• No results found

Een vergelijking van de numeriek bestuurde draaibanken Pittler Pinumat 300 en DR133NC en de bijbehorende besturingen general automation SPC-16 en UMAC 7E21C

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een vergelijking van de numeriek bestuurde draaibanken Pittler Pinumat 300 en DR133NC en de bijbehorende besturingen general automation SPC-16 en UMAC 7E21C"

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DR133NC en de bijbehorende besturingen general automation SPC-16 en UMAC 7E21C. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0489). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1980

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

EEN VERG~LIJKING VAN DE NU~RI~K BESTUURDE DRAAIBAl~KE~ PITTLER PINUMAT 300 EN DRt33NC EN DE BIJBEHORENDE

BESTURINGEN GENERAL AUTOMATION SFC-16 EN UMAC 7E21C

schrijver

atagedocent

: D.P.A.D. van Zan,

student in de werktuigbouwkunde aan de HTS te Eindhoven

: ir. J. Bootsma

opdrachtgever : ir. P.C. Mulders atagebedrijf

stageperiode

: Technische Hogeschool Eindhoven Den Dolech 2 Eindhoven I . 1i februari - 30 juni 1980 Eindhoven, 30 juli 1980 Handtekening opdrachtgever: PT-Rapport nr.: 0489.

(3)

draaibanken, vertonen grote verschillen in de opbouw.

De Pittler Pinumat 300 is gemaakt voor korte werkstukken met een relatief grote diameter (+ 200 x ~ 250 rom). Over de lengte van de "dwarsslede kan men gereedschapshouders, waarop beitelplaatjes

zijn bevestigd, plaatsen. Het gebruik van een losse kop is dan oak niet mogelijk. De klauwplaat wordt hydraulisch aangedreven. Deze heeft een beveiliging tegen een te lage druk en foutieve positionering van de klauwen. De hoofdspindel wordt, via een

tandwielkast, aangedreven door een 3-fasen elektromotor. In totaal zijn er twaalf toerentallen programmeerbaar. Het koelsysteem van deze draaibank is vrij ongunstig geplaatst, daar het richten van de koelingstraal tijdens het draaiproces een gevaarlijke bezigheid is. De Pittler Pinumat 300 is voorzien van een General Automation-besturing.

De DR133NC, die aan een UMAC-besturing geschakeld is, is uitermate geschikt voor lange assen met een kleine diameter (+ 500 x

-¢25 rom bij gebruik van spantangen). De bank beschikt dan ook over een losse kop. De door lucht bediende klauwplaat heeft een beveiliging tegen ~e lage druk. Via een riemoverbrenging met vier verhoudingen wordt de hoofdspindel aangedreven door een 3-fasen elektromotor met drie eigen toerentallen. Verder heeft men de keuze tussen enkel en dubbelwerk. In totaal zijn er dus 24 toerentallen beschikbaar, waarvan slechts de drie van de elek-tromotor programmeerbaar zijn. Bij de bank zijn twee roterende beitelhouders aanwezig, een voor vier en een voor zes beitels. Alle beitels worden apart gekoeld.

Het grote verschil tussen de beide besturingen is dat de General Automation een apart toetsenbord heeft en de UMAC slechts beschikt over een keuzeschakelaar met adresseringsletters.

De programmeertalen vertonen veel overeenkomst. Bij de UMAC ge-bruikt men echter voor de programmering van afstanden geen

(4)

2:

VOORWOORD

Mijn stage heb ik doorlopen bij de Technische Hogeschool te Eindhoven. Ik was werkzaam op de afdeling Werktuigbouwkunde bij de vakgroep Produktietechnologie en in het bijzonder de sektie Numerieke Besturing. Het hoofd van deze sektie is 'professor A. van der Wolf, die o.a. wordt bijgestaan door de

wetenschappelijk medewerkers ire P.C. Mulders en ire R. Gerritzen. De ~echnische Hogeschool Eindhoven is in hoofdzaak een onderwijs-instelling waar men opgeleid kan worden tot ingenieur in een bepaald vakgebied.( elektrotechniek, bedrijfs-, bouw-, natuur-, schei;, werktuigbouw- en wiskunde.). Tevens wordt er op de THE onderzoek verricht, ook voor bepaalde bedrijven.

Als stagiair heb ik geexperimenteerd met een numeriek bestuurde draaibank, waarvan de besturing vorig jaar is vervangen.

Het niveau van de opdracht was goed, daar ik met veel aspekten van numerieke besturing te maken heb gehad.

Bij deze bedank ik ira P.C. Mulders, ire R. Gerritzen en

Han Oosterling hartelijk voor de prettige samenwerking op de THE en ire A. Harrewyne en ing. H. Sleutjes die mij geholpen hebben op de HTS. Zij hebben er mede voor gezorgd dat ik op een leuke

(5)

1.1. De verantwoording van het verslag 1.2. De introduktie van het rapport

1.3.

De verklaring van de afkortingen 2. DE OPHOUW V~ D~ DRAAIBANK~N

2.1. De klauwplaat

2.2. De hoofdspindelaandrijving

2.3.

De gereedsohapsslede en het gereedschap

2.4.

Het koelsysteem

3. DE BESTURING

3.1. De General Automation SPC-1.6..

3.2.

De UMAC· 7e210

4.

DE PROGRAMMEERTAAL

4.1.

Het bloknummer of regelnummer

'N'

4.2.

De voorbereidende funktie of bewegingskode

4.3.

De coordinatenkodes

'X'

en

'Z'

4.4.

De hulpcoordinatenkodes 'I' en

'K'

4.5.

De aanzetsnelheid 'Ft

4.6.

Het toerental van de hoofdspil 'S'

4.7.

Het gereedschapskorrektienummer tT'

4.8.

De hulpfunktie 1M'

5.

PROGHAMMAVOOKBEELDEN

5.1.

De General Automation-programma's '1PREPA' en • 2PRl!;PA I

5.2.

Het u)~C-programma 'KONIoCHE AS'

LITERA~UUROPGAV~ BIJLAGl!;N

4

4 5 G 7 1.0 12 1.8 211 21

23

28 29 I Gt 30

33

34

34-35

35

36

40

40

53

57

58"

(6)

1. DlliIl)Il~U

Tijdens mijn stage was ik werkzaam bij de sektie 'Numerieke Besturingt van de afdeling 'Werktuigbouwkunde' op de THE. Mijn taak omvatte het volgende:

- Het experimenteren met de numeriek bestuurde draaibank Pittler Pinumat 300;

- Hat draaien en polijsten vanwerkatukken uit perspex; - Het schrijven van een programma voor een produkt;

- Het geven van demonatraties met de numeriek bestuurde draai-bank;

- Het mee helpen voorbereiden van colleges.

1.1. De verantwoording van het verslag

' "

-De beide HTS-stagiairs A. v.d. Borst en M. v.d. Elzen hebben gedurende de eerste en tweede stageperiode van dit schooljaar ook bij de sektie 'Numerieke Besturing' gewerkt. Zij hebben vrijwel aIle aspekten die betrekking hebben op de numeriek be-stuurde draaibank Pittler Pinumat 300 reeds uitvoerig beschreven. De mogelijkheden om andere aspekten van numerieke besturing te beschrijven zijn zf?er beperkt; het zou neerkomen op overschrijven van literatuur. Daarom is met de stagedocent ira J. B60tsma beslo-ten de stageperiode te verlengen om ook nog ervaring op te doen met de DR133NC-draaibank van de HTS.

1.2.

- - - -

De introduktie van het rapport

---

-

----In dit verslag wordt een vergelijking gemaakt tussen de Pittler Pinumat 300 en de DR133NC met hun besturingen, respektievelijk de General Automation en de UMAC. Met de DR133NC heb ik niet uitgebreid kunnen werken, daar bleek dat aommige opdrachten niet goed uitgevoerd werden ten gevolge van een defect in de besturing. Bepaalde aspekten van de DR133NC en de UMAC heb ik dus niet

goed kunnen onderzoeken. Vooral van de UMAC-besturing kan ik slechts een zeer summiere beschrijving geven.

(7)

koeleyeteem. Hoofdstuk 3 beschrijft in het kort de funk ties

van de besturingen. In hoofdstuk

4

wordt de programmeertaal, die voor beide machines vr1jwel 1dent1ek 1s, beschreven. In

"hoofdstuk

5

worden enige programmeervoorbeelden gegeven.

BOB

=

End of Block EOR

=

End of Record

(8)

6

2. DE OPBOUW VAN DE DRAAIBANKEN

In dit hoofstuk wordt de opbouw van de Pittler Pinumat 300 met die van de DR1.33NC vergeleken. De verschillen tussen de beide draaibanken zijn groot, daar de Pittler ontworpen is voor'korte werkstukken met een grote diameter (max.

±

200 x ., ~ 250 mm) en de DR1.33NC voor aasen (max.

±

500 x ~ 25 mm bij

gebrudk van sen spantang en ~ 115 mm bij gebruik van sen klauwplaat),. In figuur 1 ia een schematiache tekening w.eer-gegeven van het bovenaanzicht van de Pittler Pinumat 300 met zijn arbeidsbereik.en in figuur 2 die van de DR133NC. Bepaalde onderdelen van de draaibanken, zoals de klauwplaat, de slede, de motor en de beitels, worden uitvoerig besproken.

I

I

! I L I1I1BEIDSJUIUIK 1.t6a

I

!

f

~

I

'G '(I ~

I

,

CIo! 'AI ~

.i

IQ VI _ _ _ _ _ _ _ _ ..J r-- - - _ . -~ ~ III

f

Ci!l <l: ~ £90.5,

Figuur 1: Het bovenaanzicht van de Pittler Pinumat 300 met zijn arbeidshereik

(9)

~ ~ ~ ~ Las.s.E KDP -...:; ~ ~ ~ iJEllffLHl)(;.IDEJ?

Piguur 2 : Het bovenaanzicht van de DR133NC met zijn arbeids-bereik

De Pittler Pinumat 300 he eft een hydraulische klauwplaat. De klemdruk, die wordt geleverd door een aparte schottenpomp,

is variabel, doch wanneer de druk lager komt dan 25 bar dan is het niet mogelijk om een programma uit te voeren~ Op het

bedieningspaneel gaat een waarschuwingalampje branden; bij opvraag van de fout verschijnt de tekst 'chuck ext(ernal)

pressure fail' op de display_ Daar de druk soms lager moet zijn' dan 25 bar, bijvoorbeeld bij het draaien van perspex, omdat

dit anders samengedrukt sou worden, is in de besturing deze ve1ligheid tu1t to schakelen'. Ook wanneer de klauwen te ver

(10)

8

naar binnen of naar buiten zijn geplaatst, en het werkstuk dus niet goed aangedrukt wordt, kan het programma niet gestart worden; bij opvraag verschijnt de tekst 'chuck ext(ernal) limit' op de display. en hej; lampje I faul t. status' ga,at br~d~., .

Daze beveiliging werkt als voIgt:

De positie van de klauwan is maatgevend voor de verplaatsing 'van een V-vormig blokje, dat via een rolletje een schakelaar

bediand (zie figuur

J).

Het programma kan nu aIleen uitgevoerd worden als het rolletje zich in gebied

'B'

bevindt en de

schakelaar dus niet ver genoeg ingedrukt wordt om de programma-start te blokkeren; de klauwen zijn dan juist gepositioneerd.

...

.

l!> C

1

t

I

- - - _ J

Figuur

3:

De beveiligingsschakeling op de klauwplaat

In de klauwplaat van de Pittler Pinumat 300 kunnen, bij gebruik van normale klauwen, werkstukken ingespannen worden met een

uitgangsdiameter die kan varieren van 40 rom tot en met Z 250 mm. In figuur 4 zijn de belangrijkste afmetingen van deze klauw-plaat gegeven. Het gebruik van spantangen is niet mogelijk.

(11)

/II III 32.75

Figuur 4: De klauwplaat van de Pittler Pinumat 300

De DR133NC heeft een luchtbediende klauwplaat. De perslucht wordt niet geleverd door ee~ speciaal voor deze bank ontworpen, compressor, doch wordt aangevoerd via het persluchtleiding-systeem van de HPS. Op de klauwplaat is een beveiliging aan-gebracht die voorkomt dat er bij een te lage druk gedraaid kan worden; het materiaal zou bij een te lage druk uit de klauw kunnen vliegen. Wanneer de klemdruk beneden de 5 bar komt, kan er geen programma uitgevoerd worden. Op het kontrole-paneel gaat het lampje 'no air' branden.

In de klauwplaat kunnen, bij normale klauwen, staven met een uitgangsdiameter van maximaal 115 mm ingespannen worden.

In figuur 5 zijn de belangrijkste maten van de klauwplaat van de DR133NC weergegeven.

Bij de DR133NC kunnen spantangen weI toegepast worden. Voor

alle assen met gehele diameters, varierend van·1 tot en met 25 rom zijn spantangen aanwezig. De spantang moet met de hand

(12)

10

10 8.B 23.2

Figuur 5: De klauwplaat van de DR133NC

Bij de Plttler Pinumat 300 wordt de hoofdspinde~via een

tandwielkas~ aangedreven door een 3-fasen elektromotor. Deze

elektromotor heeft'een opgenomen vermogen van maximaal 15 kW en kan in beide draairichtingen met twee toerentallen draaien. namelijk 1500 en 3000omw/min.

In de tandwielkast kunnen met behulp van elektromagnetische koppelingen zes verschillende overbrengingsverhoudingen

gerealiseerd worden. In totaal zijn er dus per draairichting twaalf toerentallen beschikbaar. Figuur 6 toont hoe deze toerentallen verkregen worden. Als bij verandering van het toerental van de ho6fdspindel hat toerental van de motor moet veranderen, dan duurt het + 2 sec alvorens de motor zich

geatabiliseerd heeft. Men moet hiermee dus rekening houden bij het programmeren.

(13)

3-fasen .. elektro-motor ---3000 ~ 1,0: 1 8: 1 235

-.

941

-

148 594 296 -, 1185 ~. 187 710 ~73 I - - 1.491

Figuur 6: De totatandkoming van de toerentallen van de hoofd-spindel bij de Pittler Pinumat 300

De DR133NC heeft in standaardui tvoering slechts twaalj;" apindel-toerentallen. Door een 3-faaen elektromotor, met drie mogelijke toerentallen, en een riemoverbrenging met vier stappen wordt de hoofdspindel over een V-riem direkt aangedreven. Men kan echter aIleen de 3 toeren~allen van de elektromotor programmeren met 801, 802 en 803 respektievelijk 750, 1500 en 3000 omw/min.

De V-snaar moet namelijk met de hand op de juiate achijf gelegd worden voor het juiste toerental. In figuur 7 is te zien welke toerentallen mogelijk zijn bij enkelwerk.

~

1- 2 3 4

803 4000 2800 1800 1120

802 2000 1400 900 560

S01 1000 700 450 280

~ = het Bchijfnummer van de V-Bnaar (zie figuur 9)

~~ = de programmeerkode

(14)

Als optie ia er dubbelwerk verkrijgbaar. Het aantal toeren-tallen wordt dan twee maal zo groot. In figuur 8 zijn de mogelijke toerentallen bij dubbelwerk gegeven.

~

1 2- 3

S03

-

560 355

S02 400 280 180

SOl 200 140 90

~

=

het schijfnummer van de V-snaar (zie figuur 9) ~~

=

de programmeerkode

4 224

112 56

Figuur 8: De mogelijke toerentallen van de DR133NC bij dubbelwerk

1 2 3 4

-t-.

. .

--

r

-Figuur 9 : De kodering van de riemschijven

Het overschakelen van enkelwerk op dubbelwerk moet handmatig gebeuren en is dus niet programmeerbaar.

Bij de Pittler Pinumat 300 wordt het gereedschap op de dwars-slede (de gereedschapsdwars-slede) bevestigd. Deze gereedschapsalede heeft een zwaluwstaart met 29 pennen, die op een onderlinge

afstand van 30 rom staan. Op iedere pen kan men een houder fixeren, waarbij men moet bedenken dat iedere gereedschaps-houder drie pennen in bealag neemt. In figuur 10 is de

gereedschapsalede zonder gereedschap getekend, in figuur 11 met gereedschap.

(15)

e, n

2111. 2i'2"t 2J 222110 1'1817 16 IS It 13 121/ /0!1 8 7 " l' i- .3 2. I

• • • • •

• •

• •

• •

"

30

Figuur 10: De gereedachapaalede van de Pittler Pinumat 300 zonder gereedachap

I

H~N~X~nnVMmM"d~~ll~H~9876r~3 21

I

.

r

-!-rf'.

••••••••••

~

• ••••••••••••

0 f<t • c 0 ~ 0

d

1::::1 =::I

Figuur 11: De gereedachapsalede van de Pittler Pinumat 300 met gereedschap

Deze opatelling, waar de beitels over de gehele lengte van de dwaraalede geplaatst kunnen worden, ia typerend voor een

draaibank waarop aIleen korte werkstukken gedraaid worden; immera een loaae kop ia niet mogelijk.

De gereedachapshouder wordt op de zwaluwstaart van de slede

geklemd door de z8akant aan te draaien; het bl6fje f.B' verplaatst

(16)

1:4

9S

25

88

Figuur 12: De gereedschapshouder van de Pittler Pinumat 300 In de gereedschapshouder wordt een beitelhouder, waarop beitel of beitelplaatjea bevestigd kunnen worden, geklemd.

De meest gebruikte·types van beitelhouders zijn:

- de langsdraai/vlakdraaibeitelkombinatie voor beitelplaatjes (figuur 13)

- de kontourbeitelhouder voor beitelplaatjes (figuur 14) - de beitelhouder voor beitels met doorsnede ¢ 12 mm

(figuur 15 )

In defiguren worden geen maten gegeven daar de afmetingen nogal variabel kunnen zijn.

(17)

-I II

.b.~)1 ._. __

Figuur 13: De langadraai/vlakdraaibeitelkombinatie voor beitel-plaatjea (Pittler Pinumat 300)

~--- - - H - - -

-~---Figuur 14: De kontourbeitelhouder voor beitelplaatjee (Pittler Pinumat 300) I I I I

-I I

Figuur 15: De beitelhouder voor beitela met dooranede

¢

12 mm (Pittler Pinumat 300)

(18)

De beite1korrekties kunnen bepaald worden met behulp van een gereedschapinste1apparaat (figuur 16).

~.

~---Figuur 16: Het gereedschapinstelapparaat behorende bij de Pittler Pinumat 300

De DR133NC-draaibarik is voorzien van een draaibare beite1houder voor maximaal 4 beitels, die Ioodrecht op elkaar bevestigd worden

(figuur 17). Oak hier wordt gebruik gemaakt van beitelplaatjes. Wanneer er een nieuwe beitel voorgebracht moet worden, door middel van de 'T'-kode, draait de beitelhouder 90, 180 of 2700 tegen de wijzers van de klok in. De houder wordt door luchtdruk omgeschakeld. De omslagsne1heid moet geregeld en gedempt worden. In principe is dit bij de produktie van de machine a1 gebeurd. Bij gebruik van een zesvoudige gereedschapahouder kan het nodig zijn ala er zeer zwaar gereedschap gebruikt wordt; de omslag-snelheid wordt dan minder en de demping grater. Be1angrijk is to weten dat een grote omslaganelheid en een te kleine demping schadelijk is voor het systeem.

Men dient ar tevena goed op te letten welke baan de beitelpunt bij omalag gaat beschrijven. Een typisch voorbeeld hoe het fout gaat toont figuur 18.

(19)

+

+

,t

--I I

I

--1

t

+

AANPMI( /cDBLING.

/

~

"'

+

-+

t--.

t

+

+

I

b

I<.OElI/ff!:,

Figuur 17: De beitelhouder van de DR133NC-draaibank Een houder voor zes beitels is ook aanwezig.

(20)

18

+--_._._-

-+--x""

I

+

Figuur 18: Ben typisohe rout; de baan die de beitelpunt bij omslag beschrijft loopt door het werkatuk

Daar er gebruik wordt gemaakt van standaard beitelplaatjea die met grote nauwkeurigheid in de houders passen, hoert men geen beitelkorrekties toe te passen. Blijkt het echter toch nodig te zijn, dan moet men de korrekties proefondervindelijk bepalen. Door middel van aanslagen op de beitels (figuur 19) zijn de afstanden tot een hoekpunt van de beitelhouder nauwkeurig bekend.

In figuur 19 zijn de meest gebruikte beitels afgebeeld. 2A Het koelsyateem

---De Pittler Pinumat 300 heeft een koelsysteem waarvan de uit-einden van de leidingen slechta met de hand op het werkstuk te richten zijn (zie figuur 1). Tijdens het draaiproces moeten, bij werkstukken die groter zijn dan

±

40 rom, de leidingen steeds opnieuw op het werkstuk gericht worden op de plaats waar de beitel snijdt. Indien er metaal verspaand wordt is dit een gevaarlijke bezigheid, daar men met gezicht en armen onder de bescherrokap moet komen om deze handeling te verrichten. Ook bij. beitelwiaselingen levert het problemen op omdat de ens beital aan de voorkant van het werkstuk snijdt en een andere aan de aohterkant kan snijden.

(21)

25",9 0 ~ 0

..

0\

~

'"

Q::)

~

~ '0 A·' ~. .. B" C" I, D " ' f

N~.12ol /til. n~o, 1V1t./~QI /tI.ff. I.!tQ I

"

·1

CD

([):2")

....

-0

®

4

--0

G

<9

1

=

langsdraaien, 2

=

dwarsdraaien (bu bi), 3

=

konusdraaien -radius, 4

=

inkopieren (draaduitloop), 5 = dwaradraaien (bi bu), 6

=

draadsnijden (uitw), 7

=

afsteken (groefsteken)

(22)

20

Wi1 men op verantwoorde wijze de koelingsstra1en opnieuw richten, dan zal men enige programmastops moeten programmeren.

Bij de DR1.33NC heert-men een betere oplossing gevonden. ledere be~te1 die op de beitelhouder is bevestigd wordt apart voorzien van koeling (zie figuur 2 en 17) door middel van pijpjes die op d~ kop bevestigd zijn. De koelingsstraal voIgt dUB altijd de beitelpunt en een goede koeling is steeds verzekerd. Tavena is or oen koelingsslang aanwezig die zijn straa1 op een groot ge-deelte van hat werkstuk kan richten.

(23)

besturing van de beide draaibanken. Niet aIle handelingen die men op 4et kontrolepaneel kan verrichten worden behandeld. Er wordt eerder een zeer korte beschrijving van de meest gebruikte tunkties gegeven.

3.1. De General Automation SPC-16

-De Pittler Pinumat 300 is voorzien van een General Automation-besturing (G.A.), die een kontrolepaneel (zie bijIage 1), een toetsenbord dat vergeIijkbaar is met dat van een schrijfmachine, een ponsbandlezer en een videoscherm heeft. Tijdens het draaipro-ces kan men op dit scherm de volgende gegevens aflezen:

- de absolute posities vanaf een geprogrammeerd nulpunt in beide asrichtingen;

- de nog af te leggen afstand van de slede wanneer deze zich verplaatst;

- de eventuele gereedschapskorrekties; - de aanzet in mm/omw en in mm/min;

- het toerentalen ~e draairichting van de hoofdspil; - het blok dat de machine aan het uitvoeren is

De belangrijkste funkties van het kontrolepaneel zijn hieronder gegeven.

- De 'control'-knop: Met deze knop haalt men de machine uit zijn 'emergency stop' en 'feed hold'. De 'mode select'-schakelaar dient in de 'manualt-positie te staan.

De 'optional stopt-schakelaar: Indien er in een programma een 'M01'-kode is geprogrammeerd en deze schakelaar staat in de 'on'-positie dan stopt de machine na het blok waarin de 'M01'-" kode is opgenomen. In de 'off'-positie wordt deze kode genegeerd.

(24)

22

_ De 'block deletet-schakelaar: Als men voor een aantal blokken het tft-teken heeft geprogrammeerd en deze schakelaar staat in de 'offt-positie dan worden deze blokken uitgevoerd. In de 'on'· positie worden ze genegeerd.

- De 'cycle start'-toets: Met deze knop wordt een programma gestart of herstart.

De 'feed hold'-toets: Indrukken van deze toets veroorzaakt een stop van de aanzet als de 'mode select'-schakelaar in de

tmanualt-positie staat. Bij overschakelen naar 'single step' of 'auto' en indrukken van de 'cycle start.-toets wordt de uitvoer van het programma voortgezet.

- De '% feed ratef-schakelaar: Met deze schakelaar kan men de aanzetsnelheid van 0 tot en met 150% van de geprogrammeerde aanzetsnelheid varieren.

De 'mode select'-schakelaar: Deze schakelaar kent vier standen, namelijk 'auto', 'MDI', tsingle step' en 'manual'.

- In de 'autot-positie wordt het programma automatisch afge-werkt na indrukken van de 'cycle start'-toets.

- In de 'MDI'-positie kan men de besturing gebruiken voor handingave van data met behulp van het toetsenbord. Het is

zo mogelijk om programma's in het geheugen te zetten en programmats die al in het geheugen staan op te vragen, te veranderen of uit te wissen.

- In de 'single step'-positie wordt het uit te voeren programma blok na blok afgewerkt. Na elk blok moet men de 'cycle start'-toets indrukken.

- In de 'manual'-positie kan men de knoppen en schakelaars

binnen het gehele middelste kader (zie bijlage 1), de 'control on'-knop en de 'feed holdl-toets bedienen.

- De 'zero set'-knop: Met deze knop promoveert men ieder

willekeurig punt waarin de slede zich bevindt tot nulpunt van het absolute coordinaten stelsel.

(25)

richtingen tegelijk. Men moet bijvoorbeeld eerst het nulpunt in de X-richting opzoeken en dan pas in de Z-richting. Omdat de slede altijd in positieve richting gaat bewegen moet men ervoor zorgen dat de 'homebeweging' van een negatieve positie gestart wordli.

De 'prog zero'-knop: Door indrukken van deze knop geat de slede terug naar het nulpunt van het programma.

- De 'axis select'-schakelaar: Met deze schakelaar kiest men langs welke as (X of Z) men de slede wil verplaatsen bij gebruik van de drukknoppen in hetzelfde kader.

- De 'jog'-knoppen: Met de 'jog'-knoppen kan men de slede verplaat-sen, net zo lang als de knoppen ingedrukt blijven, indien de 'jog mode'-schakelaar op 'high' (hoge snelheid) of 'low' (l~ge snelheid) staat. Staat deze schakelaar in een van de "" _. . andere standen dan verplaatst de slede zich, na indrukken van een tjog'-knop over die bepaalde afstand. Opmerking: tmin' =

0,001

inm.

Met de 'jog'-'-knop beweegt men de slede in negatieve en met de 'jog +'-knop in positieve richting.

- De 'emergency stop'-knop: Met deze knop stopt men de draaibank

)2

" - - - -

De UMAC '(e21C

De DR133NC-draaibank is voorzien van een UMAC-besturing. De besturing beschikt over een bedieningspaneel (zie bijlage 2), een ponsbandprinter en een ponsbandlezer. De meest gebruikte funkties van het bedieningspaneel zijn hieronder gegeven. - De 'control on'-knop; Met deze knop zet men de machine in

werking en de draaibank als de 'mode'-schakelaar op 'SCAN' staat. Er gaat een groen lampje branden.

- De 'control off'-knoE: Door indrukken van deze knop wordt de machine uitgeschakeld en dient dus tevens als n~odBtop.

(26)

24

- De toetsen met getallen 0 tot en met 9: Deze worden gebruikt om een getalwaarde in te voeren als de 'modet-schakelaar op MDI staat.

_ De '-'-toets: De '-'-toets zet een '-'-teken voor aen gepro-grammeerd getal. Deze toets wordt ingedrukt nadat het laatste cijfer van een getal is geprogrammeerd en vQordat:men~9P de 'store'-toets duwt.

- De 'clear'-toets: Indrukken van deze toets heeft als gevolg dot de display en de teller, die het volgnummer (sequence-number) aangeeft, op nul gezet worden.

- De 'start eyelet-toets: In de 'MDI'-mode start deze toets het programma dat in het geheugen staat.

- De 'holdt-knop: Met deze knop stopt,men de voeding totdat de 'start cyclet-toets ingedrukt wordt. Het lampje 'hold' gaat branden.

- De 'storel-toets: Deze toets verplaatst de informatie die op display staat naar het geheugen.

De Idisplayt-toets: Deze toats wordt gebruikt om o.a. de beitelkorrekties die in het geheugen staan te tonen. De

'mode'-schakelaar moet in de tMDIt-positie staan.

De 'recall'-toets: Met deze toets kan men informatie die in

het geheugen is opgeslagen weer op de display laten verschijnen. De 'mode'-schakelaar moet in de 'edit'-positie staan.

- De 'modifyt-toets: Met deze toets kan men veranderingen in een blok, dat reeds in het geheugen is opgenomen, aanbrengen.

-De 'insert'-toets: Indrukken van deze toets maakt het mogelijk om aan een bIok, dat al reeds in het geheugen is opgenomen, veranderingen toe te voegen.

- De t cancel' -toets, Hiermee kan men blokken ui t het geheugen"

(27)

de display verschijnt.

- De 'search'-toets: Hiermee kan men een bepaald blok in het geheugen opzoeken.

- De 'address'-schakelaar: Hiermee kan men de volgende adresserings-letters programmeren: x/i, z/k, m, g, t, s, i, h, nf 0, ( / ) ,

'§./%.

Toelichting: De kodes ~ en

%

geven het begin van een programma aan. Programmering van de kode (/) voor een blok geeft de

mogelijkheid om tijdens het uitvoeren van het programma dit blok over te slaan. De kode laat op de display de kapaciteit van het geheugen verschijnen als de 'model-schakelaar op EDIT staat en de '-'-toets en de 'recall'-toets ingedrukt worden. -De 'modifier' -schakelaar: Deze schakelaar wordt gebruikt

in kombinatie met de 'mode'- en de 'address'-schakelaar en heeft de volgende posi ti"es:

- DIM : In deze stand kan men aIle adresseringsletters progra-meren, behalve de i, k en

%;

- LOC : Men kan zo aIleen de adresseringsletters i, k en

%

programmeren;

- ZERO; Deze positie maakt het mogelijk om het nulpunt vast te leggen;

- 1:

In deze stand worden beitelkorrekties geprogrammeerd of opgevraagd;

- O/R ; Hiermee kan men de aanzetsnelheid procentueel vergroten of verkleillen;

- POS'N : De display geeft de absolute afstanden van het machinenulpunt tot de plaats waar de slede zich bevindtj - ERROR : ~unktie onbekend;

(28)

26

- COM : Op de display verschijnt de in de ponsband opgegeven waarde als de slede in positie is gebracht;

- I~CR COM : Op de display verschijnt de afstand die nog te gaan is, terwijl de slede zich verplaatst.

-De 'mode'-schakelaar: Deze schakelaar kent de volgende standen: - AUTO : In deze stand wordt het programma automatisch afgewe~kt; - BLOCK BY BLOCK : Het programma wordt blok na blok afgewerkt.

Na ieder blok moet de 'si;art cyelet-toets ingedrukt worden; - MDI : Men kan nu met de hand data invoeren;

- MANUAL : In deze stand kan men de slede verplaatsen met behulp van de 'jogt-knoppen;

- SCAN: In deze stand kan men de 'rev'-·en 'forward'-toetsen bedienen waarmee men de ponsband kan afzoeken naar zogenaamde veilige startplaatsen;

- EDIT : Deze positie wordt altijd gebruikt in kombinatie met de 'address'-schakelaar en maakt het mogelijk verscheidene druktoetsen te bedienen;

- DUMP : Deze stand maakt het mogelijk om van het programma dat in het geheugen staat een ponsband te laten maken; - LOAD": In deze positie kan een ponsband ingelezen worden; - MACHINE ZERO : De schakelaar moet in deze stand staan bij

de nulpuntsbepaling.

-De

'%

feed rate override'-schakelaar: De aanzetsnelheid kan men hiermee varieren van 0 tot en met 120

%

van de geprogrammeerde aanzetsnelheid.

-De fjog'-knoppen : Met de 'jog'-knoppen kan men de slede verplaateen net zo lang als de knoppen ingedrukt blijven als de 'jog/feed'- schakelaar op high of low staat. Staat deze schakelaar in een van de andere standen dan verplaatst de slede zich over die afstand na indrukken van een tjog'-knop ( , out t , 'in f ,

'1',

of I r' ).

-De 'optional stop'-knop: Indien er in een programma een 'M01'-kode is geprogrammeerd en deze knop is ingedrukt dan stopt de machine na het blok waarin de 'M01'-kode is opgenomen.

(29)
(30)

28

4 DE PROGRAMMEERTAAL

Een werkstukprogramma is opgebouwd uit blokken of regele en neemt evenveel geheugenplaatsen in beelag als er blokken zijn. Een hlok kan verschillende woorden bevatten, die men kan zien ala opdrachten die uitgevoerd moeten worden. Zo'n woord bestaat 'uit een adresseringsletter die gevolgd wordt door een

cijfer-komhinatie. Het blok 'G91T01M03' bijvoorbeeld bestaat due uit drie woorden.

Woorden met eenzelfde adresseringsletter mogen niet in &&n blok staan. Een uitzondering hierop vormen bij de General Automation-besturing de M-kodes, de hulpfunktiee. Deze worden door de be stu-ring als speciale kodes erkend en uitgevoerd in de volgorde waarin ze in het blok staan. Bij de UMAC-besturing geldt dit aIleen

voor de !~30'-kodet die dUB in kombinatie met e6n andere

IM'-funktie gebruikt mag worden.

Bij het programmeren dient men de volgende woordvolgorde san te houden: N,G,X,Z,I,K,F,S,T en M (en H bij de UMAC), want het uitvoeren van verBchillende woorden in een blok moet in een

bepaalde vaste volgorde gebeuren. De prioriteiten zijn als voIgt:

1. De hulpfunktie(s), uitgezonderd die wachten op voltooiing

van de overige kommando's uit het blok (bijvoorbeeld programmastopkodes)

2. De gereedschapscorrektie

3. Het toerental van de hoofdBpil

4.

De sledebeweging zoals voorgeschreven door: - de voorbereidende funktie

. - de geometrische informatie - de aanzetBnelheid

5.

De uit punt 1 overgebleven funkties.

Indien een adresseringsletter wordt weggelaten dan houdt dit in dat er geen wijzigingen met betrekKing tot die funktie zullen optreden. De afzonderlijke blokken worden van elkaar gescheiden door de 'EOBt-kode. Deze kode wordt aut;matisch gegev;n ~anneer men op de ponser de 'carriage return'-toets intikt.

(31)

die van de G.A., dan wordt onder de toevoeging 'UMAC' besproken in welk opzicht van de G.A. wordt afgeweken. Daar waar het

nodig ia worden er voorbeelden gegeven bij de kodes.

Het bloknummer of regelnummer, N0001· tot en metN9999 dient ter herkenning van een bloke Het ia niet noodzakelijk de voorloop-nullen te programmeren. In plaata van N0001' ia N001 , N01' of N1 dua ook toegestaan; het komt echter de duidelijkheid van het programma ten goede wanneer men konaekwent bijvoorbeeld 3 cijfers hanteert voor de kodering.

Indien men een programma, via het toetsenbord, in het permanente geheugen van de besturing zet, dan kan het bloknummer weggelaten worden; de besturing geeft immers ieder blok een nummer. Door oproepen van het regelnu~ner kunnen veranderingen altijd gemak-kelijk uitgevoerd worden in het betreffende bloke Bij gebruik van ponsband zijn deze korrekties niet zo gemakkelijk uit te

voeren. Een ponsband moet overigens weI steeds van een regelnummer voor ieder blok zijn voorzien. Het grote voordeel van ponsband is dat tijdens het uitvoeren van een programma de regelnummers op de display verschijnen. Dit is niet het geval indien het perma-nente geheugen van de besturing wordt gebruikt. Het is in so~nige gevallen dan ook moeilijk om te achterhalen welke regel wordt

uitgevoerd. UMAC

Het volgnummer loopt van NOOO tot en met N999. De voorloop-nullen mogen niet weggelaten worden, Het regelnummer moet altijd geprogrammeerd worden; de UMAC heeft geen permanent geheugen.

(32)

)0

De soort beweging legt samen met de weginformatie het geometri-ache deel van het programma vast. De kode voor de soort beweging bestaat uit de letter

'G'.

gevolgd door een kombinatie van twee cijfers. Eventuele nullen mogen niet weggelaten worden •

.. Deze eijfera geven aan:

- de wijze van programmeren (absoluut of inkrementeel), - de wijze van bewegen (lineair of circulair) of

- de eenheid van aanzet - aIleen bij de UMAC·- (mm/omw of mm/min Een 'G'-kode blijft gelden totdat een nieuwe 'Gt-kode wordt

geprogrammeerd; er zijn eehter uitzonderingen.

In daze paragraaf worden de meest voorkomende voorbereidende funk ties behandeld.

De rechtlijnige beweging met ijlgang 'GOO'

Bij gebruik van daze kode zal de slede zich met de maximale anelheid van 5062,5016 mm/min bewegen. Deze ijlgang kan men veranderen met behulp van de

'%

feed rate'-schakelaar. Na het

aanzetten van de machine zal de slede de eerste verplaatsing(en) { in ijlsnelheid uitvoeren, behalve als G01, G02 of G03 geprogram-meerd is.

UMAC

De ijlsnelheid is )000 mm/min

De lineaire interpolatie met aanzetsnelheid 'G01'

De slede zal hier een rechtlijnige beweging uitvoeren met een programmeerbare aanzetsnelheid (, F' ). Het 'G01' -woord blijft gelden totdat het vervangen wordt door een van de kodes GOO, G02 of GO).

Voorbeeld ; (ll.A.)

(UMAC)

GO 1 X 1 0 Z -5lt'2

G01X010Z-005F002

Met aanzetsnelheid 2 mm/min verplaatat de slede zich 10 mm in X-richting en tegelijkertijd -5 mm in de Z-richting

(33)

de klok in, indien men van bovenaf op de slede kijkt. De af te leggen cirkelboog mag niet groter zijn dan 359°. Een volledige cirkel is niet mogelijk omdat begin en eindpunt samen zouden vallen. Men dient tevens de absolute afstanden van begin- tot middelpunt van de cirkelbaan op te geven en de coordinaten van het eindpunt t.o.v. het beginpunt van de cirkelbaan of het programmanulpunt.

Voorbeeld: (G.A.) G02X3Z-313KO

De cirkelbaan is weergegeven in figU~ ~

X3Z-3 geeft het eindpunt van de cirkelbaan weer t.o.v. het beginpunt ervan.

13KO geeft het middelpunt van de cirkelbaan weer t.o.v. het middelpunt ervan

.13E6INPUItT

BE ITeLPlIf/ T

EINDPUtlT ffIIJD€L P(lAlT

Figuur 20; Cirkulaire interpolatie Iinksom

De 'G02'-kode bIijft geldig to·tdat GOO, G01 of G03 geprogrammeerd wordt. Als de waarde achter de I of de K geIijk is aan nul, dan mag men dit woord weglaten. Voor bovenstaand voorbeeld mag men . dus ook schrijven G02X3Z-313.

UMAC

Cirkulaire interpolatie linksom wordt geprogrammeerd met G03. Als de waarde achter de I of K gelijk aan nul is moet men deze weI programmeren. V~~r de beweging die in het vorige voorbeeld gegeven is programmeerd men due G03X003Z-003I003KO.

(34)

32:

/

De cirkulaire interpolatie rechtsom 'GO)'

Voor daze kode geldt hetzelfde ala voor het 'G02t -woord, aIleen

is nu de draairichting rechtaom.

UMAC

Cirkulaire interpolatie rechtsom wordt geprogrammeerd met G02. De wachttijd 'G04'

Metdeze kode wordt bereikt dat er door de machine gedurende een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. Zoln wacht-tijd is bijvoorbeeld noodzakelijk bij verandering van toerental; het toerental van de spindel heeft namelijk enige tijd nodig om te stabiliaeren.

De tG04'-koda wordt altijd gevolgd door de letter F en aan getal dat de tijdsduur in seconden aangeeft.

Voorbeeld: (G.A.) G04F2

UMAC

De wachttijd is 2 seconden

De letter F wordt hier vervangen door de letter H. Een wachttijd van 2 seconden wordt geprogrammeerd met G04H002.

Absoluut programmeren 'G90'

Indien deze kode wordt gebruikt.worden aIle maten absoluut

gemeten. Dit houdt in dat het eindpunt bij een sledeverplaatsing altijd t.o.v. het programmanulpunt opgegeven dient te worden. Bij het aanzetten van de machine geldt het 'G90'-woord.

Deze kode vervalt als G91 geprogrammeerd wordt. Inkrementeel programmeren tG91'

Bij inkrementeel programmeren moet men bij aen sledeverplaatsing de nieuw in te nemen positie t.o.v. het atartpunt van de verplaat-sing - het einde van het laatate 'verplaatverplaat-singsblok' - opgeven. De '.:G91 f -kode blijft gelden totdat het vervangen wordt door G90.

(35)

a1 voorgeprograromeerd is in rom/min en een aanzet in rom/omw dan niet moge1ijk is door prograromering van G95. De maxima1e aanzet 1s 5062,5016 rom/min.

UMAC

De ~G94t-kode ia hier we1 yen toepassing. De machine heeft voor-keur voor deze kode, die echter verva1t ala G95 geprogrammeerd wordt. De maxima1e aanzet is ~999 mm/min.

De aanzet in rom/omw tG95'

Deze kode is niet van toepassing op de G.A. • UMAC

De maxima1e aanzet is 2,999 rom/omw. De kode verva1t als G94

geprogrammeerd wordt.

De gereedschapss1ede kan zich in het horizonta1e v1ak in twee as-richtingen verp1aatsen, de X- en de Z-richting.(zie figuur 21 ).

-X

-z

X

Figuur 21: Het coordinatenstelsel van een numeriek bestuurde draaibank.

De adresserings1etter wordt gevolgd door de afstand in rom. Eventuele voor- en naloopnullen mogen weggelaten worden. Een

_~~~~t_~_~_e~ .~r: de . ~d_:~sserings~~~~~r _~s.~~e~_ ~~odzakelijk .

-,-".~----.>.-.~~-.

-,--De minimaal prograromeerbare afstand is 0,001 rom, en maximaa1 zou 999,999 rom mogelijk zijn, dit is echter op de draaibank niet haalbaar.

(36)

34

Voorbeeld: Zie onder t De lin'eaire interpolatie met

aanzet-snelheid 'G01' , op blz.30 UMAC

De afstanden worden ~onder decimaalpunt opgegeven. Voorloopnullen moeten geprogrameerd worden, naloopnullen mogen weggelaten worden.

De hulpcoordinatenkodes worden gebruikt bij cirkulaire interpo-latie. De '"I' -kode geeft de afstand van het beginpunt-,tot het middelpunt van de cirkelboog in X-richting aan, de 'KI-kode die in Z-richting. De waarden achter de I en de K worden altijd

absoluut opgegeven. Indien de waarde achter de I of K gelijk aan nul ia mag deze koda worden weggelaten.

Voorbeeld: Zie onder 'De cirkulaire interpolatie linkaom 'G02' t .

op blz.Jl UMAC

Ala de waarde achter de I of de K gelijk aan nul is moet deze ,weI geprogrammeerd worden.

De aanzetsnelheid wordt geprogrammeerd met de adresseringsletter 1Ft, gevolgd door maximaal 5 cijfers, waarvan er ~en achter de decimale punt. Voorloopnullen mogen worden weggelaten. De aanzet-snelheid wordt opgegeven in mm/min. De geprogrammeerde 'Ft-kode blijft gelden, bij zowel G01, G02 als G03, totdat een nieuwe aanzetsnelheid geprogrammeerd wordt.

De maximale aanzetsnelheid is 5062,5 mm/min.

Voorbeeld: Zie onder 'De lineaire interpolatie met aanzet-snelheid 'G01' • op blz.SO

UMAC

De aanzetsnelheid kan varieren van F0001 tot F2999 (mm/min). Voorloopnullen mogen niet weggelaten worden.

(37)

men de adresseringaletter 'Sf, die gevolgd wordt door 5 cijfers waarvan de eerate een 1 is. Met de overige 4 cijfers wordt het

toerental in omw/min aangegeven. Voorbeeld: (G.A,,) S10235

S11491

Het toerental is 235 omw/min Het toerental is 1491 omw/min Wanneer het toerental in de 'S'-kode niet overeenkomt met een van de twaalf mogelijke toerentallen ( bIz. 11 ), dan zal de hoofdspil gaan draaien met het best benaderde toerental. De geprogrammeerde tS'-kode wordt opgeheven door een andere

'S'-kode of door een van de kodes M02, M05, M30 of M39.

UMAC

De elektromotor van de DR133NC-draaibank heeft drie mogelijke toerentallen, die geprogrameerd worden met S01, S02 en S03

(zie bIz. 11 ). Er zijn verder vier mogelijke snaaroverbrengingen zodat er in totaal twaalf toerentallen zijn. De snaRr moet met

.

de hand verIegd worden.

Met de enkel-dubbelwerkkombinatie, die op de bank aanwezig is, kan men nog eens twee maal zoveel toerentallen aan. Men moet

me.:t de hand overschakelen van enkel':'" 'naar dubbeIwe.rk •.

4~Het gereedschapskorrektienummer tTl

----

-De adresseringsletter 'T' wordt gevolgd door twee cijfers. -Deze twee cijfers geven san welke gereedschapskorrektie, die in het geheugen van de besturing is opgeslagen, uitgevoerd moet worden. De gereedschapskorrektie be staat uit een waarde in X- en

Z-richting. Het geheugen kan 32 paren korrektiewaarden bevatten; het gereedachapanummer loopt dus van T01 tot en met T32.

Wanneer de 'T'-kode wordt gebruikt, verschuift de gereedachaps-slede en dus ook het gereedschap.over de geprogrammeerde afstand en tevens het coordinatenstelsel; de positie van de

(38)

gereedschaps-36

slede in het coordinatenstelsel blijft gelijk. Een 'Tt-kode bIijft gelden tot deze vervangen wordt door een andere. De slede verschuift dan over een afstand die gelijk is aan het verschil tussen de beide gereedschapskorrekties. Aan het einde van elk programma moet de slede weer in zijn oorspronkelijke stand - het homepunt - terugkomen. De gereedschapskorrektie "moet ongedaan worden; dit geschiedt [door de kode 'TOO'.

une

Bij de DR133NC-draaibank heeft men te maken met een gereedschaps~

kop met beitels, die draaibaar is. Het gereedschapskorrektie-nummer bestaat hier uit de adresseringsletter IT', gevolgd door drie cijfers. Het eerate geeft het gereedschapsnummer aan dat kan varieren van 1 tot en met 9. De twee volgende cijfers geven het nummer van de gereedschapskorrektie aan, 01 tot en met 19.

Voorbeeld: (UMAC) T315

4.8. De hulpfunkti~ 1M'

Gereedachapsnummer

3

Gereedschapskorrektienummer 15

De hulpfunktie he eft als adresseringsletter de letter 'M', die gevolgd wordt door twee cijfers. In een blok mogen meerdere

'M'-kodes gebruikt worden. Bij de UMAC is dit aIleen van toepaasing op de 'M30'-kode.

o

Prgramma-onderbreking 'MOO'

Het programma wordt gestopt nadat aIle andere instrukties in hetzelfde blok zijn uitgevoerd; men kan dan bijvoorbeeld metin-gen verrichten. Het waarschuwingslampje 'programma stop' gaat branden. De programma-onderbreking kan beeindigd worden door de knop 'cycle start' - bij de UriAC 'start cycle' - in te drukken.

(39)

stop'-achakelaar in de 'ont-positie staat. staat de schakelaar in de 'off'-positie, dan loopt het programma gewoon door.

YM!Q

"Hier moet men de 'optional stop'-knop indrukken voor een automatiache programma-onderbreking; het lampje gaat branden Programma-einde 'M02'

Deze kode geeft het einde van het programma aan. Nadat alle inetrukties uit het laatste blok zijn uitgevoerd wordt de

aandrijving van de hoofdspil en de beide sledes uitgeschakeld. Op het bedieningspaneel gaan de lampjes 'programma stop' en

'end of program' branden.

UMAC

De funktie van M02 is dezelfde als van MOO. Tevena wordt de pariteitskontrole uitgeschakeld. Na de tM02'-kode en een

'EOB'-karakter kan men dan een gewone De pariteitskontrole wordt weer gende 'EOB'-karakter.

tekst in de ponsband opnemen. ingeschakeld bij het

eerstvol-Start motor - toerental rechtsom 'MO)'

De fM03'-kode start de hoofdspindel-motor rechtsom als een toerental met een 'Sf-kode geprogrammeerd is. De 'MO)t-kode blijft gelden totdat het vervangen wordt door een van de kodes M04 of M05. ook na het uitschakelen van de machine.

UMAC

Het is niet bekend of de laatst geprogrammeerde 'M03'- of 'M04'-kode ook nog geldig is na uitschakelen van de machine.

Start motor - toerental linksom 'M04'

(40)

3S

Stop motor 'M05'

De 'M05'-kode stopt de hoofdspindelmotor. Deze kode moet altijd geprogrammeerd worden bij verandering van draairichting van de hoofdspindel. De stop wordt opgeheven door een van de kodes M03 of M04. Na hernieuwd inschakelen van de machine gaat de

hoofdspindel draaien in de laatst geprogrammeerde draairichting. Het is daarom verstandig vooraan in een programma S10000M05

te programmeren. PMAC

Zie de opmerking bij 'Start motor - toerental rechtsom 'M03' I .

op bIz. •

Start koelvloeistofpomp 'MOS'

Door gebruik van deze kode wordt de koelvloeistofpomp gestart. De tM08 t -kode blijft gelden totdat M09 geprogrammeerd wordt. ~top koelvloeistofpomp 'M09'

Deze kode stopt de vloeistofpomp,en blijft gelden totdat MOB gebruikt wordt.

Einde ponsband tM30'

M30 wordt aIleen gebruikt wanneer een programma van ponsband uitgevoerd wordt. De funktie is hetzelfde als van de 'M02'-kode

en tevens wordt de ponsband teruggespoeld. UMAC

De besturing ziet deze kode als speciale funktie en mag met een andere tM'-kode in eenzelfde blok geprogrammeerd worden.

(41)

Deze kode is aIleen van toepassing op de G.A. •

Het enige verschil met de 'M30t -kode is dat het programma

ook weer opnieuw gestart wordt. "De'loop 'M50' / 'M5·1'

Deze twee kodes worden altijd in kombinatie met elkaar gebruikt. Het is hiermee mogelijk een aantal blokken meer keren uit te

voe-rene

De 'M50/M51'-kombinatie komt aJtijd in de volgende vorm voorl 1450 Ln blok 1 • • • • blok

Y

1451

De fL' achter de M50 staat voor loop. De 'nt geeft aan hoevesl maal achter elkaar de blokken 1. tot en met y uitgevoerd moeten worden. De M51 geeft het einde van de loop aan.

UMAC

(42)

40:

5.PROGRAMMAVOORBEELDEN

In dit hoofdstuk worden twee voorbeelden gegeven van programma's voor numeriek bestuurde draaibanken. Het eerste programma, dat verwerkt wordt door de Pittler-General Autoroation-kombinatie, bestaat uit twee delen, namelijk I 1 PREPA , en t2PREPA'; het

"werkstuk wordt immers in twee opspanningen gedraaid. De afstanden worden hierbij inkrementeel gemeten. Het tweede werkstuk wordt in een opspanning vervaardigd op de DR 133 NC-draaibank met de UMAC-besturing. Bij dit programma 'KONISCHE AS' genaamd, worden de afstanden absoluut gemeten om het verschil in programmeren met het programma 'PREPA' te laten zien.

5j. De General Automation-programma's 'lPREPA' en '2PREPA'

-

-

-

--

-- .

- --

-

-

-

-

-

- - -

-

--

- -

--In twee opspanningen wordt op de Pittler Pinuroat 300 uit een perspex staaf (120 x ¢100 rom) een presse-papier gedraaid.

Het programma wordt ingevoerd met behulp van een ponaband; het eerate karakter van het programma moet dan het '='-teken zijn in plaats van 'EOR', het regelnumruer kan weggelaten worden. Gedurende het voordraaien moet de

'%

feed rate'-schakelaar op 40 staan, aangezien de scherpte van de gebruikte beitel niet meer optimaal was; de aanzet is dan

±

0,1 mm/omw. Ret nadraai-proces kan met 100% afgewerkt worden, dit komt overeen met een aanzet van +0,02 rom/omw. De snijsnelheid wordt ongeveer tussende

o

en de 100 m/min gehouden. De snedediepte bij het voordraaien is maximaal 5,5 mm en bij het nadraaien 1 mm. Tijdens het draai-proces wordt koeling toegepast, omdat anders het materiaal smelt. Figuur 22 toont het gehele werkstuk met zijn afmetingen.

Voor de eerste opspanning wordt gebruik gemaakt van een hulp-stukje, bestaande uit een magneet en een schijfje perspex, om het uitgangsmateriaal op de juiste afstand in te spannen. De roagneet hecht zich op de klauwplaat (zie figuur 23).

Bij de tweede opspanning wordt het werkstuk ingeklerod met behulp van een bus (zie figuur 24), zodat het werkstukn1et beschadigd wordt door de klauwen.

(43)

I

I

I

~

I

CII ~

"

I

:

I

~

I

/

~ ~

"

I

~

~

i

I ,

I

~

I

I eol ~26 ¢.30 ¢¥tJ ¢60

(44)

42

HULPSTUK ZIt" :DETAIL 1

--i---l. - - .

-UITGAIY6SltATERIAAL 120 x ¢/CJo

J)ETAIL '/

9'60

Figuur 23: De eerate opspanning en hat hulpstuk behorende bij het programma '1PREPA'

(45)

-,,---

. II _IL •• _ LJE7AIL 2 -.;;;;:

'" '" '"

~ . C) ci - ~==- ,., ~

;!

I"-

"-

"-..

~ .3 • .1 'to.S

Figuur 24 : De tweede opspanning en het hulpstuk behorende bij het programma t2PREPA'

rt'J

'"

-l'

(46)

44

De plaatsing van de voor- en nadraalbeltel, die voor beide programmadelen dezelfde is, is weergegeven in figuur 25.

180 NAlJRMlilFlTEI. 6D.73 5"/5.8 Illo lIooll1U!. AM }jEITE[ ,Ito

Figuur 25 s De plaatsing van de voor- en nadraaibeitel bij de programma's '1PREPA' en '2PREPA'

17 16 IS" II( 1.3 12-/I 10 9 d 7 6 5 .~ a. J .;. ....

e.

,

(47)

echaadt zijn de sledeverpIaatsingen voarzien van de bijbehorende bloknummers, die op bIz. 46 en volgende staan. Voor de duidelijk-heid van de figuur zijn oak de voor- en nadraaibewegingen in

(48)

1~REPA =: N2 G91 N3 S10000 M05 N4 M03 N5 GOO x107.1 Ji6 Z-247.5 N7 T10 NB S10296 N9 MOB N10 G04 F2 N11 GOO X-15 Z-8 N12 G01 z-66 F75 N13 GOO X3Z1 N14 G01 Z-5 N15 GOO X1 Z1 N16 S10373 N17 Z69 N18 X-9 N19 G01 Z-62.5 F90 N20 GOO X1 Z1 N21 Z61.5 N22 X-6 N23 G01 Z-59 N24 GOO X1 Z1 N25 S10470 N26 Z58 N27 X-5.682 N28 G01 Z-56 F115 N29 G01 X8.841 Z-6.241 N30 GOO X1 Z1 N31 S10373 N32 G04 F2 N33 G01 X-1 Z-1 F90 N34 G01 X8.841 Z-6.241 N35 GOO Z68.482 46

(49)

N38 G01 Z-56 F145 N39 GOO X1 Z1 N40 510748 N41 Z55 N42 X-5 N43 GOl Z-53 F185 N44 G02 X3 Z-3 13 N45 GOO Z1 N46 510941 N47 Z55 N48 X-8 N49 G01 Z-41 F230 N50 GOO X1 Z1 N51 511185-N52 Z40 N53 X-6.5 N54 G01 z-6 F295 N55 X2.9114 N56 X2.586 Z-2.586 N57 GOO Z8.586 N58 X-l1 N59 G01 Z-b N60 GOO X1 Z 1i N61 Z5 N62 X-6 N63 G01 z-6 N64 GOO Z56 N65 510373 N66 X312 N67 T11 N68 Z-119 N69 G01 X-3 F7 N70 X-8.5 Z6 N71 X1 Z1 N72 S10470

(50)

N73 G04 F2 N74 X-1 Z-1 F11 N75 X-8.5 z6 N76 X1 Z1 N77 510594 N78 G04 F2 N79 X-1 Z-1 NBO X-6 N81 G03 X-4 Z4 K4 NB2 G01 Z12 N83 X1 N84 510748 N85 Z-1 F14 NB6 X-6 N87 ZJ3 N88 X-2 Z2 N89 X2 N90 810941 N91 G04 F2 N92 X-15 F18 N93 GOO Z10 N94 810000 M05 N95 M09 N96 TOO N97 G90 XO ZO N98 M39 48

(51)

N2 G91 N3 810000 M05 1»4 M03 N5 GOO X107.1 'N6 z-243 N7 T10 BB 810296 N9 M08 N10 G04 F2 N111 GOO X-15 Z-8 N12 G01 Z-41.5 F75 N13 GOO X3 Z1 N14 G01 Z-17.5 N15 GOO X1 Z1 :516 510373 N17 Z57 N18 X-9 N19 G01 z-35 F90 N20 GOO X1 Z1 N21 Z34 N22 x-6 N23 G01 Z-28.5 N24 GOO'~1 Z1 N25 510470 }'I26 G04 F2 N27 Z27.5 N28 X-6 N29 G01 Z-22 F115 N30 GOO X1 Z1 N31 S10594 N32 Z21 N33 X-6 N34 G01 Z-16 F145 N35 GOO X1 Z1,

(52)

N36 810748 N37 Z15 N38 .:.X...:6 N39 G01 Z-12 F185 N40 GOO X1 Z1 N41 810941 N42 G04 F2 N43 Z11 N44 X-6 N45 G01 Z-9 F230 N46 GOO X1 Z1 N47 811185 N48 Z8 N49 X-6 N50 G01 Z-7 F295 N51 GOO X1 Z1 N52 Z6 N53 X-6 N54 G01 Z-6 N55 GOO X1 Z1 N56 Z5 N57 X-6 N58 G01 Z-6 N59 GOO Z3 N60 810941 N61 G04 F2 N62 G01 Z-3 F230 N63 G03 X17.5 Z-4.54 K36 N64 GOO X1. Z1 N65 810595 N66 G04 F2 N67 G01 X-1 Z-1 F115 50 N68 G03 X11 Z-9.466 117.5 K31.46 N69 GOO X1 Z1 N70 810470 N71 G01:X~1 Z-t F115 N72 X6.5 Z-8.5

(53)

N76 G01 X-1 Z-1 N77 X7.5 Z-10 N78 GOO X1 Z1 " N79 S10296 N80 G01 X-1 Z-1 N81 X5.5 z-7 N82 GOO Z70 N8J :X264 N84 T11 N85 Z-85 N86 Got X-J F50 N87 z14.5 F10 F90 F75 N88 X-9.567 Z12.589 N89 GOO X1 Z1 N90 810470 N91 G04 F2 N92 G01 X-1 Z-1 F14 N9J X-9.567 Z12.589 N94 GOO X1 Z1 N95 S10594 N96 GOt X-1 Z-1 F17 N97 G02 X-6.866 Z6.823 127.866 K21.177 N98 GOO X1 Z1 N99 810748 N100 G01 X-1rZ-1 F22 N101 G02 X-6.82J Z4 121 K28 N102 GOO X1 Z1 N10J S10941 N104 G04 F2 N105 G01 X-1 Z-1 F28 N106 G02 X-5.870 Z2 114.177 KJ2 N107 GOO X1 Z1 N108 S11185

(54)

52 N109 G01 X-1 Z-1 F35 N110 G02 X-8.307 Z1 I8.307 K34 N11.1, G011 X-0.2 N112 GOO Z10 N113 810000 M05 N114 M09 N1t5 TOO N116 G90 XO ZO N117 1439

(55)

ning een gedeelte van een as gedraaid. Het uitgangsmateriaal moet ongeveer 50 mm uit de spantang steken.

Ook dit programma wordt ingevoerd met behulp van ponsband. Bij de tm~C-besturing moet het programma dan beginnen met: 'EOB',

%t

tEOB'.

Voor het voor- en nadraaien wordt dezelfde beitel gebruikt. Deze beitel en het werkstuk behoeven tijdens het draaiproces niet gekoeld te worden. Het toerental wordt konstant gehouden op 2800 omw/min. Dit heeft tot gevolg dat de snijsnelheid

varieert van 0 tot

±

210 m/min. Gedurende het gehele draaiproces is de aanzet 0,08 mm/omw. De maximale snedediepte bedraagt 1. mm bij het voordraaien en 0,1 rom bij het nadraaien van het werkstuk. Daar er bij dit programma de absolute meetmethode wordt toegepast kan men het beste een gunstig punt tot nulpunt promoveren;

hiertoe wordt het punt gekozen dat op de hartlijn door de

span-~ang en op ongeveer 4 rom van de voorkant van het uitgangsmateriaal ligt.(zie figuur 26). Het nulpunt moet men proefondervindelijk bepalen.

In figuur 27 wordt het werkstuk met zijn afmetingen weergegeven. De sledebewegingen zijn aangegeven in bijlage

5.

In verband met de leesbaarheid van deze bijlage zijn: - het voor- en nadraaiproces van elkaar gescheiden;

- bij het voordraaiproces aIleen de verspanende bewegingen getekend;

- aIleen de belangrijkste sledeverplaatsingen voorzien van een bIoknummert dat terug te vinden is op bIz. 55 en 56.

(56)

54 5"0 4 r-- I r-- r-- ' r-- f-- t - - - '----

-

- -

-K

-

t"-~ , ~£IT£L IN !YtJLPLlNT

Figuur 26 : De opspanning behorende bij het programma

1 KONISCHE AS r

Figuur 27

2.0

Het werkstuk volgens het programma 'KONISCHE AS' (schaal 2:1)

(57)

% 'EOE'

NOOl G95 S03 M03 (opm. enkelwerk, Bchijf 2) N002 G90 "N003 GOl XO ZO FOOB Tl01 N004 GOO X011.5 N005 G01 Z-03B7 N006 X0121 N001 Z-0439 N008 X0125 N009 GOO ZO N010 X0105 N011 GOl Z-038) N012 X0115 N01) GOO ZO N014 X0095 N015 GOl Z-0312 N016 X010 N011 Z-0319 N018 X0105 N019 GOO ZO N020 X0085 N02l G01 Z-282 N022 X0091 N023 Z-0364 N024 GO) X0116 Z-0389 10025 KO N025 GOO ZO N026 X0075 N021 GOl Z-0242 N028 XOOB N029 Z-0262 N030 X0085 NO)1 GOO ZO NO)2 X0065

(58)

NOJJ GOl Z-0201 NOJ4 XOo7 N035 Z-0221 NOJ6 XOo75 N037 GOO ZO NOJ8 X0055 NOJ9 G01 Z-0161 N040 X006 N041 Z-0181 N042 X0065 N043 GOO ZO N044 X0045 N045 GOl Z-0121 N046 XOo5 N047 Z-0141 N048 xo055 N049 GOO ZO N050 X0041 N05l GOl Z-011339 N052 X0091 Z-031J39 N053 GOO ZO N054 X004 N055 G01 Z-01135l N056 X009 Z-031J51 N057 z-OJ64 N058 G03 X0116 Z-039 10026 KO N059 G01 X012 No60 Z-044 N061 X013 N062 GOO Z-005 N063 X005 N064 GOl X-0004 N065 GOO XO zo M05 N066 M30 56

(59)

werktuigen"

A. v.d. Borst

Belmond,

4

december 1979

- "De Pittler numeriek bestuurde draaibank met General

Automation besturingtt

M. v.d. Elzen

Bakel, februari 1980

- "Betriebsanleitung Pinumat· '1:. Teil Beachreibung der Maschine" (fabrieksdokumentatie) .

- "Programmier- und Bedienungsanleitung fur DR133NO mit UMAO 7e210 Steuerung"

(60)

t"(II~lNt" 1 f t C

• "01' 1t011>

HET BEl)fEAlIAlt;s PA NE EL vAN..J)E GENt:IlAL AUrOHA 71CJtI SPC- /l,.

N"'. A f11'f 0.710""" IND{)/ CrCIE,,' COIVTU,1. I'fI\tNINl 111,.\,/1

STOP Sl(t~ Plh")CIt"'''~ PIU'llIJ:I)', I.//I,/) ItI",,,t lll'ln

.,.,ovE

,.Cl/VI So fAULT r A' liS '" '" flOII< Nfivi

0000000000000000

CONT/WION OPTIONAl STO~ 0 ' I

0'-@

o

BU.l(' k. DlLEf( 01' 0'"

@

% FfllJIMT[

cyeLi START FEED HOL/)

o o

HODE SElfC'i /"IIJJ SINel1 5.7 ... AU'~/H' •• ' STATION ACT/Vi

o

CRID SET ZERO

so

o o

x

1m", 'Joe -10 mm

o

LOW

HONE PItOC liRa

o o

Joe.

o

OV£Il. T I HI<

o

£"'E/l.CfN~r STO~

(61)

o

HOLD

o

IHCREMIHTItC. 11

II

.so

AIR

®

0

+

i 2 3 4 5 &

®

0

0

0 0 0

LUBRICATe

o

o

ZERO

o

FEED AXI3 mm./lln.

o

IUAD'WG o D'WELL ERROR

o

EXCESS

o

X- IN E RRGA, PcS ITUi

o

OVeR

o

;Z-·/N TEMP PO$ITIS

II

1\

ERASE:

D

LUBRICATIf

o

TAPE

CHECK

o

FeED MANUAl.. OVIER.

/0

I

...

;l o

I

o

(62)
(63)
(64)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Just as shown for catalytic cracking a reaction network can be presented for catalytic reforming, that reduces the actual com- plexity of the reaction network

 Het Werelderfgoed zorgt niet voor meer geld (van UNESCO) maar de status geeft wel meer kans op (EU-) subsidies; dit wordt overigens door vertegenwoordigers van andere

De afwijking in de balans van de dro- ge stof is echter zeer groot (+30%). Logischerwijs is de balans voor orga- nische stof dan evenmin in even- wicht, aangezien de organische

- tussen 2000 en 2005 wordt voor Nederland als gevolg van diverse beleidsmaatregelen een forse kostenstijging verwacht van 9 eurocent per kg levend gewicht, dat is 3 a 4

Anomildae Anomia ephippium Linnaeus, 1758 Paardezadel •.. Astartidae Astarte borealis (Schumacher, 1817) Grote

De mensen werken nu alleen niet meer in de tuinbouw, maar in fabrieken waar veel meer met vaste tijden wordt gewerkt.. Het planten (10 dagen) vergt ook steeds dezelfde

Aansluitend op de afkoelproef werd het massaverlies van de appels in de kisten ge- meten.. Het massaverlies werd bepaald in 2