f}
Ä <5 / ^-ijj CuJ^
S
PROEFSTATION VOOR OC GROENTEN- EN FRUITTEELT ONOER GUS TE NAALDUI3K
Plangaanvastlegging in gestoomde grond (Laboratoriumproef 2 1970)
S.3« tfooot
Naaldwijk» maart 1971 No« 407/1971.
1.
Inhoud g Doel
Proefopzet
Verloop vari de proef Resultaten
2 .
Doel
Het doel van de pcoef is de mangaanvastlsgging door mangaanoxidsrende bakteriSn na te gaan.
Proefopzet
In een voorafgaande proef1^ werd reeda de
aangaanvaat-legging in gestoomde grond door mangaanoxidarende bakteriin nagegaan* On net zekerheid oonclueiee te trekken wordt deze proef nogmaals opgezet« Aan een gestoomde kleigrond wordt een bakterie-euspeneie toegevoegd* Tevens wordt in deze proef ongeetoonde grond toegevoegd aan gestoomde grond» Ooor regelmatige bemonstering wordt nagegaan of het mangaan door toepassing van deze behandelingen sneller wordt vastgelegd dan bty de controle-behandeling.
De volgende faktoren worden in de proef opgenomen t faktor a mangaantoediening 0 - geen 1 - 400 mg HnSO^HjO/l grond faktor b bakterietoedisning 0 . niet 1 - via suspensie
2 - via ongestoomde grond.
De bakteriesuspsnsis wordt bereid van een reinkultuur van bakteriSn» die in etaat bleken te zQn mangaan te oxideren.
2)
Voor het ontstaan van deze reinkultuur» zie intern verslag . Oeze bakteriSn waren afkomstig van een zavelgrond.
Oe grond wordt bewaard in steriele erlenmeijers» die met wattenproppen worden sfgeeloten. Oe bewaartemperatuur ia 26°C tsrwijl vochtverliee wordt gecompeneeerd. Om de vier weken worden er van elke behsndeling 2 erlenmeijere in onderzoek genomen en onderzocht op uitwisselbaar en aktlef mengean. Tevens wordt het A-cijfer van de veldvochtige grond bepaald.
Verloop «ran de proef
Op t oktober 1969 werd de grond klaargemaakt. I« was •, 25 kg grond aanwezig, dose was 12 uur gestoomd in «un stoomketel. 0» grond word lu 6 porties van ongeveer 4 kg wardseid» Voor de dria behandelingen waaraan mangaan* sulfaat moest worden toegediend, werd 1.600 «0 «nSi^.Mgi opgeloet in 150 ml steriel gedsmineraiiaaerd wette« en met de grond vermengd. De bektor11* werden mm de grond toege voegd door Biddel wan het mengen «en de grond «et een baktarie-auapanaie. 6| da behandelingen set ongeatoonde grond w«rd 5$ onge#toomde grond net da geatoomde grond vermengd.
0« nu elle behandelingen op hetzelfde A»eijfer te houden werd een de behandelingen zonder aangaansulfaat of bakte* riSn aveneel water toegevoogd aie de hoeveelheid wei tot» die nodig was voor hat oplossen van de mangaanaulfaat en het stoken von de baktarie-suspanaie.
De grond werd in steriele erlenmaijars bewaard t dis not
vette wattanproppen warden afgesloten. Deze erleneeijera werden weggezet bij een temperatuur ven 26° à 2?°C. Met vochtgehalte werd tijdens de proef op peil gehouden door regelnatig »et atariel gedenlnerelisèerd water te corrigeren.
Tijden» het klaarmaken van de grond ie zoveel mogelijk eterlel gewerkt. De grond ie onder een U.V.-lamp net de mangaaneulfaatoploeeing gemengd. De relnkultuur van bakteriBn werd in de entkaaer in 100 al steriel-laiding-water geauepeneeerd.
De bakterie-auapansia 1i10 blaak ne telling por 80 veldjes gemiddeld 3 bakteriSn to bevatten. Een veldje ie t
0»2S x IQ"4 a»3. Dit koat dus neer op 1*200 x 106 bakt«»
riSn per «1* Oit aantal 1« rul« voldoende»
Resultaten
In de bijlagen 1, 2 an 3 zijn da resultaten «ran hat grondonderzoek opgenomen. Elke waak warden t atlau» raeijers in enkelvoud onderzocht. 0a overeenstemming tussen da duplo-erlenaseijera wae voar da bepaling van uitwisselbaar mangaan redelijk} voor aktiaf*-aangaan was da overaensteaming aaae minder goed, zodat extra bepalingen noodzake!Uk waren.
Ültwlaaalbaaraangaan Sn tabal 1 ia tan overzicht gegeven van dé bepaling ven uitwisselbaar aangaan.
Behan-. delingBehan-. i mm poenei 1/tö 30/i° 26/11 m
/n
V
\m m es* —» — aas* 18/2 23/3 0.0 44 12 42 42 32 36 34 0.1 4? 54 38 42 34 42 32 0*2 44 34 16 18 17 16 ta 1.0 74 @0 74 58 58 74 62 1.1 70 78 62 64 49 55 40 1.2 72 32 14 16 14 14 14Tabel 1. Da gemiddelde gehalten «au 4a bepaling van uitwisselbaar mangaan uitgedrukt in d.p.m. van hat extract.
Uit tabel 1 biykt» dat de gahaltan aan uitwisselbaar aangaan bij da behandelingen 0,2 an 1.2 na aan korte period«! zaai? at ark zij» gedaald. Bïj de ovarige behandelingen
blöken da gahaltan aan het eind van da onderzoek-periode ieta te zijn gedaald« hoewel daza gehalten echter soms vreead fluctueren. In figuur 1 la hat verloop van hat uitwisselbaar «angaangahalte weerge geven.
ftetiaf aangaan In tabel 2 is aan overzicht gegeven
m m m aai
Fig 1. Het verloop van het uitwisselbaar
Mn-gehalte bij de verschillende
behandeling.
Mn
d.p.m.
s* ÖSptwsErr'®* doling V*> 53/19 26/l1 : ö/»t ! 2Vi a.Q 1W 162 lts
%vt !
11» Î 152 146 •; 0.1 112 118 12» 122 ; 134 : 150 142 0.2 lit 176 132 t» ; 140 ; i» 134 1.0 143 180%m
171 184 : 116 1«1 1.1 141 1«t 144 196 : 152 i 159 ISf 1.2 14# 1t8 163 148 lit 1S6 159Tabel 2. û* yeaiddelda
§9tmltm mm
de i»»palin§ «4» •ctiaf aangaan uitgedrukt in d.p it* *»®k N»textract.
Uit dez@ fcab«l bl!]kt>, del fe| «lis feehafsdelAnswi ûm f©halten
mm
actiefmn$®m m%
zijn gestftfsn* öp grond van datacQfsr® i© weinig positiefs te ®t®ll#n, daer *r *i«h n««il
w«i of»rss#l»Bti.30 scho®Miiif)§»n vaerda#«.
In figuur 2 ie h»t verloop v«n het «eti«? «Mwg«ef**f«b«lfce weergegeven«
â—1Jfar In tabel 3 i» aers ©versieht war» de ^Middelde
A-cXJfere» dl* tijd#«« de end«rfc©«fe?»eriöde »IJn stevenden,
«eerg&Qeven. . Gebeft* i daling VtÖ
»%
m/t1 »/«
jfS/2 ; 25/3 * 11
.... . t ! 0.0 : 49« 2 3S,4 43,8 «3,2 ! 43,4!»,«
43,1 : 41,7 ! 0.1 44,4 42,6 43,i 44,2 :«,2 ;44,4 ; 43,4 ; 43,9 M \ 43.4 41,S 43,2 41,6 42,3 :42,® 41,3 ; 42,6 1.0 3§,S 3«#8 40,3 41,6m
t.ê
':41.,4 41,0 i 40,1 1.1 42,0 40,0 42, t 39,7 43,6 42,6 41,4 41,6 1.2 31*4 f 3ft.f ...3f.fi.., ii»i 4t.t 40.0 1 ...31« 6. • 41.1 40,1 42,Q 41, S 42,4 41,7 41*7 : 41*«Tebel 3. 09 omléémlü# tijden® de ara
i«vz9mk~
pariöda.
Uit deze tabel blijkt dat er geen grote verschillen tussen de A-cijfers der behandelingen aanwezig zijn geweest.
Fig. 2. Het verloop van het actief-Mn-gehalte
bij de verschillende behandelingen.
Mn
d.p.m
3 .
Conclusies
Zn een laboratoriumproef werd nagegaan of mangaan in een gestoomde grond sneller werd vastgelegd» wanneer er aan suspensie mangaanoxiderende bakteriSn of 5%
onge-stoomde grond toegevoegd werd. De bakteriBn waren op het laboratorium gekweekt van een reincultuur.
Het toedienen van de mangaanoxiderende bakteriSn had geen duidelijke invloed op het gehalte uitwisselbaar
mangaan. Door het toedienen van de ongestoomde grond werd de vastleggeing van uitwisselbaar mangaan sterk bevorderd. Gezien de resultaten moet het niet worden uitgesloten geacht» dat voor hst oxideren van mangaan verschillende soorten baktariin nodig zijn«
9 ,
Literatuur
1. Uoogt, S.3. t
Flangaanvae tiegging in gestoomde grond (laboratoriumproef 1969)
Intern verslag Proefstation Naaldwijk.
2. Koornneef, P. en S.3» Uoogt
Bacteriologisch onderzoek in verband met Fin-reductie in grond na stomen (1969)
10. Bijlage 1 Uitwisselbaar mangaan Behande-deling 1/10 3Q/10 26/11 23/l2 0.0 44 52 52 42 43 41 42 0.1 47 m 50 59 37 38 41 44 0.2 44 - 36 32 16 16 18 18 1.0 74 - 78 82 75 73 53 64 1.1 70 « 77 80 61 64 72 56 1.2 72 m 31 32 15 12 15 16 Behande ling 21 /1 18/2 23/3 0.1' 32 31 37 36 30 37 0.1 31 36 38 45 29 34 0.2 16 18 16 17 16 20 1.0 1.1 1.2 50 44 14 66 54 14 71 58 14 76 52 14 6? 39 14 56 41 15
— 11 — Bijlage 2 Actief mangaan Behan deling 1/10 30 /10 26 ^11 "/12 0.0 0.1 0.2 132 112 118 m m 158 126 182 167 110 170 126 114 133 130 143 130 128 124 131 106 120 146 1.0 1.1 1.2 143 148 149 -164 180 194 195 198 202 158 129 160 148 158 166 180 196 147 162 201 148 Behan deling 21/1 18/2 "/3 0.0 0.1 0.2 1.0 1.1 1.2 124 120 140 194 153 157 114 148 140 174 152 148 156 145 151 162 162 162 148 154 155 150 156 149 146 137 122 164 156 164 150 147 145 158 158 154
1 2 -Byiage 3 A-cijfera Behan deling 1/1Û 30 /1Q 26 /11 I CM N CO CM 0.0 39,2 41,2 39,4 39,4 41,7 46,0 44,6 41,9 0,1 43 #0 43,8 42,8 41,0 42,8 43,5 45,9 41,4 0.2 44,7 44,0 41,7 43,4 43,0 42,9 45,8 42,5 1.0 40,1 39,7 38,5 37,4 39,8 40,8 41,3 41,8 1.1 41,5 42,4 39,6 40,3 41,9 42,5 39,7 39,7 1.2 37,5 39,4 39,5 38,3 41,1 38,2 39,6 38,7 Behan deling 21
