• No results found

Strategisch stikstof bemesten op melkbeebedrijven : welke bemestingsadvies gebruik je als stikstof knelt?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Strategisch stikstof bemesten op melkbeebedrijven : welke bemestingsadvies gebruik je als stikstof knelt?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Principe: Gebruik N waar ‘t het

beste tot zijn recht komt

Stap 1 Verdeling over grasland en maïsland:

beslis wat op maïs komt, de rest gaat naar gras

De opbrengstverhoging van grasland en maïsland door N is ver-schillend: op maïsland leveren de eerste kilo’s N meer opbrengst op dan op grasland (figuur 1). Gras heeft ca. 400 kg N/ha nodig en maïs ca. 200 kg N/ha om het maximum te bereiken. Wat is de beste verdeling over maïs en gras voor opbrengst in droge stof, VEM en ruw eiwit?

Uitgangspunt: bedrijf met 25% snijmaïs en 75% gras op zand, gebruiksnormen: maïs 140 kg N/ha, gras 250 kg N/ha. N die niet op snijmaïs gegeven wordt gaat naar gras. Met werkingscoëffi-ciënt inclusief nawerking van vorige jaren van rundveedrijfmest en efficiëntie in de rij op snijmaïs wordt rekening gehouden. Er wordt 45 m3/ha rundveedrijfmest toegediend op maïs. Bij minder dan 70% bemesting op mais wordt gekort op rundvee-drijfmest. Dit kost extra N-bemesting omdat op lange termijn de nawerking van vorige jaren niet meer vrijkomt.

Strategisch stikstof bemesten

op melkveebedrijven

Figuur 1 Respons van gras en maïs op stikstofbemesting. NLV van grasland is 140 kg N/ha. (Bron gras: BBPR; maïs: Schröder, 1998)

Welke bemestingsadvies

gebruik je als stikstof knelt?

Gebruiksnormen voor stikstof (N) zijn voor gras en snijmaïs lager dan N-bemestingsadvies, met name op zand en löss. Normen gelden op bedrijfsniveau, u heeft de verdeling van de N in eigen hand over:

• Gewassen

• (Groepen van) Percelen en eventueel grondsoorten • Tijd in het uitrijseizoen

Re la tie ve d s op br en st , % Re la tie ve d s -o pb re ng st , % 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Gras N bemesting, kg/ha 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 N bemesting, kg/ha N bemesting, kg/ha Maïs 0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 0 100 200 300 400 500 dr og e st of op br en gs t, kg /h a NL V200 NL V100 Re la tie ve d s op br en st , % Re la tie ve d s -o pb re ng st , % 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Gras N bemesting, kg/ha 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 N bemesting, kg/ha N bemesting, kg/ha Maïs 0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 0 100 200 300 400 500 dr og e st of op br en gs t, kg /h a NL V200 NL V100 Contact: Jantine.vanmiddelkoop@wur.nl www.bemestingsadvies.nl

(2)

Resultaat in tabel 1: Snijmaïs op 80% van het bemestingsadvies kost nauwelijks opbrengst en levert extra ruw eiwit, snijmaïs op 70%-60% van het bemestingsadvies levert geen extra ruw eiwit meer op maar kost droge stof en VEM.

Advies: bemest snijmaïs niet onder 80% van het N-bemes-tingsadvies (= 45 m3/ha drijfmest en 12 kg N/ha in de rij).

Dit kost op bedrijfsniveau vrijwel geen opbrengst en levert extra ruw eiwit van gras.

Stap 2 Verdeling over grasland: houd rekening

met het stikstofleverend vermogen (NLV)

Percelen op een bedrijf hebben vaak verschillende NLV’s en daar-door verschillende reactie op N-bemesting (figuur 2). De hoogte van het N-bemestingsadvies verschilt daarom tussen percelen. Wat is de beste verdeling over NLV100 en NLV200 voor de opbrengst in droge stof en ruw eiwit?

Advies: Totale jaargift volgens bemestingsadvies/ha – Totale jaargift beschikbaar/ha = Gemiddeld verschil

Nieuwe jaargift voor perceel = Jaargift bemestingsadvies voor perceel – Gemiddeld verschil.

Bij een bedrijf dat 50% NLV100 en 50% NLV200 heeft en 250 kg N/ha ruimte heeft: overal 250 kg N/ha levert 400 kg droge stof minder en een grotere variatie in ruw eiwit gehalte dan verdelen volgens bovenstaande formule (tabel 2).

Stap 3 Verdeling over groeiseizoen

voor grasland

N-bemestingsadvies is een snede-advies (zie www.bemestings-advies.nl) . Vergelijking van 2 methoden van verlagen naar een lagere jaargift: snede 1+2 volgens oorspronkelijk advies + overige sneden korten (“sn1+2 hoog”) en alle sneden evenredig korten (“alles korten”).

Advies hangt af van gebruik en NLV (tabel 3). Bij lage NLV levert “alles korten” de meeste VEM en ruw eiwit opbrengst, bij hoge(re) NLV “sn1+2 hoog”.

N-bemesting,

% van advies drogestof opbrengst, % van opbrengst bij bemest volgens N-advies

kVEM opbrengst, % van opbrengst bij bemest volgens N-advies

Ruw eiwit opbrengst, % van opbrengst bij bemest volgens N-advies

maïs gras maïs gras bedrijf maïs gras bedrijf maïs gras bedrijf 100 70 100 93 95 100 92 94 100 83 85 90 72 100 93 95 100 93 95 100 84 86 80 73 99 94 95 99 93 95 99 85 87 70 75 97 94 95 97 94 94 97 86 87 60 76 93 95 94 93 94 94 93 87 87

N bemesting gelijk N bemesting vlg advies Verschil

NLV200 NLV100 50-50 NLV200 NLV100 50-50 Per ha 50 ha Nbemest, kg/ha 250 250 250 220 280 250

D. stof, ton/ha 13.7 12.2 12.9 13.4 13.2 13.3 0.4 20 ton Reiwit, kg re/ha 2613 2138 2376 2486 2278 2382 6 300 kre Re-geh, g/kg ds 191 168 185* 173*

50-50: 50% gras en 50% maïs; D.stof: droge stof; Reiwit: Ruw eiwit; Re-geh: Ruw eiwit gehalte. (Bron: BBPR) *gelijk Re-geh wordt verkregen bij bemesting 200 kg N/ha op NLV200 en 300 kg N/ha op NLV100

NLV 80 140 190 240

% VEM % RE % VEM % RE % VEM % RE % VEM % RE Zand weiden 95 98 99 100 100 100 99 100 Zand maaien 94 96 98 98 99 100 100 100 Klei weiden 98 99 100 100 100 100 99 100 Klei maaien 97 98 98 99 100 100 100 100 Veen weiden 100 100 101 100 Veen maaien 98 99 98 99

Figuur 2 Droge stofopbrengst bij N bemesting op NLV100 en NLV200 op gras. (Bron: BBPR)

Tabel 1 Droge stof, kVEM en ruw eiwit opbrengst op melkveebedrijf met 25% maïs en 75% gras, procen-tueel ten opzichte van bemesting volgens volledig N-bemestingsadvies bij gebruiksnorm 140 kg N/ha voor maïs en 250 kg N/ha voor gras.

Tabel 2 Vergelijking van gelijke N-bemesting en ge-differentieerde N-bemesting bij 50 % NLV100 en 50 % NLV200 op grasland.

Tabel 3 Opbrengst in % van “sn1+2 hoog” ten opzichte van “alles korten” (=100%). Getal <100 betekent “alles korten” is gunstiger, = 100 geen verschil. (Bron: BBPR berekeningen door v. Noord en Kool, CAH Dronten)

Re la tie ve d s op br en st , % Re la tie ve d s -o pb re ng st , % 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Gras N bemesting, kg/ha 0 20 40 60 80 100 0 50 100 150 200 250 300 350 400 N bemesting, kg/ha N bemesting, kg/ha Maïs 0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 0 100 200 300 400 500 dr og e st of op br en gs t, kg /h a NL V200 NL V100 Contact: Jantine.vanmiddelkoop@wur.nl www.bemestingsadvies.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In the tradition of action research the model is used on the SETU standard, a standard that is mandatory in the public sector of the Netherlands in order to achieve

In this talk we will also discuss the many useful uses of non-cooperative behavior - for example in training and simulation environments - both from the point of

Wanneer mechanische bestrijding ingezet wordt, moet deze wel toegepast worden zonder verspreiding van knolcyperus in de hand te werken (Rotteveel, 1993).. Een goede optie kan

Pionierende zaadproductiebedrijven, zoals dat van de familie Groot, hebben zich in het begin van de negentiende eeuw laten inspireren door deze vorm van handel.. De

STEP DRAWDOWN TEST DATA PLOT = Drawdown

Een Consulting Officer van de LCP-Services zorg- de voor de introductie, terwijl op 4 bedrijven het gebruik en de advisering op basis van het Herd Management Control-systeem door

Door de holle boren wordt een filter met stijgbuis geplaatst waaraan watermonsters kunnen worden onttrokken en waarin de stijghoogten kunnen worden gemeten.. De boordiepte

vraag in hoeverre de resultaten van een bepaald in overweging geno- men onderzoeksproject streekgebonden zullen zijn en in hoeverre ze naar elders overdraagbaar mogen worden