Gestructureerde aanpak, systeemanalyse, modelvorming en
simulatie. Deel 6. Topologisch georienteerde simulatietalen
Citation for published version (APA):
Hezemans, P. M. A. L. (1988). Gestructureerde aanpak, systeemanalyse, modelvorming en simulatie. Deel 6.
Topologisch georienteerde simulatietalen. Aandrijftechniek, (5), 58-63.
Document status and date:
Gepubliceerd: 01/01/1988
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be
important differences between the submitted version and the official published version of record. People
interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the
DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page
numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
Simulotie
met
computers,
ook
voor
oondrijÍtechnische
toepossingen
komt
steeds
meer
voor,
ln een
orfikelenreeks
goot de outeur
in op dit Íenomeen
en verkloort
technieken
en methoden
om tot een
goed
resultoot
te komen,
OESIRUCTU
REERDE
AA]IPAK
SYSTE
ETIA]IAIYS
E,
ilIODE
[.
YORilllll0
Ell SIIUIULAIIE
€ep
Ing. P. M. A. L. Hezemans Wetenschappelijk hooÍdmedewerker vakgroep AandrijÍtechniek, TU Eindhoven
In dit zesde deel wordt een begin ge-maakt met de behandeling van de
mathe-matische systeembeschrijving en
compu-tersimulaties, waarbij het gebruik van si-mulatietalen onontbeerlijk is.
Ioepossing
simulotielden
Teruggrijpend op de in deel 5
(Aandrijf-techniek 4/88) behandelde voorbeelden kunnen we zien dat een bindingsgraaf
be-staat uit:
- streepjes die elk een energiestroom voorstellen:
- lettersymbolen voor de elementen met
associatieve herkenning van hun
element-functies;
- ,,0"- en ,,l"-tekens voor de energie-verdelers.
De eenduidige inventarisatie van de
sys-teemelementen (met vermelding van
para-meterwaarden en eventueel beginwaarden)
en de typologie van de systeemstructuur zijn in principe voldoende om het gehele
systeem wiskundig te beschrijven. In
prin-cipe zijn ze ook klaar om in een computer te
worden ingevoerd.
Niet alle simulatietalen bliiken echter
de-ze systeemstructuurbeschrijvingen te
kun-nen accepteren. Op grond van hun wijze
van probleemformulering worden drie
groepen simulatietalen onderscheiden.
Eerste groep
Topologisch georiënteerde simulatieta-len, waartoe behoren ECAP, SPICE, NAP2, ENPORT4, muCAP.
Tweede groep
De causaal georiënteerde simulatietalen,
waartoe behoren ENPORT4. TUTSIM, PSI.
Derde groep
Simulatietalen, waarbij de volledige
uit-geschreven systeemvergelijkingen dienen
te worden aangeboden, zoals CSMP,
DY-NAMO, ASCL, CSSLIv. 58
Bij topologisch georiënteerde
simulatie-talen kan worden volstaan met het invoeren
van alleen de topologie van de
sys-teemstructuur, voorzien van de
lettersym-boliek en de pa_rameterwaarden van de
sys-teemelementen.
Tot deze familie van talen behoren onder meer:
CM Circuit Modeller
ECAP Electronic Circuit Analysis
Prosram
Iopologisch
georiënfeerde
sinulotie|llen
Enpor LISA NAg PLSI SCEI, -f"-)
r-"-"f
{ sptc
í2'
L -/,-
(--r-
'-
h.
, ,n
St-Y-
í_-g_
*,. -'g
*,
%.
i ,tr.r,
. {
. . t , i , d 1 d e c c { i vane: : Y o o
i " :r::
D van ( hacl word net€ :t:iii i rnet : m r o = i k g ; m a o = 1 k g m 3 s = 1 k g ; m a 6 = 1 k g . . b r o = 0 . 1 N . s l m ; b r e = 0 . 1 N . { r / r n i b a o - 0 . 1 N . s t m ; l ï t ' h e i n t k 1 2 = 1 N / m ; k 6 : I N l m ; . k s a = 1 N / m ; ' b 4 0 = 0 . 1 N . s / m i b12* 0.1 N.s/m;bs =0.1 N.s/mtboe =0.1 N.s/m; .F1e(t) = 1Nbia* O.1 N.stm;bg =0.1 N.s/mtboe =0.1 N.s/m; F1e(t) = 1.N '.ii I pingS Atb.29. VmÉaeld yoor slmulaile vàn een llgin met slmulatlataal NAP, (Het yooÍbéêld le overgano ,li en m
monultdeslS,alb.2s) ,; : genl
' r , Ë *
Ln Lzs L3a l: i Gr
r
i
,
. * i ! e i d
i{t*->ó:-,
-=
A:--i---:ó
, *jo,1r
;-,o,-=--1
-->fl----== t --/ fl --=., ),o,
' -
In
| / \ Á . i \ À * / \ A . /\
Ë ï i
Tr-1 Cro-1 1-*ro C25-1 1*Rp G5-'1 1-R36 C*1 l-Ro Ien \
I
l l
l t
r r
_ _ j
|
í ï * ,
l
r *---\
34zl-.-
,
invo
, , deui _, trein t, is he Alb.3o.AcausaleblndingsgraaívoordeiÍêlnyolgensNAP 'i *' l$ * " 'AANDRIJFTECHNIEK, mei rsea I lAHt
-ro-6 J -ro-6 1 A J 1 C l E L O l F 1 0 1 0 1 0 L 1 2 1 2 1 R 1 2 1 2 1 8 c 2 0 ? 1 0 1 R 2 0 2 @ r o R : 3 2 5 1 0 c : o 3 8 1 Ê 3 0 3 9 1 0 L : 4 3 4 1 F J 4 í 4 1 4 c 4 o 4 B l R 4 a 4 B 1 0 too l l 0 , tlg . i s o t 4 0 tÍa t h o t76 , t a o r l t o \ 2go ' 2ra . ' 2 2 o ) i a i40 . ')bQ ?79 " 2Ba 2 q g 30@ )i 3xg : 14Q 3bo : , . , T R É I N " " " r c l F i c u 1 T r L Í g T 1 I 9 t : . . . Í R E I N " ' " ' r I / 8 2 ! 1/ t<:tr : 1 / E ? J : lÍ3 r 1 / F 3 r 1 / K 3 4 t I / F 3 4 ! h 4 : 1 / E 4 r T r l E o 4 0 i i À " i * Á , . A L L * F F L o r c ( 4 o ) v l v 2 v 3 v 4 : D I T Z I J N D E S N É L H E D E | I
inuH xplor YAxrS=1?eil 'ÊND
Alb.3í. Slmulatleresuliaat van dê trsin mst NAP'Iaal
2.708o 2.40 Eo
:riRAcHÍBRoN vAN LÊK' CONSTANT
. r a s s e u n N L o K ' l í L o K ' H l 2 . 1 0 8 0 : 1 / L U C H T I , | Ê E F S T A N D S F A C T O É F ! ' F = B r r v i i )iiÉnsirirsterDscoNsrANrE K12' F=hlzrx , i r ó a i Ë i * ó i r Á C i ó n e r z r r u v E E R D E m P É R ' 1 / B I : 1 . 8 0 E o ! i l A S S A E E R S T E U A G O N ! H 2 Enport simulatieprogrammavanKar-nopp en Rosenberg ,
LISA Linêar SYstemsAnalYsis
f'fÀpZ Nonlinear Analysis. Program
for electronic circutts, versle
2
PLSIM simulatietaal van Jess
SCEPTRE Svstem for Circuit Evaluation
and Prediction of Transient
Radiation Effects
SPICE Simulation Package for
Inte-grated Circuit Engineering
In de nu -volsende voorbeelden wordt
slechts aangegevén hoe een invoerfile voor
de computàr íordt aangemaakt, uitgaande
van een (acausale) bindingsgraaf.
loorbeeld
nel llAP2
1.50 EO 1.20 Eo 9.00 E-1 o . w c _ l 3.00 E"1 0.00 EO -3.00 E-1 Rrz Lzg L"o
i-1-:i-13,-1-*
-r
ro-i
",a-j
coi
i-n*
l-c4o'i*R4o
I t==-v--- I
+ob 1.00 E1 2.00 E1 ;ys- . rder ysis << AC.COnPRESSOR PARÍ VALUE TOI.Zv 1 0 R10 tE-os uHlí R l 2 t oHt'l e2a raoooo uF L23 10600060 uH c50 lgoooo uF R30 lg ÍlHlt L34 10000800 t-E{ c40 looooo uF R4O 10 OHL << FREOIJENCY RESPONSE }> ot6 = 1 radis Rt2 = 'l (rad/s)liNm) C2e = 0,1 kgm2 Lr, = 10rad/(Nm) Cso = 0,1 kgm' R3o = 10(radls)/(Nm) L3o = 10rad/(Nm) Co6 = 0,1 kgm' B4o = 10(rad/s)/(Nm) FROI.1 Í3 C-PART 1 0 1 0 2 6 3 ! ! 4 g 4 6
In afbeelding 29 is een trein afgebeeld met 3 wagons. De koppelingen tussen de 1r; treinstellen bestaan uit een veerdemper met leerconstante resp. k,r. k, en k" en dem-pingsconstanten iesp.-b,,. b,, en b". De rnassa's van de treinstellen ziin m,o, flzo, flro o' 0n mno
en de luchtweerstandfactoren bedra-gen brc, bm, bro en boo. De rolweerstand en oe wielslip worden verwaarloosd.
De locómotief wordt geacht ten opzichte van de referentie-aarde éen constante trek-kracht F te hebben, die op t : 0 als een stap wordt opgezet. De gesevens voor de para-meters ziin in de afbée-ldins vermeld. , Cevraàgd wordt het ver'Íoop van de snel-hetd van d-e locomotief en de'wagons in de trld te bepalen.
ln afbèeldine 30 is de acausale bindings-Eraaf getekendlom de NAP-invoer te kun-mnprepareren. Alle poorten en knooppun-wn worden senummèrd. rn afbeerding 3l ttJn achtereenvoleens de invoerfile èn de ulwoerplot
van de-snelheden afgebeeld. De nvoerfile
is voorzien uan comilentaar. In uË ultvoerplot
is de wisselwerking tussen de .rcrnsteilen
goed af te lezen. De Iocomotief aret eerst ian ziin plaats, maar komt vrij 'uxterig
in beweónd. De invloed van deze ""etheidsschomm-eliíg werkt venraagd $88 I AANDRt,tFTECHNtEK, mei 1988
.-*ti"
L O t d . H I G H ' S T E P F R Ê A ' = O ' 6 5 ' rmo-xi ourPur-voLTs DÉcraELS
1 , o - 0 5 PHAS€-DEG . o 5 4 . 4 2 3 4 5 2 - 0 6 4 . 7 7 s 8 5 9 .8s 0.ó75233 . t 2 0 - É 5 s 4 6 9 - 1 5 9 . 4 5 4 q 9 7 - 1 a 9 . 3 4 0 9 7 3 . 2 1 o . 3 ? a 7 7 7 .24 a.2573t 3 - 2 7 0 . 1 9 6 9 4 9 , 3 o - 1 2 5 5 / t s .33 o'Da2ba7 .3à 0.0553?2 - 3 t 0 . 0 3 € 6 8 ó , 4 2 0 . 0 2 6 9 9 8 - 4 5 0 . 0 1 ? 6 5 4 , 4 8 9 , 9 1 4 ó 4 7 . 5 1 o ' g l I 1 3 9 . . 5 4 Q . O t 9 , 6 ? l . 5 7 a . g ' a 6 7 7 7 . 6 s . o o 5 3 9 9 - 6 3 4 . 0 6 4 3 5 4 -É,6 a-oo3s4B . 6 9 6 , g l À 2 9 2 0 . 7 2 o . a o 2 4 2 3 . 7 3 g , a a 2 g 2 7 , 7 A a . o i g l T a B . a t o . g o r 4 4 B . s 4 0 . o o 1 2 3 5 . 9 7 0 . 9 0 1 0 6 0 , 9 0 0 . @ 0 9 1 4 ttt 3B STÉPS t'lAxltlulí P L O T D A T A ( Y / N ) ? AÍb.32.Frequent|eÍesPonsievaneentwêetrapscomPr€ssormetsimulatiataaIAPPLE.PETRI,(Her voorbeeld ls oveÍgenomen ult dsel 5' aÍb' 26)
- 1 , 6 9 - 3 0 . 9 5 -2.28 -63.02 - 3 , 4 1 - 9 4 - 5 4 - 5 . 1 1 - 1 2 2 . 6 ? - 6 - 8 4 - 1 4 7 . 3 4 - € - 3 4 - 1 7 8 . s 3 - 9 , S 4 1 6 4 . 0 : I - 1 1 - 7 9 1 3 ó . ê t - ! 4 - 5 7 t o q - 7 9 - r a . u z e 7 . 4 O - 2 1 . 6 5 7 0 ' 5 2 - 2 s . 1 4 5 7 ' 9 5 - 2 8 , 3 8 4 e . 3 5 - s t . 3 7 4 1 t r " 7 4 - 3 4 . r5 3 4 . 3 1 - 3 ê . é 9 2 9 . 2 é - s 9 . 4 ó 2 4 - - 7 4 -4L.29 28.74 - 4 3 . 3 4 1 7 . 2 4 - 4 5 , 3 5 1 4 ' 0 5 - 4 7 . 2 2 1 1 . 1 5 - 4 9 - g A e - 4 7 - 5 0 . 6 9 è ' o g - 5 2 , 3 1 3 . è 9 - 5 3 - 8 ó 1 . 5 3 - 5 5 . 3 5 - O . 5 1 -5,6,7A -2-43 - 5 8 . 1 6 - 4 , 2 3 - 5 9 , 5 0 - 3 - 9 9 - 6 0 . 7 8 - 7 - h 4 0.00 EO q o
. s .
. l
energiestroom
Ab, &í. Velichllln 6ymbool luss6n êen gleilÍoom on o€$ tlgnaelslíoom .
_ R
osa = 300 rad/s rz = 3,333'10-3 (rad/s)/(Nm) n a = 2 - 1 = g , 5 Rr = 0,5'10-3(radls)i(Nm) R5 = 8,3333- í0-' (raOls)(ttrn) C6 = 0,5 kgm2 g = t k g m z N E T L I S ï F O H E Ê C I R C U Í ' RÉF. irOtíÊOnGUf : Êtr{NECTtoNS ÀIO, NAI'IE IN OUTr + ,
r ! B A ? T E R Y O S O O ] E B ' 2 .
R Ê S I S T O R 3 4 O O 3 - 3 3 3 3 E - 3 3: tnmsÉonnEn 6 + Q I o - LF=t il=z K--99.t999 R=1Ê-2A ÉA =g =O
4 r I N D U C T O R l 2 g O O . 5 E - 3 PARAI'!ETER . . OR .., ;.. . . T Y F E . . . t . é e : ? e ' J 40q . 200
, . , . .
' o
600 9.400 I ,00 cAPActïOR 2 0 C á P A C I Ï O R + ' O R E € I s T O R 2 s O 6 B . 3 3 3 5 E - 2 ' d . : . ';ilR
1 ' . . .11-{of lf vooí sígnàalstroomrlchting
, : - ' . . . , ' l '
Aíb.36;
SooÍton Yrn oÍlëntrtles 9 . 9 ' i s ' . Ë 6 a t " 1 . . vermogen
;m
100,, : 200 i' i00 , . . r . . t i l d i n m s ' t E O 3 0 1 . r . . , ! . , , i 9 . r . , , . . Í r e g u o n l i ê l n l l z - .l-R
c + A.,tÀ1b.35. Cdustsl gooÍlënto.file blndlngot ,tl
i--álot r<*vogf vermogenstroomÍichtin!
J d) a 0 _ 9 t J U O
. . ï
' . . c150
a
. . . o . . . . 5 rEos. _ -rDO.. : -, . l à l ; j , t g . . . "o ^ 2 7 A . ' , . : . . : ,. . A h A L V S I S : L I r Í l T S HAItlír"[í sIí ï:Í€. {s€Ë). . !àtlt'{Jí D€LÍA Í1íÉ:.{SÉC} : rr{lNrtlufÍ.ácctf,rAcl {7) .: . LFPÊF ,iFACÊ ftnDg(s, : #Fs€T F{ili *r. i. ticê[t ' L 6 l i Ê 8 sAcro'{ Éd* *.1 : ] ï C A C E T N 8 È Ë ( F ) . ' ' ' .,1 , ó Ê Ë S È t . F O e * 2 : . : . ' : . . . SDáLË FASTO* FOR T2 A N A L V S I S L I H Í T S .rlr|rÊsï È8ÊaLrgrgÊv :.. xrEr€$ïr FFEQTF'|CY r . ,: . Lt}dÉST EAIN H I G H Ë S T S A I NII{*'UT. I{ÉDË NUMEEft :.. . . -{IJ1FUi }'ODE NtfiBrn
íIN ACCUÊACY g.' .. HrDÍ85Í FrlêsÉ 6HtFÍ . ', ' '!oÍlÈ€ï PHASÉ sHtFT. '. ,. i . 1Ë-.3
ï , ,
i . , ïu -, a s o 'Afb.33.Ïlld; en lrequenllorcaporFl.rtll oao t.ndwl.lovaÍbronglng m€t b.hulpyàn sllnulatlsiaal mu.GAP;(H6tïooÊooldlsorórgonoïlenultd.llS,alb:8\i", .'.' .'.
door naar de drie wagons. Na ongeveer 40
seconden is de snelheid redelijk
gestabili-seerd op 2,5 mls.
Merk op, dat in de voor de NAP-invoer
getekende bindingsgraaf geen gebruik is
gemaalÍ van vereenvoudigings- en
redu-ceertechnieken. Bovendien is het
referen-tiepunt niet weggelaten.
Het topologisch vastleggen van een
sys-teemelement geschiedt als volgt. Neem bij
voorbeeld L23.
L2323 | : llK23
Dit dient gelezen te worden als: ,,de
in-ductie, genummeÀ 23,ligt tussen 0-punt 2
en 0-punt 3 en heeft een parameterwaarde van Lm/N". l/IC3 duidt aan dat de
L23-waarde de reciproke waarde is van stijfteid
K23. De dubbele punt voor IlK23 geeftaan
dat wat erna staat als commentaar moet worden gelezen.
De bronaanduiding GJ 0 I 0 J I
specifi-ceert eerst de inwendige weerstand, die
pa-rallel aan de z-bron is geschakeld. De
weerstand, en dus ook de bron, ligt tussen
de O-punten 0 en l. Het derde cijfer 0 geeft
aan dat de waarde van de reciproke, de in-60
wendige weerstand, gelijk is aan 0 (G : 0,
verliesvrije bron). Het laatste cijfer geeft aan dat de bronkracht (trekkracht van de locmotief) één Newton bedraagt.
Op de regelnummers 310-350 zijn
state-ments opgenomen voor het weergeven van
tijdresponsies (TR). Men kan bovendien gebruik maken van andere faciliteiten, zo-als bij voorbeeld voor frequentierespon-sies, voor het bepalen van stationaire be-drijfspunten, voor gevoeligheidsanalyses,
voor Fourieranalyses, voor ,,worst
case"-analyses, voor ,,noise"-analyses en voor
parameter-optimalisaties.
Dezelfde aanpak kan even goed worden
toegepast met de simulatietaal
APPLE-PE-TRI op een Apple IIe voor de tweetraps
compressor uit afbeelding 26 (in deel 5) of
met simulatietaal muCAP (micro Circuit Analysis Program op IBM-PC en Apple
IIe) voor de tandwieloverbrenging van
af-beelding 27 (eveneens in deel 5). Het
com-pressorvoorbeeld is uitgewerkt in
afbeel-ding 32, het
tandwieloverbrengingsvoor-beeld in aftandwieloverbrengingsvoor-beeldine 33.
(ausaliteit
Om met causaal georiënteerde simulatie'
talen te kunnen werken en om de
sYs-teemvergelijkingen uit de bindingsgraaf te
kunnen afleiden is behandeling van het De'
grip causaliteit onontbeerlij k.
Causaliteit wordt door Van Dde om schreven als,,oorzakelijkheid, betrekkin9
van oorzaak en gevolg". Hier zijn we ecn;
ter niet geihtereiseerd-in de oorzàkelijkhet0
van het -fysisch gebeuren in het bescholwdj
systeem, maar fn de vraag hoe in dit syr
tóem de.signaalstromen géihitieerd en
ge-continueerd worden.
In een systeemmodel vindt een signaal
zijn oorspróng in de actieve systeemele' menten, in caïu in bronnen. Dénl ttiern''t
aan het negatieve teken in de vermoqeft^s;
conventie ioor bronnen. vanuit een bror stroomt een signaal via vertakkingell,@
kringen door he-t gehele systeem heen'-ís'
zogeïaamde sigriaalstroómdiagram toortr
als het ware een aaneengesloten keten .Yï
oorzaak en gevolg. Het uÏteindelijke gevorb
kan weergelgeveí worden in de-vorrn va"
veímógen
1 . AANDRIJFTECHNIEK, mei 19S8 S' r'AI
VooÍbeeld: hydrostatischê oveÍbrenglng met congtante
pómpopbrêngst .
# t hydrostatische pomp als een pure r'bron #2 oomDlêkkage
r á botb"apaciiteit plus halve capacitelt píipleiding # 4 leidingwsefstand
# 5 l e i d i n s i n d u c t i ê
#6 motoóapaciteit plus halve capacitêit pijplelding #7 motorlekkage
# 8,9 hydrostatlschernolór als een puÍe gytator
# ií massatraagheidsmoment van de last plus dlo van de motor i11 fastdisslpatie acausale bindingsgrad
?' ï. ?" ?'
*,-i*j-_i*bY"*g
l
l
l
l
. . F z B o F r 8 1 Cg Ls C6 Cro T l T Ts1-à--rï'-o -."ovi-g
I
t
r
r
,
Ri B+ R7 ; Bri dif f eÍentiaalcausaIiieilI
interpretatie . t . r f diÍierentiaal modelI
intêgÍaalcàusaliiell . r , t - ' . t ' . ' . C a L s C s Q o . T T 1 4 r l I S e f sÍ,F-o- 1-o--rGYF-o .. L T . L I
, R t . * n , " ' . , , t t : " . . 1 , : . ., , . .. int€rpretatie intêgÍaal model ue-,yvbe-
)m-.1ng rch-lelu ude iys' ge' nalrbu
r0n eÍ Hel roÍ1t !a9 'Otë \lall.
flAlb.37. causattt€ltan in do modellen van oon hydÍo6latlscho oyeÈrenglng. (Het vooóe6ld 13 ovoÍgenomon ult dool 5, atb' 2r)
T 9SSdNDRIJFTECH
N I EK, mei 1 eB8
Dwangcausalileiten Aangepaste causaliteiten dissipator I *
l n
g = R . r I = G . a = R - ' o dr = ll.(Ir \ = ' n . ï 2 dl Ë nn.ct2 Í2 = -n-r.?.l TF i. Bronnen: : r-verdelet 0-veÍdeler cu-bron SA:*l r-bron ST F-1 t s c = q { t ) í = r(ll \ = ' 4 ' 7 3 f 2 ? ' Í 1 " T . Í " = - í r - T " C r = ' C 2 ' 0 3 ( I z = '€tr 'Ctr d 3 3 - d t - d ? t-* 2 ïF ---l 1 ÉneÍgieveÍdelers: 2 tÍans-formator mêt e" Í l = -c1 als gegeven 1 --{ 0 ---l 3 2 1 , Iï
1 r-
0 _--.{ 3
. o f z lI l ) 1 F - 0 F * 3 gyíator lntegrale causaliteiten inductie capaciteit Differentiële causallteiten induclie 2 Gv |.-GY -{ capacilêit c l<* 7 2 . . 2 í' d r . T = -lcq ott = (1 .Í2 met . T 2 Í 1 q , 2 = - f ' . í 1 1 = ; = - 6 a l s g ê g e v e n t ' I t-r t . l ' L 1 F-:- 3L F - r = { J " u t
c - { a =
; J d r
L ---t {r =.r- $ "
r = C L ao r -KW - everschillende systeemresponsies, bij
voor-beeld in een plotgrafiek.
Men moèt het fundamentele verschil
kennen tussen een energiestrooln en een
signaalstroom. Afbeelding 34 geeft de
bei-de symbolen weer. Een energiestroom
langs een binding is het produkt van de
complementaire systeemvariabelen 7 en cr
ter plaatset een siÉnaalstroom is de
symbo-lische vemlaatsini van een variabele, of a.
of r, Iangs een Éinding. Kennelijk lopen
langs die-binding twetbilaterale
signaal-stromen: e in de ene richting en z in een
te-gengestelde richting, zoals in aÍbeelding
JJ N aangegeven voor een dissipator.
De si"gnádstroom gaat door een
sys-te.emelement heen, waarin het signaal
wordt getransforïneerd. Het uitgaande
sig-naA y is een functie van het ingaande
sig-naal: Y = f(x)
. Inhetlinker deel van afbeelding 35
exci-teert het r-signaal de dissipator] die dan
antwoordt mei een cv-sisnaal: 7 als oorzaak
met a als gevolg, ofwél wiskundig
uitge-oruk:
q = R . z
In het rechter deel van afbeeldine 35 is
de sisnaaltransformatie reciprook aan die
in het-linker deel van de afbeelding'
name-liik de oorzaak cv brengt het effect r teweeg'
olwel wiskundig geschreven: z : crlR
Als afspraak-aanduiding brengt men op
etke binding een dwarsstreepje aqn' het
zo-senaamde iausaliteitsstreepje' Dit wordt
Todanig gedaan, dat tegelijk een associatie
met dJbegrippen ,,overheen" en
,,door-heen" mogelijk is. Een signaal cY als
oor-zaak heeft het causaliteitsstreepje als het
ware ,,over" het systeemelement ,,heen"'
Een signaal 7 stroomt met het causaliteits-streepjé als het ware,,door" het
sys-teemelement ,,heen".
Op elke binding moeten altijd twee
soor-ten oriëntaties worden aangebracht. de
ver-mosenoriëntatie en de causaliteitsoriëntatie
fafÈ. :6). In iedere binding kan zo slechts
èén uan de twee onderstaande pijltjes
her-kend worden:
In tabel 15 is een samenvatting gegeven
van de causaliteitsregels. Hieruit blijkt, dat
signaaltransport en -verwerking gebonden
zlin aan dwang- . aangepaste. tntegrale en
differentiële causaliteiten.
Hoe de aangepaste causaliteiten worden
eehanteerd hangt af van de keuze russen cle
ínteerale en diiferentiële causaliteiten.
zo-als iln het voorbeeld van afbeelding 37 is te zien.
In verband met ruis in signaalstromen seeft men de voorkeur aan numerieke
be-íerkine door integratie boven bewerking
door dífferentiatie] Dit geeft relatief veel
kleinere rekenfouten. Daarom wordt hier
aanbevolen zoveel mogelijk te werken met
integraalcausaliteiten, dus met
In het volgende deel zal worden
inge-saan op het destilleren van de
systeemver-lelijkingen uit de bindingsgraaf.
simulatie-áe-n mét systeemvergelijkingen als invoer
en simulatietalen met causale
verbindings-graafals invoer. I r - - . C e n + L KW - 6
-een "rechtop" (oP z'n vodstuk) (1) en een "op zijn kop" (op z'n uoetstuxl 1j 1
' l
I 1 ----t I t-- 32 l
L 1 ----{ 1 ----l 3 ,i lesstïNDRuFTECHNTEK, mei 1e88