INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING
Nota no 1 4 d - d . maart i960
Landbouwkundige en economische gevolgen
van de herverkaveling in Walcheren»
door d r s . J.H.Diddens
CENTRALE LANOSOUWCATALOOUS
0000 0001 6887
Biz. I. 1. Motivering van het onderzoek. ' 5
2. Wijze van onderzoek. 6
II. 1. Gemeente inkomen. 8 2. Bedrijfsgrootte-verdeling. 8
3. Bedrijfsverkaveling. 9 4. Grondgebruik. " 10
5. Bouwplan akkerbouw. 11 6. Fysieke opbrengsten akkerbouw. 12
7. Veebezetting. 12 8. Melkproduktie. 14 9. Mechanisatie. 15 10. Arbeid. 15
11. Verschil in bedrijfsstruktuur. 19
I I I . 1. Vergelijking Bruto-Produktie. 21
2. Bruto-Produktie akkerbouw. 21 3. Bruto-Produktie tuinbouw. 21 4. Bruto-Produktie veehouderij. 22 5. Totale Bruto-Produktie. 23 IV. 1. Bedrijfsvergelijking. 24 2. Eepresentativiteit van de steekproef. 243. De "type-bedrijven". 27
V. 1. Nabeschouwing over het onderzoek. 29 2. Andere mogelijkheden voor onderzoek. 30
KAARTEN
1. Walcheren en Zuid-Beveland, de twee betrokken gebieden. 2. Een complex grond bij Serooskerke.
GRAFIEKEN
1. Inkomen per gemeente, indices, 1934 - 1955« 2. Groei van de bevolking, 1934 - 1955»
3. Inkomen per inwoner, absoluut 1937 - 1955» 4. Inkomen per inwoner, indices, 1937 - 1955»
STATEN Blz. 1. Bedrijfsgrootte verdeling, 1910 - 1955. 9
2. Bedrijfsverkaveling 1955« 9 3. Grondgebruik, 1930 - 1958. 10 4. Bouwplan akkerbouw, 1930 - 1958. 11
5. Gemiddelde opbrengst akkerbouwprodukten 1930 - 195°". 12
6. Omrekeningsfaktoren Groot-Vee eenheden. 13 7. Veebezetting in Groot-Vee eenheden per ha gras,
I93O - 1958. 13
8. Melkproduktie per koe, 1930 - 1958. 14 9. Trekkracht trekkers in P.K., 1958. 15 10. Aantal Melk- en Kalfkoeien per melkmachine, 1958« 15
11. Aantal landarbeiders in Zeeland, 1957« l6 12. Aantal arbeidsjaareenheden per 100 ha cultuurgrond,
1956. 17 13. Aantal arbeids jaareenheden, diverse categorieën, 1956". l8
14. Seizoenpatroon van de arbeid, 1956. 19 15« Bruto-Produktie akkerbouw per ha bouwland. 21
16. Marktwaarde van het vee per ha grasland. 22 17. Bruto-Produktie veehouderij-sektor per ha grasland. 22
18. Bruto-Produktie per ha. 23
19. Bedrijfsgrootte-verdeling steekproef, 1950"» 25
20. Grondgebruik bedrijven steekproef, 1958. 25 21. Grondgebruik bedrijven steekproef, 1958. 26 22. Veebezetting in de steekproef, 1958. 26 TABELLEN 1. Bedrijfsverkaveling, Walcheren ,1955« 2. Bedrijfsverkaveling, Nisse , 1955» 3. Veebezetting, 1930 - 1958. 4. Aantal trekkers, 1958.
5. Aantal arbeids jaareenheden, 1956". 6. "Typebedrijven".
7. Gewogen gemiddelden "typebedrijven". 32/0260/12/4
I.l. Motivering van het onderzoek
De herverkaveling Walcheren is de grootste ruilverkaveling en agrarische reconstructie tot nu toe in Nederland uitgevoerd.
Het totale gebied, aangegeven op kaart 1, beslaat 17 350 hao De eigenlijke herverkavelingswerkzaamheden vingen in 1948 aan en werden in 1958 be'ëindigd.
Voor de overstroming liet de landbouwkundige toestand in dit gebied veel te wensen over. De versnippering van de cultuur-grond was groot en er kwamen vele 'zeer kleine tjedrijven voor. Voor een groot deel bestond de grond uit laag gelegen oude over-gangs- en poelgronden en kleiplaatgronden, doorsneden door hoger gelegen kreekruggen. De laag gelegen delen waren zeer gebrekkig ontwaterd en slecht ontsloten, terwijl de hoogteligging zeer on-regelmatig was.
Genoodzaakt tot herstel van de overstromingsschade, heeft men de kans gegrepen en het gebied aanzienlijk verbeterd.
Er is 300 km landbouwweg aangelegd en 72 km secundaire en tertiaire weg. Onverharde landbouwweg, vroeger 265 van de 46O km, bestaat niet meer, terwijl de weglengte per ha is teruggebracht van 32,1 tot 22 meter per ha.
Er werden 280 km waterlopen gegraven. Hoewel dit slechts 40 km meer is dan vroeger, is het afvoerend vermogen, mede door opvoering van de bemalingscapaciteit, meer dan verdubbeld. Vele stuwen werden geplaatst.
Voor de eigenlijke kavel inrichting werden 25 min m grond verzet, 28 min drainbuizen gelegd, 2 500 km sloot gedempt en 1 200 km sloot gegraven. Grote stukken werden ge'égaliseerd. Het totaal aantal kavels liep terug van 31 25O tot 12 721.
Utiliteitsvoorzieningen werden uitgebreid, boerderijen her-bouwd en een beplanting aangebracht.
Ten behoeve van de sanering was in de Noord-Oost Polder 3 000 ha grond beschikbaar. Hiervan is door ll8 boeren 1 947 ha opgenomen waardoor 1 534 ha op Walcheren vrijkwam. Hiermede werden 212 landbouwbedrijven van gemiddeld 6,2 tot 10,3 ha ver-groot, terwijl ook een aantal tuinbouwbedrijven er wat grond bijkregen.
De resultaten van dit alles zijn duidelijk zichtbaar op kaart 2.
6)
; De "totale kosten zullen ongeveer 80 min gulden bedrr£on. j In dit bedrag zijn nog verschillende herstelwerkzaamheden
inbegrepen, als boerderijbouw en verwijderen van stroomzand. (Voor het eerste noodherstel van de landbouwsector was reeds eerder 16 min gulden uitgegeven). Voorts zou dit bedrag 14 rcln gulden lager geweest zijn als het werk niet grotendeels als werkloosheidsobject was uitgevoerd.
Het ondeihavige onderzoek tracht na te gaan of er reeds nu
duidelijke en meotbare gevolgen merkbaar zijn van d: ze diep
in-grijpende werkzaamheden«
1.2, Wijze van ondersoek.
In eerste instantie is getracht een inzicht te krijgen in het probleem op grond van bestaand cijfermateriaal. Voorzover mogelijk is van het betrokken gebied de ontwikkeling nagegaan van een aantal grootheden vanaf 1930 tot 1958- Ter vergelijking zijn dezelfde cijfers verzameld voor de gemeentes Nisse en
's-Eeer Abtskerke in Zuid-Beveland. De veronderstelling hierbij is, dat de landbouwkundige situatie in deze twee gemeentes onge-veer overeenkomt met de situatie zoals die vroeger in het her-verkavelingsgebied was. De ligging van beide gebieden is op kaart 1 aangegeven.
Dit vergelijkingsgebied is + 2 450 ha groot, waarvan ruim 500 ha jonge kleigronden. De rest bestaat voornamelijk uit oude overgangs- en poelgronden, doorsneden door kreekruggen. De af-watering is matig, de ontsluiting slecht.
In het vervolg zullen we het herverkavelingsgebied van Walcheren, dus Walcheren exclusief de gemeentes Amemuiden en Nieuw- en Sint Joosland aanduiden met Walcheren" en het vergelij-kingsgebied, de gemeentes Nisse en 's-Heer Abtskerke, met Nisse . Eet bleek niet eenvoudig om voldoende statistisch betrouw-baar materiaal te vinden om deze dubbele vergelijking, historisch en geografisch, mogelijk te maken. Grote medewerking werd onder-vonden van het Centraal Bureau van de Statistiek, de afdeling Cijferdocumentatie van hot Ministerie van Landbouw, de Provin-ciale Voedselcommissaris ",an Zeeland, de Plaatselijke
houders in Middelburg en ïïeinkenszand en de Veeteeltconsulent in Middelburg.
In hoofdstuk II wordt verslag uitgebracht van deze aanpak. In hoofdstuk III wordt zo goed mogelijk de bruto-produktie van beide gebieden bepaald.
In hoofdstuk IV zijn ter aanvulling de resultaten van een ander onderzoek weergegeven, Door de medewerking van het Boek-houdbureau van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij te Goes kon een inzicht gekregen worden in de gemiddelde bedrijfsresultaten van 20 landbouwbedrijven in Nisse en 's-Heer Abtskerke en 40 corres-ponderende bedrijven in het herverkavelingsgebied. Dit is dus een steekproef, maar gezien de wijze van verzamelen, waarschijn-lijk geen representatieve steekproef voor de bedrijven in deze twee gebieden. Dit laatste geldt vooral voor het gebied Nisse -- 's Heer Abtskerke*
8)
11.1. Gemeente-inkomenDe ontwikkeling van het gemeente-inkomen is voor beide ge-bieden in grafiek (l) weergegeven. Voor Walcheren zijn er twee gevallen onderscheiden namelijk inclusief en exclusief de steden Vlissingen en Middelburg (met resp. 77 459 en 28 609 inwoners
in 1955)• Ter vergelijking is behalve het gebied Nisse en ' s-ïïeer Abtskerke (l 082 inwoners in 1955) oolc het gebied
be-staande uit Nisse, 's-Heer Abtskerke, Goes en 's-Heer Arendskerke (20 O83 inwoners in 1955) ingetekend. 's-Heer Arendskerke i3 er bijgeteld om te voorkomen dat Goes een te overwegende plaats zou innemen.
Grafiek 1 wordt nog sterk vertroebeld door schommelingen in de bevolkingsgroei, die, zoals uit grafiek 2 blijkt, tamelijk groot zijn.
Het verloop van het inkomen per inwoner is in grafiek 3 weergegeven, evenals in grafiek 4» In deze laatste grafiek is de helling van de lijnen evenredig met de toeneming van het inkomen per inwoner, door toepassing van een logarithmische schaal.
Dergelijke series grafieken zijn gemaakt voor meer gebieden. Hieruit is gebleken dat er, onafhankelijk van industrialisatie
en/of ruilverkaveling, een vrijwel vast verband bestaat tussen het inkomen in 1937 (grafiek 3) en de groei van 1937 - 1955
(grafiek 4 ) .
Een gemeente met een relatief laag inkomen per hoofd in 1937 toont een relatief hoog toenemingspercentage.
Er heeft sinds 1937 een nivellering plaatsgevonden. Het platteland geeft een lager inkomen per hoofd te zien
dan de steden. De grafieken geven de indruk dat op het
platte-land d,o. groei van het inkomen en het inkomen per hoofd van 1940 tot 195O in Walcheren is achtergebleven ten opzichte van het Zuid-Bevelandse gebied, maar dat het van 1950 "tot 1955 veel sneller is gestegen. Het is evenwel mogelijk dat juist de gro-tere invloed van het niet-agrarisch inkomen op het platteland van Walcheren deze snelle stijging veroorzaakt heeft.
11.2. Bedrijfsgrootto verdeling.
De volgende staat geeft oen overzicht van de bedrijfsgrootte verdeling in Walcheren, zoals die zich ontwikkeld heeft vanaf 19IO, en de huidige situatie in het herverkavelingsgebied en het vergelijkingsgebied.
Staat 1 1-5 ha 5-10 10-20 20-50 50-100 100 Totaal Bedrijfsgrootte verdeling 1 9 1 O <?o
1921
io T/alcheren 791 263 303 262 204
1649 47,9 16,1 18,8 15,8 1,2 0,2 987 311 326 208 161
1849 53,4 16,8 17,6 11,3 0,9 0,11930
$
totaal 1013 346 347 228 130
1947 52,0 17,8 17,8 11,7 0/7 0,0 Aant 1955 % 709 323 4O5 1688
1
1614 43,9 20,1 25,1 10,4 0,5 0,0 al bedrijven 1955 Io Walcheren 678 301 375 1411
0
1496 45,3 20,1 25,1 9,4 0,1 0,01955
96 Nisse 54 49 29 134
0
144 37,5 30,5 20,2 9,0 2,8 0,0 Bronnen! Landbouwtellingen, C.B.S. Verslagen en Mede-delingen van de Directie van de LandbouwTerwijl het aandeel van de kleine bedrijven van 1-5 ha tot 1921 nog gestegen is, neemt dit daarna af, terwijl vooral het aandeel van de bedrijven van 10-20 ha toeneemt. Ook na de herverkaveling zijn er echter in T/alcheren meer kleine bedrijven dan in het vergelijkings-gebied.
11.3.Bedri jfsverkaveling.
Terwijl tabel 1 en 2 een uitvoerig overzicht geven, is in staat 2 de situatie samengevat.
Duidelijk blijkt de grote voorsprong van het herverkavelings-gebied in dit opzicht.
Staat 2
Aantal bedrijven met gegeven Percentages van aantal bedrijven aantal kavels per bedrijfsgroottegroep. Mei 1955 Bedrijfs-grootte 0,01-5 ha 5-10 ha IO-I5 ha > 15 ha Totaal
Aantal kavels Walcheren
1
56 10 11 8 34 2-5 43 79 75 62 57 5-10 1 11 14 289
10-15 • 2 15-20Aantal kavels Nisse
1
34 7 17 2-5 53 34 12 4 35 5-10 13 48 57 33 30 10-15 11 19 33 11 15-20 12 307
Brons Landbouwtelling Mei 1955, C.B.S, 32/0260/12/9
10)
II.4« Grondgebruik. Staat 3=
Grondgebruik Walcheren Cultuurgrond in ha
Bouwland
Grasland
Tuingrond
Totaal
1930
6 398
8 216
604
15 218
#42,0
54,0
4,0
1939
7 031
7 490
620
15 141
%46,4
49,5
4,1
1955
8 351
4 180
588
13 119
1o
63,7
31,8
4,5
1958
8 967
3 931
581
13 479
fo
66,5
29,2
4,3
Bouwland
Grasland
Tuingrond
Totaal '
Grondgebruik
891
1 413
104
2 408
37,0
58,7
4,3
Nisse
907
1 446
88
2 441
36,9
59,5
3,6
829
525
156
1 510
54,9
34,8
10,3
822
496
172
1 490
55,2
33,3
11,5
Bronnens C.B.S., LandbouwdocumentatieDe voorliefde van de Zeeuwse boer voor akkerbouw blijkt ook uit de cijfers. In Walcheren is van 1930 tot 1939 ruim 700 ha
gras gescheurd. Na de herverkaveling neemt het aandeel van het bouwland met een grote sprong toe. Het is ongetwijfeld aan de herverkaveling te danken dat deze ontwikkeling mogelijk is ge-worden. De totale oppervlakte aan cultuurgrond is afgenomen, onder andere door onttrekking voor andere, openbare, bestemmingen en het overblijven van enkele grote kreken.
Helaas is er tussen 1939 en 1955 een wijziging in de manier van tellen gekomen. Terwijl men vroeger alle grond in een be-paalde gemeente onder die gemeente opnam, telt men nu alle grond behorende bij de eigenaren die in een bepaalde gemeente wonen. In het gebied Nisse en 's-Heer Abtskerke is veel grond in handen van uitwonende, soms ver uitwonende, eigenaren. Deze grond wordt nu dus bij de gemeentes geteld waar de eigenaren wonen. Ditzelfde geldt voor alle andere bedrijfsgegevens, zodat voor alle hierna-volgende statistieken geldt dat men voor 1940 gegevens heeft over Nisse en 's-Heer Abtskerke als geografische eenheid, terwijl men na 1945 gegevens heeft die betrekking hebben op een bepaalde
selectie, namelijk van de eigenaren die in deze gemeentes wonen. Van minder belang is dat men nu ook meetelt, die delen van het be-drijf van deze eigenaren, die buiten deze gemeentes liggen. Voor Walcheren is deze wijziging in telling vermoedelijk weinig belang-rijk.
Met behulp van kaarten is echter voor het jaar 1954 in het
gebied Nisse en 's-ïïeer Abtskerke het grondgebruik als volgt vast-gesteld:
Bouwland 1 165 ha of 47 » 7 $ Grasland 1 120 ha of 45?9 $
Tuingrond 156 ha of 6,4 <f0
Deze cijfers zijn dus vergelijkbaar met de cijfers van 1930 en 1939« Ook hier blijkt dus gras gescheurd te zijn en omgezet in
bouw-land en gedeeltelijk tuingrond, zij het niet zo snel als in Walcheren. Nog steeds schijnt deze omzetting langzaam voort te gaan. Zowel het feit dat veel grond in handen is van ver weg wonende eigenaren, die het voor een groot deel zelf exploiteren, als de slechte cultuur-technische omstandigheden, doen echter vermoeden dat het proces ook in de toekomst niet zo ver zal voortschrijden als in Walcheren.
II.5» Bouwplan akkerbouw.
De wijziging in telling zal in dit geval geen bijzondere moei-lijkheden veroorzaken. De ontwikkeling in bouwplan gaat in dezelfde richting. In het vergelijkingsgebied worden minder granen en peul-vruchten, iets minder suikerbieten en meer aardappelen en handels-gewassen verbouwd dan in Walcheren".
Staat 4
Bouwplan Walcheren Percentages van de oppervlakte bouwland
1930
1938
1955
1958
Granen
26,4
34,9
30,4
35,6
Peulvr.
31,1
30,8
27,4
21,0
Bieten
16,5
15,1
22,4
21,1
Aardapp.
15,8
11,0
9,1
10,6
Groenv.
5,7
4,1
4,0
3,8
Handelsgew.
4,5
4,6
6,7
7,9
32/0260/12/11Bouwplan Nisse
12)
Percentages van de oppervlakte bouwland
1930
1938
1955
1958
Granen 25,2 32,1 32,9 Peulvr. 22,3 14,3 -14,6 Bieten Aardapp. 38,4 40,9 -19,5 15,8 Groenv.9,8
5,0
-3,5
Handelsgew.4,3
7,7
-13,7 Bronnen: Landbouwdocumentatie, C.B.S., P . ij. ü • s •II.6. Fysieke opbrengsten akkerbouw. Staat 5
Gemiddelde opbrengst per h a . Kilogrammen x 100 7/alcheren"
1930
1938 1955 1956 \7intertarwe 31,5 41,0 42(39-45) 44(42-49) Somertarwe -32,0 39(37-41) 41,5(40-45) Zomergerst 36,0 38,5 44(41-50) 42(40-44) Erwten 29,0 39,5 41(39-44) 32(29-35) Cons.aardapp1.130
225
270(250-290) 280(260-290) Suikerbieten400
378
495(460-510) 420(410-450)Nis se
1930
1938
1955
1956
31,5 41,0 38,5 42,0 22,5 32,0 40,0 42,5 34,0 46,0 46,0 42,5 19,5 33,5 41,0 27,0142
237
290
280
390
305
510
470
Bronnens P.B.H.'sDe ontwikkeling hiervan loopt parallel. De onderlinge ver-schillen vallen ruimschoots binnen de marge van de jaarlijkse schommelingen. Ter oriëntatie zijn voor de jaren 1955-3-956 voor het herverkavelingsgebied de meest extreme waarden gegeven van het basismateriaal, dat bestond uit schattingen van het gemid-delde per gemeente.
II.7« Veebezetting.
De Veebezetting is voor beide gebieden omgerekend in Groot-Vee-eenheden (G.V.E.). Hiervoor bestaan verschillende
sleutels, die ook -fcot verschillende uitkomsten kunnen leiden. Hier is de nieuwe Nederlandse sleutel gebruikt, gebaseerd op
voedselopname.
De eenheid is een melkkoe, levend gewicht 550 kg, melkgift 12,5 kg à 4$ vet. Voederopname per dag:
1 160 gr v.r.e. en 6 300 gr Z.W.
De omrekeningsfaktoren zijn in het volgende staatje opge-nomen:
Staat 6.
Omrekeningsfaktoren Groot-Vee eenheden Aantal dieren per Groot-Vee eenheid
Kalveren 4 Vrouwelijk Jongvee > 1 jaar 2
Mest jongvee > 1 jaar 1,25
Melk- en Kalfkoeien 1 Stieren > 1 jaar 1 Mestvee > 2 jaar 1
Met behulp van deze faktoren zijn de in staat 7 en tabel 3 gegeven cijfers berekend.
Staat 7«
Veebezetting in Groot-Vee eenheden per ha gras
Melk- en Kalfkoeien
Stieren
Mestkalveren
Ander mestvee
Vrouwelijk Jongvee
Totaal rundvee
Walcheren"
1930
0,65
0,02
0,02
0,06
0,23
0,98
1958
1,17
0,02
0,01
0,28
0,56
2,05
Nisse
1930
0,27
0,01
0,01
0,08
0,21
0,57
1958
0,79
0,01
1,40
0,25
2,45
Uit deze staat, tabel 3 en staat 3 blijkt dat in het her-verkavelingsgebied de totale hoeveelheid vee, uitgedrukt in G.V.E. sinds 1939 iets is teruggelopen. De oppervlakte gras is echter sterk teruggelopen. Naar verhouding is de hoeveelheid mestvee sterk toegenomen, maar de nadruk ligt toch op melkvee
en vrouwelijk jongvee.
H)
Het gebied Nisse geeft een heel ander beeld te zieno Dewijziging in telling maakt vergelijking in de tijd niet goed mogelijk. Het is immers mogelijk dat de uitwonende eigenaren, die sinds 1940 niet meer meegeteld zijn, een geringere veebe-zetting te zien geven dan de inwonende eigenaren.
Het verschil tussen Walcheren- en Nisse in 1958 is
ech-ter opmerkelijk. De Melkveehouderij is in Nisse nog steeds
weinig ontwikkeld, maar de mestveehouderij ontwikkelt zich sterk, zodat uiteindelijk de veedichtheid per ha gras groter is.
II.8.Melkproduktie.
Het is niet uitvoerbaar gebleken om via de administratie van de zuivelfabrieken een goed inzicht te krijgen in de hoeveel-heid afgeleverde melk. Bovendien blijft op die manier alle melk die op het bedrijf blijft, buiten beschouwing. Vroeger werd er vooral op Walcheren nog veel melk op de boerderij verwerkt tot boter en kaas, terwijl er nu een deel aan de kalveren wordt ge-voerd.
Volgens de veeteeltconsulent te Middelburg is er geen ver-schil tussen de melkproduktie per koe in de beide gebieden. Wel is het mogelijk dat het vetgehalte in Nisse iets lager ligt. Voor beide gebieden wordt van de volgende produktie uit-gegaan:
Staat 8.
Melkgift per koe en percentage vet in Walcheren" en Nisse
1930
1937
1939
1956
1957
1958
kg melk3
5003
7003
7504
550•
4
5004
600 io vet3,00
-3,21-3,81
Bronnen: Schatting veeteeltconsulent, Middelburg.
Jaarverslag zuivelfabriek "Walcheren".
II.9' Mechanisatie. Staat 9.
Trekkracht trekker in P.K. Per 100 ha cultuurgrond. 1958 Walcheren Nisse Nederland zeeklei (I957)
56
108
58 107 zeeklei Friesland ) 52 zeeklei Nd.-en Zd.Hldj(1957)132 zeeklei Zeeland ) 104 Bron : C.B.S.'Jalcheren- is ten opzichte van Nisse weinig gemechaniseerd,
als het aantal P.K.'s hiervoor althans een goede index is. Samen met het Friese Zeekleigebied maakt het veel minder gebruik van mechanische trekkracht dan de andere zeekleigebieden.
Uit tabel 4 blijkt nog dat naar verhouding in ïïalcheren" meer dan in Nisse gewerkt wordt met trekkers van loonbedrijven
en coöperaties.
In beide gebieden zijn naar verhouding weinig melkmachines in gebruik. Staat 10. Aantal ] Walcheren" Nisse Nederland Zeeklei
ilelk- en Kalfkoeien per melkmachine. 1958
659
391
68
62
Bivierklei Weidestreken Zandgronden60
78
61
Bronnen: C.B.S. en
L.E.I.(Landbouw-c i j f e r s )
1 1 . 1 0 . Arbeid.
Een overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt geeft de volgende, van ir. De Galan overgenomen, opstelling:
Staat 11, 16) 1 Tholen/St.Phil. 3 chouwen-Duiveland [ST o o r d - B3v e la.nd Z u i d - B e v e l a n d W a l c h e r e n W e s t Z e e u w s c h - V l . O o s t Z e e u w s c h - V l . Zeeland (totaal) Aantal Volle jaars 600 600 600 2 200 600 870 1 250 6 720 landarbeiders 1957 Overigen 98O 48O 250 1 080 470 940 930 5 130 Totaal 1 58O 1 080 85O 3 080 1 070 1 810 2 18O 11 65O . Volwadige ar- beids-krachten ) 1 055 805 700 2 67O 820 l 355 l 645 9 050 Ontwikkeling 1947 114 195 133 136 109 108 16O 129 1957 100 100 100 100 100 100 100 100 '57=100 1972 (schat-ting) 91
91
85 92 75 85 84 88* ) Een volwaardige arbeidskracht is een gewerkt manjaar van een volwassen
land-arbeider.
Bron: Dr. C. de Galan
Dr. de Galan verwacht dus vooral voor Walcheren nog een vrij sterke teruggang van het aantal land- en tuinbouwarbeiders.
Intussen wordt verreweg het grootste deel van de arbeid verricht door de boer en medewerkende gezinsleden. Een overzicht van de gepresteerde hoeveelheid arbeids-jaareenheden geeft tabel 5'
De arbeidsbezetting in 1956 per 100 ha cultuurgrond is voor Walcheren": 20,5 en voor Nisse : 19?2. Hierbij moet echter re-kening gehouden worden met de grotere uitgebreidheid van de tuinbouw in Nisse . In Zeeland is voor de tuinbouwbedrijven de arbeidsbezetting 54>8 A.J.E. per 1ÖQ ha cultuurgrond. Door met dit getal de cijfers van Walcheren" en Nisse te corrigeren, kan het volger.de staatje gegeven worden:
S-taai: 12.
Aantal Arbeidsjaareenheden op de bedrijven van hen die het
hoofdberoep landbouwer hebben. December 195°"
Nederland
jZeeklai
1
iRivierklei
iWeidestreken
Zandgrond
Veenkoloniën
Tuinbouw-gebieden
Walcher^n
-... +
Nisse
Per
Man
1,73
2,62
1,60
1,69
1,50
2,19
1,76
1,37
1,60
bedrijf
Vrouw
0,20
0,10
0,21
0,15
0,24
0,16
0,05
0,13
0,15
Totaal
1,92
2,72
1,81
1,84
1,75
2,35
1,81
1,50
1,75
Per 100 ha
Man
15,3
14,3
17,2
13,0
16,4
14,0
15,8
17,5
13,1
Vrouw
1,7
0,6
2,2
1,2
2,7
1,0
0,5
1,7
1,4
Totaal
17,0
14,9
19,4
14,2
19,1
15,0
16,3
19,2
14,9
...Brons C.B.S. Landbouwtelling
De gemiddelde bedrijfsgrootte is kennelijk in beide
ge-biedsn, maar vooral in Walcheren*", kleiner dan in de
seeklei-gebieden in het algemeen.
Opvallend is de zeer hoge arbeidsbezetting per 100 ha
cul-tuurgrond in het herverkavelingsgebied.
Hierbij moet opgemerkt worden dat de cijfers voor Walcheren"
en Nisse iets te laag zijn in vergelijking met de andere cijfers.
Immers de bedrijven in de andere gebieden zullen nog weleens een
stukje grond als tuingrond exploiteren, terwijl de invloed van
de tuinbouw in Walcheren en Nisse op de hierboven aangegeven
wijze is geëlimineerd.
De volgende cijfers, gebaseerd op de verdeling van tabel 5,
gelden voor alle bedrijven, landbouw- zowel als
tuinbouwbedrij-ven.
18)
Staat 13 (zie voor indeling tabel 5)
Aantal arbeidsjaareenheden op land- en tuinbouwbedrijven.
Percentages december 1956
Alle arbeidskrachten Volledige werkkrachten Gezinsleden
Vrouwelijke arbeidskrachten Overige tijdelijke krachten Mannelijke werkkrachten
Gezinsleden? niet of gedeeltelijk betaald waarvan volledige krachten Gezinsleden vol betaald Overige
waarvan volledige krachten waarvan tijdelijke krachten Vrouwelijke arbeidskrachten Gezinsleden, niet of onvolledig betaald waarvan gedeeltelijke krachten Ned. 100 74,0 77,3 9,7
6,6
100 73,0 62,0 1,5 25,5 18,7 6,8 100 91,0 69,0 Zeeklei 100 75,2 53,1 4,2 20,8 10049,5
42,7 2,2 48,3 35,5 12,8 100 71,0 48,0 Walcheren" 100 73,0 73,5 8,7 8,9 100 71,4 61,5 0,5 28,0 17,7 9,0 100 90,0 85,0 Nisse 100 76,6 68,4 9,2 10,7 100 65,1 60,2 2,3 32,6 21,49,9
100 79,0 48,0 Bron: C.B.S. LandbouwtellingTen opzichte van de zeekleigebieden in het algemeen wordt in beide gebieden meer arbeid verricht door gezinsleden en vrouwen.
Het seizoenpatroon wijkt voor beide gebieden weinig af van de rest van Nederland, althans wat de tijdelijke werkkrachten betreft.
Staat 14
Seizoenpatroon van de arbeid Percentages van de totale
arbeidsprestatie 1956, per categorie, in A.I.E. Alle werkkrachten Nederland Zeeklei Zeeklei Zeeland Tijdelijke werkkrachten Nederland Zeeklei Zeeklei Zeeland Walcheren")tijd-+ )jaren Nisse )1 man= )1 vrouw dec/febr 23,8 22,4 22,3 11,7 9,1 5,6 7,8 7,4 mrt/mei 24,6 24,0 24,0 20,8 19,1 19,0 18,7 20,0 juni/aug 26,1 26,9 27,2 37,0 36,7 39,2 35,7 36,3 sept/nov 25,5 26,7 26,8 30,5 35,1 37,1 37,8 36,3 Brons C.B.S. Landbouwtelling
11.11. Verschillen in gemiddelde bedrijfsstruktuur.(samenvatting) Op grond van de verzamelde gegevens is er een duidelijk verschil in gemiddelde bedrijfsstruktuur tussen de bedrijven in het herverkavelingsgebied en de bedrijven van de inwonende eige-naren in het gebied Nisse en 's-Heer Abtskerke, te constateren.
Ten opzichte van Walcheren kent Nisse minder kleine be-drijven. De gemiddelde bedrijfsgrootte is in Nisse 8,86 ha en in Walcheren 7,50 ha.
De verkaveling is in Walcheren" aanzienlijk beter. Qua grondgebruik hebben de bedrijven in Nisse relatief iets meer grasland. De veedichtheid per ha is weliswaar groter
dan in Walcheren- maar de nadruk valt op de arbeids-extensieve
mestveehouderij; terwijl in Walcheren" de arbeids-intensieve melkveehouderij overheerst. De melkproduktie per koe is in beide gebieden gelijk.
Daartegenover neemt de arbeids-intensieve tuinbouw in Nisse een bijna driemaal zo grote plaats in als in Walcheren".
Het resterende bouwland voor de akkerbouw heeft ongeveer
20)
hetzelfde bouwplan, terwijl de fysieke opbrengsten per ha gelijk zijn.
De mechanisatiegraad is in Walcheren veel lager dan in Nisse en de zeekleigebieden in het algemeen.
Daarentegen is de arbeidsbezetting in "/alcheren zeer hoog in vergelijking met Nisse en de andere zeekleigebieden.
In het volgende hoofdstuk zal nagegaan worden of- en hoe deze verschillen in bedrijfsstruktuur doorwerken in de bruto-opbrengsten.
III.1.Vergelijking Bruto-Produktie.
Uit de Pachtstatistiek voor het jaar 1957/58 "blijkt, dat een eventueel verschil in kwaliteit van de grond, inbegrepen
externe produktiefaktoren als bijvoorbeeld de verkaveling, ont-. — + watering etc-, tussen de gebieden Walcheren en Nisse , niet tot
uiting komt in de Pachtprijzen.
Hieronder zal globaal de gemiddelde bruto-produktie per ha voor beide gebieden berekend worden, voor de jaren 1938/39 en 1958. Er zal af en toe met vrij grove schattingen gewerkt worden, maar dit is geen groot bezwaar, aangezien een cijfer als gemiddelde bruto-produktie per ha meer een soort intensiteitsindex is, dan een reële bedrijfseconomische grootheid- Immers er worden activi-teiten bijeen geteld waarvan de bruto-produktie zonder meer geen aanwijzing geeft over de hoogte van het netto-resultaat dat die activiteiten opleveren.
III.2.Bruto-Produktie akkerbouw.
Met behulp van het aanwezige statistische materiaal kan de bruto-produktie van de akkerbouwsektor naar verhouding vrij
nauw-keurig bepaald worden. Van + 91% van het areaal is de fysieke
op-brengst te bepalen. Zo goed mogelijk zijn voor alle produkten de marktprijzen bepaald, waarbij in ieder geval voor beide gebieden met dezelfde prijzen is
gerekend.-Staat 15. B r u t o - p r o d u k t i e akkerbouw Walcheren N i s s e
1938/39
373
370
p e r ha - bouwland, i n gui Ldens
1958
2 045
2 130
III.3. Bruto-Produktie tuingrond.
Hier wordt genoegen genomen met een vrij ruwe benadering. Volgens de Rijkstuinbouwconsulent te Goes geldt voor deze gebieden dat gemiddeld de bruto-produktie + driemaal zo groot is als de
bruto-produktie in de akkerbouw-sektor.
22)
I I I « 4 . BrutoProduktie v e e h o u d e r i j
-Zo goed mogelijk i s de marktwaarde van het in beide gebieden
aanwezige vee bepaald.
S t a a t 16.
Marktwaarde van het vee per ha - grasland, in guldens
Walcheren~ Nisse 1938/39 Melkvee 205 75 Mest+Jongvee 162 89 Totaal 367 164 1958 Melkvee 1 120 834 Mest+Jongvee 894 1 335 Totaal 2 014 2 169
Zoals ook al uit tabel 3 bleek is de intensiteit van de vee-houderij in Nisse sneller toegenomen dan op Walcheren terwijl de veestapel een andere samenstelling heeft. Wat betreft de vergelijking in de tijd geldt ook hier het bezwaar van de discontinuïteit in de
manier van tellen.
Om de bruto-produktie te berekenen is voor het melkvee de
pro-duktie per koe van staat 8 aangehouden en prijzen van 6,1 en 31>5 °^
per kg melk.
Na overleg met diverse deskundigen wordt voor de bruto-produktie van de rest van het vee de sleutel aangehouden van 60$ van de waarde
van dit vee. Dit is ongetwijfeld een ruwe benadering en werkt vermoe-delijk enigszins in het nadeel van het gebied Nisse • Immers hier legt men zich meer op de mestveehouderij toe en men zal er wellicht iets betere resultaten behalen dan in een gebied waar men zich voor-al op melkproduktie toelegt. In het voordeel van Nisse kan weer zijn dat het percentage wellicht iets te hoog is.
Staat 17. Walcheren Nisse Brutoproduktie veehouderij -1938/39 Melk 176 64 Omzet en aanwas 97 53 Totaal 273 117
sektor per ha grasland, guldens
1958 Melk 1 695 1.145 Omzet en aanwas 536 801 Totaal 2 231 1 946 32/0260/12/22
III.5« Totale-Bruto-Produktie.
Door de bovenstaande resultaten te wegen met de oppervlakte die door de diverse activiteiten wordt ingenomen, komt men tot het volgende eindresultaat»
Staat 18
Bruto-Produktie per ha» guldens
Walcheren" Nisse
1938/39
336
254
1958
2 279
2 599
D u i d e l i j k i s wel dat de s t i j g i n g s n e l l e r i s gegaan i n Nisse
dan in Walcheren
-.
Door de g r o t e r e p l a a t s die de tuinbouw inneemt i n Nisse wordt
de g e r i n g e r e opbrengst van de g r a s l a n d s e k t o r ruimschoots
gecompen-s e e r d . Het beeld van een meer extengecompen-sieve g r a gecompen-s l a n d - e x p l o i t a t i e en
een meer i n t e n s i e v e b o u w l a n d - e x p l o i t a t i e , overgaand i n tuinbouw,
komt ook h i e r voor Nisse d u i d e l i j k naar voren.
Voeren we de weging u i t , wat Nisse b e t r e f t , met de
bouwland-g r a s l a n d en t u i n bouwland-g r o n d v e r d e l i n bouwland-g zoals die in 1954 voor de betrokken
gemeentes i s v a s t g e s t e l d , dus i n c l u s i e f de uitwonende e i g e n a r e n ,
aannemende dat die verhouding ook nog in 1958 zou g e l d e n , dan v i n
-den we een gemiddelde b r u t o - p r o d u k t i e v a n / 2 319,— « Dit i s dus
nauwelijkshoger dan van Walcheren", t e r w i j l de w e l l i c h t t e hoge
b r u t o - p r o d u k t i e c i j f e r s per onderdeel van de inwonende eigenaren
aangehouden z i j n .
2.4)
IV.1. Bedrijfsvergelijking.
In de hoofdstukken II en III is nagegaan in hoeverre de ge-volgen van de herverkaveling van Walcheren reeds herkenbaar zijn aan de hand van de algemene statistische gegevens. In dit hoofd-stuk wordt een andere weg gevolgd. De vraag is nu of de gevolgen van de herverkaveling zich reeds uiten in de bedrijfsorganisatie en bedrijfsresultaten van de individuele landbouwbedrijven.
Door de medewerking van het boekhoudbureau van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij is inzage verkregen in de boekhouding van
een aantal bedrijven, zowel in Nisse als in Walcheren-.
Zoveel mogelijk zijn de bedrijven met overwegend tuinbouw buiten beschouwing gelaten. Er resteren dan voor Nisse 20 ge-schikte bedrijven, 10 bedrijven kleiner dan 10 ha en 10 bedrijven groter dan 10
ha-Voor Walcheren- zijn zo willekeurig mogelijk 40 bedrijven
gekozen volgens het criterium dat de bedrijfsgrootteverdeling zo-veel als mogelijk gelijk moest zijn aan die in Nisse .
Voor alle bedrijven zijn de opgenomen gegevens gemiddeld over de jaren 1955/56, 1956/57 en 1957/58. Vervolgens zijn ze nog eens weer gecondenseerd tot een gemiddeld bedrijf, een soort typebedrijf, voor de bedrijven kleiner dan 10 ha en één voor de bedrijven groter dan 10 ha. Zou deze steekproef inderdaad repre-sentatief zijn, dan resulteren- dus vier typebedrijven, twee aan twee vergelijkbaar per gebied, twee kleiner dan 10 ha en twee groter dan 10 ha.
IV.2. Representativiteit van de steekproef.
a. De bedrijven in Nisse zijn bedrijven waarvan de grond geheel of overwegend binnen het gebied ligt. Het zijn bedrijven van inwonende eigenaren.
b. Om de vergelijkbaarheid tussen de gebieden beter mogelijk te maken is bij deze opzet bewust getracht de tuinbouw zoveel mogelijk te elimineren.
£ . De bedrijven die aangesloten zijn bij dit boekhoudbureau vormen een selectie uit alle bedrijven in de streek. Zij zijn gemiddeld meestal groter.
Staat 19»
Bedrijfsgrootteverdeling steekproef, 195-?
Percentages van totaal aantal bedrijven Walen*ren 1 - j ha i 5 5 -• 10 h.?. ! 40 10 - 20 ha 1 ^0 20 - 50 ha | 25 50 - 100 ha 0 •s' > 100 ha 0 Nisse'
5
40 30 250
0
Vergelijking met staat 1, maakt duidelijk dat in dit opzicht de representativiteit volledig zoek is.
d.. Het grondgebruik van de bedrijven in de steekjr.roef is als volgts Staat 20-Grondgebruik bedr 1
1
i Bouwland i ; Grasland i Tuirgrondijven steekpr oef 1958. Walcheren ha A10,0 183,0 _ _ 3,5 * 68,7 30,7 0,6
i i i
Totaal ' i 596,5 \ 1 ! ; l Cultuurgrond in ha ! ha 177 91 10 Nisse' # 63,6 32,8 3,6 r 278 jDoor het zoveel mogelijk elimineren van de tuinbouw zijn de bedrijven, zoalc vergelijking net staat 3 leert, niet meer repre-sentatief voor de respectievelijke gebieden. Wol is bereikt dat de onderlinge vergelijkbaarheid in dit opzicht goed mogelijk is.
£. Eet bouwplan van de bedrijven in Walcheren in de
steek-proef blijkt goed overeen i-s kenen met die van alle bedrijven in
Staat 22.
26)
het gebied (zie staat 4)« In Nisse is dat niet het geval. Dit bleek in 1956 nog wel het geval te zijn. Daarna is plotseling het aandeel van de granen, peulvruchten en bieten gedaald- Voor een klein deel heeft er een overgang naar tuinbouw plaatsgevonden, de rest moet opgenomen zijn in een grote toename van het aandeel van de handelsgewassen en wellicht ook van de groenvoedergewassen. Bij onderlinge vergelijking van de gemiddelde bedrijven moet hier-mede rekening gehouden worden.
Staat 2-1.
Bouwplan akkerbouw van bedrijven in de steekproef, 1958»Percentage s
Walcheren Nisse Granen 34,0 23,0 Peulvruchten 19,0 10,2 Bieten 19,9 17,3 Aardappelen 9,6 15,8
f. De veebezetting blijkt in beide groepen iets intensiever te zijn in de steekproef dan in de gebieden als geheel(zie staat 7 en tabel 3 ) ' In beide gevallen valt er meer nadruk op de melk-veehouderij en minder op de mestmelk-veehouderij. Als geheel blijken ook de bedrijven in de steekproef de verschillen in dezen ••echter wel goed weer te geven.
Veebezetting in de steekproef, 1958 Melk-en Kalfkoeien Stieren Mestkalveren Ander mestvee Vrl. jongvee Totaal rundvee Paarden Abs aantal 250
7
6. 61 247 57169
Wal« oluut ha gras 1,37 0,04 0,Q3 0,33 1,35 3,12 0,38 3heren" Ned.G.V Aantal 25O7
11 50 95 403 58 • ÜJ • 'ha gras 1,37 0,04 - . 0,27 0,52 2,20 0,32 Nisse Absoluut aantal 895
1
138 93 326 20 .ha gras 0,98 0,06 0,01 1,53 1,023,58
0,22+
Ned. G. Aantal 895
0
112 36 242 18 V.E. ha gras 0,98 0,06 -1,23 0,40 2,66 0,20 32/0260/12/26g. Wat betreft de representativiteit moet de conclusie zijn, dat de bedrijven in de steekproef niet representatiefzijn voor de vertegenwoordigde gebieden. Voor Nisse geldt bovendien dat het alleen bedrijven betreft van inwonende eigenaren.
Wel aijn het, en dat is hier van veel meer belang, gelijksoor-tige bedrijven die verschillen in uitwendige omstandigheden. De be-drijven in Walcheren" verkeren in cultuurtechnisch opzicht in bijna ideale omstandigheden, die in Nisse bepaald niet. Over deze faktor is in de steekproef niets bekend, zodat niet aannemelijk is dat de
+
bedrijven in de steekproef in Nisse in dit opzicht sterk afwijken van de bedrijven van alle inwonende eigenaren in dit gebied. Verder is er dus een vrij grote afwijking in de bouwplannen in de akker-bouwsektor.
IV.3- Je "typebedrijyen".
In tabel 6 zijn de gegevens van de berekende "typebedrijven" samengevat en in tabel 7 zijn een aantal posten per ha berekend.
Eet valt op, dat er in Walcheren" een groter deel van de grond in eigendom is dan in Nisse .
Merkwaardig is dat vergelijking binnen de groepen tussen de gebieden slechts voor groep II, de bedrijven boven 10 ha, dezelfde
tendenties te zien geeft die in hoofdstuk II uit de algemenegegevens naar voren kwamen.
De bedrijven in Walcheren" hebben meer melkvee en minder mest-vee. Hiermede in overeenstemming is een grotere opbrengst aan melk per koe, aangezien er in Nisse vermoedelijk meer melk op het be-drijf blijft om aan het mestvee te voeren. De gezinnen zijn in
Walcheren groter, in overeenstemming met de gevonden grotere arbeids-bezetting, hetgeen hier tot uiting komt in meer uitgaven voor
ge-zinsarbeid en minder voor vreemde arbeid..
In groep I zijn de verhoudingen omgekeerd. In Walcheren is minder vee per bedrijf aanwezig, ook minder melkvee. Wel wordt er meer melk per koe afgeleverd. Hier moet echter opgemerkt worden, wat ook voor groep II geldt, dat het, vooral in Nisse , mogelijk
is dat er koeien onder het hoofd melkkoeien gerubriceerd zijn, die na verloop van tijd toch als slachtvee verkocht worden. De tuinbouw is op de kleine bedrijven in Nisse veel belangrijker dan in
••3)
Walcheren-. Op de kleine bedrijven in Nisse' wordt verder een groter deel van de arbeid door eigen krachten verricht dan in
Walcheren"-Voor beide groepen is het merkwaardig dat het bedrag voer bedrijfsinventaris in Walcheren"" hoger is dan in Nisse , terwijl
in hoofdstuk II bleek, dat de mechanisatie in Walcheren- veel
mil-der ver wa,s voortgeschreden dan in Nisse . Eet is echter v/aar-schijnlijk dat de inventaris die in Walcheren- aanwezig is, ge-middeld van veel recentere datum is dan die in Nisse , zodat deze met veel hogere bedragen op de balans voorkomt.
De vermogenspositie van de onderzochte bodrijven is in
Walcheren- beter dan in Nisse .
Schadevergoedingen, waaronder naast herverkavelingsvergoeding diverse andere incidentele posten van dergelijke aard vallen,
ko-men uiteraard alleen in Walcheren voor.
Dat van Nisse' in groep II de bruto-inkomsten en uitgaven hoger zijn dan in Walcheren-, vindt mede zijn oorzaak in het feit, dat in deze bedragen de omzet en aanwas van het mestvee zijn in-begrepen. Hier zijn dus als het ware een serie handeil somzetten in opgenomen.
Het netto-bedrijfsinkomen is hier een fiscaal begrip. Er zijn nog diverse correctieposten, die hier onvermeld blijven, nodig om deze eindpost te bepalen.
In beide groepen ligt het netto-resultaat in Walcheren- lager
dan in Nisse .
V.l. Nabeschouwing over het onderzoek.
Aan de methoden die in dit onderzoek gevolgd zijn kleven vol-doende bezwaren om de resultaten van de hoofdstukken II, III en IV met grote omzichtigheid te hanteren- Het beschikbare materiaal vertoonde nu eenmaal belangrijke tekorten.
Alle drie hoofdstukken wijzen echter in dezelfde richting. Terwijl Walcheren landbouwkundig aanzienlijk verbeterd is, is dit, volgens de hier gevolgde methoden, nog niet in economische begrip-pen te achterhalen. Dit is misschien ook niet zo erg verbazing-wekkend .
Volgens de cultuurtechnici is een van de belangrijkste resul-taten van de herverkaveling dat Walcheren grotere mogelijkheden ge-kregen heeft. In één richting hebben die mogelijkheden zich gere-aliseerd. Het akkerbouwareaal heeft zich aanzienlijk uitgebreid. Gezien de aard van de Walcherense boer, draagt dit ongetwijfeld bij tot zijn levensgeluk. Bij de huidige deels kunstmatige, prijs-verhoudingen komt dit echter niet duidelijk in betere financiële resultaten tot uiting. Immers de boeren in Nisse zijn er kenne-lijk goed in geslaagd zich aan te passen bij de voor hun slechtere
omstandigheden. ; Zij gaan dicht bij huis over tot
intensie-vere tuinbouwteelten en in de graslandsektor leggen ze meer na-druk op de arbeidsextensieve mestveehouderij.
Een andere mogelijkheid, die zich nog niet zichtbaar gere-aliseerd heeft, is, dat dezelfde werkzaamheden nu met veel minder arbeid en minder moeizame arbeid, verricht kunnen worden dan vroe-ger, terwijl er ook veel grotere mogelijkheden, evenmin gereali-seerd, voor mechanisatie aanwezig zijn.
De arbeidsbezetting per oppervlakte-eenheid iL. in Walcheren nog zeer hoog. Hier is het grote aantal kleine bedrijven mede
oor-zaak van. De mechanisatiegraad is laag.
Wellicht is het mogelijk dat de arbeidsbehoefte wel gedaald is, maar dat het arbeidsaanbod zich hier nog niet bij aangepast heeft. Misschien wordt door een ruilverkaveling in het algemeen wel een tijdelijke verborgen werkloosheid gecre'êerd in die gevallen waar geen apert arbeidstekort heerst.
De aanpassing van aanbod aan behoefte zal ongetwijfeld meer
30)
dan de enkele jaren, die nu verstreken zijn, in beslag nemen. Pas daarna zal ©ventueel nog een verdere vervanging van arbeid door kapitaal kunnen optreden.
y.2. Andere mogelijkheden voor onderzoek.
Deze overwegingen leiden er toe dat men zich afvraagt of men wellicht niet eerst via een zorgvuldig voorbereide enquête kan nagaan hoe de arbeidssituatie zich ontwikkeld heeft op de bedrijven in Walcheren. Tegelijkertijd kan men dan trachten na te gaan hoe de boeren in het betrokken gebied zelf de herver-kaveling waarderen, welke voordelen en welke nadelen zij zien»
Is er inderdaad een wijziging in de arbeidsbehoefte te constateren dan is te overwegen om zorgvuldig die bedrijven voor een nader onderzoek te selecteren die zich kennelijk in dit opzicht al in vergaande mate aan de nieuwe omstandigheden hebben aangepast.
LT LT > HS er* ü a H os CM A j tri M • B a> O c> - p - p » o t i bo n( J 3 ö • H (1) t» öS Ü H a l +> ß öS < 08 J 3 ß • r l T l ß o (-. h l U 3 3 - P r H 3 ü • P y o • (H e -d 0) O) t o . o H os OS - p o - P Ö a !> H a l SR o! +> fl O • r l - P 3 3 H O 10 . o öS •"3 ci r H OS - P ß OS < 3 3 H O <l> JU O v— r H as 4 3 OS H S a> IW to M o H Ol E 5 . p T3 O Ö O o U U t o b o OS A S * ^ 3 0 • H + > - H (H H • O 3 0) u m ^ T - K A T - C— (M K A ^ O U A K A * - 0 0 • ^ ^ t o \ r - - 5 t o> v- KA UA o ^ ro O <D CO l A r -Ou r - ir-KA 03 t^-vû i n o ^ oo KAMD c— * P O * ~ T T t -W V Û C O r - U A V Ü U A K A U A U A -çj- CO C\J CO O CM - ^ O t O K A K A V U CO **4" M 3 i V M f M T N O 0 > T - T - < - CM CM • i - 0 0 CO « s f U A V Û CM U A K A CM \ ~ U A O K A K A CM CM CM t — O v - -"d-VO CO t~~ v- \ o U A U 3 vo N A N A O * * O CM CM V£> U A U A t — M D T - - ^ •<*• K A CM VO O r I A O L f N i -< t G \ Ö -< u K A K A - ^ O CM -s^- CM CM ^ J - K A 0 0 O V£> CM CM K A f - T - <?• CM CM CM CM K A CM MD O OA OA CO OA CM K A CM CM CM CM O *sf*t t— VO *-T- T - t - O CM t~-r - t~-r - t~-r - W KNCO O MD V£> N A K A CD CO OA K A b - C O U A t - - ( - CM ^ D - CO O \ 0 \ v 0 CNJ r - CM r - m o o UAOA ^ l - V O O C 0 V Û I T \ K A -«d- O v - CM CM CM CM N A V O O •**-l A C v •**-l •**-l A r - CM K A CM CM CM < - \ Q C— K A C O O CM CO T -T j - K A ^ * " r— O O K A K A ^ K A -^J- K A CO O A . O A V O T - O CM CM CM K A K A K A U A V O CM CO VO T -K A - ^ - O O t > O t — T -r \ o h - w i m t - - - c f M ) N A U A U A I I A U A - s f - s h K A K A K A C O 0 0 U A -Çt O E—VO U A U A ^ j - O O < • t — " ^ - O K A < - K A CM CM t - -^t-O -^t-O C— T- T- o\ (r~\£> - t f - - ^ - K A -*fr V O O A M D O K A K A "sT U A I K A t ^ F— CD U A O f ~ U A CM ^ 1 " K A ' d - ^ - r- O Il U A 11 11 Il CO Il OA II II II II II II Il ^ " II II II II h n a • H II II II II II II O f T l PI Ol h-l ii I T \ C ^ V O i n O N^v \ Û C h ( O O O l A O r V û l A O l O U M - | J \ 0 0 * VO CO hOv^û ^> r - l T v r - a \ cvj rr\ co O O KN t-^ù3 i - b o i n Il T -II Il VD II CO II -II o II ^ t -o II II K > II T -II n 'S O oj "-P • Î - I N r o - ^ - L T i O o +> OS ü •r- I I I I «I 3 O -P p. o O y- CM K \ - ^ - E H ^ O
- -a
I OS vo c— co c^ o m o i i i i I os g os 3 • p > o „ LPvVO c— CO O M r H " ^ T -1 C") CM 1 1 O K A ^ U A •»-1 CM 1 l d - p r c \ - * i - o as OS • p o a OS V O O N CM V W O l ^ o o o o ( M K M T i O \— 1 1 1 1 I A O O O •<- CVJ K \ L T l O O O A co V i l CM O f 1 H LT\ of i - os , +> A o +> ra Ö ai 3 • p > o H Vi. i l « » il II II « II II II II II II II » « II II II II il II II II o •«i-r— H n i os u <a a o o H Ol Ol • p o H o o • ß a) t l • +> o H a 01 > \ K II il II il il il II II II II u II il II II u il II il u u » uX
a m a > rt • R <n O in i H o > cd L J 0) +> +> cd O .C o U ü fco H • H In ••-. Co 'r\ P. In ä-a <o <a K>,£> ö cd > M i . « «• «S. al - p ö o H +> 3 3 H O P (0 P .o Fi ie > H +> ö o • H - P C\J •H 0> J3 rt H + co •a ta •r) S 4J 't* O C O O SH u bo to cd ia u J3 <H 3 • n 3 PS •H +> -H U rH. •a 3 O Ü «-^ i r \ M - * - Î O c o T -C O ^ O r i - O MD CT\MD f - \ - ^ J - l«r\ K M A C O CD O C -o -o -o -o • N A MD CO CM ^ - V û t - CM CM * = f ^ CM CTs CO " ^ CM - r - -«3-c\j m r o T j - ^ o ^ J - I A I M t O r - l A co CM o ca a \ T-O CM CM C\J ( M T-O • < t CO t K M ^ -• ^ - ç j - ^ J - T - ir\CF\ * - CM O N - > * OJ CT\ CM O O O N A N A f - v o vo MD r r \ W O J O O f - O CM CM r - r - v - t - - O O CTN CT\ K N CM O CM CM v VO ^ J " N A t-- •(- -r- O t—\T\ •«ÏJ-UAMD UAMD m MD T - c—**o o o U M n v o CM •**• -«3-CM r~ C M N A i O U A T - O O • U A N A , T -\0 MD U A O C J \ U > 3 •«*• U A I * A N A T -CM ( T \ Ï - i * A t ^ - V O O N O O I A C O * -\ O M 3 O N A MD CM MD MD CO 3 LP« T -t — M D V O K M A V Û CM O T - ITWO •*$• O , - - ^ T- <«fr O r - c o o s y 3 co co • « t f - ^ t C O V O O N I f M A C O CD O ^ û N A O M D MD CT\ * * CO V O CT\ CO t - ^ t T - CM v u O C l \ i -CM -CM CO - = t -CM O CM CM CM CD CM MD r- r- '"£'v- 'T- OA - res CM V U O t - O o r - o * * • * 4 > M D MD - ! t < - CM CVJ < t I CM CO t - CO K A T O * r«A i * -NA * - t - r o o -^J-LTAOA -*j- UA ^t *t<j\\£> co O t— K M T \ CO UA O -*fr pq o • H cd K 1 O O œ v o K M n o o N • * 3 - M 3 O N i n o m CM ( M * - CM CO C ^ - I A O J CM O CD I O C \ ^ > t O O o o t - C M r r \ ^ - ir-> o I r H cd T - i i i i a O - r - CM N " \ V T E H t S . \û t - c o O N O i n o i - +> a ü i i i i i a S -u > o LfNMD C—CO O N EH " ^ O • t CM r o i ^ m i -ai I I I I I <d cd > CM t f s ^ t - O T , T EH " S ? -o -o -o -o CM r r \ i r \ 0 i - O H O cd I I I I r- Cd - - ^ o IP O i n o o o / o < - W K \ i n ' E - t E H ^ . II
fc£ Ö •rl - P - P CU N CD . O Cl)
>
r-1 O cd CO L P *— O N> o> T — • H > • • T5 O 1—* -P 3 H O to , o <J • H • > • •ö o H ~ 4-> 3 2 H O tQ , 2 < m H • > • • -ö cu 5 • p 3 3 H O IQ £> < i r Ei u O Ä O H Ct J-1ï
IQ d to d A H cd - p ö rt d ra d fH fco cd ~*5L H d - p d cd IQ cd u fco d r | H d - p ö rö d IQ d ^ fco d X! ^~"— H d - P Ö d d CQ d fn faO d - ^ H d - p§
d to d f-t fco d -<? ^•* H d -p ö d d c— r -T— f— T— MD <-C— T — ^— C— r -MD <" c— r— o LP, C— C— LP, C ^ C— O LP, C— f ~ LP, LP» MD O NA MD N A LP, LP, MD o N A MD N A LP, ö tu •H Ol O I I r—1 «H H C j 1—1 r ) O 1 M H eu * ? H CM o O NA c— CM o o NA r— LP, O O •c -c— NA LP, O o r— C~-NA CM o O CD CDA T — CM O o co CA ^~ Pi O u o •H - P CO ,_ O O LP, CM CM O O CX) G \ T ~ O o T ~ T -T — MD O O CM ON "* CM O O CD CD v -CDA O o -tf-LPl c~-pj Ü u o > H d t 1 r—i -P 10 CU S CD CM O MD O T— r— •ï— ^-O CDA T ~ MD T— CM T— O o C— CD ^t" T -O OA r— o ^— MD O O LP, NA <3" C-~ O O c— NA LP, o o t> - p u o U 0 T3 ö < MD LP, O MD CD T— CM ^J-^ 1 " ^— LP, - * MD LP, O NA O CO CM CM CM <D C~-O O LP, CD LP, NA CM O O LP, (DA ,_ CM MD O CDA LP, O LP, 0) CU > t o p j o •1-3 1—1 • 1 - 3 •H H ü ;~* ^ o f , > LP, O CM t > -O O CD I > -o NA CM LP, O CM LP, CM T— LP, O "vt-CDA • i -CD ^~ t — «d-LP,?
CD CDA O • < • NA T-CD LP, •* Tv -T— CDA T— ^— ü , o > HCJ r* | J U H d Co - p o EH O •* O r -OA LP, r - •«tf-•«t o >* o t— ir* ' d -NA O CM NA MD CM O • 3 " o LCA CM O NA CM NA o r— o MD CM MD NA O C— NA CA CM a o •*J H d d CM CDA C— O v -CDA NA CA C— O ^~ CDA NA CD CM O *3-O •^t-CD CM O "* O •sil > -CM O LP, C^-NA C--CM O LP, l > -NA Ö (U •H 0 O 1 1 <H H d 1 A t—( Ö ü+ ,
C I u 44 tQ H •r\\ <£ f ^ i f±* T~ O o MD v— O O MD T— O o T — CM ^~ O o T— CM •:-O o LP, v— -ï— O o LP, T— Ö o u o •H - P CO 1 T -T — O o •^1-o o o o r -o o ^=J-•ç— o o "3- •:-ö o fH o > H r j 1 4 ï> a o S O • < -^~ <M CDA MD MD tr— r -a-s LP, CD CM r -O r t ~ -T — LP, T — O o CM CD O O c— T -T — o • ( — o co "<*• v -<u o > - p CD O r> U O TD" Ö < LP, CM O MD CM *— f -C— O o CD NA NA CM O CD NA NA O MD O -ïj-c— CD T — (M O •s— O N A LP, LP, O LP, C~-C ^ <u CUto
a o •1-3 t 4 i—t • n •r) H ü £; 3 O u > LP, "* CM MD T -CM ^~ T — NA NA O •st-MD v -LP, MD O •^t-NA CDA •^-O r -CDA O LP, f -LP, O CM T — CD •<^-OA O C~-CM NA <D O > T3 r ) 3 U H d d - p o EH ü •H -P d •p ö o o o3
oê
a d l-H ä (U ö ö o S-. P Q Ö CU u d cd PHTa/bel A
Aantal Trekkers 1958
Totaal Van loonbedrijven en coöperaties
Trekkers P.K. Trekkers P.K. Absoluut Walcheren" Nisse 337 68 7 497 1 502 69 6 2 483 191
Per 100 ha akker- en tuinbouw Walcheren Nisse 78,6 151 0,72 0,64 26 19,2 Per 100 ha cultuurgrond Walcheren + Nisse 2,50 4,56 56 108 0,51 0,42 18,4 12,8 Nederland zeeklei zeeklei Friesland :. . zeeklei N. & Z. Holland
zeeklei Zeeland :l04r
Bron C.B.S.
d 0> > •1-3 •H t i X» o d X* X ! I T \ NN CO MD t— NN T - NN T— MD i n ON r— --Ö •rl CO X ! Ö O O d d • n <U ^ • o •rl H 0) Ö Ö cd S NN CM II X ) •H (ü X i d CD CU CÖ CÖ • o <u J4 •IS •H H d) S> 3 O u > r— '—^ d CO x l CU X ! d <Ü fn d d CO • ö •rl 0) X I k <ü H d d -p o EH d 0) - p X I o a u
3
O) J>» CQ M ' O •H H 0) Xi •ra • r l E H CO - P X ) ü cß fn M X Tl 0) O ü •1-3 •H H 0> -P H 0) 0) X ) CO O d CU - p Xi o d Snä
h CO t j CO to • H T l CU H H O > H CÖ CÖ - P O EH '^* d O U > d cös
H cö CÖ - p O En t v3
o u > s .52 H cö CÖ - P O EH 5 " S o h > d CÖ S H cö cö - P O E-< 5 d O u > d cö A CM A NN O O CM • * h MD CM CD n MD CO f— v -N -N V« MD CM T _ O CO NN •» CO ON • s m NN IO, ^ *% "St O CM i n *. ON CM T — NN •st-i n T -O •sr o ~ ON NN LTN t -o\ • K •«d-UN ». * r - *3-KN »— CM ». O CM • v O o • H o o ». CM MD ». O -3-r i T — t -• s CM v - t*-r . O o ». CM T— ON » *=*-CM r— i n ». CM CM "vi" *% CM O c— t-— ». i n -=H-CM O n T -CM t— », *3-CM CM UN •s " 5 * -NN CO •» O r— •* NN N N t— »* ^ t ^J->* t-^ ». O O *. 'd- •^t' d -o * s N ^ >^-t— CM *=f-n O • ^ 1 -CM MD - V CM O u> CM CM M CM C~-ls-\ CM *« CA CM O «* t ^ N "«3-«* r . O t^-N-\ co •> LT\ O CM MD »» ^ 1 -MD T— ^d-»* O O o CM • < • i n o •« i n ON ON x— S o > • 1 - 3 •H U TJ O CÖ rO XI i n O i n co i - ^ t -T— ,_ »* CO co T— i n ** o CM MD ~ t— MD *-O •* m v -t— •« MD m •» MD CO *• CA T— i n »* CM ^~ NN •* C— KN •* i n i n T— KN • V T— o •* -Nh LTA T— O •» MD O ~ O o ^ MD O — o o r . O O « O o ~ o o • N o o •«. o o • V ' M D O • s o o •« MD MD •» CA CO i n •* i n ^~ •> • < • co • ^ • s O KN CO n •st-MD »^ i n CM i n " KN O »» O i n •* r r \ t— « i n i n t— ^ O .. ô. . . »* i n i n II C - II •» il m n CO II CM II II II il il II O II - II MD II <M II II C— II - II C— II i n ii CM II II 11 II II II «d- II - II m H " ^ il il il li i n il » il T - II r- II 11 II 11 Il CA II ~ II T - II KN II II II II II II II II NN II - II NN II CM II II II 11 II II 11 i n II - Il CM II i - Il II II II CO II - Il O II 1 - Il II 11 11 II O II x II t - Il T- Il CM II II II II l O II - Il CM II II II " O II - Il i n il r- Il CM II II II II MD in ON fcO H O -P O d cö «o
d o u cq LP H 4) X I fll EH 1 O U •- O X ! Ü H CÖ d -P o o X ! X I ü » H -Ö O Ü d to • H tsl Ï H O O fcO • - P S CO 0) -H o d o rd o H-—-O Xi d H • H Ci 15 CÖ O - P fcO ü XI • 5 H CO o co > ü d u 1 1 • X! u d o fcD • r l U CO ö > 0) H cö d - p o O -P EH ti'~-O - P r j ü O X ! H -a XJ d o •H u « O «H to o • -p 5 co C0 - H a) ds—-d (0 x) o H ' - ^ C3 X ! d H •H d t; d co -p to o X i • S H CO O a> > f H o d ?H • X! k d CO to • H ( H <D d > a> O +5 H d d - p o H
Tabel 6
"Type-bedrijven"
Gemiddelden van 10 (Nisse ) resp- 20 (Walcheren ) bedrijven over de
jaren 1955/56, 1956/57 en 1957/58*zowel in Groep I ( <10 ha als in
Groep II (> 10 ha) Opp« bedrijf, in ha in eigendom gras boomgaard tuingrond graan peulvruchten bieten aardappelen uien Aantal paarden melkkoeien jongvee kalveren mestvee varkens kippen schapen Aantal kinderen kinderen werkzaam in bedrijf
Opgenomen in natura uit eigen bedrijf voor huish.gebruik,gld. Bedrijfsinventaris, guldens ' Bedrijfsinkomen , guldens
melk
werk voor derden boomgaard tuinbouw schadevergoedingen eieren Bedrijfsuitgaven, guldens bemesting veevoer arbeidsloon zakgeld meew.kinderen kost en inwoning meew. kinderen
werk door derden
Netto bedrijfsinkomen, guldens
Nisse Groep I 7,38 1,73 2,98 0,25 0,23 0,91 0,72 0,71 0,65 0,13 0,7 5,1 1,9 2,8 0,0 1,1 27,2 0,0 1,70 0,73 667 2 903 3564 4 747 83 198 1 708
0
267 8 858 994 1 308 1440
567 651 7 287 Walcheren Groep I 8,18 3,18 2,18 0,04 0,03 1,82 1,22 1,22 0,61 0,01 1,0 3,7 1,2 1,5 0,2 1,3 38,5 0,1 3,07 0,61774
3
302 14 5524
211 31547
123 440 404 9 328 938 1 189 271 85 322 982 6 747 Nisse Groep II 20,00 2,33 6,03 0,36 0,00 3,63 2,58 3,00 2,36 0,11 1,5 4,0 10,3 5,0 2,55,5
15,3 1,6 2,23 0,57 796 8 960 40 070 3 940 771595
0
0
24 28 315 3 308 1 516 3 8460
320 1 701 12 949Wal
cheren Groep II 12 328
1
212
2
2
1
11 19,42 8,67 6,82 0,83 0,00 3,95 2,31 2,65 1,14 0,00 2,1 7,35,9
4,3 0,5 2,1 22,0 0,9 3,03 • 0,82 973 000 211 343 186 3570
220 I65 119 290 032 961 304 731 337 846 32/0260/12Gewogen gemiddelden van de bedrijven in tabel 6. Guldens
Opname in natura per gezinslid
Privé uitgaven per gezinslid Zakgeld + kost en inwoning per meewerkend gezinslid
Vermogen per ha Inventaris per ha
Veevoer per ha grasland Melk per ha grasland Melk par koe
Bedrijfsinkomen per ha nielk
werk voor derden boomgaard tuinbouw schadevergoedingen eieren Bedrijfsuitgaven per ha bemesting veevoer arbeidsloon zakgeld + kost en inwoning
werk door derden
Netto bedrijfsinkomen per ha
Nisse Groep I 172 879 773 3 674 393 439 1 6O3 932 77 88 987 Walcheren Groep I Nisse Groep II 157 743 686 3 727 404 545 1 931 1 135
1 8 3 8
645 . 11 27 2320
361
200 125 177 201
779 515 395
15 54 491
141 115 145 3450
120 823 188. 1 135 565 3 042 448 251 654 995 665 Walcheren Groep II 194 1 040 1 328 3 907 619 339 1 221 1 142 2 079 197 39 300
0
1
1 452 165 76 192 16 85 1 659 430 10 180
639
1 088 118 105 152 53 69 610 32/0260/12Onik' liHslanil Nieuwe tiii'sUind
debruiker \ li
(
\ erh.iuic » r a n ( tmci turtle WCLMJI: W.ilali'pe.n
0 ;50 50(1
/./;,'!.'/'t,i.' uut Iwl athi, ,1 .Sir(»mMTM' in