ontwikkeling in

Begroeiingen met een hoog aandeel van Bochtige smele komen voor op plaatsen waar zich ruwe humus ophoopt (Stortelder et al. Ze kunnen ontstaan doordat heischrale graslanden na

Begroeiingen met een hoog aandeel van Bochtige smele komen voor op plaatsen waar zich ruwe humus ophoopt (Stortelder et al. Ze kunnen ontstaan doordat heischrale graslanden na

De grote ooneengesloten open ruimte von de rond von het Kempisch Ploteou wordt gevormd door een oontol grote notuurreservoten (Mechelse Heide, Vollei von de

Waar in het verleden de Lage Heide Dag nog een initiatief was van Project Zuid en gemeente Valkenswaard, was de organisatie voor deze 2016 editie helemaal in handen van de

Niet alleen in de natuur krijgt het groen meer ruimte, ook in de woon- wijk wordt nu al plek gemaakt voor beplanting.. Direct zichtbaar zijn de narcissen op De Brink die het voorjaar

De centrale vraag van deze scriptie luidt: Welke fasering en ruimtelijke variatie vallen er te onderscheiden in de jonge heideontginningen in de voormalige marke Enter tussen 1800