• No results found

Nieuwe autochtone herkomsten in Rassenlijst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuwe autochtone herkomsten in Rassenlijst"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)www.deboomkwekerij.nl. Nieuwe autochtone herkomsten in Rassenlijst. De fladderiepen in de genenbank staan op grote afstand van elkaar geplant, zodat ze lang zijn te behouden en er voldoende licht bij de kronen komt. Hierdoor kunnen de bomen elk jaar bloeien en zaad vormen.. Drie nieuwe autochtone herkomsten worden opgenomen in de Rassenlijst Bomen: twee herkomsten van Ulmus laevis (fladderiep) en een herkomst van Prunus avium (boskers). In alle drie de gevallen gaat het om genenbankmateriaal in de categorie ‘van bekende origine’ (SI). De procedure voor het toelaten van rassen en opstanden op de Rassenlijst Bomen is gewijzigd sinds de nieuwe Zaaizaad- en plantgoedwet (ZPW) in 2005 in werking is getreden. Sinds 2006 beslist de Raad voor plantenrassen over de samenstelling van de Rassenlijst waar het EU-richtlijnsoorten betreft. Zo is Prunus avium (boskers) onder verantwoording van de Raad een EU-richtlijnsoort. De commissie Zaad- en Plantsoenvoorziening van het Bosschap heeft het verzoek tot toelating ingediend bij de Raad. Wanneer het gaat om niet-richtlijnsoorten, zoals de autochtone herkomst Ulmus laevis (fladderiep), ligt de verantwoordelijkheid geheel bij het Bosschap. Deze beslist zelf over het toelaten of beëindigen van de toelating van een autochtone herkomst op de lijst. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) voert voor iedere toelating, van zowel richtlijnsoorten als niet-richtlijnsoorten, het achterliggende onderzoek uit. Op basis hiervan geeft het CGN advies aan het Bosschap.. Uit stekmateriaal Voor boskers en fladderiep betreft het een uitbreiding van herkomsten op de Rassenlijst. Deze nieuwe herkomsten zijn jonge beplantingen in de genenbank ‘Bronnen. voor nieuwe natuur’ (in boswachterij Roggebotzand) met een autochtone oorsprong. Ze zijn samengesteld uit stekmateriaal dat afkomstig is van locaties die als autochtoon zijn geïnventariseerd. Deze natuurlijke opstanden zijn geïnventariseerd en beoordeeld voor toelating in de Rassenlijst als autochtoon uitgangsmateriaal. Het merendeel van deze opstanden voldoet aan de criteria voor autochtoon uitgangsmateriaal en is als zodanig opgenomen in de Rassenlijst. Een aantal opstanden voldoet weliswaar grotendeels aan die criteria, maar bestaat niet uit het minimum vereiste aantal van 30 individuen die genetisch van elkaar verschillen. Door gestekte individuen van meerdere locaties samen bij elkaar te plaatsen in een genenbank, voldoet deze beplanting wel aan dat minimum vereiste aantal.. Eerste zaadoogst De nieuw opgenomen herkomsten hebben in 2009 voor het eerst zaad geproduceerd. De oorspronkelijke opstanden hebben daarentegen de afgelopen jaren nauwelijks zaad gevormd en zijn bovendien erg lastig te oogsten. Door dit genenbankmateriaal op de Rassenlijst te plaatsen, wordt het makkelijker om zaad te oogsten en te verhandelen in de. toekomst. Verder kan er op deze wijze relatief eenvoudig van alle individuen zaad worden geoogst. Dit komt de genetische variatie van de nakomelingen ten goede. De Ulmus laevis-herkomsten worden in de Rassenlijst opgenomen onder de volgende codes: Roggebotzand-01, NL.SI.8.2.0101 en Houten-01, NL.SI.7.4.01-01. De Prunus avium-herkomst krijgt de code Vaartbos-02, NL.SI.8.3.02-02.. Publicaties De opname van deze herkomsten in de Rassenlijst wordt door de Raad voor plantenrassen gepubliceerd in de Gazette (onderdeel van Staatscourant). Te zijner tijd worden de gegevens ook gepubliceerd in de nieuwe, negende Rassenlijst Bomen die naar verwachting in 2012 verschijnt. Het is echter nu al mogelijk om gecertificeerd zaad te oogsten en in de handel te  brengen. Joukje Buiteveld en Sven de Vries. Buiteveld (joukje.buiteveld@wur.nl) en De Vries (sven.devries@wur.nl) zijn onderzoekers bij het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland in Wageningen, (0317) 48 54 87.. Kijk voor achtergrondinformatie over het materiaal op www.deboomkwekerij.nl.. Achtergrondinformatie. De Boomkwekerij 8 (26 februari 2010). Foto: Sven de Vries. Bos- en haagplantsoen. 19.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat is mogelijk de impact op het plantgedrag en de boomsoortenkeuze van planters, op de beschikbaarheid van plantsoen en op het aanbod in de boomkwekerijen, indien

In Limburg groeien drie autochtone herkomsten (moederbestanden in Maasmechelen en Lanaken: Windelsteen, Langenberg en Kikbeekbron) beter dan alle handelsherkomsten (uit Duitsland,

The type of discrimination most frequently reported by females was gender-based, which had been experienced by 13.8% of all the female respondents.. The reason

If one brings these two considerations to bear on Matthew 5:17 it might be argued that, given Matthew’s desire to show that in Jesus the Scriptures have found their fulfilment –

Vervolgens word daar gekyk na positiewe en negatiewe stres, be- skouinge van stres, vlakke van stres, fases van stres, stresmo- delle, 'n bestuurstressiklus asook

It is hoped that community participation will generate trust between residents and the local authority (ELM). Community participation and transparency, in terms.. of

 Hoewel nog niet gerapporteerd is verspreiding via de grond, zoals bij andere potexvirussen voorkomt (HVX, PlAMV, TVX), niet ondenkbaar. Mogelijke virusbronnen  Vanuit

Het energiegebruik omvat alle energiedragers (zoals bijvoorbeeld aardgas, electriciteit, propaan, brandhout, olie, diesel) die door het bedrijf zijn aangekocht, inclusief