Klimaatclassificatie Köppen
A = Tropische (regen)klimatenB = Aride of droog klimaat C = Gematigd of zeeklimaat D = Continentaal (land) klimaat E = Poolklimaat
Daarbij is er nog een onderverdeling gemaakt bij klimaten A, C en D f = neerslag gedurende het hele jaar
s = droge zomer w = droge winter Bij het B-klimaat:
S = Steppe klimaat W = Woestijnklimaat En bij het E-klimaat
T = Toendraklimaat F = Sneeuwklimaat H = Hooggebergteklimaat
A = Tropische (regen)klimaten
Temperatuur in de koudste maand niet lager dan 18°C. Veel neerslag
As Droge periode in de zomer (komt bijna niet voor) Aw Savanneklimaat
Af Tropisch regenwoudklimaat Am Moessonklimaat
B = Aride of droog klimaat
Classificatie wordt bepaald aan de hand van Köppen zijn droogte-index
BS Steppeklimaat (droge periode in de zomer) BW Woestijnklimaat (droge periode in de winter)
C = Gematigd of zeeklimaat
Gemiddelde temperatuur koudste maand ligt tussen de -3 en 18°C en in de warmste maand boven de 10°C blijft.
Cs Droge periode in de zomer (Middellandse Zeeklimaat) Cw Droge periode in de winter (China klimaat)
D = Continentaal (land) klimaat
Gemiddelde temperatuur in de koudste maand lager dan -3°C en in de warmste maand boven de 10°C blijft.
Ds Droge periode in de zomer (komt bijna niet voor) Dw Droge periode in de winter
Df Het gehele jaar door neerslag
E = Poolklimaat
Temperatuur warmste maand niet boven de 10°C.
ET Toendraklimaat
De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 graden Celsius.
EF Vorstklimaat
De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt onder de 0 graden Celsius.
Dit klimaat komt ook in het hooggebergte voor - EH Hooggebergteklimaat
Hoe bereken je tot welk klimaat een gebied hoort?
A klimaat Warmer dan 18 graden Celsius
(koudste maand)
B klimaat
-C klimaat
Tussen -3 en 18 graden Celsius (koudste maand)
D klimaat
Kouder dan -3 graden Celsius (koudste maand)
Warmer dan 10 graden Celsius (warmste maand)
E klimaat Kouder dan 10 graden Celsius