• No results found

Voorkeur vleeskuikens bij tarwe bijvoeren?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorkeur vleeskuikens bij tarwe bijvoeren?"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorkeur vleeskuikens bij tarwe bijvoeren?

J.H. van Middelkoop, onderzoeker milieu en vleeskuikens

A. L. Leipoldt, onderzoeker gedrag

Kuikens hebben de eerste dagen van het tarwe bijvoeren een duidelijke voor-keur voor de tarwekorrels. Later blijkt deze voorvoor-keur er niet meer te zijn; mengvoer en tarwe worden opgegeten zonder uit te zoeken. Bit blijkt uit onderzoek van het PP.

Inleiding

In plaats van een volledig mengvoer in de vorm van korrel of meel krijgen de kuikens bij het tarwe bijvoeren een voer, dat uit twee duidelijk verschillende componenten be-staat. De samenstelling van het kernvoer is daarbij afgestemd op de gemiddelde hoe-veelheid tarwe die als korrels wordt bijge-mengd. Anders dan bij een volledig meng-voeder kan het kuiken de samenstelling van het opgenomen voer duidelijk beïnvloeden, wanneer het dier meer of minder tarwe op-neemt. Het bijvoeren van losse tarwe bij vleeskuikens geeft de kuikens immers de gelegenheid te kiezen tussen de geperste mengvoerkorrel en de tarwekorrel. Als een kuiken in verhouding teveel tarwe eet, dan voldoet het voer niet meer aan de gewenste samenstelling voor een goede groei en vleesaanzet. De vraag is dan ook in hoever-re de kuikens een voorkeur hebben voor de tarwekorrels en in hoeverre daardoor de op-name tussen de dieren in belangrijke mate wordt beïnvloed. Bij het onderzoek naar het effekt van tarwebijvoeren op de mest- en slachtresultaten zijn daarom ook gegevens verzameld over een eventuele voorkeur voor de tarwekorrels in het voer.

Proefaccommodatie

Het onderzoek naar het effekt van het bijvoe-ren van tarwe aan vleeskuikens werd uitge-voerd in de vleeskuikenstal van het

Praktijk-onderzoek. Deze stal bestaat uit verschillen-de hoofdafverschillen-delingen. Ieverschillen-dere hoofdafverschillen-deling is onderverdeeld in twee subafdeling van elk 75 m2. Per subafdeling werden per ronde 1500 kuikens geplaatst. Het voer werd ver-strekt via Minimax voerpannen; 18 voerpan-nen per afdeling. Voor de drinkwatervoor ziening was iedere afdeling voorzien van drie leidingen met in totaal 118 nippels. De kuikens kregen onbeperkt voer en water. Tijdens de ronde in februari 1994 werden in één afdeling gegevens verzameld over het eetgedrag van de kuikens.

Voerregime

Naast het startvoer werd geen tarwe bijge-voerd. Na 9 dagen werd overgeschakeld op groeivoer en werd begonnen met het tarwe-bijvoeren. Het percentage bijgemengde tar-we tar-werd in de loop van de mestperiode trapsgewijs verhoogd van 4% op de tiende dag tot 34% op 39 dagen. De dieren werden afgeleverd op 42 dagen.

Werkwijze

Getracht werd op een eenvoudige manier te bepalen in hoeverre de kuikens een voor-keur hebben voor de tarwekorrels in het voer. De werkwijze was daarbij als volgt: In een losse voerpan, waar de kuikens niet in kunnen gaan staan, wordt een mengsel gedaan van tarwekorrels en groeivoer. Dit

(2)

Tabel 1: aantal tarwekorrels per gram voer in het aangeboden monster.

Minuten Dag 10 Dag 13 Dag 17 Dag 20 Dag 24 Dag 31 na start 2 herh. 3 herh. 2 herh. 2 herh. 2 herh. 2 herh.

0 1 2 3 4 6 8 10 2,8 290 1,4 o,a 0,2 z5 193 0,5 0,3 2,5 292 2,o 197 1,7 2,5 2,3 2,1 1,9 i,a 1,7 197 1,2 28 2,6 296 370 3,1 390 2,5 276 2,4 236 2,5 296

mengsel bestond uit een vast aantal tarwe-korrels per 40 gram mengsel. Meestal werd uitgegaan van 100 tarwekorrels, hetgeen overeen komt met 12% tarwe. De eerste dag werd iets meer tarwe gegeven (13% tarwe). De bak met voer werd in het hok gezet en per minuut werd gekeken of er verhoudings-gewijs meer tarwe uit die bak was gegeten. Dit werd gedaan door na 1 minuut het voer-mengsel terug te wegen en de tarwekorrels te tellen. De tijd ging in, wanneer het eerste kuiken begon te eten. De bak met voer wordt

na het wegen en tellen onmiddellijk weer teruggezet. Deze procedure werd telkens weer na 1 minuut herhaald. Het aantal keren dat dit herhaald werd, hing af van het veront-reinigen van het voermengsel, zoals strooi-sel en vocht, waardoor de resultaten beinvloed kunnen worden.

De waarnemingen over het eetgedrag met behulp van die losse voerpan, werden over een periode van drie weken verricht op dag 10, 13, 17, 20, 24 en 31. De hoeveelheid

(3)

tarwe in de voerpan ten behoeve van de afdeling werd bijgemengd liep trapsgewijs waarnemingen werd niet veranderd. De hoe- op en bedroeg in diezelfde periode resp. 4, veelheid tarwe die in het voer voor de hele 8, 12, 18, 20 en 22%.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dus zit in de cellen een mengsel van voor- namelijk glucose en fructose, ongeacht of de bijen op honing, kristalsuiker of invertsuiker ingewinterd zijn.. De suikersamenstelling

Kap 6. Weinig verschil in waterverbruik en ook. hier dezelfde tendens als bij 70 °C stomen kap 1 en kap 2 waarbij de tijds­ duur van stomen langer is indien een kleinere

60.. is in Broekhuizen relatief groot. De oppervlakte is absoluut genomen echter gering, ook in Grubbenvorst en Meerlo, en kan daarom sterk beïnvloed zijn door toevallige

Componenten die als potentieel fytotoxisch werden aangemerkt of waar geen informatie van bekend is zijn geprioriteerd en twee van deze meest relevante componenten zijn nader

Deze nota gaat over een tensiometér-drukopnemersysteem voor nauw- keurige vochtspanningsmetingen in kasgronden. De onderdelen van het systeem worden afzonderlijk behandeld alvorens

Weliswaar is zowel bij komkommer als paprika de hoogste opbrengst verkregen bij gebruik van ontzout giet­ water, maar een regelmatige afname van de opbrengst onder invloed van

In deze eerste stap zullen de bestaande en voorgenomen KRM maatregelen (zoals weergegeven in het 50% ontwerp voor het Programma van Maatregelen van 8 oktober reeds in bezit

Verschillen met voorgaande rapportages worden veroorzaakt door aangepaste berekeningsmethode.42 Tabel I.9 Nulgroep: CPUE (aantal per ha) nulgroep vis per soort per jaar gevangen met