• No results found

Opdrachtgever krijgt meer invloed : concept-onderzoekprogramma voor 1998 en de financiering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opdrachtgever krijgt meer invloed : concept-onderzoekprogramma voor 1998 en de financiering"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ir. AJ. Riemens,

directeur PAV-Lelystad

De laatste maanden van 1997 is veel werk verzet om tot een evenwichtig onderzoekprogramma voor 1998 te komen. De voorbereiding van het programma moest op een andere

wijze vorm gegeven worden, dan tot nu toe gebruikelijk was. De oorzaak hiervan is de overgang van de

zogenaamde input-financiering naar de programmafinanciering. Deze

vorm van financiering gaat gepaard met een grotere sturende invloed van de financier/opdrachtgever op het uit te voeren onderzoek.

In het onderstaande overzicht wordt ingegaan op de ervaring en

werkwijze met deze nieuwe manier van aansturing van het onderzoek.

W e r k w i j z e en e r v a r i n g e n

Evenals voorgaande jaren worden op basis van de adviezen van de

pro-grammeringscommissies concept-be-grotingen opgesteld voor de voorstel-len, die prioriteit kregen. Bij de

vaststelling van de prioritaire vragen werd meer dan in voorgaande jaren rekening gehouden met de indicaties, die het Ministerie van LNV als

op-drachtgever/financier reeds had gege-ven. In een aantal gevallen bleken de indicaties van LNV niet de steun van de programmeringscommissies te hebben. In deze gevallen zijn deze

in-drachtgever

krijgt meer invloed

Concept-onderzoekprogramma voor 1998 en de

financiering

dicaties echter ook meegenomen bij de samenstelling van het onderzoek-programma. De opdrachtgever/ fi-nancier bepaalt uiteindelijk immers waaraan men de beschikbare midde-len wil besteden.

Hoewel op projectniveau de wensen van het bedrijfsleven en de overheid op een aantal punten behoorlijk uit-een liepen, was het op programmani-veau toch mogelijk tot pakketten on-derzoek te komen, die recht doen aan de wensen van zowel het bedrijfsle-ven als de overheid.

Het proces om binnen het PAV tot een programma te komen, dat aan-sluit bij de wensen van de opdracht-gever, verliep door de gewijzigde fi-nanciering complexer dan onder het regime van input-financiering. Naast de interne programma-opstelling ver-eist LNV voor een aantal program-ma's ook afstemming op het onder-zoek bij andere proefstations en instituten. Deze onderlinge afstem-ming is een goede zaak en kan bijdra-gen aan het voorkomen van duplica-tie en aan versterking van onderzoek door een gezamenlijke aanpak.

Vooral op het gebied van de thema-gerichte velden bleek de onderlinge afstemming goed realiseerbaar. Voor de specifieke gewas- of sectorvraag-stukken lijkt deze

instellingsover-programma kwaliteit wortelgewassen kwaliteit bladgewassen kwaliteit maaigewassen cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek nematoden schimmels plagen onkruiden

benutting nutriënten en water economie en management bedrijfssystemen gevraa overheid 6% 9% 35% 0% 46% 46% 51% 44% 57% 27% 65%

gde percentage financiering van collectief bedrijfsleven 93% 90% 64% 62% 38% 41% 36% 28% 32% 45% 8% derden 1% 1% 1% 38% 16% 13% 13% 28% 11% 28% 27%

schrijdende aanpak moeilijker en bo-vendien niet tot meerwaarde te leiden.

Resultaat

In het bovenstaande overzicht is het kwantitatieve resultaat van de pro-grammering weergegeven. De basis daarvoor is het concept-programma

1998 en de daarbij behorende finan-ciering, zoals deze bij LNV en de

collectieve bedrijfslevenfinanciers is ingediend (zie overzicht).

Per aandachtsveld is aangegeven welk deel van de financiering ge-vraagd wordt van de overheid, het collectieve bedrijfsleven en derden. Het onderstaande overzicht geeft aan, dat de interesse van de onderscheiden opdrachtgevers nogal verschillend is. De financiering van o verheidszij de is geconcentreerd op onderzoek, dat bij-draagt aan het realiseren van over-heidsbeleidsdoelen. Voorbeelden daarvan zijn biologische landbouw, bedrijfssystemen-onderzoek en on-derdelen van het

gewasbescher-mings- en het bemestingsprogramma. De bedrijfsleveninzet kent zwaarte-punten bij de programma's, die meer inspelen op het bijdragen aan de komensvorming op bedrijven. De in-zet door derden is het hoogst bij het rassenonderzoek, waarbij de kweek-bedrijven via de NVZP bijdragen. De inzet van derden bij de programma's die gewasgericht en kwaliteitsgericht zijn, is laag. Hoewel er op program-maniveau sprake is van duidelijke ac-centverschillen, leert een nadere ana-lyse, dat voor programma's waaraan zowel overheid als bedrijfsleven een substantiële bijdrage leveren, een groot aantal projecten door beide wordt ondersteund. Op grond daar-van is er derhalve alle reden om ook in de toekomst met één geïntegreerd programma, gericht op beide doel-groepen te blijven werken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer aan deze hoofdvoorwaarden wordt voldaan, komen eenige punten van actueel crisisbeleid op den voorgrond, waarbij in het oog moet worden gehouden, dat het program nimmer

9 In andere Europese gedecentraliseerde eenheidsstaten, zoals IJsland en Noorwegen, komt dit niet voor door de relatief uitgebreide nationale wetge- ving die daar tot stand

Inzicht verschaffen aan de consultants van CDI en de financiële stakeholders van Kendrion in hoeverre de herfinanciering bij Kendrion te voorkomen was geweest en welke gevolgen deze

2p 23 Leg uit dat als dit jaar de staatsschuld afneemt, hierdoor in latere jaren ruimte ontstaat voor hogere overheidsuitgaven voor 65

De inkomsten die de overheid op deze manier verkrijgt, zouden gebruikt moeten worden voor een campagne ter stimulering van gezonde eetgewoonten.. De eigenaren van

In tabel 1 zijn de uitkomsten van de vergelijken­ de analyse volgens de voorgaande subparagraaf samengevat.15 In deze tabel wordt met betrekking tot drie eigenschappen van

Het is de bedoeling dat alle Vlaamse lagere scholen eind januari / begin fe- bruari een brief ontvangen vanwege de minis- ter-president, de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs

Wij dragen samen de zorg voor mensen die door ziekte en ouderdom dat niet meer zelf kunnen.. En we investeren in een stelsel waarin voorkomen weer beter is