• No results found

G. Martyn e.a. (eds.), Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "G. Martyn e.a. (eds.), Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Webrecensie BMGN 126:

Webrecensie BMGN 126:

Webrecensie BMGN 126:

Webrecensie BMGN 126:2222 (2011)

(2011)

(2011)

(2011)

Martyn, Georges, e.a. (eds.), Geschiedenis van de advocatuur in de Lage LandenGeschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen Geschiedenis van de advocatuur in de Lage LandenGeschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen

(Pro Memorie. Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis in Nederland 11 (2009) 1-2; Hilversum: Verloren, [S. l.]: Stichting tot Uitgaaf der Bronnen van het Oud-Vaderlandse Recht, 2009, 424 blz., ISBN 978 90 8704 135 9).

Naar aanleiding van de tweehonderdste verjaardag in 2010 van het napoleontische decreet op de advocatuur, werd in Gent een colloquium georganiseerd gewijd aan de geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen. Zoals de uitgevers zelf stellen is het geen echt overzichtswerk

geworden: daarvoor is de geschiedenis van deze juridische beroepsgroep nog te zeer een onontgonnen terrein. Maar deze bundel, die twintig bijdragen bevat, biedt alleszins een eerste aanzet. In die zin beantwoordt hij ook aan de doelstelling van de uitgevers een historische ontwikkeling te schetsen van de advocatuur sinds haar introductie in de middeleeuwen tot vandaag. Het globaal overzicht weerspiegelt grotendeels de huidige stand van het

onderzoek. Dit leidt tot een overwicht van Vlaamse contributies ten aanzien van de Nederlandse bijdragen, omdat juist in Gent en Leuven jonge

rechtshistorici dit tot op heden braakliggend terrein zijn beginnen ontginnen. Opvallend is wel dat het Franstalig landsgedeelte van België ontbreekt. Geen advocaten dus van het prinsbisdom Luik en van het graafschap Henegouwen. Voor het Ancien Régime ook geen advocaten van het hertogdom Brabant. Het werk is chronologisch opgevat. Sommige bijdragen bieden een ruim historisch overzicht, zoals dat van G. Martyn over het graafschap Vlaanderen; van M.-C. le Bailly en P. Brood over de advocatuur in de Noordelijke

Nederlanden vanaf het einde van de zestiende eeuw tot 1838 of van F. Keverling Buisman over de advocaten bij het Hof van Gelre en Zutphen. Anderen focussen eerder op bepaalde scharniermomenten, zoals S. Faber over de strafadvocaat in Amsterdam (1798-1811) of B. Delbecke over de advocaten en de vrijheid van drukpers in de Belgische grondwet (1830-1831). Hoewel uiteraard chronologisch ingebed, behandelen meerdere contributies eerder specifieke thema’s: zo onderzoekt J. Monballyu de rol van advocaten in

heksenprocessen; C. Jansen de opleiding van advocaten sinds het einde van de achttiende eeuw; en R. Verkijk de gedragsregels van advocaten. Twee

(2)

dichter-advocaat Van Vliet door Y. T’Sjoen, vervolledigen deze bundel.

Buitenbeentjes zijn het traditionele interview in dit tijdschrift van S. Faber en G. Donker met Theo de Roos over de sociale advocatuur en de contributie van G. Martyn waarin hij de stelling verdedigt dat de ‘dorpsadvocaat’ op het paneel van Pieter Brueghel de Jonghe geen advocaat maar eigenlijk een stadsprocureur is. En juist een detail uit dat schilderij siert de kaft van het boek.

Globaal biedt het boek een mooi caleidoscopisch beeld van de

geschiedenis van de advocatuur. Deze bundel biedt een goed uitgangspunt aan (rechts)historici voor de verdere studie van deze beroepsgroep. Maar ook voor de juristen en voor de beroepsgroep zelf is dit overzicht buitengewoon leerrijk en interessant. In een tijdperk van praktijkgerichtheid, specialisering en globalisering, maar ook van democratisering en vervrouwelijking, is het kijken naar gisteren om het hoe van morgen in te schatten, broodnodig.

Morgen zullen er nog wel juristen zijn, maar of er ook nog een advocatuur met haar monopolie zal zijn, blijft immers een open vraag.

(3)

Webrecensie BMGN – LCHR 126:4 (2011)

Mattheij, T.M.M., Leerschool der liefde. Burgerlijk drama en de

Amsterdamse Schouwburg 1738-1788. Geschiedenis, repertoire, receptie

(Dissertatie Nijmegen 2010; Houten: Hes & De Graaf, 2010, 381 blz., ISBN 978 90 6194 310 5).

Leerschool der liefde, het proefschrift van Thomas Mattheij, is een eerste verkenning van de opkomst van het burgerlijk drama in de tijd dat het classicistisch toneel nog domineerde. In drie hoofdstukken behandelt hij dit ‘nieuwe toneel’ vanuit drie gezichtspunten: (1) zoals het gespeeld werd op de Amsterdamse en enkele kleinere schouwburgen (repertoire), (2) in relatie tot het classicistisch blijspel en (3) in relatie tot het classicistisch treurspel.

Het burgerlijk drama zou men zeer globaal kunnen beschrijven als een genre waarin de aan het blijspel ontleende burgerpersonages, ontdaan van hun komische context, verplaatst zijn naar de serieuze context van het treurspel, waar ze de plaats innemen van de daar gangbare ‘verheven’ personages (zoals vorsten). De onder het classicisme vastgelegde grenzen tussen de genres – treurspel, blijspel, klucht – boden echter geen ruimte voor nieuwe genres. In de verwarring over de vraag hoe dit nieuwe toneel te duiden en te benoemen ontstond een reeks nieuwe genrebenamingen, zoals ‘burgertreurspel’, ‘zedig blijspel’, ‘toneelspel’, ‘zedenspel’ en ‘drama’ (165-169). Helaas doet Mattheij geen poging te achterhalen in hoeverre deze termen eenzelfde soort ‘burgerlijke’ lading dekken. Nog

problematischer is dat hij nergens een omschrijving, laat staan definitie, geeft van wat hij onder ‘burgerlijk drama’ verstaat. Lezers (en de

recensent) moeten maar aannemen dat wat hij ‘burgerlijk drama’ noemt, dat ook is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van de huidige Rode Duivels is er één speler die voor het eerst als Duivel aantrad toen hij nog maar zestien was; hij was daarmee de derde jongste Rode Duivel ooit. Over wie

Zoals uit de cijfers blijkt kunnen vooral late strooibeurten (hier eind maart-begin april) aanleiding zijn tot vrij hoge Cl-gehal- ten in het bodemvocht tijdens het vroege

3 Administratieve vreemdelingendetentie Daar waar de criminalisering van illegaliteit verschilt tussen de landen van de Europese Unie en er een verschil blijkt te zijn

Anders dan in sommige andere delen van Europa waren plattelanders in de Lage Landen al tegen het einde van de middeleeuwen niet meer “horig” en aan de grond gebonden. Alleen in

RQ2: To what extent does the language of the narrative (L1/L2) influence emotionality, transportation, identification, comprehensibility, attitude towards language, attitude

Contrary to the disease approach, the model describes the fundamental elements of the patient and allows for patient independent observations or objective measurements as well as for

were as follows: 1) study design should be informed by the research questions and patient population; 2) preferred treatment attributes and levels, as well as trade-offs among

Financial support for printing this thesis was kindly provided by the University Medical Center Groningen (UMCG) Department of Surgical Oncology, the Graduate School