Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ENDOFTALMITIS:
VOORAFGAANDELIJKE OPMERKINGEN
• Behandeling
o Alle patiënten moeten urgent worden verwezen naar een oftalmoloog.
o Behandeling moet agressief zijn met intravitreale toediening van anti-infectieuze geneesmiddelen en, indien nodig, vroegtijdige vitrectomie.
o Antibiotica.
Subconjunctivale injecties worden niet langer aanbevolen omwille van het risico voor het vormen van littekenweefsel dat kan interfereren met latere chirurgische ingrepen.
Intraveneuze administratie heeft geen voordelen versus intravitreale administratie (behalve bij bleb gerelateerde en posttraumatische endoftalmitis).
Intravitreale antibiotica (magistrale bereiding):
0,4 mg amikacine in 0.1 ml normale zoutoplossing. 2,25 mg ceftazidime in 0.1 ml normale zoutoplossing. 1 tot 2 mg vancomycine in 0.1 ml normale zoutoplossing. • Vitrectomie
o Patiënten met een initiële visuele scherpte beter dan lichtperceptie (handbewegingen of beter): geen vitrec-tomie.
o Bij patiënten met initieel enkel lichtperceptie is vitrectomie aangewezen (3 x meer kans om 20/40 visus of beter te bekomen dan met intravitreale injecties alleen).