• No results found

3-D meettechniek : een overzicht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "3-D meettechniek : een overzicht"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3-D meettechniek : een overzicht

Citation for published version (APA):

Dam, N. M. F. (1986). 3-D meettechniek : een overzicht. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPA0290). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1986

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

(2)

3-D meettechniek, een ave~zicht. WPA-~appa~tn~. 0290, mei 1986.

Laba~ata~ium vaa~ Lengtemeting, TH-Eindhaven.

gesch~even daa~: N.M.F. Dam

gaedgekeu~d daa~: ing. K.G. St~uik

Dist~ibutie:

- I.H.B.D. Emmen Cafd.

we~ktuig-bauwkunde)

- i~. P.H.J. Schellekens

- ing. K.G. St~uik

- i~. J. Teeuwsen

- G.J. Theuws

- afd. Dakumentatie (3 kee~)

- Laba~ata~ium vaa~ Lengtemeting

C3 kee~)

(3)

InMcudscpgeve

NummeL 1 , 2, 3, ~. 5. 5.1 5.2 5.3 5.~ 5.5 6. 6.1 6.1.1 6.1.2 6.2 6.3 7. 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2

B.

B.l

B.2 B.3 9. 10. titel bIz. Samenvatting . 2 Inleiding . . 3

De ontwikkeling van de 3-dimensionale meetmachine 3

Het principe van 3-dimensionaal meten . ~

De konstLukties van 3-dimensionale meetmachines . 5

De konstruktievormen . 5

De Lechtgeleidingssystemen . 7

De aandLiJrsystemen . 7

De meetsystemen . . 9

De tastsystemen . . 10

Het weLken met 3-D meetmachines . 11

De besturingsvoLmen VOOL 3-D meetmachines . 12

HandbestuLing en sortwaLe-toepassing . . 12

CNC-besturing en sortwaLe-inzet . 1~

Het Legelsysteem VOOL de CNC-bestuLing . 15

De presentatie van de meetresultaten . . 16

Meetnauwkeurigheid en kalibratie van de 3-DM . 16

De routenbronnen . 17

KalibLatie van een 3-D meetmachine . 19

De komponenten-arwiJkingen . 20

De bepaling van de volumetLische rout van een 3-D

meetmachine . 21

Uerdere mogeliJkheden en ontwikkelingen . . 22

Ueel toegepaste toebehoren . 22

Optische 3-D meetmachines . 23

Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het 3-D meten Konklusies LiteratuuL bLonvermelding In totaal ~6 riguLen · 2~ · 26 27 · 28

(4)

~ Samenvatting

Oit themave~slag is gesch~even naa~ aanleiding van mijn stage

voo~ de opleiding We~ktuigbouwkunde aan het I.H.B.D. Emmen. Ik heb de de~de periode mogen doorlopen aan de Technische Hoge-school Eindhoven, afdeling Lengtemeettechniek.

Oit verslag ge9ft een beschrijving van drie-dimensionale

meetmachines. Er wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling,

konstruktie, bediening, meetnauwkeurigheid, kalibratie en

nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.

Gebleken is dat de 3-D meetmachine C3-0M) zeer veel

mogelijk-heden heeft (o.a. snelle, objektieve en nauwkeurige meting in

drie dimensies). Uooral de integratie van de 3-0M in de prod uk-tie is zeer interessant. Toch moet nog veel aandacht worden

be-steed aan de beheersing en de kontrole van de

meetnauwkeurig-heid en de afstemming van de 3-0M op de specifieke doelen waar-voor deze wordt gebruikt.

(5)

Inleiding

De de~de pe~iode van miJn stageJaa~ voo~ de H.T.S. We~ktuig­

bouwkunde aan het I.H.B.D. Emmen, heb ik mogen doo~lopen aan de

Technische Hogeschoo1 Eindhoven op de afde1ing

Lengtemeettech-niek. Ik heb gewe~kt onde~ bege1eiding van ing. K.G. St~uik.

Dit themave~slag geeft een besch~ijving van d~ie-dimensionale

meetmachines. Hie~biJ is gepoogd zo vo1ledig mogeliJk te ziJn,

zonde~ technisch al te diep op de mate~ie in te gaan.

In hoofdstuk 3 wo~dt de ontwikkeling van de 3-D meettechniek

besch~even. Deze was duidelijk een gevolg van de behoeften in de p~aktiJk. In hoofdstuk ~ wo~dt een besch~ijving gegeven van het p~incipe van 3-D meten. Ue~volgens wo~dt in hoofdstuk 5 de

konst~uktie van een 3-D meetmachine C3-DM) belicht. Hie~biJ wo~dt aandacht besteed aan de konst~uktievo~men, ~echtgelei­ dingss~stemen, aand~ijfs~stemen, meetsystemen en tasts~stemen.

In hoofdstuk 6 wo~dt het we~ken met de 3-DM besch~even. Aan de

orde komen de bestu~ingsvo~men, een uiteenzetting van het ~e­

gels~steem en de mogelijkheden van info~matie-uitgifte. In

hoofdstuk 7 passe~en de foutenbronnen en de kalib~atie van de

3-DM de revu. Tenslotte wo~dt in hoofdstuk B aandacht besteed

aan enige toebeho~en, de optische 3-DM en nieuwe ontwikkelingen

op het gebied van de drie-dimensionale meettechniek.

~ De ontwikkeling ~ de 3-dimensionale meetma~hine

De d~ie-dimensiona1e meettechniek is een Jonge techno1ogie. Tot

het einde van de Ja~en '60 wa~en p~oduktie- en meet~uimten nog

ste~k gescheiden. In de meetkame~ we~den a11e~lei meetinst~u­

menten ingezet zoals de eindmaatkompe~ato~, de meetmik~oskoop,

de verdeeltafe1, sChroefmaten en meetklokken. Twee dimensionale

metingen wa~en weI mogeliJk maa~ e~g gekomplisee~d. Daa~om

werden voo~ moeiliJke~ p~oblemen eenvoudige 2-D meetmachines

toegepast. Als goedkope~ alte~natief we~den koo~dinatenboo~ma­

chines voo~zien van een taste~kop. Dp deze manie~ konden de

meetobJekten met de hand wo~den gemeten. Ue~eiste was weI dat

het meetobJekt uitgelijnd was ten opzichte van het machinekoo~­

dinatensysteem. Bovendien moesten de meet~esultaten "met de

hand" ve~werkt wo~den. Dit alles ~esultee~de in lange kont~ole­

tiJden en veel foutenb~onnen (subJektieve metingen). 2ie figuu~

1 .

Begin Ja~en '70 we~d e~ een hoge~e nauwkeu~igheid en

uitwis-selbaa~heid van de p~odukten geeist. E~ bestond behoefte aan

snellere, meer bet~ouwba~e kont~oles tiJdens het p~oduktiepro­

ces. Oat heeft uiteindekijk geleid tot de ontwikkeling van de

3-D meetmachines C3-DM , zie figuu~ 2a en b). Hierbij worden de

meet~esultaten met een compute~ ve~we~kt Ceventueel

statis-tisch), Het is dan biJvoo~beeld niet mee~ noodzake1ijk het

meetobjekt mechanisch uit te lijnen. Uoordat het meetp~oces

wo~dt beg onnen kan de 1igging van het meetobjekt bepaald wo~­

(6)

tijdens het meetp~oces wo~den de meetwaa~den, gebassee~d op het

machine koo~dinatensysteem omge~ekend naa~ meetwaa~den

gebas-see~d op dat van het meetobJekt.

De taste~ is voo~zien van een elekt~o-mechanisch systeem zo-dat ook daa~ invloeden van de bediene~ wo~den voo~komen. De

compute~ kan tevens de bestu~ing van de meetmachine op zich

ne-men (het Compute~ Nume~ical Cont~olled-meten). Op deze wiJze

wo~dt een zee~ objektieve meetmethode ge~ealisee~d.

Uit het voo~gaande blijkt dat e~ de volgende motieven zijn

voo~ het toepassen van 3-D Meetmachines:

1. e~ is een eno~me ~eduktie van de meettijd mogelijk als de

softwa~e juist wo~dt ingezet.

2. e~ kunnen nu meetp~oblemen wo~den opgelost die zonde~

3-0M niet mogelijk wa~en.

3. de metingen zijn in hoge mate objektief.

~. met behulp van de compute~ kunnen vele ekst~a gegevens

ove~ het meetobjekt wo~den ve~k~egen, zoals statistische

waa~den.

S. de mogeliJkheid tot volledig automatisch meten, het

CNC-meten.

Nu wo~den de 3-DM's steeds mee~ geinteg~ee~d in het p~oduktie­ p~oces. Zij zijn of speciaal daa~voo~ ontwo~pen of volledig

aangepast (zie figuu~ 3a). Tevens wo~den de optische 3-DM's een

vake~ voo~komend ve~schijnsel. Uoo~al de toepassing van lase~­ inte~fe~omete~s en video-analyseappa~atuu~ is in opma~s.

Een speciale vo~m van de 3-DM is de meet~obot. Deze wo~den

veel toegepast bij de se~iep~oduktie van g~ote p~odukten die

tijdens de p~oduktie (bijvoo~beeld een lopende band) zee~ snel

gemeten moe ten wo~den Czie figuu~ 3b). Zij hebben geen eigen

opspantafel, leve~en een ~edelijke meetnauwkeu~igheid in een

zee~ ko~te tiJd en zijn eno~m flexibel.

Uoo~ zee~ g~ote meetobjekten wo~den sinds ko~t 3-D metingen

uitgevoe~d met behulp van een 3-DM voo~zien van elekt~onische

theodolieten (zie figuu~ ~).

~ Het p~incipa ~ 3-dimensionaal meten

De d~ie machinesledes vo~men aan ka~tesisch ~efe~entie koo~­

dinatensysteem. Dit is een koo~dinatansysteem waa~van de d~ie

assen allen lood~echt op elkaa~ staan. De tastkop kan v~ij in

alle ~ichtingen binnen het meetvolume bewegen. Hie~biJ wo~den

de t~anslaties langs de d~ie assen (X, Y en 2) met biJvoo~beeld

een digitaal meetsysteem gemeten. De bewegingen wo~den doo~

d~ie aand~iJf systemen ge~ealisee~d.

Met een ste~taste~ (zie figuu~ 5) kunnen, als de taste~s op

de juiste wiJze zijn gemontee~d, aIle meetpunten op het

maetob-jekt wo~den aangetast. Uoo~ het eigenlijke meetp~oces wo~dt de

taste~ op een refe~entiepunt (iJkno~maal, bijvoo~beeld een

ijk-kogel) ingemeten. Hie~biJ wo~dt een dimensieloos tastpunt

(7)

aantast-ing naa~ het dimensielase tastpunt.

Omdat het meetabjekt niet mechanisch wordt uitgelijnd moet

voo~ het meetp~oces eerst het meetobjektkoordinatensysteem

wor-den vastgelegd. 2odoende is het meetobjekt rekenkundig

uitge-lijnd. Bij aIle volgende metingen worden de resultaten

omge-werkt van het machinekoordinatensysteem naar dat van het

meet-objekt.

~ De kcnstrukties ~ 3-dimensicnale meetmachine

Onderstaand wordt ingegaan op de volgende onde~werpen:

- de konstruktievormen de rechtgeleidingssystemen de aandrijFsystemen de meetsystemen - de tastsystemen 5.1 De kcnstruktievormen

Bij de konst~uktie van 3-DM's is het Abbe-principe e~g be-langriJk. Dit principe gaat er vanuit dat de taster in liJn met de meetas moet zijn am zodoende kantelFauten te elimineren. Bij

een 3-DM is het Abbe-principe slechts hoagstens voor een

meet-as te realiseren. Bij g~ate meetmachines waarbiJ niet (geheel)

aan het Abbe-principe is voldaan is de meetnauwkeurigheid sterk

aFhankelijk van de kantelFouten (zie Figuur 6). Deze Fouten

worden zoveel mogeliJk onde~drukt daor het toepassen van stijve

konstrukties met zeer preciese ~echtgeleidingen die zeer goed

haaks op elkaar staan. Eventueel kunnen de restFouten

soFtware-matig worden gekorrigeerd. Dit wordt al steeds meer toegepast.

Stijve konstrukties hebben tevens het voordeel dat de

uittril-tijd na aantasting klein is en dus de insteluittril-tijden Ctijdsduur

van het Fijnpositioneren van de tastkop) klein blijven. In de

Figuren 7 en 8 zijn respektieveliJk de konstruktieprincipes en

de veel voorkomende bouwvormen weergegeven.

BiJ de konstruktie zijn de volgende punten van belang:

1. het Abbe-principe moet voor aIle assen zoveel mogelijk

worden nagest~eeFd. Hiertoe worden de meetsystemen

direkt grenzend aan het meetvolume aangebracht. Het lieFst in de middens van de meetbereiken.

2. omdat het Abbe-p~incipe onmogelijk voor aIle assen te

realiseren is moeten de geleidingskantelFouten klein

bliJven. 2iJ ve~oo~zaken namelijk een eerste orde fout

CdL-h.gamma).

3. de haaksheid van de meetassen moet zo goed mogelijk

zijn. Ook hierdoor onstaan ee~ste orde Fouten.

~. de konstruktie moet zodanig gekozen worden dat

(8)

bein-vlaeden.

5. de meetsystemen maeten een haag aplassend ve~magen en

kleine systematische afwijkingen hebben.

De pa~taal- en b~ugbauw wa~den het meest taegepast dankzij het g~ate meetvolume en de mogelijke hoge nauwkeu~igheid. Bij de po~taalbauw zijn e~ twee mogelijkheden:

- een bewegend pa~taal Czie figuu~ 8c). hierbiJ wo~dt de

lengte van de opspantafel g~aot gekozen Clange V-as). Dit

geeft een bete~e toegankelijkheid tot het meetvolume en de

mageliJkheid tiJdens een meting het volgende meetobjekt aan de ande~e zijde van de apspantafel op te spannen. De hage

taste~snelheden maken ko~te meettijden mageliJk. De

aan-driJfkracht maet dan weI zoveel mogeliJk in het zwaa~tepunt

van de te ve~plaatsen massa aang~ijpen omdat ande~s het

po~taal kantelt. Hie~doo~ wa~dt natuu~liJk de

meetonnauw-keu~igheid ve~hoagd.

- stilstaand po~taal met bewegende opspantafel Czie figuu~

8d). Deze vo~m heeft een hage~e stiJfheid met als gevalg

een mogelijk hoge~e nauwkeu~igheid. De massa van het

meet-abJekt kan nu niet zo g~oat ziJn als biJ een vaste

opspan-tafel. Uoo~waa~de is dat de opspantafel ook met een zwaa~

meetobjekt goed is te pasitione~en en dat voo~ een

verant-woo~d econamisch geb~uik ook hage ~iJsnelheden mogelijk zijn.

De b~ugbauw Czie figuu~ 8e) is speciaal geschikt vao~ het

nauwkeu~ig d~ie-dimensionaal meten van zee~ g~ote meetobjekten.

De toegankelijkheid van de opspantafel is dao~ de staande~s wel

minde~ goed dan biJ de po~taalbouw.

Het onde~stel van een 3-DM moet valdoende stijf zijn am de

ve~vo~mingen ten gevolge van de ve~plaatsingen van de massa's

klein te houden. Een driepoot opstelling ve~dient de voo~keu~

al is deze kanst~uktie bij zee~ g~ote machines niet haalbaa~.

De opspantafel wo~dt meestal voo~zien van sch~aefd~aadgaten

te~ bevestiging van positionee~middelen. De tafel hoeft niet

e~g vlak te zijn omdat de meetnauwkeu~igheid in dit opzicht

slechts wo~dt beinvloed doo~ de ~echtheid van de geleidingen.

De tafel wo~dt veelal uitgevoe~d in g~aniet-achtige mate~ialen.

De voo~delen van g~aniet boven staal zijn:

- de natuu~lijke ve~oude~ing is afgelopen

- makkelijk te bewe~ken

- ge~inge ka~rosiegevoeligheid

- geen opstaande mate~iaalkanten na mechanische beschadiging

- lage dichtheid, hage E-modulus

- niet magnetisee~baa~ en niet st~oomdoo~latend

- gaedkope~

Nadelen van g~aniet zijn echter het zwellen na wateropname en

de lage wa~mtegeleidingskoefficient waa~doo~ gemakkeliJk

(9)

dienten ontstaan met als gevolg vo~mve~ande~ingen Czie oak

routenb~onnen). E~ wo~dt onde~zoek ve~~icht naa~ kunstmatige

ve~vange~s zoals kunstg~aniet op epoxy-basis. Daa~van ~unnen

oplossingen voo~ deze p~oblemen ve~wacht worden.

5.2 De ~echtgeleidingssystemen

Deze ~echtgeleidingen wo~den geb~uikt am de sleden te

geleid-en langs de X-, Y- geleid-en Z-as. globaal gezigeleid-en zijn e~ d~ie

system-en:

1. glijdende w~iJving zoals konventionele p~ismageleidingen

Czie riguu~ 9). Kenme~ken:

- a~beidsintensieve en moeiliJke ve~vaa~diging

- dubbelzijdige geleiding

- zwa~e aand~iJrsystemen nodig, slechts lage snelheden mogeliJk

- sme~ing ve~eist en vuilgevoelig

2. slede op wentellage~s langs ~echtgeleiding . Kenme~ken:

- veel toegepast bij lichte~e meetmachines

- ve~eist zee~ nauwkeu~ige bewe~king van de

~echtgeleid-ingen - duu~

- ekst~a gevoelig voo~ kantelrouten doo~ on~ondheid van de kogels

- ko~~osie- en vuilgevoelig

3. ae~ostatisch systeem met stiJve luchtkussens tussen de

sleden en de ~echtgeleidingen Czie riguu~ 10).

kenme~ken:

- enkelzijdige geleiding dus goedkope~ te vervaa~digen

doo~ uitmiddelend ka~akte~ zijn ko~tgolvige arwijkingen

minde~ belang~iJk

systeem is zelr~einigend

zee~ lage wriJving dus lichte aand~ijrsystemen nodig nauwlijks slijtage en geen stick-slip errekt

luchttoevoe~systeem met luchtzuive~ing nodig

stiJrheid is belastingarhankeliJk

5.3 De aand~i.lrsystemen

Faktoren die van belang zijn biJ de keuze van het

aandrijrsy-steem zijn:

- de te ve~plaatsen massa's

- het omgevende k~achtenspel

- de gewenste positionee~nauwkeu~igheid

Omdat luchtlage~ing het meest wo~dt toegepast zal onde~staand

(10)

dat de verplaatsingen met motoren warden gerealiseerd.

De wrijvingskoeEEicient bij luchtlagers is uiterst gering

(orde grootte 1E-6 tat 5E-6). Dit is ongeveer een Eaktor 500

tat 150000 (!) kleiner dan bij de overige s~stemen·. Hierdoor

zijn de optredende wrijvingskrachten zaer gering. Dit heeEt tot

gevolg dat de omkeerspeling, veroorzaakt door de elasticiteit

van het aandrijEs~steem, zaar klein blijEt. Deze omkeerspeling

(virtuele speling) is een maat voor de

positioneernauwkeurig-heid. De laatste is in dit geval dus zaer haag.

Tijdens de verplaatsingen moeten hoge (ijlgang-) snelhedan en

zeer lage (meet-) snelheden bereikt kunnen warden. De

maatge-vende krachten zijn in dit geval de traagheidskrachten (F-m.a).

Deze krachten treden op in de start- en stopEase van de

ver-plaatsing. Om de kantelEouten te beperken moet er gestreeEd

warden naar aandrijving aangrijpend in de lijn van het

zwaar-tepunt van de te verplaatsen massa's. Bovendien blijven zo de

veranderingen in de Iagerbelastingen relatieE laag.

Er zijn s~stemen met staalbanden, wrijvingswielen oE -staven,

vertande assen, kogelspillen, schroeEdraadspillen en kettingen.

Zie Eiguur 11. Ze onderscheiden zich voornamelijk in de

stijE-heid, trillingsgedrag, slip, speling, slijtage en wrijving. De

meest interessante aandrijEs~stemen zijn die met staalband- oE

wrijvingswielen (zie Eiguur 12a en b).

De instelnauwkeurigheid is voor beide s~stemen 0,5 um oE

min-der.

De veerkonstante bij de staalbandaandrijving blijEt Iaag

doordat de dikte van de staal band beperkt is. Oat is nodig van-wege het aErollen van de band en de grate aE te leggen lengtes.

Dit geeEt bij het start an en stoppen problemen waardoor de

in-steltijden groat blijven. Het kan warden vermeden door bij

aan-tasting niet de tastkop aE te regelan, maar het maet- en

tast-s~steem gelijktijdig uit te lazan (scanning, zie 5.5).

De stijEheid van de wrijvingswielaandrijving is veel hager.

Dit s~steem kent de start- en stopproblemen dus veel minder.

Daardoor is de insteltijd veel korter en kunnen er hag ere

ver-pIaatsingssneIheden bereikt warden. De Eabrikage van de wielen

is weI moeilijk omdat vormEouten en speling tat een minimum

moeten warden beperkt. Het s~steem is oak vuilgevoelig en moet

dus in een werkplaatsomgeving goed warden aEgeschermd.

De toegepaste gelijkstroommotoren warden direkt oE na een

D/A-konversie door de computer aangestuurd. De motoren zijn

vaak van het schijEanker-t~pe, omdat deze een gunstig d~namisch

gedrag habben. Hierdoor blijven de insteltijden beperkt.

(11)

s.~ De meetsustemen

Het dael van de meetsystemen is elektrische signalen te

pra-duceren, die daar de camputer gebruikt kunnen warden vaar de

berekening van de meetresultaten. revens wardt deze infarmatie

gebruikt bij het CNC-meten. De nauwkeurigheid van de 3-DM staat

af valt met de nauwkeurigheid van het meetsysteem. De

meetan-zekerheid van het meetsysteem maet dan aak veel kleiner zijn

dan de gewenste lengtemeetanzekerheid van de 3-DM.

De meest vaarkamende systemen zijn te anderscheiden in:

- indirekte meetsystemen

- direkte meetsystemen

Bij indirekte meetsystemen (zie figuur 13) wardt de

verplaat-sing via een mechanische averbrenging gemeten. 2a kan

biJvaar-beeld de haekverdraaiing van de aandrijfspindel van het

ver-plaatsingssysteem warden gemeten. Met behulp van de spaed kan

dan de verplaatsing warden berekend. Nadeel van dit systeem is

dat er hage eisen maeten warden gesteld aan de spindel en maer.

Bij het direkte meetsysteem wardt de verplaatsing

recht-streeks daar het meetsysteem bepaald. De schaalverdeling kan

bijvaarbeeld ap de geleiding warden gemanteerd en de meetkap ap de slede.

De beide systemen zijn nag ander te verdelen in:

- incrementele meetsystemen. Uerplaatsingen warden ten

ap-zichte van een varig meetpunt gemeten.

- absalute meetsystemen. Uerplaatsingen warden ten apzichte

van een vast nulpunt gemeten.

De meest taegepaste systemen in de 3-D meettechniek zijn het

direkte aptische incrementele meetsysteem van het Maire-fringe

type en het inductasyn systeem (zie figuur 1~). Het

Maire-frin-ge type kan een hage absalute meetnauwkeurigheid realiseren

(afwijkingen tat enkele um/m en een aplassend vermagen van 0.1

tat 0.5 um). Het systeem is weI vuilgevaelig en maet dus gaed

warden argeschermd. Het inductasyn systeem is minder

vuilgevae-lig maar aak minder nauwkeurig. De laserinterferametrie biedt

de magelijkheid nag nauwkeuriger te werken. Zie haafstuk 8. Uan graat belang bij de bauw van een 3-DM is de plaats van de meetsystemen. Ideaal zau zijn als aan het Abbe-principe valdaan

zau kunnen warden. Dit is echter haagstens vaar een (1) meetas

te bereiken. Om de kantelrauten zaveel magelijk te beperken

mae ten de meetsystemen za dicht magelijk biJ het meetabjekt

warden geplaatst. In de praktijk kamt dit neer ap plaatsing aan de grenzen van het meetbereik, het liefst in het midden van het meetbereik.

Ais het meetbereik kleiner is dan de maximaal magelijke

ver-plaatsing kunnen verschillende schaalverdelingen warden

(12)

5.5 De tastsystemen

In vroegere jaren waren de 3-DM's nog niet van

positioneersy-stemen voorzien. Bovendien waren de tastsystemen star. Zie ook

figuur 1. Een voorbeeld van de toenmalige meetmethoden, is die

waarbij men de kegelvormige taster in een gat liet zakken en

vervolgens de positie van het gat bepaalde aan de hand van de

positie van de kegel. Dit was aanleiding tot behoorlijke

fou-ten. Bovendien werden de resultaten, door de handbediening, be-invloed door de bediener. bij de invoering van de gemotoriseer-de positionering moest ook het tastsysteem worgemotoriseer-den aangepast.

Nu wordt meestal gebruik gemaakt van elektro-mechanische

tastsystemen. Er zijn echter ook optische systemen in

ontwikke-ling zoals het meten met behulp van videosystemen met

beeld-analyse apparatuur en toepassingen van de laserinterferometrie

(zie hoofdstuk 8). In figuur 16 zijn een aantal mechanische

tastsystemen schematisch weergegeven. De laatste tijd worden

vooral de systemen 16c, het schake lend tastsysteem en 16 fl en

16 f2, het metende tastsysteem toegepast.

Het schake lend tastsysteem (zie figuur 17) opent tijdens de

verplaatsing een stroomkring zodra een tasterkogel het

meetob-jekt raakt. Op dat moment wordt het uitlezen gestart. Dit is

het zogenaamde dynamisch meten. Meestal is de taster voorzien

van schakelinrichtingen in drie riehtingen, loodrecht op elkaar

zodat de taster tijdens het meetproees niet hoeft worden

omge-bouwd. Het schakelende systeem hoeft niet verbonden te worden

met het machinebesturingssysteem en kan dus ook worden

toege-past bij handbediende machines. De fout bij aantasten kan

bin-nen de 1 um blijven.

Het metende tastsysteem is, op het moment, het meest

nauw-keurige van de klassieke systemen (zie figuur 18). In het geval

van een drie-dimensionale taster zijn de drie

tasterkoordina-tenassen voorzien van een kompleet induktief meetsysteem met

nulstand blokkering en automatische meetkracht instelling. Bij

het aantasten worden de induktieve meetsystemen door de

machi-nebesturing in de nul-positie gestuurd. Dit is het zogenaamde

fijnpositioneren. Uervolgens worden de meetsystemen van het

machineassenstelsel uitgelezen. Deze meting is een statische

meting. De insteltijd is bij statisch meten langer dan bij

dynamisch meten, de nauwkeurigheid is eehter hoger (zie figuur

19).

Met een met end systeem kan ook dynamisch gemeten worden. Het

systeem moet dan voorzien zijn van een scanning-inrichting. Bij

het aantasten worden zowel machine- als tastermeetsysteem

uit-gelezen. De beide meetresultaten worden vervolgens gekombineerd

tot de uiteindelijke meetuitkomst (zie figuur 19). Tijdens

me-tingen in een (1) richting worden de overige twee richme-tingen in de nulstand geblokkeerd. Deze werkwijze verkort de insteltijden enorm.

Het scanning-systeem geeft ook de mogelijkheid tijdens het

aantasten loodrecht op de tastrichting langs het meetobJekt te

(13)

transleren. Hierbij werden gelijktijdig meetwaarden verzameid.

Dit principe kan werden teegepast bij prerielmeting van

bij-veerbeeld tandwielen en drie-dimensieraal gekremde vlakken (zie riguur 20).

Veer het begin van het meetpreces meet de cemputer "weten"

welke tasters er werden gebruikt en welke pesities deze hebben.

Hiertee werdt meerdere malen een iJknormaal (biJveerbeeld een

precisie Kegel) aangetast met aIle te gebruiken tasters (zie

figuur 21). Ze werden de pesities van de tasters bepaald ten

epzichte van de eerste tastkegel. Het middelpunt van deze

tast-Kegel is het dimensielese nulpunt. Op deze mannier werden

sy-stematische afwijkingen ais geveig van vermarwijkingen van de

tastkegels en het aantasten zelr Cdeerbuiging en arplatting)

gretendeels geelimineerd, Eij elke meting meet de cemputer

ge-infermeerd ziJn ever welke taster werdt gebruikt. De emrekening naar het dimensielese nulpunt werdt dan autematisch uitgeveerd.

De tasterstiften meet en uiteraard enerm stijr zijn De schacht werdt meestal van hardmetaal gemaakt en de tastkegel van synte-tische Rubin, Deze kunstster heert de velgende eigenschappen:

- met zeer Kleine vermarwijkingen te produceren - kerresievast

- hege E-medulus

- hege hardheid

- zeer slijtvast

Dankzij deze eigenschappen blijven de arwijkingen,

geintredu-ceerd bij het aantasten, deer vermarwijkingen en arplatting van de tastkegel, zeer gering. AIleen bij hoge precisie metingen en Kleine meetebjektstralen is dit errekt merkbaar.

Er werden hege eisen gesteld aan de bewerkingsnauwkeurigheid

van de tasterverbindingen, emdat deze tiJdens de metingen de

tasterkonfiguratie niet megen beinvleeden.

~ Het werken met 3-D meetmachines

Ais er een bepaalde 3-DM aanwezig is en men meet beslissen or

een meetobjekt hiermee meet werden gemeten, ziJn de velgende

punten van belang:

a, het meetobjekt meet de maximale belastbaarheid van de

ta-reI en het meetvolume niet everschrijden

b. het meetebjekt meet eenveudig te installeren zijn en de

meetplaatsen meeten goed bereikbaar zijn

c. het meetebjekt mag tijdens het meetpreces niet verschuiven en meet dus kunnen werden vastgezet. Hierbij meet en ze min megelijk ververmingen werden geintroduceerd

d. de seftware meet geschikt zijn er geschikt werden. gemaakt

voer het beeegde dee I van de metingen

e. het tastsysteem moet geschikt zijn veer het meten van het

meetebJekt in verband met de meetkrachten

(14)

rak-tor 5 tot 10 nauwkeuriger dan de kleinste tollerantie voor

het meetobJekt. Dit is onder anderen bepalend voor de

keuze van het tastersysteem.

g. bij kleine tot middelgrote series kan CNC-meten worden

toegepast. Dit geeft een behoorlijke reduktie van de meet-tiJden.

Uoor de bediening van een 3-DM ziJn er drie

automatiseringsni-vo's t.w.:

1. volledig handbediend. HierbiJ wordt geen gebruik gemaakt

van een computer. De bediener regelt de positionering van

het tastsysteem tegen het meetobjekt en leest de

meetwaar-den af van de verschillende display's. Deze besturing

wordt nog sporadisch gebruikt

2. handbesturing. De bediener stuurt de taster naar het

meet-obJekt. De computer stopt de verplaatsing biJ aantasting

en leest de meetwaarden uit. HierbiJ kan uitgebreid

ge-bruik worden gemaakt van bestaande software-procedures 3. CNC-besturing (Computer Numerical Controlled). De computer

kan geprogrammeerd worden met een leerprogramma

(meetcy-clus doorlopen met handbesturing) of door

computerprogram-mering (MFT-Maschinenferne Teilprogrammierung). De

gepro-grammeerde meetcyclus kan volledig automatisch doorlopen

worden. Ook nu kan gebruik gemaakt worden van bestaande

software-procedures, speciaal voor berekeningen en

data-uitvoer.

6.1 De besturingsvormen voor 3-D meetmachines

Onderstaand worden de verschillende besturingsvormen beschre-ven. Oit zijn respektieveliJk hand- en CNC-besturing.

6.1.1 Handbesturing gn software-toepassing

Met het bedieningspaneel (zie figuur 22) kan de bediener de

machine besturen. De stuurknuppels ziJn voor de aandriJving van

de koordinatenassen. De snelheid is regelbaar van enkele um/s

tot enige mm/s. Dnderstaand is de gang van zaken beschreven

voordat het eigenlijke meetproces gestart kan worden.

1. Tasterkombinatie samenstellen en monteren. Eventueel

max-imaal 25 tasterstiften per kombinatie mogelijk.

2. Posities van de kogels bepalen. Hiertoe wordt de

taster-kombinatie op een ijknormaal geijkt. BiJ latere metingen

wordt gewerkt met het dimensielose tasternulpunt en

kor-rigeerd de computer de meetwaarden automatisch. BiJ

toe-passing van een metende tasterkop buigen de slanke

tast-erstiften door. Als nu de buigkracht bij het iJken even

groot is als tijdens het meetproces ontstaat hierdoor

(15)

geen systematische faut (zie 7.1),

3. Pasitie van het meetabjekt ten apzichte van het

machine-kaardinatensysteem bepalen. In plaats van mechanisch

uit-lijnen kan het meetarijekt rekentechnisch, met behulp van

de camputer, warden uitgelijnd. Dit biedt vele vaardelen

in tijd en nauwkeurigheid, De pasitie van het meetabjekt

wardt vastgelegd in draaiingsmatrices en een

verschuiv-ingsvektar, die de nulpuntsverschuiving aangeeft.

Als vaarbeeld van het rekentechnisch uitlijnen wardt

ander-staand de kubus van figuur 23 uitgelijnd.

Als eerste wardt de richting van de normaal van het bovenvlak

bepaald (de eerste drie aantastpunten). Uervolgens wordt de

richting van een van de assen in dat vlak bepaald.

(aantast-punten ~ en 5 leggen de richting van de Xw-as vast). Tenslotte

wordt de plaats van het meetobJektnulpunt bepaald

(aantastpunt-en 6, 7 en 8). Zie voor enkele andere voorbeelden figuur 2~ a

en b.

Bij toepassing van een randdraaitafel Cvierde bewegingsas)

moet als het meetobjekt is uitgelijnd ap de drie

machineko-ordinatenassen na iedere verdraaiing opnieuw worden uitgelijnd.

Beter maar oak nag bezwaarlijk is het iedere keer apnieuw

re-kentechnisch uitlijnen. Dit kan warden vermeden daor een

hulp-koardinatenas in te vaeren, nameIijk de draaiingsas van de

ta-fel (zie figuur 25).

Het meetabjekt kaordinatensysteem maet zaveel magelijk

aver-een kamen met het Soll-meetabjekt kaardinatensysteem van de

antwerptekening.

Na de bovenstaande drie handelingen kan het eigenlijke

meet-proces warden begannen. De meetpuntkaordinaten warden nu

amge-rekend naar meetobjektkaordinaten. De camputer kan vervolgens

de meetpunten omrekenen naar meetwaarden.

Als voorbeeld vaor de saftware wordt onderstaand het saft~are

pakket van de firma Zeiss, Oberkochen beschreven. Dit komt vrij goed overeen met de overige software pakketten. Het pakket kent

een groat aantal procedures die op drie manieren kunnen warden

apgeroepen:

1. via "druk op de knap"

2. via kade-apraep Cgeadresseerde programma's) 3. speciale meetpragramma's

"Druk QR de knop" procedures

Na aproep voIgt een dialoog programmering waarbij de

meetgege-vens worden ingevoerd. De camputer berekend vervolgens de meet-waarden en verzorgt de uitvaer naar printer of iets dergelijks.

In figuur 26 zijn een aantal basismeetprocedures weergegeven.

Naast deze meet procedures kan de camputer statistische

bewerk-ingen uitvoeren. Oak zijn koppelings pracedures mogelijk. De

mogelijkheden daarvan zijn bijvoarbeeld de bepaling van

sniJ-punten en -lijnen, symmetrie, afstanden en laodliJnen (zie

fi-guur 27). Uerder zijn mogeliJk:

- terugroepen van eerder bepaalde meetwaarden

(16)

- emrekenen naar peelkeerdinaten

- berekenen van heeken uit meetwaarden - bepalen van plaats- en vermtelleranties - uitprinten van meetpretokel

Geadresseerde pregramma's

TiJdens het meetpreces kunnen met een ciJrerkede een greot

aan-tal hulpprogramma's werden ep gereepen. Ze zijn er

pregram-ma's veer:

- tenen van infermatie ever het betreffende tastpunt

- wijzigen van ebjektkeerdinaten - veranderen van het printfermaat

- emrekeningen en assistentie bij teepassing van een

draai-tafel

- zelf geschreven pregramma's

Speciale pregramma's

De fabrikant levert vaak neg een aantal speciale pregramma's

zeals veer:

- statistische verwerking van grete aantallen meetwaarden

autematische kenteurmeting van meetebjekten in de verm van

eenveudige vermelementen zeals lijn, vlak, kegel, cilinder

en kegel

autematische nekken-meting

autematische bepaling van tandwielparameters

tepegrafie, meten van ruimtelijk gevermde eppervlakken

6.1.2 CNC-besturing ~ sertware-inzet

CNC staat veer Computer Numerical Controlled. .

Als een 3-DM in de CNC-mode werkt moeten de verplaatsingen in

numerieke stuurgegevens worden vertaald. Wanneer nu het meetob-jekt altijd op dezelfde positie werdt uitgelijnd kan het machi-nekoordinatensysteem worden gebruikt. Is het meetobjekt niet op

een vaste pesitie uitgelijnd, dan meeten de stuurgegevens

ge-basseerd zijn ep een meetobJekt koerdinatensysteem: het

stuur-koordinatensysteem. Dit systeem heert niet samen te vallen met

het Soll-meetobjekt koerdinatensysteem ep de entwerptekening.

De stuurgegevens worden omgewerkt naar machinekoerdinaten en

met terugkeppeling van de Ist-waarden wordt de besturing gerea-liseerd.

Er zijn twee typen programmering te onderscheiden: - machineleerprogrammering

- cemputerprogrammeing CMFT) Machineleerprogrammering

Met handbesturing wordt de volledige meetcyclus doerlepen

in-klusief het aanreepen van procedures en geadresseerde

pregram-ma's. AIle inrormatie wordt opgeslagen op magneetband. Na

be-eindiging kan de infermatie worden gebruikt voer het velledig

(17)

automatisch doorlopen van het meetproces. Daze manier van me-ten biedt grota tijdwinst als er meerdare identieke

maetobjekt-an gemeten moeten worden. Hierbij kan het volgende meetobjekt

op dezelfde plaats worden uitgelijnd, maar slimmar is tussen da

maetcycli aan maetobjektkoordinatensysteem-verschuiving toe te

passan. De meatcyclus kan dan ook op een andere plaats worden

uitgavoerd, zodat het volgende maetobjekt al naast de huidige

meetplaats kan worden opgespannen als het meetproces nog aan de

gang is Ctijdwinst). Bovandien behoeft ook nu het meetobJekt

niet mechanisch te worden uitgelijnd Copnieuw tijdwinst). Een

nadael van deze methode is dat biJ komplexe meetwegen het bots-gevaar, vanwega da handbesturing, vriJ groot wordt.

Computerprogrammering CMF!)

MF! staat v~~r Maschinenferne !eileprogrammierung.

Dit pakket maakt het mogelijk programma's te maken zondar dat

de maetmachine feitelijk wordt gebruikt. De geschreven

program-ma's zijn te kombineren met de machinelearprogramma's an het

basisleerprogramma met a1 haar verschillende procedures. Zie

voor de verschillende mogelijkheden figuur 28.

Bij volledige bezetting van de 3-DM biedt deze mogelijkheid

veel voordeel, vooral biJ Kleine tot middelgrote series meting-en.

Er is een algemane, probleem gerichte programmeertaal in ont-wikkeling, genaamd NCMES (Numerical Controlled Measuring and

E-valuation System). Er kan een stuurprogramma worden geschreven

waarbiJ rekening wordt gehouden met ontwerpgegevens en

tech-nische gegevens van de 3-DM. De computer varwerkt deze

informa-tie tot stuur- en meetgegevens voor de automatische meetcyclus

en geeft na afloop de meetresultaten.

Het regelsysteem ~ de CNC-besturing

Zie voor een schema van het regelsysteem figuur 29 a en b. Er ziJn drie besturingsmogeliJkheden:

1. "punt tot puntn-besturing 2. liJn- of trajekt-basturing 3. kontour-besturing

ad 1. De Soll-koordinatenwaarden van het eindpunt worden gela-dan in de Floatingcounter.Deze stuurt de aandriJving

tot-dat het verschil met de teller van het digitale

meetsy-steem nul is geworden. Eventueel is de aandriJving

voor-zien van een snelheidsregelkring. Als nu de taster in

.kontakt komt met het meetobjakt wordt de

positie-regel-Kring I onderbroken en de verplaatsing gestopt. Wanneer

een dynamisch meetsysteem wordt gebruikt, wordt op het

moment van aantasten het meetsysteem uitgelezen. Direkt

daarna kan een volgende verplaatsing plaats vinden. In

het geval

(18)

II na het moment van aantasten de ~egeling op zich

Cfijn-positione~en).

ad 2. De bewegingen wo~den nu in een bepaalde konstante

snel-heid ~itgevoe~d. Hie~biJ wo~dt de floatingcounte~ van de

~egelk~ing I lasgekappeld. Deze mannie~ wo~dt veel

toege-past bij de aftasting van v~eemde kontou~en.

ad 3. De taste~ beweegt naa~ de eindpositie volgens een voo~af

gegeven kontou~. Hie~bij wo~dt de compute~ ingeschakeld

in het ~egelci~cuit. E~ kan gelijktijdig in d~ie assen

wo~den ve~plaatst. Dit wo~dt veel toegepast bij het

scan-nen langs een bekende meetobjektkantou~ Czie figuu~ 30 a

en b.).

Naast bovengenoemde d~ie mogeliJkheden zijn e~ nag een groat

aantal speciale p~og~amma's voo~ het CNC-meten van bijvoo~beeld

- sch~oefd~aad

- ve~tandingen Cbijv. ~echt of scheef ve~tande evolvente ko-nische tandwielen)

- ~uimteliJk gek~omde meetoppe~vlakken Cbijv. beeldbuizen)

6.3 De presentatie ~ de meet~esultaten

De uitvoe~ kan via ve~schillende media wo~den ge~ealisee~d:

- nume~ieke of alpha-nume~ieke displa~'s

- p~inte~, plotte~ of gekombinee~d

- beeldsche~m

- gegevend~age~s zoals flopp~, ha~ddisc, magneetband, etc. De info~matie kan slechts de meetwaa~den omvatten, maa~ oak een

volledig ce~tifikaat met Soll-Ist ve~gelijking, aanduiding van

talle~antie ove~sch~ijding en beoo~deling en·klassifice~ing van

het meetobjekt Czie figuu~ 31). De meet~esultaten kunnen oak

g~afisch wo~den wee~gegeven. Bijvoo~beeld de wee~gave van Soll-en Ist-kontau~, afwijkingen en tolle~antievelden Czie figuu~

32). Bij statistische metingen kunnen de meet~esultaten in een

histag~am of Gausse-k~omme wo~den ve~we~kt Czie figuu~ 33). De

meet~esultaten van een scanning-p~ocedu~e kunnen g~afisch wo~d­

en wee~gegeven zoals in figuu~ 3~.

~ Meetnauwkeu~igheid ~ kalib~atie van de 3-D meetmachine.

De 3-DM biedt g~ote voo~delen doo~ de abjektieve meting, ~eduk­

tie van de meettijd en uitb~eiding van de meetmagelijkheden.

Deze voordelen hebben echte~ geen betekenis als de

meetnauw-keu~igheid niet voldaende is. De p~aktijk heeft uitgewezen dat het be~eiken van een hoge meetnauwkeu~igheid moeiliJke~ is dan de fab~ikanten willen doen geloven.

(19)

Inte~nationale no~men zijn nog niet voo~ handen. De 3-D

meet-techniek is imme~s nog jong. De laatste tijd wo~dt e~ veel

aan-dacht besteed aan de ontwikkeling van afnamekont~ole

techniek-en Co6k binnen de THE). Dit zijn kont~oles die uit moe ten

wijzen in hoeve~~e de 3-D meetmachine aan de specifikaties

voldoet. Onde~staand wo~den ee~st de foutenb~onnen besch~even,

gevolgd doo~ een uiteenzetting van de kalib~atie van een 3-DM.

7.1 De foutenb~onnen.

Zie ook figuu~ 35.

De foutenb~onnen die bij het 3-D meetp~oces kunnen opt~eden

zijn te ve~delen in:

- appa~aat gebonden b~onnen

- niet appa~aat gebonden b~onnen

Appa~aat gebonden foutenb~onnen

De g~oep van de appa~aat gebonden foutenb~onnen is de

belang-~ijkste. Uoo~beelden van deze g~oep zijn:

- afwijkingen in de meetsystemen en standaa~den

afwijkingen bij de elekt~onische inte~polatie

- kantelingen van de bewegende delen waa~aan het tastsysteem

is bevestigd.

- afwijkingen bij het aantasten

- ~echtheid en haaksheid van de machine-koo~dinaten assen

- afwijkingen in de be~ekening van de meetwaa~den

- afwijkingen van het Abbe-p~incipe

De ee~ste twee b~onnen kunnen wo~den gemeten bij een kalib~a­

tie langs de meetassen met bijvoo~beeld een lase~inte~fe~omet­

e~. De kantelingen zijn echte~ soms belang~ijke~ dan de voo~­

gaande afwijkingen. Zij wo~den ve~oo~zaakt doo~

geleidingsfout-en, va~iaties in het pneumatisch systee~ of ve~ande~ingen in de

lage~belastingen. Hie~voo~ kan pneumatisch of ~ekentechnich met

behulp van een compute~ wo~den geko~~igee~d. Het niet haaks

zijn van de machine-assen leve~t soo~tgelijke afwijkingen. Deze

afwijkingen kunnen wo~den gescheiden doo~ te kalib~e~en op ve~­

schillende plaatsen.

In figuu~ 36 zijn de afwijkingsvo~men langs de koo~dinatenas­

sen van de machine g~afisch wee~gegeven. Het stelsel X-V-Z

stelt de ideale situatie voo~, X-V'-Z' de p~aktijk. De hoeken

alpha, beta en gamma zijn de ve~d~aaiingen ten opzichte van de

ideale situatie. Doo~dat de assen X, V' en Z' niet absoluut

~echt zijn t~eden e~ pe~ as twee ~otaties op om de beide ande~e

ass en en een ~otatie om de eigen as. Uoo~ de V-as ~esultee~d

het bovenstaande in de volgende foutenb~onnen:

- afwijkingen in de haaksheid: alpha

~otatie ~ond de X-as: phi-xy

totatie ~ond de Z-as: phi-zy

~otatie ~ond de V-as: phi-yy

In dit kade~ zou het te ve~ voe~en deze mate~ie uit te gaan

(20)

naast de arwijkingen in de macnine-assen aak de aantastrauten

maeten warden meegenamen. Vaar schakelende tastsystemen zijn

dit schakelrauten en vaar metende tastsystemen zijn dit meet-,

instel- en amkeerrauten. Bij net aantasten warden arwijkingen

veraarzaakt daar tasterstirt daarbuiging (arde-graatte 0,2 tat

8,5 um per 0,1 N meetkracht) en arplatting van de tasterkagel.

Ais de narmaal van net meetvlak parallel aan de aantastricnting

en de machine-assen wardt gekazen is ecnter de daarbuiging

evengraot als bij de kalibratie en zal dus bijna valledig

war-den gekampenseerd (zie riguur 37). Wardt hier niet aan valdaan,

dan zal de buigkracnt Fb grater zijn als de meetkracht Fm (zie

riguur 38). De daarbuiging is dan aok groter dan de kampensatie

(zie riguur 37). De raut die hierbij antstaat is systematisch.

Ais er rande tasterkageis warden gebruikt, de

buigingskaerri-cienten van de tasterstirt en de ricnting van de

meetvlak-narmaal bekend zijn kan aak hiervaor warden gekampenseerd.

Niet apparaat gebonden rout en bronn en

De tweede graep zijn de niet apparaat gebanden rautenbbrannen.

Hier geldt dat de rauten ar vaarkomen kunnen warden ar niet za

graat zijn. Deze zijn ander te verde I en in:

- amgevings kandities

- meetstrategie

- bedieningsrouten

- eigenscnappen van net meetabjekt

Bij de amgevings kandities is de invlaed van de temperatuur de

belangrijkste. Het anstaan van temperatuursgradienten in de

(granieten) apspantarel kan zargen vaar benaarlijke varmverand-eringen in de geleidingen en tarel zelr. Dit resulteerd in

kan-telrouten. Neem als vaarbeeid een meetweg van ~OO mm en een

kantelhaek van 1,2E-5 rad. De raut in de Iengtebepaling wardt

dan al ~00*1,2E-5=~,8 um! Oak het temperatuursverscnil tussen meetabjekt en meetmacnine geert arwijkingen. Bij taepassing van

een granieten opspantarel is de relatieve vocntigneid van

be-lang. Uacnt op een granieten tarel geert nameIijk een

apper-viaktespanning waardaar de tarel bal gaat staan. De invlaed van

deze rautenbran kan van de zelrde arde groatte zijn ais van de

temperatuur.

Bij de meetstrategie zijn de valgende punten van belang:

- de aantastpunten maeten zaveel magelijk verdeeld warden

aver het te bepalen appervlak (zie riguur 39). Bij

val-daende aantastpunten kan een netstruktuur warden taegepast

(zie riguur 30). Hierbij maet weI vermeden warden dat

be-kende varmarwijkingen samenvallen met een van de

aantast-punten

- de aantastrichting maet bij voarkeur parallel aan een van

de machine-assen en laadrecht ap net meetobjektoppervlak

ziJn (zie riguur 37 en 38)

de praktijk neert geleerd dat net beter is een ar twee

aan-tastpunten meer uit te vaeren dan vaar de varmbepaling

strikt naadzakelijk zau zijn

- cirkel- en bolvarmige kantauren en vlakken kunnen net beste

diametraal gemeten warden (meetvlak snijdt middelpunt van

de kantaur)

(21)

- ~edeliJk bet~ouwba~e statistische uitsp~aken kunnen pas

wo~den gedaan ais e~ mee~ dan 30 aantastpunten ziJn

De volgende eigenschappen van het meetobJekt ziJn van belang

voo~ de aantastrout: de vo~m

- de oppe~vlaktegesteldheid

- de ha~dheid

- de E-modulus

De totale meetonzeke~heid is opgebouwd uit toevallige routen,

onbekende en bekende s~stematische routen. De kans dat de

meet-~esultaten inde~daad binnen deze meetonzeke~heid bliJven is

95 % (dat is de bet~ouwbaa~heid). Een hoge~e bet~ouwbaa~heid

ve~eist zee~ veal mee~ inspanningen. De bekende s~stematische

routen kunnen sortwa~e-matig wo~den gekompensee~d. Ue~eiste is

dan natuu~liJk dat deze routen met een ~edeliJke nauwkeu~igheid

bekend moeten ziJn. Doo~ de komplexheid van de 3-DM is dat

helaas niet helemaal mogeliJk en dus kunnen de routen ook niet

volledig wo~den gekompensee~d. De volgende routenb~onnen kunnen

(gedeelteliJk) wo~den gekompensee~d:

- taste~stift doo~buiging

- lengte ve~ande~ing van de geleidingen doo~

tempe~atuu~sin-vloeden - s~stematische.fouten in: • de elekt~onika • de compute~ • het tasts~steem • het meets~steem

kantel en ~otatiefouten in de geleidingen. Oit is e~g

moei-liJk. Hie~toe moet voo~ elke plaats in het meetvolume de ar

wiJking van de 3-DM bekend ziJn en dat is bliJkens het

voo~gaande niet geheel mogeliJk. In figuu~ ~O wo~den deze

afwiJkingen voo~gesteld doo~ vekto~en met de lengte van de

afwiJking en de ~ichting daa~van.

7.2 Kalib~atie ~ aen 3-D meatmachina

BiJ het geb~uik van een 3-DM is het zee~ inte~essant te weten

hoe g~oot en in welke ~ichting de routen opt~eden. Deze fouten

moeten zo nauwkeu~ig en volledig mogeliJk (dus ove~ het totale

meetvoluma) bekand zijn (zie ook figuur ~O). BiJ het in gebruik

nemen van een 3-DM worden de arwijkingen bepaald in de

zoge-naamde "arnamemetingen". IiJdens het gebruik wordt de

meeton-nauwkeu~igheid bewaakt door het uitvoeren van periodieke kon-t~oles. Dit ziJn snellere en eenvoudigere metingen die een

in-druk geven van de machine-arwiJkingen. Samen vormen de

(22)

7.2.1 De komponenten-afwilkingen

Onderstaand worden de komponenten-afwiJkingen beschreven. Dit

zijn aIle afwiJkingen die resulteren in de totale machine-af-wiJking.

Positioneerafwi.1kingen in de as-richting

De grootte en richting van de afwijkingen zijn afhankelijk van

de plaats in het meetvolume. De plaatsen waar de grootste

fout-en op kunnen treden zijn karakteristiek voor de mechanische

bouwwijze van de 3-DM (vooral de positie van de linealen en de

plaats en de uitvoering van de geleidingen). Door nu de

meet-lijnen voor de kalibratie gunstig (dat wil zeggen op de

ongun-stige plaatsen) te kiezen, kan de meettijd aanzienlijk verkort

worden.

Voor het vaststellen van de positioneer-afwiJkingen kunnen

eindmaten, een getrapte eindmaat(set) of een

laser-interferome-ter worden gebruikt. Bij de eerste twee wordt niet aIleen de

eigenliJke positioneer-afwijking bepaald, maar ook de

aantast-fouten.

Rechtheids- en haaksheids- afwilkinaen

De rechtheids-afwijking is een maat voor de afwijking van de

bewegingslijn van de taster of opspantafel ten opzichte van een theoretische rechte. Zij is de oorzaak van meetfouten in een (1

) of beide loodrecht op de verplaatsings-as staande as (-sen).

De meting wordt uitgevoerd in de vlakken van die ass en

lood-recht op elkaar (zie figuur 36). Dit kan met behulp van een ge-materialiseerde rechtheidsnormaal of de lichtbundel van een la-ser-interferometer.

De grootte van de afwijkingshoeken alpha, beta en gamma vormen

samen de haaksheids-afwiJking. De bepaling van deze hoeken kan

met de laser-interferometer gedaan worden, maar ook met een

rechtheids- en haaksheidsstandaard. Rotatie-afwilkingen

Rotatie-afwiJkingen ontstaan door het roteren van een slede

tijdens een verplaatsing. Er ziJn drie mogelijkheden bij de

verplaatsing langs de X-as:

roteren om de X-as: rollen - roteren om de V-as: stampen

roteren om de Z-as: gieren

Hoe verder het meetobjekt van de linealen van de meetmachine

verwijderd is, des te groter is de invloed van deze afwiJking.

Rotatie-afwijkingen staan niet in verband met de

haaksheids-af-wijkingen. De onderstaande meetapparaten kunnen voor de

bepa-ling van de rotatie-afwijkingen worden ingezet:

- elektronische waterpas (liefst twee stuks, differentiaal

gescheiden)

laser-interferometer met hoekmeetoptie - autocollimator met vlakke spiegels

- rechtheids-verschilmeting met behulp van twee referentie

elementen

(23)

Aantast-afwilkingen

De aantast-onzekerheid van een 3-D tastsysteem

tisch bepaald, door verschillende malen, met een

taster konfiguratie, een eindmaat of iJknormaal

te tasten. De aantast-onzekerheid is een niet

niet te korrigeren en toevallige afwijking.

wordt

statis-voorgeschreven (ijkkogel) aan gekorrigeerde,

7.2.2 De bepsling ~ de volumetriscne fout ~ ~ 3-DM

Bij de periodieke kalibratie en vergelijking van verschillen-de 3-DM's wordt in plaats van verschillen-de bovenstaanverschillen-de afwijkingen (7.2.

1) de volumetrischefout gebruikt. Deze parameter geeft de

ma-cnine-afwijking in zijn geheel weer. Het is dus een kombinatie

van de komponenten-afwijkingen.

De volumetrische fout kan analytisch worden bepaald uit de

komponenten-afwiJkingen. Uoordeel hiervan is dat de oorzaak van

een eventuele, te grote fout onmiddelijk op te sporen is.

Te-vens kunnen de konstante en variabele (toevallige) fouten

wor-den gescheiden, zodat het konstante deel beperkt kan worden

door software-matige kompensatie. Uoor de periodieke kalibratie

is echter het nadelige kostenaspekt, veroorzaakt door de lange

meettijden, een groot bezwaar.

De volumertische fout kan ook ineens, voor elk punt

het meetvolume gemeten worden. Dit kan nauwkeuriger ziJn

ting) en is veel sneller. De meting moet zoveel mogelijk

praktijk gericht ziJn, anders zouden de meetresultaten

veel betekenis hebben.

binnen

(1

me-op de niet

Bij de bepaling van de volumetrische fout wordt gebruik

ge-maakt van volumetrische standaarden Czie figuur ~1). Dit ziJn

drie-dimensionale objekten die stabiele afmetingen en vorm

heb-ben bij temperatuursinvloeden en er op inwerkende krachten. De

standaard moet lineair te kalibreren zijn, zodat hierbij de

volumetrische fouten niet aan de orde ziJn en een zeer hoge

nauwkeurigheid bereikt kan worden. BiJ toepassing van een

te-traeder vormige standaard wordt de tetraeder op zes

verschil-lende plaatsen, binnen het meetvolume, gemeten Czie figuur ~2).

Met behulp van deze meetresultaten kan de volumetrische rout

worden uitgerekend. Deze is het verschil tussen de ideale

(be-paald biJ de kalibratie van de tetraeder) en de werkeliJke

po-sitie Cbepaald bij de kalibratie van de 3-DM) van een kogel

binnen het meetvolume. De volumetrische rout is voor te stellen door een vektor.

De momenteel beste, in bedriJr ziJnde, 3-DM's bereiken een op-gegeven toelaatbare volumetrische fout van:

dL - (1,5 + L/300) um met L - meettrajekt (mm)

(24)

Er zijn dus konstante en lengte afhankelijke afwijkingen. Tot de konstante behoren:

- tastkopreproduceerbaarheid

- omkeerreproduceerbaarheid

- a-lineairiteit van het induktief meetsysteem - op1ossend vermagen van het meetsysteem

- kortgo1vige fouten in de geleiding en meetsysteem

- kantelfouten in de machine-assen Cfluktuaties)

Tot de 1engte afhanke1ijke behoren:

1anggo1vige fouten in ge1eidingen en standaarden

- temperatuursinvloeden

- kante1fouten in de machine-assen

~ Uerdere mogelilkheden ~ ontwikkelingen

In de voorgaande hoofdstukken zijn a1 enigen ekstra's genoemd t.w. de rondraaitafel en de scanning-inrichting. Uerder zijn er

nog de tasterwisse1-inrichting en de meetmikroskoop.

Onder-staand worden deze mogeliJkheden beschreven. Uervo1gens wordt

een beschrijving gegeven van 3-OM's met optische tastsystemen.

Tenslotte worden de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het 3-0 meten beschreven.

8.1 Ueal toagapaste toebehoran

Tasterwisse1-inrichting

Zie figuur ~3.

Bij moeilijke meetproblemen kan het voorkomen dat de meting

niet anders kan worden uitgevoerd dan met een ingewikkelde,

ek-stra fouten introducerende tasterstift kombinatie. Bovendien

kan het gewicht van de tasterstift kombinatie de maximale

be-lastbaarheid van het tastsysteem overschrijden. Oat kan warden

voorkamen door tiJdens het meetproces verschillende, eenvaudige

tasterstift kombinaties na elkaar te gebruiken. Als het

meet-proces ook automatisch moet warden uitgevoerd kan een

taster-wissel-inrichting uitkomst bieden.

Oe tasters zijn allen opgenamen in een magazijn en kunnen

door een rabotarm in de tastkop van de meetmachine worden

ge-plaatst. Oe tasterstift wordt da~ autamatisch geklemd en

daar-bij valdoende nauwkeurig gepasitianeerd of ingemeten ap een

ijknarmaal.

Randdraaitafel

2ie figuur 25.

Uaor veel meetprablemen biedt de randdraaitafel een sterke

ver-eenvaudiging en versnelling van het meetproces. Oit geldt

vooral voar rotatie-symmetrische meetabJekten. Oak kunnen inge-wikke1de meetproblemen met eenvoudiger tasterstift kombinaties

(25)

worden gemeten. De ronddraaitafel kan volledig door de 3-DM

be-stuurd worden. Zelfs uitlijnen van het meetobjekt is overbodig

omdat hiervoor software-matig kan worden gekorrigeerd. Scanning-inrichting

Zie ook figuur 30.

Bij het scannen "loopt" de taster langs het oppervlak van het

meetobjekt met een konstant gehouden meetkracht Cmetende

tast-kop), terwiJl het kontinu meetwaarden verzameld. Hierbij wordt

gekorrigeerd voor de translatiesnelheid langs het oppervlak en

er wordt rekening gehouden met de richting van de normaal in

het aantastpunt. Zodoende wordt altiJd loodrecht op het

opper-vlak gemeten. De translatiesnelheid kan varieren van 5 um/s,

voor zeer kleine kontouren, tot 50 mm/s voor het snel meten van

grote weinig gekromde oppervlakken. Er kunnen tot 30

meetwaar-den per sekonde wormeetwaar-den geregistreerd. Meetmikt"cskeep

Het kan ziJn dat het meetobjekt niet kan of mag worden

aange-tast. Oat is bijvoorbeeld het geval biJ films en folien,

dun-wandige thermoplastische kunststof voorwerpen, dunne bladveren,

etc. In plaats van het tastsysteem kan dan een meetmikroskoop

worden gemonteerd. Dit heeft weI nadelen zeals de beperking

naat" 2-D metingen en het niet meer automatisch kunnen meten. Is dat weI gewenst dan is de optische 3-DM een megelijkheid.

Optische 3-D meetmachines

In plaats van een elektro-mechanisch tastsysteem is in dit

geval een elektro-optisch tastsysteem gemonteerd (zie figuur

~~). Het meetprincipe en de kenmerken van de 3-DM blijven

gro-tendeels hetzelfde. Nu wordt echter het meetobJekt optisch

"aangetas't" . Ais lichtbt"en worden veelal lasers of

halogeen-lampen gebruikt, maar ook gloeilampen en luminescentiediodsn.

De sensorsn zijn photodioden (snkel of gskombineerd tot

ar-ray's) of videokamera's. Een voorbeeld van een optische 3-DM is

te zien in figuur ~5.

Het met en zonder metallisch kontakt heert de volgende

eigen-schappen als gevolg:

hoge meetsnelheid, aIleen beperkt door de aanspreektiJd van

de opto-elektronische onderdelen en de verwerkingstijd van

de elektronische schakelingen. Bij het scannen zelfs alleen

beperkt door de werksnelheid van de computer. Dit geeft de

mogeliJkheid een "fijner" numeriek model in de zeIfde tijd

te realiseren.

- geen meetkracht, dus geen deformatie. Nu is het dus ook

mo-gelijk zachte, flexibele meetobjekten aan te tasten,

zon-der beschadigingen achter te laten.

- metingen van twee-dimensionale meetobJekten zoals folien

ziJn mogelijk.

(26)

De eptische 3-DM kan volledig automatisch meten. Een andere

mogelijkheid is de teepassing van laser-interferemeters in de

meetsystemen. Dit biedt veel veordelen en werdt al teegepast.

De velgende meettechnieken kunnen in de eptische werden 3-DM

teegepast:

- schaduwbeeld. Het meetebjekt wordt belicht en de

schaduw-kanten kunnen dear de detekter werden gemeten.

- triangulatie. Er wordt een lichtvlek ep het meetebjekt

ge-prejekteerd en de teruggekaatste lichtstralen weer

epge-vangen. De greotte van de lichtvlek is bepalend veor de af-stand tussen de sensor en het meetebJekt.

- buiging. Het meetobJekt werdt met keherent monechrematisch

licht beschenen. De afbuiging is een maat voor de

afmeting-en van het meetobjekt en kan met een senser worden

geregi-streerd.

- beeld analyse. Het beeld van biJvoerbeeld een videokamera

wordt elektronisch geanalyseerd. Elk punt van het scherm

heeft hierbij een bepaalde lichtintensiteit, zodat de

afme-tingen van het meetobjekt kunnen worden bepaald (in twee

dimensies).

- interferentie. Twee koherente Iichtbundels worden

vergele-ken. De ene is een referentie met vaste lengte, de andere

»volgt» het meetobjekt.

8.3 Nieuwe ontwikkelingen ~ het gebied van het 3-D meten

Steeds vaker worden 3-DM's in het produktiepreces geintegreerd.

Dit heeft de velgende kensequentie voor de kenstruktie van de

3-D meetmachines:

-de omgevings kendities zeals temperatuur en relatieve

vecht-igheid, maar eok trillingen in de vloer, zijn een stuk

minder gunstig ais in een gekenditioneerde meetkamer. De

trend is nu een konstruktie toe te passen opgebouwd uit

zo-veel megeIijk een en het zelfde materiaal. Sommige

fabri-kanten gaan over op gietiJzer ef staal, anderen zoeken het

in synthetische graniet.

toepassing van afgeschermde rollagers in plaats van de

klassieke luchtlagers. Bij de laatste is de kans dat de

ge-Ieidingen vervuild raken met stef en olie te groot. De

nauwkeurigheidseisen voor deze »produktien-meetmachines

zijn niet zo haag dat de toepassing van rellagers niet toe-laatbaar zau zijn.

tasterwissel-inrichtingen vinden steeds meer toepassing. inzet van veel gratere computers met als motivatie:

• snellere informatie stromen van en naar de centrale

computer van de flexibele preduktie eenheid CFMS)

• koppeling met CAD/CAM-systeem voor het automatisch

te-rugkoppelen van meetresultaten en veranderingen in het

ontwerp af produktie

• kemplexe meetopdrachten duren te lang als de machine

niet tegelijk kan meten en gegevens verwerken. Daaram

(27)

simul-taan kunnen worden uitgevoerd. Dit vraagt beduidend meer geheugenruimte als de klassieke programma's

• steeds meer software-matig korrigeren van systematische fouten en het verwerken van toevallige fouten.

fen speciale "produktie"-3-D meetmachine moet aan de volgende

eisen voldoen:

- zij moet sneller zijn dan de klassieke 3-DM en toch

rede-lijk nauwkeurig blijven

zij moet gemakkelijk door een (1) persoon te bedienen zijn

(geen computer specialist)

zij moet onmiddelijk opstartbaar zijn, samen met de overige apparatuur van de FMS

zij moet een duidelijke presentatie van de meetresultaten

kunnen geven

ziJ moet op een eenvoudige mannier informatie kunnen

over-dragen naar de centrale computer van de FMS of het CADI

CAM-systeem

fen andere ontwikkeling is het kalibreren van 3-DM's met

be-hulp van een laser-volgsysteem (zie figuur ~6). Het doel is een

nog nauwkeuriger (faktor 10) kalibratie te realiseren, dan op

het moment mogeliJk is. Tegenwoordig worden de meetsystemen

langs de machine-assen gekalibreerd. Met het laser-volgsysteem

is het mogelijk de tasterkop te volgen met twee of drie

laser-bundels en triple-spiegels, bevestigd op de tastkop. Hiervoor

is een volgsysteem met kantelspiegels nodig, waarmee de

ver-plaatsingen in de X-, Y- en 2-as bepaald kunnen worden. Dit

systeem is in een zeer pril ontwikkelingsstadium, maar verwacht

wordt dat het zeer goed bruikbaar zal zijn, vooral biJ de

(28)

~ konklusies

De 3-D meetmachine heeft met recht een nieuwe dimensie aan de

meettechniek gegeven. Niet aIleen in de letterliJke betekenis

van het woord. De 3-DM heeft er meetoe biJgedragen dat de

meettechniek Cals onderdeel van de kwalite~tsbeheersing)

dicht-er biJ de produktie is komen te staan. Dit bliJkt het

duide-liJkst uit de uitvoeringen van volledig geintegreerde 3-DM's in

een flexibele produktie eenheid (FMS). Deze machines ziJn zeer

snel, redeliJk nauwkeurig, gemakkeliJk te bedienen en ziJn

eventueel te koppelen aan de centrale computer van de FMS of

een CAD/CAM-susteem. Deze ontwikkeling maakt een geheel nieuwe

kijk op de kwaliteitsbeheersing tijdens de produktie mogelijk.

Ook in de meetkamer is de 3-DM een onmisbaar meetinstrument

geworden. Uooral omdat de 3-0M meetopdrachten kan uitvoeren die

met alternatieve instrumenten (1-0 of 2-0 meetmachines)

hele-maal niet of zeer moeilijk·konden worden uitgevoerd.

Toch is het noodzakelijk dat er no~ veel onderzoek wordt ver~

richt op het gebied van beheersing, verbetering en kontrole van

de meetnauwkeurigheid. Uooral het laser-volgsusteem biedt hier

aantrekkelijke mogeliJkheden .. Tenslotte zal de 3-dimensionale

meetmachine steeds meer ~lexibel en eenvoudiger toepasbaar

moe-ten worden.

(29)

Literatuur bronvermelding

1. Fertigungs messtechnik, Handbuch fuer Industrie und

Wissen-schaft, H.J. Warnecke en W. Dutschke, BerliJnj Heidelbergj

New Yorkj Springer, 198~.

2. College diktaat Meettechniek nr. ~U710, Ir. P.H.J.

Schelle-kens e.a., Technische Hogeschool Eindhoven, 1986.

3. Metaal Bewerking, Jrg. 50, nr. 7, 3-0~-198~

Coordinatenmeetmachines, hun nauwkeurigheid en de kalibratie daarvan.Door A.G.J. van Steenis,FDO technische Adviseurs BU.

~. Metaal Bewerking, Jrg. 52, nr. 3, ~-02-1986

3-D meetmachinesj stand en ontwikkeling. Door Ir. R. Gobin,

Hoofdingenieur, lector Katholieke Universiteit Leuven.

5. Zeiss Mehrkoordinatenmesstechnik, Hardware - software -

ein-satzgebiete, Klaus Herzog, Abteilung fuer industrielle

Mess-technik, Carl Zeiss, Oberkochen, Sonderdruck aus Zeiss

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verschillende sociaalwetenschappelijke benaderingen zullen elk een andere verklaring geven voor het achterblijven van de economische participatie van vrouwen in Nederland.. 2p 8 –

mannen, met andere woorden over eenzelfde hulpbron onderwijs (cultureel kapitaal) als mannen beschikken, wordt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op terrein van

We gaan na of we uit de remote sensing data een aantal waarden (indices) kunnen afleiden die als maat kunnen dienen voor het beoordelen van bladverlies en -verkleuring, om zo

Zo stelt de Hoge Raad dat – wanneer het binnen een VvE gebruikelijk is om bijvoorbeeld een besluitenlijst of notulen van een vergadering rond te sturen – uitgangspunt is

De kinderen scoren goed op de observaties voor de onderdelen geletterdheid, fonemisch bewustzijn Leerlingresultaten Doelstelling periode 1 Zie basisgroep. Doelstelling

De fiscale grondslagbedragen zijn uitgesplitst naar de Nederlandse, Amerikaanse en overige multinationals met een wereldwijd geconsolideerde groepsopbrengst van meer dan € 750 miljoen

Op 2 februari 2010 heeft u besloten om medewerking te verlenen aan een planologische procedure om te komen tot de bouw van 2 vrijstaande woningen op het perceel horende bij het

Als we de afbreekfout, die ontstaat door toepassing van een integratieformule op een functie, te groot vinden, kunnen we overgaan op een formule van hogere orde, maar ook kunnen we