• No results found

Handreiking voor beoordeling waterbodems onder de Waterwet wordt ontwikkeld : sanering van waterbodems niet langer onder Wet bodembescherming

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Handreiking voor beoordeling waterbodems onder de Waterwet wordt ontwikkeld : sanering van waterbodems niet langer onder Wet bodembescherming"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bodem nummer 4 | augustus 2009 27

watersysteem

gebruiksfuncties

waterbodemkwaliteit Handreiking legt relaties tussen waterbodemkwaliteit en doelen

doelen 1

2

Handreiking voor beoordeling

waterbodems onder de

Waterwet wordt ontwikkeld

Sanering van waterbodems niet langer onder Wet

bodembescherming

VA N W E T B O D E M B E S C H E R M I N G ( W B B) N A A R WAT E R W E T ( W T W )

Onder de saneringsparagraaf van de Wbb worden waterbodems volgens dezelfde principes beoordeeld als landbodems. Van een geconstateerde ernstige verontreiniging wordt beoordeeld of sanering spoedeisend is vanwege onaanvaardbare risico’s voor de mens, voor de ecologie of van verspreiding naar oppervlakte- of grondwater. Indien er sprake is van onaanvaardbare risico’s wordt het saneringstijdstip vastgesteld. Doelstelling van een sanering onder de Wbb is dat de onaanvaardbare risico’s van de waterbodem ermee teniet worden gedaan. Saneringen worden opgenomen in de saneringsprogramma’s voor de rijkswateren en van de provincies.

De Waterwet, die volgens planning eind 2009 in werking zal tre-den, voegt alle negen bestaande wetten en delen van wetten op het gebied van het waterbeheer samen. Het waterbodemgedeelte uit de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming komt hiermee te vervallen. Dit heeft als achtergrond dat al langer het besef bestaat dat de sanering van waterbodems binnen het kader van de Wbb niet goed past bij de praktijk van het beheer door overheidsinstanties van veelal diffuus verontreinigde waterbo-dems. Onder de Waterwet is het beheer van de waterbodem gericht op het bereiken van de doelstellingen van het waterbe-heer, die samenhangen met de gebruiksfuncties van het water-systeem. Verontreinigde waterbodems vormen potentieel een belemmering voor het bereiken van deze doelstellingen. Er

gel-den onder de Waterwat geen afzonderlijke doelstellingen voor de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem.

De gebruiksfuncties en doelstellingen (kortweg: gebruiksdoelen) en de maatregelen die nodig zijn om hieraan te voldoen worden onder de Waterwet vastgelegd in het waterplan, dat telkens voor een periode van zes jaar wordt vastgesteld. Gebruiksfuncties worden met de betrokkenen in een ‘gebiedsproces’ geformuleerd. Mogelijke maatregelen worden in het gebiedsproces afgewogen op (kosten)effectiviteit en op maatschappelijke relevantie. Als maatregelen om de gebruiksdoelen te bereiken niet haalbaar zijn, kunnen de ambities in het waterplan worden bijgesteld (doelver-laging of –fasering).

Bij inwerkingtreding van de Waterwet zal de saneringsparagraaf uit de

Wet bodembescherming niet langer van toepassing zijn op de

water-bodem. Onder de Waterwet wordt de waterbodem gezien als een

onlosmakelijk onderdeel van het watersysteem. In opdracht van V&W

ontwikkelen Waterdienst en Deltares een handreiking waarmee

beoor-deeld kan worden of stoffen in de waterbodem een belemmering

vor-men voor de gebruiksdoelen van het watersysteem.

Door John Hin en Leonard Osté

Over de auteurs:

drs. J.A. Hin is werkzaam bij Rijkswaterstaat Waterdienst dr. ir. L.A. Osté is werkzaam bij Deltares

F I G U U R 1 .

BM0409_Beoordeling waterbo 27

(2)

bodem nummer 4 | augustus 2009 28

H A N D R E I K I N G B E O O R D E L I N G WAT E R B O D E M S

Als niet voldaan is aan de gebruiksdoelen dient de oorzaak daar-van te worden vastgesteld, zodat adequate maatregelen geformu-leerd kunnen worden. Een verontreinigde waterbodem is één van de mogelijke oorzaken. De handreiking vormt het instru-ment om te beoordelen of – en in welke mate – stoffen in de waterbodem een belemmering vormen voor het bereiken van de gebruiksdoelen. Het resultaat van de beoordeling wordt gebruikt om een ingreep in de waterbodem op (kosten)effectiviteit en maatschappelijke relevantie af te wegen tegen andere mogelijke maatregelen in het watersysteem.

De handreiking legt de relatie tussen de kwaliteit van de water-bodem en de gebruiksdoelen (zie figuur 1). Onder het begrip waterbodem vallen ook de oevergebieden die periodiek worden overstroomd vanuit het aangrenzende oppervlaktewater, zoals

uiterwaarden, gorzen en dergelijke. In tegenstelling tot de huidi-ge systematiek in de Circulaire en Handleiding sanering water-bodems zal de handreiking niet alleen gericht zijn op stoffen met een toxische werking, maar ook op nutriënten. Relevante gebruiksfuncties zijn natuur, visserij, recreatie, inname van drinkwater en landbouw. Behalve vanuit deze gebruiksfuncties gelden er chemische en ecologische doelen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Niet voor alle oppervlaktewateren die in beheer zijn bij waterschappen zijn doelen gesteld vanuit de KRW, er kunnen ook andere (ecologische) doelen gelden.

Doelen voor het oppervlaktewater die potentieel belemmerd worden door stoffen in de waterbodem zijn of worden in veel gevallen als wettelijke normen vastgesteld, zoals de normen voor chemische stoffen in:

· Oppervlaktewater (totaalconcentraties organische microver-ontreinigingen, opgeloste concentraties metalen);

· Grondwater (opgeloste concentraties);

· Biota zoals vissen en mosselen (KRW-normen voor 3 stoffen, consumptienormen).

Voor de ecologie gelden onder de Natuurbeschermingswet instandhoudingsdoelen gericht op soorten en habitats in Natura 2000-gebieden. Doelen die niet als wettelijke normen worden vastgesteld maar die vastgelegd worden in waterplannen zijn o.a. de ecologische maatlatten voor niet-natuurlijke KRW wateren en de ecologische doelen voor niet-KRW wateren.

De relatie tussen waterbodemkwaliteit en de bovengenoemde gebruiksdoelen is complex. Waterbeheerders willen voor de beoordeling van waterbodems zoveel mogelijk gebruik maken van eenvoudige of gangbare meetmethoden en modellen, zodat het onderzoek door waterbeheerders, adviesbureaus en commer-ciële laboratoria tegen zo beperkt mogelijke kosten kan worden uitgevoerd. De standaardbeoordeling volgens de handreiking maakt daarom alleen gebruik van eenvoudige of gangbare methoden. Gangbare meetmethoden en modellen zijn echter niet altijd toereikend om de effecten van de stoffen in de water-bodem betrouwbaar te bepalen. Risico van de toepassing ervan is dat daardoor mogelijk dure maatregelen genomen worden die niet voldoende bijdragen aan het bereiken van de gebruiksdoe-len. Omgekeerd kan het ertoe leiden dat kansen om via een

ingreep in de waterbodem de gebruiksdoelen te bereiken onbe-nut worden gelaten. Daarom worden naast de standaardbeoor-deling in de handreiking adviezen gegeven voor de inzet van spe-cialistische methoden in nader omschreven situaties, teneinde de effecten van de stoffen in de waterbodem betrouwbaarder te bepalen. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarbij sprake is van grote verontreinigde locaties zodat hoge kosten gemoeid zijn met ingreep, waarbij sprake is van maatschappelijke onrust of waarbij in de standaardbeoordeling onvoldoende rekening wordt gehouden met specifieke stoffen (bijvoorbeeld dioxines) of spe-cifiek stofgedrag (bijvoorbeeld kwik).

G E B R U I K VA N D E H A N D R E I K I N G

De handreiking wordt gebruikt bij het opstellen van plannen voor het watersysteem. Daarbij zal het meestal gaan om het plan van de waterbeheerder, maar de handreiking kan ook gebruikt worden voor een gemeentelijk waterplan of baggerplan. De handreiking kan in de volgende situaties worden ingezet (zie figuur 1):

1. Gebleken is dat de kwaliteit van het oppervlaktewater niet voldoet aan één of meerdere gebruiksdoelen die beïnvloed kunnen worden door stoffen in de waterbodem. Vaak zal dit blijken bij de reguliere monitoring van de oppervlaktewater-kwaliteit.

2. Gebleken is dat de waterbodem verontreinigd is. Dit kan er potentieel toe leiden dat aan één of meerdere gebruiksdoelen voor het oppervlaktewater niet worden bereikt. Hierbij kan het gaan om lokale effecten die niet uit de reguliere monito-ring zijn gebleken of om effecten op kwaliteitsparameters waarop geen reguliere monitoring plaatsvindt (bijvoorbeeld gehaltes aan PCB’s of dioxines in paling).

Met de handreiking wordt, uitsluitend voor de betreffende gebruiksdoelen, beoordeeld of en in welke mate de waterbodem (mede) de oorzaak is van het feit dat het gebruiksdoel niet bereikt is. Voor de beoordeling wordt de gebruiker op systematische wijze door schema’s geleid. De schema’s bevatten vragen die op basis van de kenmerken van het watersysteem, metingen of modelbere-keningen door de gebruiker beantwoord dienen te worden. Het resultaat van de beoordeling van de waterbodems wordt in een gebiedsproces gebruikt om af te wegen of een maatregel (baggeren, afdekken) tegen de verontreinigde waterbodem moet worden genomen, of dat bijvoorbeeld andere maatregelen in het watersysteem (kosten)effectiever of maatschappelijk relevanter zijn. Een eventuele ingreep in de waterbodem wordt als maatre-gel opgenomen in het waterplan.

P L A N N I N G

De handreiking wordt in nauw overleg met de waterbeheerders opgesteld. In het voorjaar van 2009 is een eerste prototype voor commentaar verspreid. Daarnaast wordt het prototype momen-teel op praktijksituaties getoetst. In het najaar zal een concept-versie van de handreiking gereed zijn, die opnieuw door de waterbeheerders wordt beoordeeld. Dit moet ertoe leiden dat de handreiking gereed is bij inwerkingtreding van de Waterwet eind 2009.

Onder de Waterwet gelden geen

afzonderlijke doelstellingen voor

de waterbodemkwaliteit

De relatie tussen

water-bodemkwaliteit en gebruiksdoelen

is complex

BM0409_Beoordeling waterbo 28

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• 38 basins, afwateringsgebieden behorende bij 1 LSW (vlakken binnen de grijze lijnen in Figuur 2.3).. Belangrijkste reden is dat de virtuele LSW’s alleen een volume hebben, maar

The impact of biomass burning and dust aerosols on the performance of forecasting short-range near surface temperature over South Africa was investigated using the UK

This equilibrium is dependent on the pH of the solution (refer to Figure 2.5). Therefore the reaction of sulphide species with hydrogen peroxide is also influenced by the

Assembled data were triangulated, as comparative analysis, from a list of key competency contributors, collected from Chapters 2, 3 and 4 signified against 5 competence

In order to understand the turmoil staff endures during the merging and incorporation of the higher education institutions in South Africa, a qualitative investigation into how

By including both these approaches the role of an urban hierarchy as planning instrument could become clear based on the spatially balanced factor (spatial

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen