MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2013 VAK : AARDRIJKSKUNDE
DATUM: MAANDAG 08 JULI 2013 TIJD : 07.45 – 09.00 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
HET KUSTGEBIED 1
Deze tekening stelt de doorsnede van het Surinaams kustgebied voor.
Tussen welke formaties ligt de A- zand laag? A tussen de Coropinaformatie en de Demeraraformatie B tussen de Coesewijneformatie en de Coropinaformatie C tussen de Onverdachtformatie en de Coesewijneformatie D tussen de Nickerieformatie en de Onverdachtformatie 2
In Tambaredjo en Calcutta komen olievelden voor.
Uit welk materiaal is aardolie oorspronkelijk ontstaan?
A uit afbraak van oudere gesteenten B uit geërodeerd marmer
C uit overblijfselen van planten en dieren D uit verweerd graniet
KUSTVORMEN 3
Steile kusten komen voor langs een kust met veel rotsen.
Welke kust is een steile kust? A duinkust
B fjordenkust C haffenkust D lagunenkust
4
Voor de kust van het district Coronie wordt een dijk aangelegd, omdat er hier sprake is van een A aanslibbingskust. B aanwaskust. C afslagkust. D modderkust. ZEESTROMEN 5
Twee beweringen over warme zeestromen zijn: I Warme zeestromen verhogen de temperatuur van de kust waarlangs ze stromen.
II Warme zeestromen verlagen de temperatuur van de kust waarlangs ze stromen.
Voor bovenstaande beweringen geldt: A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.
6
Deze tekening geeft de windrichting aan van een gebied.
windrichting
Welke luchtdruk heeft plaats 1 en welke plaats 2?
plaats 1 plaats 2
A lage luchtdruk hoge luchtdruk B lage luchtdruk lage luchtdruk C hoge luchtdruk hoge luchtdruk D hoge luchtdruk lage luchtdruk
7
In berggebieden is er sprake van een loefzijde en een lijzijde.
Bij de loefzijde
A zullen stuwingsregens ontstaan. B komen woestijnen voor.
C is de lucht droog.
D ligt het gebied in de regenschaduw. 8
Wanneer is er sprake van de grote droge tijd in Suriname?
Wanneer de Inter Tropisch Convergentie Zone zich A ongeveer 3 maanden boven ons land bevindt. B van december tot en met februari boven ons land bevindt.
C ten noorden van Suriname bevindt. D ten zuiden van Suriname bevindt.
Tussen de evenaar en de polen komen er verschillende vegetatietypen voor.
Welke vegetatietype komt niet voor in de tropen? A savannen
B steppen C toendra’s
D tropische regenwouden
ZWAMPEN, RIVIEREN & WATERVALLEN
10
Op deze kaart zijn vier zwampen met nummers aangegeven.
2 1
3 4
Met welk nummer wordt het Bigi Pan gebied aangegeven? A 1 B 2 C 3 D 4 1 2
11
Hieronder volgen twee beweringen over een getijderivier :
I Een getijderivier komt alleen voor bij oceanische rivieren .
II Een getijderivier is afhankelijk van de breedte van de rivier en het seizoen .
Voor deze beweringen geldt: A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.
12
Op deze kaart zijn vier hoofdrivieren met een nummer aangegeven. 1 3 2 4
Van welke rivier is de Wayambo een zijtak? A rivier 1
B rivier 2 C rivier 3 D rivier 4
13 Bekijk dit plaatje.
Welke waterval is op dit plaatje te zien? A de kaskade
B de katarakt
C de meervoudige waterval D de stuifwaterval
BEVOLKING & GODSDIENSTEN 14
Voor en na de onafhankelijkheid van ons land zijn veel Surinamers vertrokken naar Nederland. Hoe wordt deze vorm van migratie genoemd? A emigratie
B immigratie C transmigratie D urbanisatie
15
Suriname is een multicultureel land, waar verschillende religiën worden beleden.
Welke religie heeft in Suriname een kleine groep gelovigen?
A de Islam
B het Christendom C het Hindoeïsme D het Boeddhisme
16
In het centrum van Paramaribo, langs de
Saramaccastraat, verkopen veel mensen goederen. Tot welke sector behoort dit verschijnsel?
A de formele sector B de informele sector C de primaire sector D de tertiaire sector
17
Goudwinning is een belangrijke activiteit die bijdraagt aan de economische groei van ons land. Bekijk deze kaart.
I II III IV
In welk gebied wordt aan grootschalige goudwinning door een multinational gedaan? A gebied I
B gebied II C gebied III D gebied IV
18
Bij welk district staat de plaats juist vermeld? district plaats A Coronie Boskamp B Nickerie Apoera C Saramacca Uitkijk D Sipaliwini Afobaka 19
Twee beweringen over districtsgrenzen zijn: I Het district Paramaribo wordt in het zuiden begrensd door de districten Wanica en Para. II Het district Commewijne grenst in het oosten aan de Surinamerivier.
Voor deze beweringen geldt: A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.
20
Twee beweringen over de grenzen van ons land zijn:
I De grenslijn in het oosten van ons land wordt vanaf de monding van de
Marowijnerivier tot Stoelmanseiland bepaald door de stroomdraad.
II Het betwist gebied in het zuidwesten van ons land ligt tussen de Boven Corantijn , de Coeroeni en de Kutari.
Voor deze beweringen geldt: A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.
21
Tot de Territoriale Wateren rekent men dat deel van de zee vanaf de laagwaterlijn tot
A 12 zeemijlen. B 200 zeemijlen. C 12 km. D 200 km. MILIEU 22
Enkele manieren voor het opwekken van electriciteit zijn door middel van:
I zonne- panelen II staatsolie diesel III waterkracht IV windkracht
Bij welke wordt het broeikaseffect versterkt? A I
B II C III D IV
DE AMERIKA’S, CARIBISCH GEBIED & AZIË
23
Op de grens van de Verenigde Staten van Amerika en Canada komen de Niagaravallen voor.
Tussen welke twee meren liggen deze vallen? A tussen Eriemeer en Ontariomeer
B tussen Ontariomeer en Michiganmeer C tussen Huronmeer en Bovenmeer D tussen Huronmeer en Eriemeer
24
Het noordoosten van de Verenigde Staten van Amerika is een economisch sterk ontwikkeld gebied waar handel en diensten goed
vertegenwoordigd zijn.
Welk ander bestaansmiddel komt ook hier voor? A extensieve veeteelt
B katoenteelt C industrie D maisteelt
25
Het Caribisch gebied heeft het begin van haar multi- etnische samenstelling te danken aan
A het eilandkarakter.
B de emigratie van grote groepen mensen C het streven naar onafhankelijkheid. D de uitgebreide slavenhandel.
26
De ontwikkeling van de bevolkingsvisserij in het Caribisch gebied is gering, omdat
A de eigen visrijkdom uitgeput is.
B de visvangsten niet verkocht kunnen worden. C de vissers weinig financiële mogelijkheden hebben.
D de vissersvloten in handen zijn van lokale mensen.
27 Bekijk deze kaart.
2
1
3
4
Het weersverschijnsel El niño ontstaat voor de kust van Peru.
Met welk nummer wordt Peru op deze kaart aangegeven?
A 1 B 2 C 3 D 4
Brazilië heeft verschillende steden als hoofdstad gehad.
In welk deel van Brazilië ligt de voormalige hoofdstad Rio de Janeiro?
A het noordoosten B het noordwesten C het zuidoosten D het zuidwesten
29 Bekijk deze kaart.
Welk deel van Azië is gearceerd? A Centraal -Azië
B Noordwest - Azië C Voor - Azië D Zuidoost - Azië
30
Japan is een eilandenboog die elk jaar
geconfronteerd wordt met natuurrampen. In 2011 werd Japan weer getroffen door zo’n natuurramp. Welke natuurramp was dat?
A een orkaan B een rukwind C een tsunami
D een vulkanische uitbarsting
ORGANISATIES 31
In november 2012 werd in ons land een ACP vergadering gehouden.
Welke andere regionale organisatie heeft hierin ook geparticipeerd? A Caricom B EU C OAS D UNASUR 32
Welk land is nu ook volwaardig lid van Mercosur? A Argentinië
B Brazilië C Paraguay D Venezuela
33
De Unesco is een internationale organisatie. Wat is het doel van deze organisatie? A Bevordering van de gezondheid in de Verenigde staten van Amerika.
B Bevordering van de werkrelatie tussen werkgevers en werknemers.
C Verbetering van de handelsrelatie tussen de Verenigde staten van Amerika en de overige landen.
D Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in de wereld.
34
Welke is het voornaamste orgaan van de Verenigde Naties waarin alle lidlanden zitting hebben?
A de Algemene Vergadering. B de Economische en Sociale Raad C de Veiligheidsraad.
aarde
35
Hier volgen twee beweringen ten aan zien van de internationale samenwerking:
I De bouw van huizen door China ten behoeve van sociaal zwakkeren in Suriname, is een vorm van bilaterale hulp.
II Het verlenen van technische hulp door China aan landen in onze regio is een vorm van multilaterale hulp.
Voor deze beweringen geldt: A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.
GRAADNET & COSMOGRAFIE 36
Plaats B ligt op 55° N.B. en 38° O.L. en de tijd in B is 8.00 uur.
Plaats C ligt op 20°N.B. en 128° O.L. Hoe laat is het in C?
A 3.36 uur B 6.20 uur C 10.20 uur D 14.00 uur 37 45° OL I II III IV
Het lengteverschil tussen de plaatsen R en S in de tekening is 60°.
Welke lijn stelt de nul meridiaan voor? A I
B II C III D IV
38
De aarde beweegt zich om haar as. Door deze beweging ontstaat er op aarde verschil in A dag en nacht. B de jaargetijden. C maanstanden. D de seizoenen. 39
Bij welke maanstand kan er een zonsverduistering optreden? A eerste kwartier B laatste kwartier C nieuwe maan D volle maan 40
In de tekening zijn vier maanstanden aangegeven.
Bij welke twee standen zal er springvloed zijn op aarde? A stand 1 en 2 B stand 1 en 3 C stand 2 en 3 D stand 2 en 4 1 2 4 3
