• No results found

Tuinvazen voor herbaria

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tuinvazen voor herbaria"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

speurtocnt naar acnttienae-eeuwse ornamentprenten

Tuinvazen voor herbaria

Een zeer Nederlands verschijnsel zijn de ornamentprenten uit de

achttiende eeuw die werden gebruikt op herbariumvellen.

Maar de kennis hierover vertoont nog grote leemten.

D

e techniek om planten als gedroogde bewijsexemplaren in herbaria te bewaren ontstond in Toscane in de zestiende eeuw. Aanvanke-lijk waren herbaria ingebonden boeken, zoals dat van Rauwolffin Museum Boer-haave. In de achttiende eeuw begon men herbariumvellen los te bewaren, wat een systematische ordening en latere her-schikking naar nieuwe inzichten mogelijk maakte. Zo werd het ook mogelijk om exemplaren uit te lenen en duplicaten te nülen. Daarmee was niet meer onmiddel-lijk duideonmiddel-lijk wie de eigenaar van een exemplaar was. Dit is misschien de reden dat men gedrukte ornamenten op de vel-len aanbracht, die als een ex libris door de eigenaar (persoon of instelling) gebruikt werden. Dezelfde eigenaar gebruikte ver-schillende modellen. Zo is het mogelijk aan de gebruikte ornamenten de eigenaar van een herbarium-exemplaar te herken-nen. Ook kan men zo traceren welke bota-nici exemplaren met elkaar uitwisselden. Het gebruik van deze ornamenten is van Nederlandse origine. Ze zijn bekend van

Johannes en Nicolaas Laurens Burman (vader en zoon), botanici aan de Hortus in Amsterdam; Adriaan en David van Royen (oom en neef), botanici aan de Hortus in Leiden; Nicolaas Meerburgh, hortulanus van de Hortus in Leiden; George Clifford, bankier te Amsterdam en particulier plantenverzamelaar in Heemstede; David de Gorter, botanicus aan het Athenaeum in Harderwijk; Chris-tiaan Kleynhoff, arts en verzamelaar voor Burman in Batavia en Maarten Hout-tuyn, arts, natuurhistorisch publicist en particuliere verzamelaar in Amsterdam. Carl Linnaeus in Uppsala en Albrecht von Haller in Basel gebruikten ook orna-menten, maar dat was wel zeker naar Nederlands voorbeeld. Beiden promo-veerden in Nederland. Vermoedelijk is het begin van deze traditie rond 1710 te dateren. Op het eind van de achttiende eeuw raakten de ornamenten in onbruik. De verschillende ornamenten - potten, maar ook wimpels, slangen, medaillons, plakstroken, etiketten - werden in vellen gedrukt. De plant werd zodanig op het

papier gemonteerd, dat die uit de gedruk-te tuinvaas lijkt gedruk-te groeien. Herhaaldelijk werden nieuwe modellen naar de laatste mode ontworpen, want de platen sleten snel. Er moeten duizenden vellen, etsen en gravures, gedrukt zijn. De onderdelen moesten worden uitgeknipt. Helaas zijn slechts enkele onverknipte vellen bewaard

gebleven. Zo gaat dat met gebruiksmate-riaal.

De weinige gave vellen geven veel infor-matie. Er is een compleet vel van Linna-eus in het Natuurhistorisch Museum van Stockholm. Hij kende het gebruik uit de periode 1735-1738. toen hij op de buiten-plaats 'De Hartekamp' van George Clif-ford werkte en ook in de Horti van' Amsterdam en Leiden. In zijn herbarium zijn exemplaren met potten van Clifford, Burman en Van Royen aanwezig. Een compleet vel van Clifford is in particulier bezit. Het Rijksherbarium in Leiden bezit enkele complete vellen van Van Royen. Hierop maken de ontwerper Hieronymus van der My (1687-1761) en de graveur Johannes van der Spyk (1696-1763) zich bekend, informatie die anders vrijwel altijd is weggeknipt. Beiden waren voor-aanstaande Leidse kunstenaars, die ook in andere projecten voor Leidse botanici gewerkt hebben.

Een compleet vel van de Burman orna-menten is helaas nog onbekend. Wellicht zou zo'n vel ook hier ontwerper en gra-veur kunnen onthullen. Misschien ligt ergens in een map een ongeschonden ornamentprent voor Burmans herbarium, mogelijk zonder dat de eigenaar zich bewust is van de herkomst, functie en betekenis van deze grafiek.

De speurtocht naar ornamentprenten wordt voortgezet. Wie dergelijke prenten bezit, of op de hoogte is van een particu-liere collectie waarin zich zulke zeldzame prenten bevinden, wordt verzocht contact op te nemen met de redactie van Origine, Postbus 5220, 2000 GE Haarlem. Literatuur

C.W. Fock. Willem van Mieris als

ont-werper en boetseerder van tuinvazen.

(Oud-Holland 87: 27-48,1973)

D.O. Wijnands &J. Heniger. The origins

of Clifford's herbarium. (Botanical

Journ-al of the Linnean Society 106:129-146,1991)

D D. ONNO WIJNANDS •

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het jaar 2020 heeft veel gevraagd van onze mensen, maar ook daarvoor geldt: diversiteit zorgt voor veerkracht.. Waar de een het best floreert in rustig vaarwater, komt de ander

5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid..

Indien men de legendes vertelt die rond de heilige Nicolaas geweven zijn, worden ze best verteld als legendes en niet als historische verslagen.. Ze werden immers verteld opdat

De  eerste  paragraaf  zal  dieper  op  het  doel  van  het  onderzoek  en  de  onderzoeksvragen 

BIJ DEZE KOORPARTIJ HOORT EEN BEGELEIDINGSPARTIJ. Tekst

Dit kan kennis zijn die de Hortus zelf in huis heeft, maar de Hortus ziet ook een rol voor zichzelf als kennismakelaar, waarbij de Hortus met haar brede (botanische) netwerk

S:ch:ng Hortus Nijmegen is sinds april 2015 verantwoordelijk voor de exploita:e en het beheer van de Botanische Tuin en de Theetuin in Park Brakkenstein te Nijmegen.. Hortus

gy doet me, als bosch en veld Hun tooisels derven door des Winters streng geweld, Wanneer in 't ruim der lucht de noorde- en oostewinden Niets ademen dan ys, een blyde