• No results found

Voedingsonderzoek met tarwe en perspulp bij vleesvarkens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voedingsonderzoek met tarwe en perspulp bij vleesvarkens"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voedingsonderzoek met tarwe en perspulp bij

vleesvarkens

Ronald Scholten en Geert den Brok, PV

Begin 1997 starten twee nieuwe voedingsproeven bij vleesvarkens. Het eerste onderzoek richt zich op de vraag of er verschil in technische resultaten ontstaat wanneer 50% tarwe los wordt bijgevoerd of 50% tarwe in het mengvoer wordt geperst. Ook wordt onderzocht wat het effect is van enzymtoevoeging in beide rantsoenen. Het tweede onderzoek richt zich op het voeren van 10% perspulp in brijvoer- én droogvoerrantsoenen.

Proef met 50% tarwe en enzymen

Uit voorlopige onderzoeksresultaten van het Varkensproefbedrijf “Noord- en Oost-Nederland” te Raalte lijkt het of het los bijvoeren van 50% tarwe, in combinatie met aanvullend mengvoer bij vleesvarkens gevoerd via brijbakken, leidt tot een slechtere voederconversie ten opzichte van stan-daard mengvoer. Ook in de praktijk wordt bij rant-soenen met 50% of meer tarwe een verslechtering van met name de voederconversie geconstateerd. Tarwe bevat een hoog aandeel xylanen. Omdat varkens niet beschikken over het enzym xylanase om de xylanen te verteren, kan bij een hoog aan-deel tarwe in het rantsoen de verteerbaarheid afne-men. Enzymtoevoeging kan een positief effect heb-ben op de verteerbaarheid van het rantsoen en daarmee op de groei en voederconversie. Om zowel het effect van enzymtoevoeging als de wijze van verstrekking van tarwe (los bijvoeren versus persen in mengvoer) te onderzoeken, wordt op het proefbedrijf van het Proefstation voor de Varkens-houderij te Rosmalen een proef met vier proefbe-handelingen opgezet:

* 50% tarwe in mengvoer geperst, geen enzymtoe-voeging;

* 50% tarwe in mengvoer geperst, wel enzymtoe-voeging;

* 50% tarwe los bijvoeren (in combinatie met 50% aanvullend mengvoer), geen enzymtoevoeging; * 50% tarwe los bijvoeren (in combinatie met 50%

aanvullend mengvoer), wel enzymtoevoeging. De proefbehandelingen worden zowel in de stat-t-als in de afmestfase toegepast. Het onderzoek richt zich op technische resultaten.

Proef met 10% perspulp

Perspulp is een product dat ontstaat bij de winning en productie van suiker uit suikerbieten. Perspulp komt met een drogestofpercentage van circa 22% uit de fabriek Tot nog toe werd een groot deel van de pet-spulp ingedroogd en tot pulpbrokjes geperst (88% drogestof). Dit proces vraagt veel energie. Om het energieverbruik te reduceren bestaat de optie om perspulp niet meer in te drogen maar direct naar de varkenshouderij af te zetten. Het extra aanbod van perspulp dat hierdoor ontstaat zal deels in de zeugenhouderij, maar ook zeker in de vleesvarkenshouderij moeten worden afgezet. In wetenschappelijke en kleinschalige praktijkproeven zijn enkele positieve eigenschappen van perspulp aangetoond. Zo wordt geclaimd dat perspulp posi-tief werkt op de gezondheid van dieren, dat het de ammoniakemissie reduceert en dat het de vlees-kwaliteit verbetert. Om dit op praktijkschaal zowel voor brijvoer- als droogvoersystemen te verifiëren, wordt op het Varkensproefbedrijf “Zuid- en West-Nederland” te Sterksel onderzoek gestart. Er zijn vier proefbehandelingen:

* Bijproductenrantsoen zonder perspulp; * Bijproductenransoen met 10% perspulp; * Droogvoerrantsoen zonder perspulp; * Droogvoerrantsoen met 10% perspulp.

De proefbehandelingen worden zowel in de start- als in de afmestfase toegepast Het onderzoek richt zich op technische resultaten, praktische aspecten rond-om het voeren van perspulp via een bnjvoerinstalla-tie en via brijbakken, ammoniakemissie, mestproduc-tie en mestsamenstelling, stofgehalte in de afdelingen, vleeskwaliteit en gezondheid van de varkens. n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook voor gestuwde afvoeren bleek het mogelijk te zijn om een empirische betrekking op te stellen tussen de overstorthoogte (h.), de benedenwaterstand (h„) en het debiet (Q)..

60.. is in Broekhuizen relatief groot. De oppervlakte is absoluut genomen echter gering, ook in Grubbenvorst en Meerlo, en kan daarom sterk beïnvloed zijn door toevallige

Deze nota gaat over een tensiometér-drukopnemersysteem voor nauw- keurige vochtspanningsmetingen in kasgronden. De onderdelen van het systeem worden afzonderlijk behandeld alvorens

Weliswaar is zowel bij komkommer als paprika de hoogste opbrengst verkregen bij gebruik van ontzout giet­ water, maar een regelmatige afname van de opbrengst onder invloed van

In deze eerste stap zullen de bestaande en voorgenomen KRM maatregelen (zoals weergegeven in het 50% ontwerp voor het Programma van Maatregelen van 8 oktober reeds in bezit

Verschillen met voorgaande rapportages worden veroorzaakt door aangepaste berekeningsmethode.42 Tabel I.9 Nulgroep: CPUE (aantal per ha) nulgroep vis per soort per jaar gevangen met

habitatgeschiktheidskaart geselecteerde gebieden daadwerkelijk door ganzen gebruikt worden en of misschien ook andere, niet op deze habitatgeschiktheidskaart aangegeven,

Sander de Roos, hoofd productontwikkeling bij fok­ bedrijf CRV, beaamt de reden van samenwerking: “Onze onderzoeksvragen liggen in elkaars verleng de en zijn te kostbaar in de