• No results found

30 jaar monitoring bodemdaling Ameland: Kartering van bijzondere plantensoorten in natte duinvalleien op Oost-Ameland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "30 jaar monitoring bodemdaling Ameland: Kartering van bijzondere plantensoorten in natte duinvalleien op Oost-Ameland"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hans de Wolde

30 jaar monitoring bodemdaling Ameland

J. Krol H.P.J. Huiskes P.A. Slim A.H. Heidema

Kartering van bijzondere plantensoorten in natte duinvalleien op Oost-Ameland

Conclusies

• De habitatsoort Groenknolorchis handhaaft zich op een

constant niveau in het onderzoeksgebied en de effecten van bodemdaling zijn voor deze soort waarschijnlijk als positief te beoordelen omdat zij veroudering van de vegetatie en van de bodem tegengaan.

• Parnassia verdwijnt snel uit het oostelijke onderzoeksgebied maar of vegetatiesuccessie hiervoor uitsluitend

verantwoordelijk is, blijft onzeker.

• De in 2005 afgeplagde vallei ten westen van paal 21,6 vormt een goede nieuwe groeiplaats voor Parnassia, Knopbies,

Moeraswespenorchis, Vleeskleurige orchis en Rond

wintergroen. Van deze soorten zijn de eerste exemplaren in 2010 verschenen.

• Zilt torkruid breidt langzaam uit in westelijke richting en heeft hier met ruim 3.000 exemplaren verreweg haar grootste

verspreiding op Ameland.

• Het sinds 2004 voorkomen van enkele planten van

Dodemansvingers is een bijzonderheid maar het voortbestaan van deze soort blijft gezien het ontbreken ervan in 2008 en 2009 ongewis.

Bijzondere plantensoorten natte duinvalleien

Groenknolorchis handhaaft zich op een stabiel niveau met jaarlijks enkele honderden exemplaren maar neemt af in het gebied oost van paal 21,6 en neemt toe in de geplagde vallei ten westen van paal 21,6. Zilt torkruid handhaaft zich in

hetzelfde gebied in behoorlijke aantallen die nergens anders op Ameland gevonden worden en heeft zich in 2016 westwaarts uitgebreid. Parnassia verdwijnt in het oostelijke deel van het gebied en verschijnt in het westelijke deel in de afgeplagde vallei. Moeraswespenorchis en Rond wintergroen gaan sterk achteruit op hun beste groeiplaats door instuiving van

strandzand maar vinden tegelijkertijd een nieuwe groeiplaats in het afgeplagde westelijke deel van het gebied. Vleeskleurige orchis verschijnt na het plaggen voor het eerst weer in 2010 met een beperkt aantal in het westelijke deel van de vallei.

Knopbies breidt iets uit naar het westen in de afgeplagde vallei. Het zeer zeldzame Dodemansvingers handhaaft zich op

dezelfde plaats en laat de laatste jaren goed bloeiende planten zien. De verspreiding van bijzondere plantensoorten is,

ecologisch gezien, gedurende een vrij korte periode (10 jaar) gemonitord. In deze vrij korte periode blijken de soorten zich toch duidelijk te ontwikkelen in hun verspreiding. Deze soorten zijn op West-Ameland bijna of helemaal verdwenen,

waarschijnlijk door vegetatiesuccessie, bodemvorming en verzuring vanwege gebrek aan dynamische omstandigheden. De natte omstandigheden, regelmatige inundaties met

zeewater maar ook instuiving van vers zand zorgen er op Oost-Ameland voor dat de habitateisen van de gekarteerde

zeldzame soorten behouden blijven. In dit licht bezien draagt bodemdaling waarschijnlijk in positieve zin bij aan het

voorkomen van de gekarteerde acht plantensoorten.

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 aan tal p lan te n Liparis Oost-Ameland

NAM WZ vallei totaal

Vleeskleurige orchis Groenknolorchis

Parnassia Knopbies Moeraswespenorchis Rondbladig wintergroen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De minste moeilijkheden bieden matig-necrotische kruisingen (graad 3-6) en wel, omdat de Fj's niet letaal zijn en omdat alle planten met het genotype voor necrose ook

In ieder geval werd door deze waarnemingen bewezen dat de tarwestengelgalmug voor zijn ontwikkeling niet alleen op kleigrond is aangewezen, maar dat de larven zich ook

Voor de bepaling van het aantal en de duur der larvalo stadia werd een grote proef uitgevoerd met rijstplanten van 70 dagen oud (proef i ).. Een monster bestond uit

Op 1 oktober werd de bespuiting voor het planten uitgevoerd en op 2 december 1974 de behandeling over het gewas uitgevoerd.. Op JO januari

landen is ruim 8%; van de dierlijke en plantaardige produkten zijn de percentages respectievelijk 10% en 4,5%. Deze agrarische pro- dukten worden in Nederland voortgebracht met 6%

Reden van doorverwijzing □ Pre-eclampsie □ Eclampsie □ PROM □ Chorioamnionitis □ Premature arbeid □ Diabetes □ PN < 1500g □ IUGR □ Laag geïnsereerde placenta

Volgens de wet betreffende de rechten van de patiënt wordt de minderjarige betrokken bij de uitoefening van zijn rechten rekening houdend met zijn leeftijd en

Keuze 8 gaat over de communicatie tussen de hoofd- en onderaannemers over de te gebruiken trendmethodieken en op welke wijze de gekozen trendmethodieken verantwoord dienen te