28
Pseudomonas
syringae en
vorst:
een gevaarlijke
kombinatie
/
M.
de
KamR.B.L.,,De Dorschkamp", Wageningen
Inleiding
In
de fytopathologische
literatuur
wordt vaak verband
gelegd tussenhet
optredenvan
ziektenbij
verschillende planten, ver-ootzaakt door de bakterie Pseud,omonat syringae en vorstschade.Veelal werden
konklusiesgetrokken
op
grond van
veldwaar-nemingen,waarbij werd
vastgestelddat
de bereÍfende
ziekteheviger optrad
op plaatsen
waar gewoonlijk meer nachtvorst
voorkwam. Daarnaast werden doelgetichte proeven uitgevoerd om de relatie tussen P, ryringae en vorst aan te tonen.Ook bij
populier
is enkele malen verband gelegd tussen het op-treden van de zogenaamde ,,Pseudomonas kanker" en vorst, maarde
konklusies
waren
niet
eensluidend.Zo
suggeÍeert Day(1948),
dat
vorstschadebij
populier
de inleiding vormt voor
een aantasting door P. syringae. Sabet (1953) kwam na eenaan-tal inokulatieproeven evenwel tot de konklusie dat de
bakterie P. syringae éérstin
de populier aanwezig moetzijn, waarna de
aantastingwordt gestimuleerd
door vorst.Ook
sterk wisselende temperaturenblijken een
gunstige invloed te hebben op deont-wikkeling
van
P. syringae, zoals
onder
anderedoor
Klement (1974)en
zijn medewerkers werd aangetoondbij
het onderzoek naar de bakterieziekte van abrikoos.Een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar de relatie tus-sen P, ryringae
en vorstschade
werd
geleverddoor
een groep onderzoekers aande universiteit van \Tisconsin. Tiidens
hun onderzoeknaar
een bladvlekkenziektevan
mais, veroorzaakt
door de schimmel Helmintbosporiumturcicam, werden
zij
ge-heel
onverwachts metdit
probleem
gekonfronteerd.Na
een nachtvorst was een deel van hun proefplanten bevroren, waarbijduidelijk bleek
dat
de maïsdie
met genoemde
schimmel was geïnokuleerd, veel meer vorstschade vertoonde dan de niet be-handelde planten (Hoppe, Arny en Martens,I964).Deze
kon-klusie waswel wat
voorbarig, gezienhet
feit dat de mais niet
met
een
reinkultuur van deze
schimmel
geïnokuleerd werd, maar bestovenmet gedroogde, gemalen maïsbladeren
die
door de schimmel waÍen aangetast.Uit hun
verdere onderzoek bleek later dat hetniet de schimmel
Helminthosporium was die de planten gevoeliger had gemaaktvoor
voÍst, maar de bakterie Pseud.omonas syringae,die
even-eens op dit fijngemalen blad aanwezig was.Proeven
in
klimaatkamerstoonden
aan,dat
maïsplanten dievooraf
werden bespotenmet een
reinkultuur van P. syringae,
bevrorenbij
een temperatuur van-4
oC,terwijl
de planten die geen P. syringae op hun bladeren hadden, pasbij -8
oC bevro-ren. Hiermee was het bewijs geleverd dat de vorstgevoeligheid van maïs sterk wordt beïnvloed door de aanwezigheid van Pseu-d.omonas syringae op het blad (Arny,Lindow en
Upper, 1976).Hoewel nog steeds
niet is opgehelderd hoe
dit
merkwaardige mechanisme precies werkt,is
intussen wel bekend geworden dat veel bakteriën van het geslacht Pseudomonu kernen produ-ceren, waaromheenzich
ijskristallen kunnen vormen(Maki
en medewerkers, 1974). Gebleken is, dathet
uitsluitend deze ,,ijs-kernvormers"zijn,
die de vorstgevoeligheidvan planteweefsels
verhogen(Arny en anderen, 1976).
In
hun
studie naar devorming
van ijskernen door soorten vanhet
geslacht Pseud'omonu onderzochtenHirona
en
anderen(I978)
ook een viertal
P. syringae isolaten van populier, waar-van er driein staat
bleken ijskernen te vormen.Vorstschade
bij populieren is
een veel voorkomend verschijnsel. Joachim(1957) heeft
hieroveruitvoerig
bericht en noemtdaar-bij
ook
derol
van
sterk wisselende temperaturen, evenals VanPseudomonas
syÍingae
and Írost: a dangerous combination SummaryAn
optimal ELISAhu
been deaeloped.for
arc in tbe detection ol solable antigensof Erwinia
salicisin
learcsof
Salix alba. Alhaline phospbatase-conjagate proued.to
be more sil;table than horse radish peroxidaselo
d.etec, E. salicis antigens.An
aspecific reactionin
the ELISA d.aeto
*nÉnotun s*b$ancesin
taillotu leaf extracts could be elininated by adding 2.0/e
polyainyl pyrrolid.oneto tbe
extraction baÍfer (cf. Clark and Adatnt, 1977).The highest aníigen concentrations uere detectetl
in tlte louer
leaaes of the shoots. Antigen trdnsport tbroagh tbe xylent uas obuio*sly betterin
S. alba'Liempde' thanin S.
alba 'Licbtentoorde' and tbe antigen concentrationin
leaues fl*cl*aled stron.glyduing
the growing season. Not only E. salicis saspenilons, bat also *ltrafiltratesof
thesesaspen-sions ca*sed.
uilting of
leaaes, at auas shotan in experiments tuith excised.uillow
tuigs ancl tuith3-yar
old treesin
the Íield. Tbe experiments silggest, ,bat in caseoÍ
lYatermark d.iseate theuilting
symptoms arebrotgbt aboat by E. salicis bacteia u,hicb block the xflem uessels and by sol*ble dnrigens released from rhese bacíeria, rahich d.ist*rb tbe udter economy ol the leaaes
in
sita.The describeà techniqae
ol
detecting soluble antigensin
leaaes is ab-breaiated. ro "SAl-detection method".der
Meiden
(L965),die
de ernstige vorstschade aan populierenIn
1962 vooral toeschr:ijÍt aan sterk fluktuerende temperaturenin
de eerste vier maanden van dat jaar.Uit
al
dit
onderzoek is onweerlegbaar gebleken dat er eendui-delijk
verband bestaat tussen het optredenvan vorstschade en
het vóórkomen van P. syringae. Her onderzoek darin dit arrikel
wordt
beschreven had ten doel na re gaan,of
ook
bij
populierdit
verband kon worden aangetoond.Eigen onderzoek
I
Ziektesymptomenln
1978 bleken een groot aantalI
jaar oude Populus trichocarpa kruisingenin
de kwekerij van het R.B.L. ,,De Dorschkamp" her volgende ziektebeeld te vertonen.In
de bast van de srammerjes zaten kleine overlangse scheurtjes die tot ongeveer 30 cm hoogte aan de zuidkant van de planten voorkwamen.Uic deze
scheur-tjes droop sap langs de stam, dat later zwart werd. De bast naast de scheurrjes zag erblj
aansnijden glazig,uit en
her cambium
was lichtbruin verkleurd.De
aangetaste baststierf
vervolgenstf
maar later in het jaar trad herstel op: er werd callus gevormd, dat de ontstane wonden weer gedeeltelijk overgroeide(figuur
1).De
algemeneopvatting
is, dar dehier beschreven sympromen
door vorst worden veroorzaakt.2
De
rol
uan Pserdomonas syrin.gaeIsolaties toonden aan, dat
in
het glazige weefsel en her verkleur-de cambium zeer veel bakteriën van de soofiPreudononar
ry-ritzgae voorkwamen.In
het najaar
van 1978 werden mer 2 iso-laten,de
nummers111
en
lI2,
acht
l-jarige P.
trichocarpa's geïnokuleerd, door 30 cm boven degrond
eenwondje
in
de bast te maken en daar wat bakteriesuspensiein
te brengen. De inokulaties werden uitgevoerd aan de zuidzijde van de planren.Vier
andere planten werden op dezelfde manier verwond, maar met water behandeld.Het
jaar daarop vertoonden alle geïnokuleerde planten dezelfde symptomen als hierbovenwerd beschreven,
terwijl
de wondjes waar geen bakteriënin
waren gebracht, helemaal overgroeiden(figuur
2).
Herisolatiesuit de
aangetasre weefsels leverden op-nieuw P. ryrin.gae op.29 Hiermee was aangetoond, dat P. syringae de oorzaak was van de beschreven symptomen. Síaarom de bakterie echter de planten steeds aan de zuidzijde aantast was nog
niet
bewezen,al
gavende
literatuurgegevens(zie inleiding)
duidelijke
aanwijzingen dat het antwoord moest worden gezochtin
derichting
van vorstof
flukruerende temperaturen.)
Toenarte aan d'e uorstgeaoeligheià. aeroorzaak, d'oor P, syringaeIn
1980 werden46
dríe maanden oude P. trichocarpa zaailingen, diein
een kas waren gekweekt, onderzocht op aanwezigheid vanP.
syringaebakteriën op het blad. Nadat
was vastgesteld dat deze bakterieniet in
aantoonbare hoeveelheden voorkwam, wer-den 23 planten bespoten met een suspensie van P, syringae stam 112,terwijl
de andere23
mer water werden bespoten.Vetvolgens werden van beide behandelingen 18 planten 1
of
2uur
blootgesteld aan een temperatuurvan
-3
tot -4 "C.
De andere planten blevenin
de kasbij
+20
oC.Zodra ze
uit
de koelcel gehaald werden bleek, dat de met P, ry-àngae bespoten planten totaal bevroren waren, waarbij het geen verschil maakteof
zeI
of 2
uur koud hadden gestaan.De
met water bespoten planten vertoonden nauwelijks enige vorstschade(figuur
3). Een soortgelijke proef met Populusnigra
zaailingen leverde dezelfde resultaten op.Fig.
1
Pseudomonas syringaeof
vorst? Natuurlijke aantasting van2D
jaar oude Populus trichocarpa, Iíageningen.
Fig.
1
Psepd.ontonas syringaeor
frosl? Nataral altackol
2-year-old Popil *s ticbocarpa, ll/ageningen.\Fig,. 2
Twee jaar oude P. trichocarpa,I
jaar na kunstmatige inokulatie. Links: kontróleplanten; midden en rechts: geïnokuleerd met P. syringae.Fig.
2
Ttao-year-old. Popdas írichocarpa, or2e yeltr after artificial in-oc*larion. Left: control; mil.d.le and. rigbt: inoc*lateàuith
P. syringae.30 :É Wb a, a.: "?'::''' -,,1' t
*lrt%
Fig,.
4
Bastnecrose bij P. trichocarpa, 3 weken na inokulatie met P. sy-ringae; de invloed van wisselende temperaturen.Fig, 4 Barh neuoses
in Pop*l*s
trichocarpa, 3 uteeks after inocalationuith
P. ryringae; inflrcnce of flactuting temperdtilres.temperaluuóehandeling/
lemperature lrealmenl
Fig.
1
P. nigra zaailingen na 2 uur vorst (-3 tot-4 'C).
Linksonbe-handeld, rechts voorafgaande aan de koudebehandeling bespoten met P. syringae.
Fig.
3
P. nigra rcedlingt exposed. to frostfor
2 ho*rs(-3
to-4"C).
Lelt *nrreated, right grayed.uith
P. syringae priorto the
frost-treat-menr.
4
Toename aan d.eaktiahàt
aan P.qringae,
aet-oorzdakt d.oor srerheuhrcling
aa.n d,e ten perahtutIn
november 1980 na de bladval werdenI00
P. tri-cltocarpa zaailingen, diebuiten waren opgekweekt
en ongeveer
30 cm
hoog
waren,in
de kas
gezet.Vijfenzeventig planten
werden daarnamet een
in-jektienaald halverwegeher
stammetje geïnokuleerdmet
P. syringae stam 112, terwijl de overige25 op
dezelfde manier werden behandeldmet
water. Ver-volgens werdende
planrenin
5. groepen verdeeld,waarbij
elke groep bestonduit
15 geïnokuleerde en5 met
water behandelde
planten.Eike
groep kreeg een andere temperatuurbehandeling, te weten: groepI:
2l
dagen+15
oC. groep II:7
dagenf
15, daarna5
dagen{2,
daarna!
dagen+lt
oc.groep
III:
7
dagen|15,
daana
wisselde detemperatuur
5 dagenlang elke dag
van f-1.7
naar
12,
daarna 9 dagenf
15 oC.groep IV:
7
dagenf
15, daarna5
dagen-2,
d,aarna!
dagen+15
oC.groep
V:
7
dagen
1.l5,
daarna wisselde detemperatuur
5 dagen langelke dag
van
ll7
naar-2,
daarna 9 dagenf
1) oC
(ziefiguur
4).De eerste week na de inokulatie, toen de planten
bij
+15
"C
stonden, was ernog
geenreaktie
te
zien, maar zodra de planten werden blootgesteld aan tem-peratuurschommelingen,begon een aantal
etvan zwarte plekken op de bast te vertonen,die zich vanaf
de inokuiatieplaats uitbreidden. Deze zw^Íre plekkenzijn typisch
voor een aantasting door P. syringae,De met water behandelde planten reageerden niet.aanlasting/attack
-)
gemiddelde van de positieÍ reagerende planten mean oí the positively reacting plants49 mm 28 mm 14 mm 10 mm 7 3 0 3 15 15 15 15 lengle necrose') length oÍ necrcsis') allacked aangetasl planls planten plants lrealed planten behandeld -2 +2 + 15 -l- I
-t-+ -2 + + + ino culalie I i n oc u I a t i o n 9 dagen days 7 dagen days gÍoep V gtoup V groep lV gtoup IV gÍoep lll group lll +2 groep li gtoup ll groep I group I3t
Figuur
4 laat
zien hoe de geïnokuleerde planren reageerden opde
temperatuurbehandeling.Het
minst
aangetastwerden
de groepenI
enIII.
Iets meer planten werden aangerasrin
de groe-penII
enIV,
waarbij de zwarte plekkenin
groepIV
gemiddeld tweekeer zo groor
waren alsin
groepII.
De
meesre planren werdenziek in
groepV
en daar waren de zwarre plekken ook het grootst.Opmerkelijk
was het verschil russen gro€pIII
en V:in
groepIII
(geen aantasting) had de remperatuur sterk gefluk-tueerd, maar wasniet
ondernul
geweest,terwijl
bij
groepV
(sterkste aantasting)
bij
eenzelfde fluktuatie-frequenrie de tem-peratuurwèl voorbij
het vriespunr was geweesr.Hieruit
blijkt,
datfluktuatie van
de temperatuur deontwikke-ling van
P. syringae bevordert, maarvooral
dàn, alshet
vries-punt
binnen defluktuatie ligt.
Konklusies
Uit
het
bovenstaandeblijkt, dat
bij
populieren minstens twee faktoren eenrol
spelenbij
her ontstaan van vortschade en aan-tasting door P. ryringae.1
De
vorstgevoeligheidvan de populier
neemr roebij
aan-wezigheid van P. ryringae.2
Een
aantastingdoor
P.
syringaewordt
gestimuleerd door sterke temperatuurwisselingen, vooral alshet
vriespunt binnen defluktuatie
valt.Hieruit blijkt,
dat P. syringae en vorsr een gevaarlijk duovor-men: de
bakterie verhoogt de vorstgevoeligheidvan
de planr,terwijl
vorst hetrisiko
van een aantasring door P. syringae doet toenemen.Het is nu ook duidelijk,
waaromde
,,vorstschade" aan de zuidkant van de planren vlak boven de grond her hevigst is.In
het vroegevoorja;r,
als deplant uit zijriwinterrust
kÀr
maar
nog
geen bladerenheeft, kan de zon direkt op de
bast schijnen. Hierdoor loopt de remperaruurbij
helder weer overdag sterk op,terwijl juist
bij dit
weertype 's nachrs sterke uitstraling plaatsvindt. Daardoor kan de remperaruur mer name vlak boven de grondtot
onder het vriespunt dalen.Dat zijn
precies de om-standigheden waaronder P. syringae zich optimaalkan
ontwik-kelen enwaarbij
bovendien de vorstgevoeligheid van de weef-seis toeneemt, zodatbij
voldoende lage teinperaruurer
eerder vorstschade optreedt. Op dezewijze
ontstaat een ziektebeeld dat door P. syringae en vorst samen wordt veroorzaakt.Literatuur
-
Árny,D.
C., S. E. Lindow & C. D. IJpper. 1976. Frost sensitivity of 7,ea mays increasedby
applicationof
Pseudomonas syringae. Nature 262: 282-284.-
Day,V. R.
1948.A
note on canker developmentin
poplars andwillows. Ned. Bosb. Tijdschr.
20
323-3j0.-
Hirano, S. S.,E. Á.
Maher,A.
Kelman e.a. 1918. Ice nucleation activity of fluorescent plant pathogenic Pseudomonads. In: Proc. 4th Int. Conf. Pl. Path. Bact., Ángers, part 2,717-724.-
Hoppe, P. 8., D. C. Árny & J. r$(/. Martens. 1964. Frost susceptibilityin
corn increasedby
leafblight
infections. Plant Dis. Reporter 48: 81t-816.-
Joachim,H. F.
19t7. Ueber Frostschaden an der Gattung Populus.Árch. Forstw. 6: 60I-678.
-
Klemeot,2., D.
S. Rozsnyay& M.
Ársenyevic. 7974. Ápoplexy of apricotsIII.
Relationshipof
winter Írost and the bacterial canker anddie-back of Apricots. Acta Phytopathol. Acad. Sci. Hung. 9:
))-41.
-
Maki,L.
R., E.L.
Galyan, M-M. Chang-Chien& D.
R. Caldwell.1974. Ice nucleation induced by Pseudomonas syringae. Appl. Micro-biol. 28: 456-419.
-
Meiden, H. A. van der" 1961. Schade door late wintervorst bif popu-lier. Populier 2: 6-8.-
Sabet,K. A.
1951. Studieson
the bacterial die-back and canker disease of-poplarIII.
Freezingin
relationto
the disease. Ann. Áppl. Biol. 40: 645-650.KNPvouwkarton
De