• No results found

Solidariteit en mededinging in de zorgverzekering : staat Europa dat wel toe?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Solidariteit en mededinging in de zorgverzekering : staat Europa dat wel toe?"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

162

Solidariteit en mededinging

in de zorgverzel{ering: staat

Europa dat wei toe?

PROF. DR. W.P.M.M VAN DE VEN

EN DR. F.T. SCHUT

1

In de gezondheidszorg is in toenemende mate sprake van mededinging tussen zorgaanbieders en tussen zorgverzekeraars. Vrije concurrentie op de zorgver-zekeringsmarkt leidt echter tot equivalentie: premiedifferentiatie en risicose-lectie. Staat de Europese regelgeving wel toe dat Nederland de zorgverzeke-ringsmarkt zodanig organiseert dat sprake is van zowel concurrentie als soli-dariteit?

De toekomstige ordening van de Nederlandse gezondheidszorg zal worden gekenmerkt door een combinatie van solidariteit en mededinging. Enerzijds bestaat politieke en maatschappelijke consensus over de invoering van een voor iedereen verplichte en op solidariteit gebaseerde basisverzekering. Anderzijds is de afgelopen 10 jaar geleidelijk steeds meer ruimte voor mededinging gecreeerd. Het stelsel met 'centraal geplande schaarste' wordt geleidelijk vervangen door een stelsel met 'gereguleerde concurrentie'. De primaire verantwoordelijkheid voor een beheerste kostenontwikkeling verschuift hierbij van de overheid naar de zorgverzekeraars, zorgaanbieders en de burger. Zorgverzekeraars zullen steeds meer gaan optreden als kostenbewuste inkopers van zorg namens hun verzeker-den.

Deze ontwikkelingen zijn enerzijds een logisch vervolg op de "stille revolutie" die het afgelopen decennium op de ziekenfondsmarkt heeft plaatsgevonden. Zo is het financieel risico van ziekenfondsen fors verhoogd, is de premieconcurren-tie tussen ziekenfondsen sterk toegenomen, zijn ziekenfondsen niet langer ver-plicht een contract te sluiten met iedere individuele beroepsbeoefenaar en kan onderhandeld worden over de tariefhoogte. Ziekenfondsen kunnen aldus concur-reren op basis van de premie, de kwaliteit (en wachttijd) van de gecontracteerde zorgaanbieders, de inkoop en distributie van medicijnen en hulpmiddelen, de dienstverlening, openingstijden, bereikbaarheid en zorgbemiddeling. Uitspraken van de Nederlandse Mededingingsautoriteit zullen er voor zorgen dat de door de wetgever gecreeerde ruimte voor mededinging niet wordt ingeperkt door private

C1

.,

s g g 11 c

(2)

CDV

I

NR 7.8,gl THEMANUMMER 2000

~ Het stelsel met 'centraal geplande schaarste' wordt geleidelijk vervan-gen door een stelsel met 'gereguleerde concurrentie'.

prijskartels en marktverdelingsafspraken.

Gegeven het feit dat Nederland solidariteit en mededinging' in de zorg wil, doet zich de vraag voor of het Europa van een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal' dat we! toestaat. De Europese ordeningsprincipes Iaten wei-nig ruimte om restricties aan vrije concurrentie op te leggen. Maar volledig vrije concurrentie op de verzekeringsmarkt leidt tot equivalentie, dat wil zeggen pre-miedifferentiatie en risicose!ectie, hetgeen strijdig is met het solidariteitsbegin-sel.

In dit artikel worden de verzekeringstechnische en Europeesrechtelijke aspecten besproken van de vraag: Staat de regelgeving van de Europese Gemeenschap (EG) het toe dat Nederland een voor iedereen verplichte basisverzekering zodanig organiseert dat sprake is van zowel concurrentie als solidariteit?

Solidariteit en equivalentie

Het solidariteitsbeginsel en het equivalentiebeginsellijken onverenigbaar op een vrije concurrerende zorgverzekeringsmarkt. Het solidariteitsbeginsel impliceert

ex-ante overdrachten van lage-risico verzekerden naar hoge-risico verzekerden ('risi-co-solidariteit') enjofvan hoge-inkomensgroepen naar lage-inkomensgroepen ('inkomenssolidariteit'). Het equivalentiebeginsel van een concurrerende

verzeke-ringsmarkt impliceert dat voor elke te onderscheiden risicogroep van verzeker-den de premie kostendekkend moet zijn. Vrije concurrentie leidt ertoe dat de voorspelbare winsten op aile contracten op termijn worden afgeroomd, waar-door geen substantiele kruissubsidies tussen risicogroepen mogelijk zijn. In de premiestructuur is daardoor geen ruimte voor impliciete kruissubsidies van jon-geren en gezonden naar ouderen en zieken. Gegeven de schadelaststructuur zal vrije concurrentie er toe leiden dat de premie voor ouderen gemiddeld tienmaal zo hoog is als voor jongeren en dat binnen elke leeftijdsgroep de premie sterk gedifferentieerd is naar gezondheid. Zonder enige restrictie op de vrije concur-rentie zal de hoogste premie voor een zorgverzekering a! snel meer kunnen bedragen dan honderdmaal de laagste premie voor eenzelfde verzekeringsdek-king.

Voorzover verzekeraars niet in staat zijn om de premie volledig aan te passen aan het te verzekeren risico (premiedifferentiatie), kan equivalentie ook gereali-seerd worden door het aanpassen van het te accepteren risico aan de door de ver-zekeraar gehanteerde premiestructuur (risicoselectie). Risicoselectie kan zich uiten in een beperktere verzekeringsdekking of in het weigeren (of beeindigen) van een verzekeringscontract.

(3)

~ De Europese ordeningsprincipes laten weinig ruirnte om restricties aan vrije concurrentie op te leggen.

De conclusie is dat zonder externe interventie solidariteit en concurrentie op de zorgverzekeringsmarkt niet kunnen samengaan.

Twee interventiestrategieen

Bij het tot stand komen van een basisverzekering die wordt uitgevoerd door con-currerende zorgverzekeraars, kan de overheid de volgende twee interventiestrate-gieen hanteren om solidariteit te realiseren:

1. premiesubsidies en

2. restricties aan de vrije concurrentie.

Premiesubsidies

Risicosolidariteit kan worden gerealiseerd door hoge-risico verzekerden een pre-miesubsidie te geven uit een solidariteitsfonds dat wordt gevuld met solidari-tei ts bij dragen van de lage-risico verzekerden'. Door de geldstromen van of naar het solidariteitsfonds inkomensafhankelijk te maken kan risicosolidariteit desge-wenst worden aangevuld met inkomenssolidariteit.

De premiesubsidie kan afhangen van de hoogte van de betaalde premie' en/of van de door de zorgverzekeraars gehanteerde risicofactoren, zoals leeftijd, geslacht en gezondheid.' Een nadeel van premie-afhankelijke subsidies is dat zij de prijsgevoeligheid van de consument verlagen en daarmee de effectiviteit van de prijsconcurrentie tussen de zorgverzekeraars reduceren. Bijgevolg vermindert de prikkel voor de zorgverzekeraars tot schadelastbeheersing. Een tweede nadeel van premie-ajhankelijke subsidies is dat zij de consument stimuleren, voorzover er

enige keuzevrijheid is, om een ruimere verzekeringsdekking te kopen dan zon-der subsidie aan de marge. Vanwege de extra moral hazard leidt dit tot een

wel-vaartsverlies. Omdat bij risico-ajhankelijke premiesubsidies de genoemde twee

nadelen zich niet voordoen, verdienen risico-afhankelijke premiesubsidies de voorkeur boven premie-afhankelijke subsidies.

Voorzover gedetailleerde premiedifferentiatie gepaard gaat met te hoge transac-tiekosten, zouden een aantal verzekeraars op een vrije markt kunnen besluiten om equivalentie te realiseren door middel van risicoselectie in plaats van door verdere premiedifferentiatie. Dit reduceert de effectiviteit van premiesubsidies als instrument voor het realiseren van solidariteit. Er zijn evenwel verschillende mogelijkheden om verdere premiedifferentiatie te bevorderen en risicoselectie te voorkomen.' Niettemin lijkt het, mede vanwege de relatiefbeperkte differentia-tie van de thans in de praktijk gehanteerde vormen van risico-afhankelijke pre-miesubsidies, riskant om alleen op dit instrument te vertrouwen.

C1

il c z 11 g

(4)

CDV

I

NR 7,8,91 THEMANUMMER 2000 j!:? Zonder externe interventie kunnen solidariteit en con-currentie op de zorgverzekerings-marl<t niet samen-gaan.

Beperkingen aan de vrije concurrentie

Teneinde voldoende solidariteit te bewerkstelligen kan de overheid als aanvul-ling op (of in plaats van) premiesubsidies beperkingen opleggen aan de vrije con-currentie tussen de zorgverzekeraars. Beperkingen aan de vrije premiestelling kunnen bestaan uit een verbod op het hanteren van bepaalde risicofactoren, het opleggen van een bepaalde premiebandbreedte of, in het meest extreme geval, een doorsneepremie, dat wil zeggen een voor iedereen gelijke premie (of: premie minus premiesubsidie) ongeacht het risico. Als een poging om risicoselectie te voorkomen kan een jaarlijkse acceptatieplicht worden opgelegd voor een nader te bepalen basispakket.

Europese regelgeving

Voor de beoogde basisverzekering in Nederland is van be lang of strijdigheid bestaat tussen de Europese regelgeving en de besproken interventiestrategieen om solidariteit te realiseren op een concurrerende zorgverzekeringsmarkt. De EG-regelgeving is verschillend voor particuliere verzekeringen en sociale verzeke-ringen. Particuliere verzekeringen zijn onderworpen aan de drie EG-richtlijnen

voor schadeverzekeringen. Deze richtlijnen beogen belemmeringen voor vrije concurrentie en een vrij verkeer van verzekeringen binnen de EG weg te nemen.

Sociale verzekeringen, dat wil zeggen, verzekeringen die een onderdeel vormen

van het stelsel van sociale zekerheid, zijn niet onderworpen aan de EG-richtlij-nen voor schadeverzekeringen. Een stelsel van sociale zekerheid kan voor een

belangrijk deel aan de werkingssfeer van het EG-verdrag onttrokken zijn. Sociale verzekeringen zijn wel onderworpen aan de bepalingen inzake de EG-verordenin-gen ter coordinatie van de sociale zekerheid, bijvoorbeeld EG-Verordening 1408/71 (betreffende onder andere grensoverschrijdende zorg). Ook zijn uitvoe-ringsorganen van sociale verzekeringen onderworpen aan de Europese mededin-gingsregels indien zij, zoals de Nederlandse ziekenfondsen, ondernemingsrisico lopen en economische activiteiten uitvoeren. Particuliere verzekeringen vallen niet onder de EG-verordeningen ter coordinatie van de sociale zekerheid. Gegeven deze dichotomie in bestuurlijk regime zullen wij de vraag betreffende een mogelijke strijdigheid tussen de EG-regelgeving en elk van de twee interven-tiestrategieen apart bespreken voor particuliere en sociale verzekeringen.

Particuliere zorgverzekering

Premiesubsidies behoeven in beginsel geen belemmering te vormen voor het vrije verkeer van verzekeringen en derhalve niet strijdig te zijn met EG-regelge-ving. Problematischer is de tweede interventiestrategie, te weten het opleggen

(5)

166

~0

Het combine-ren van solidariteit en concurrentie tussen risicodra-gende particuliere zorgverzekeraars kan uitsluitend worden gereali-seerd via premie-subsidies.

van beperkingen aan de vrije concurrentie (acceptatieplicbt en premieregule-ring). Hierbij is duidelijk sprake van een belemmering van bet vrije verkeer van diensten. In artikel 54 van de derde EG-ricbtlijn wordt evenwel een geclausuleer-de uitzongeclausuleer-dering gemaakt voor verzekeringen die geclausuleer-de door bet wettelijk stelsel van sociale zekerbeid geboden dekking gebeel of gedeeltelijk kunnen vervangen. De Wet op de Toegang tot Ziektekostenverzekeringen (WTZ) valt onder deze uitzon-dering. Op basis van de WTZ zijn particuliere verzekeraars verplicht nader bepaalde groepen mensen te accepteren voor de standaardpakketpolis tegen een premie die niet boger is dan de door de overheid vastgestelde, niet-kostendek-kende maximumpremie. Achteraf ontvangen de verzekeraars een volledige com-pensatie voor alle niet door de premie-ontvangsten gedekte schade-uitkeringen.

Al ruim 10 jaar is het de regering een doorn in het oog dat particuliere verzeke-raars geen financieel risico dragen voor de WTZ-verzekeringen. In het

Regeerakkoord 1998-2002 zijn maatregelen aangekondigd om verzekeraars

risicodra-gend te maken voor de WTZ. Binnen een jaar waren deze maatregelen echter al van tafel, waarbij (mogelijke) strijdigheid met EG-regelgeving een belangrijke overweging was. In februari 1998 had de landsadvocaat al ernstig

gewaarschuwd." Een zodanige bemoeienis van de overheid met de premievast-stelling en het acceptatiebeleid dat een verzekeraar zou kunnen worden gedwon-gen een zeker verlies op de particuliere verzekering te accepteren, draagt volgedwon-gens de landsadvocaat aanmerkelijke risico's in zich. De reden hiervan is strijdigheid met het gemeenschapsrecht, in het bijzonder met de gemeenschapsbepalingen inzake vrijheid van vestiging en dienstverrichtingen7

• De uitzonderingsbepaling

in artikel 54 van de derde schaderichtlijn biedt dus blijkbaar wel de mogelijk-heid om solidariteit te combineren met een particuliere zorgverzekering zonder

concurrentie; maar praktisch niet om solidariteit te combineren met concurren-tie tussen risicodragende particuliere zorgverzekeraars.

De conclusie is dat het combineren van solidariteit en concurrentie tussen risi-codragende particuliere zorgverzekeraars uitsluitend kan worden gerealiseerd via premiesubsidies. Het in aanvulling daarop opleggen van beperkingen aan de vrije concurrentie lijkt geen begaanbare route.

Sociale zorgverzekering

Voor de sociale zorgverzekering zijn beide interventiestrategieen toegestaan: pre-miesubsidies en beperkingen aan de vrije concurrentie. In diverse EG-landen. bij-voorbeeld Nederland, Belgie en Duitsland, worden beide strategieen toegepast in de verplichte ziekenfondsverzekering, die wordt uitgevoerd door concurrerende risicodragende ziekenfondsen.

(6)

CDV

I

NR 7,8,91 THEMANUMMER 2000

Basisverzekering: particulier of sociaal?

Voor het beantwoorden van de vraag of de EG-regelgeving het toestaat dat Nederland de basisverzekering zodanig organiseert dat sprake is van zowel con-currentie als solidariteit, is dus van belang:

1. welke interventiestrategieen worden toegepast: premiesubsidies en/of beper-kingen aan de vrije concurrentie? en

2. is de basisverzekering een particuliere of een sociale verzekering?

Wat betreft de eerste vraag, menen wij dat bij de basisverzekering vooralsnog beide interventiestrategieen moeten worden toegepast. Het uitsluitend verlenen van premiesubsidies stuit op doelmatigheidsproblemen en/of op toegankelijk-heidsproblemen. Premie-afhankelijke subsidies reduceren de prikkel tot

doelmatig-heid. En uitsluitend risico-afhankelijke premiesubsidies resulteren bij de huidige

in de ziekenfondsverzekering gehanteerde risicofactoren al snel in een 'premie minus subsidie' voor hoge-risicoverzekerden van circa 15.000 Euro per persoon per jaar.' Dit lijkt een onaanvaardbaar toegankelijkheidsprobleem. Niettemin bestaan er, gegeven de vooruitgang die de afgelopen 15 jaar is geboekt op het ter-rein van risicocompensatiemethoden', gunstige perspectieven dat bij het gebruik van adequate risicokenmerken risico-afhankelijke premiesubsidies het toegankelijkheidsprobleem aanzienlijk kunnen reduceren.

Het toepassen van beide interventiestrategieen impliceert dat de basisverzeke-ring geen particuliere verzekebasisverzeke-ring kan zijn, maar een onderdeel van het stelsel van sociale zekerheid moet zijn.

Conclusie en discussie

In beginsel bestaan er twee strategieen om solidariteit en mededinging op een concurrerende zorgverzekeringsmarkt te Iaten samengaan: (1) premiesubsidies en (2) restricties aan de vrije concurrentie. Met uitsluitend risico-afhankelijke premiesubsidies zou kunnen worden volstaan als deze voldoende differentieren naar de relevante risicokenmerken en als er geen risicoselectie plaatsvindt. Omdat aan die voorwaarden in de praktijk (nog) niet wordt voldaan, blijken alle Ianden met een concurrerende zorgverzekeringsmarkt risico-afhankelijke pre-miesubsidies aan te vullen met stringente beperkingen aan de vrije concurrentie.

De huidige Europese regelgeving staat het niet toe om de particuliere

zorgverzeke-ringsmarkt zodanig te reguleren dat sprake is van voldoende solidariteit en con-currentie. Deze strijdigheid met Europese regelgeving doet zich niet voor als de basisverzekering een sociale zorgverzekering is, dat wil zeggen een onderdeel

(7)

168

~ Aile zorg waar-voor geen solidari-teit is gewenst, l<an worden overgelaten aan de vrije marl<t van aanvullende particuliere verze-keringen.

vormt van de sociale zekerheid. Als geen adequate risicokenmerken (kunnen) worden gebruikt voor het bepalen van risico-afhankelijke premiesubsidies en als premie-afhankelijke subsidies ongewenst zijn vanwege de prikkels tot

ondoelmatig-heid, kan een basisverzekering waarbij solidariteit en mededinging samengaan, aileen een sociale (en geen particuliere) zorgverzekering zijn. De consequentie hiervan is dat de premies voor de basisverzekering worden gerekend tot de col-lectieve lastendruk en waarschijnlijk ook invloed hebben op het EMU-tekort. Voorts zal de overheid een garantie moeten geven voor mogelijke insolventies van verzekeraars en zal voldaan moeten worden aan de relevante bepalingen van de ILO-verdragen en de EG-verordeningen."

Teneinde de omvang van de verplichte basisverzekering (en derhalve van de col-lectieve lastendruk) te beperken zou aan de huidige particulier verzekerden de mogelijkheid kunnen worden geboden vrijwillig een eigen risico aan de voet te nemen tot bijvoorbeeld maximaal 3000 Euro per jaar. Zorgverzekeraars concurre-ren vervolgens onderling op de premie voor de basisverzekering zonder eigen risico en de overheid stelt regels voor de premiekortingen bij bepaalde eigen risi-cobedragen (net als in Zwitserland). Dit komt de transparantie en daarmee de effectiviteit van de prijsconcurrentie ten goede, en het voorkomt excessieve pre-miekortingen als gevolg van antiselectie. Aile zorg waarvoor geen solidariteit is gewenst, kan worden overgelaten aan de vrije markt van aanvullende particulie-re verzekeringen.

Prof dr WP.M.M. van de Ven is hoogleraar Sociale Ziektekostenverzekering. Dr F.T. Schut is universitair hoofddocent Economic van de gezondheidszorg. Beide zijn verbonden aan het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

No ten

1. Leerstoelgroep Sociale Ziektekostenverzekering, Instituut Beleid en Management, Erasmus Universiteit Rotterdam. De auteurs danken J.W. van de Gronden en H.E.G.M. Hermans voor hun commentaar. Dit artikel is, in gewijzigde vorm, eerder gepubliceerd in Economisch Statistische Berichten (ESB) dd 14 juli 2000.

2. Om uitvoeringstechnische redenen kan de premiesubsidie ook direct aan de zorgverzekeraar worden gegeven, die dan bij de verzekerde de 'premie minus premiesubsidie' in rekening brengt.

3. M. de Bruine en J.W. Lintsen, 'Individuele gezondheidssubsidie',

Economisch Statistische Berichten, 15 juni 1988, biz. 569-572.

(8)

CDV

I

NR 7.8.91 THEMANUMMER 2000

4. W.P.M.M. van de Ven, R.C.J.A. van Vliet, F.T. Schut en E.M. van Barneveld, 'Vouchers voor particuliere ziektekostenverzekeringen', Economisch Statistische Berichten, 20 november 1996, biz. 948-952.

5. W.P.M.M. van de Ven, R.C.J.A. van Vliet, F.T. Schut en E.M. van Barneveld, 'Access to coverage for high-risks in a competitive individual health insu-rance market: via premium rate restrictions or risk-adjusted premium subsidies?', journal of Health Economics, 19 (2000) 311-339.

6. Bijlage 11 bij het Rapport 'Risico in de WTZ', MDW-werkgroep WTZ, maart 1998.

7. Zie ook de 'Interpretatieve mededeling van de Commissie: vrij verrichten van diensten en algemeen be lang in het verzekeringsbedrijf,

Publikatieblad van de Huropese Gemeenschappen, 16 februari 2000, C43/5-C43/27.

8. R.C.JA. van Vliet, L.M. Lamers en W.P.M.M. van de Ven, 'Concurrentie en solidariteit in de ziekenfondsmarkt', Economisch Statistische Berichten, 28 januari 2000, biz. 64-67. Van Vliet eta!., op. cit. 2000.

9. Van de Ven en Ellis op. cit. 2000.

10. Deze conclusie is gebaseerd op het bovengenoemde advies van de lands-advocaat. Honderd procent zekerheid bestaat uiteraard pas na een uit-spraak van het Europese Hof van Justitie.

11. Zie brief 'Maatregelen in de WTZ' van Minister Borst aan de Tweede Kamer, dd 22-december-1999.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het voorgaande zijn verschillende hervormingen besproken om oude- ren- en met name de meer kapitaalkrachtigen onder hen- meer te laten bijdragen aan de kosten van AOW,

Op 6 april, de dag dat precies een jaar eer- der in Ruanda de grootste volkeren- moord sinds de Tweede Wereldoor- log begon, zitten in Utrecht drie he- ren rond de tafel: Henk

Indien burgers meer en meer gaan beseffen dat ziekte te maken heeft met leefstijl, lees eigen gedrag, zouden zij volgens de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg minder bereid zijn

Solidariteit Boerenpartij vindt het wenselijk dat er zo weinig mogelijk produkten op de markt worden gebracht, die in de natuur niet of nauwelijks afbreekbaar zijn... Tevens vindt

26 Solidariteit kan weliswaar dienen als rechtvaardiging voor sociale tendensen in het recht, doch de uitingsvormen daarvan zijn dan geen solidariteit omdat zij alleen de abstracte

en bestuurders. Hoe zat het nu met Vogelaar, was zij gekwalificeerd voor haar taak? Buiten kijf staat dat zij grote kwaliteiten en een interes- sante achtergrond heeft. Maar dat

controles van sociale diensten (heel veel misbruik, zie Rotterdam), strenger keuren bij WAO (aantal arbeidsongeschikten kan en mag niet zo hoog zijn), geen werk door Polen laten

Binnen de groep arbeidsongeschikten blijken de hogere inkomensdecielen een veel gunstiger inkomensontwikkeling te hebben dan de lagere inkomensdecielen (Caminada en Goudswaard