• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Stikstofbenutting aardappelen op gescheurd grasland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Stikstofbenutting aardappelen op gescheurd grasland"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Stikstofbenutting aardappelen op

gescheurd grasland

Inleiding

Bij scheuren van grasland komt veel stikstof vrij waardoor het risico op nitraatuitspoeling toeneemt. In een veldproef van de Universiteit Gent te Melle is in 2002 de stikstofdynamiek gevolgd van een perceel blijvende akkerbouw waar voorgaande jaren snijmaïs is geteeld, een perceel waar driejarig grasland is gescheurd en een perceel waar 35-jarig grasland is gescheurd. In 2003 is de stikstofdynamiek in het tweede jaar na scheuren gevolgd. Tevens is in 2003 het laatste gedeelte van het dan 36-jarig grasland gescheurd. In beide jaren is begin april gescheurd. In dit informatieblad worden de resultaten van het volggewas aardappel cv 'Bintje' besproken. Zie ook de informatiebladen 398.7; 398.21 en 398.46.

Proef in aardappelen

Bij alle drie histories zijn drie stikstoftrappen aangebracht, nl. 0, 75 en 200 kg N/ha en is een onbemest, braakobject opgenomen. Door deze proefopzet is het mogelijk om na te gaan hoeveel stikstof er geleverd wordt en hoeveel daarvan door de aardappelen benut wordt. In tabel 1 en tabel 2 zijn voor beide jaren de opbrengsten weergegeven van de sorte-ring> 40 mm. In beide jaren was er bij de historie blijvend akkerbouwland sprake van een sterke reactie op de N-bemesting. In 2003 was het opbrengstniveau als gevolg van de dro-ge zomer ladro-ger dan in 2002.

Bij vergelijking van de opbrengsten bij de bemestingstrap van 200 kg N/ha is er geen betrouwbaar verschil in opbrengst tussen de histories blijvend akkerbouw en gescheurd 3-jarig grasland. Zonder N-bemesting (object 0 N) is er in beide jaren wel een groot opbrengst-verschil.

De resultaten van het 35- en 36 jarig gescheurd grasland zijn wat moeilijker te interpreteren. Er is in het eerste jaar na scheuren nagenoeg geen reactie op de N-bemesting, maar tegelij-kertijd zien we dat het opbrengstniveau soms lager is dan dat van de andere histories. Vermoedelijk heeft zich in de gras-klaver van het 35-jarige grasland een bodempathogeen opgebouwd, dat ook schadelijk is geweest voor de aardappelen. Bovendien hadden de aard-appelen bij deze historie beduidend meer last van graslandschurft.

Stikstoflevering en stikstofbenutting

De stikstoflevering is gemeten door de hoeveelheid minerale N op onbemeste braakveldjes in de tijd te volgen (figuur 1). Het blijkt dat in het eerste jaar na scheuren er op gescheurd 35-jarig grasland meer dan 200 kg N/ha meer beschikbaar komt dan op blijvend akkerbouwland. In 2003, op het nieuw gescheurd 36-jarig grasland, was dit zelfs meer dan 300 kg N/ha. In het tweede jaar na scheuren komt nog steeds een grote hoeveelheid stikstof extra beschikbaar, ongeveer 150 kg N/ha.

Niet alle stikstof die door mineralisatie geleverd wordt, kan door de aardappel benut worden. Aardappelen nemen tot begin augustus stikstof op, waardoor stikstof die daarna door mineralisatie beschikbaar komt niet meer benut kan worden. Met behulp van de N-trappen is een schatting gemaakt van de voor de aardappel werkzame hoeveelheid stikstof. Per historie is een Mitscherlich responscurve berekend, van waaruit de N-benutting, uitgedrukt in kunstmeststikstof, wordt berekend.

Historie 2002 0 N 75 N 200 N Blijvende akkerbouw 20 42 55 3- jarig grasland 50 52 59 35-jarig grasland 44 50 46 Historie 2003 0 N 75 N 200 N Blijvende akkerbouw 10 29 44 3- jarig grasland 23 31 46 35-jarig grasland 25 30 35 36-jarig grasland 41 43 41 Tabel 1 en tabel 2 Opbrengst aardappelen sortering > 40 mm in ton/ha. Proefveld Melle (B) Tabel 1

Tabel 2

Verloop Nmin-gehalte onbemeste braakveldjes

0

50

100

150

200

250

feb-02

aug-02

feb-03

aug-03

feb-04

N

m

in

kg

/h

a laa

g

0

-60

cm

akkerland 3-jarig grasland

Figuur 1. Hoeveelheid minerale N onder onbe-meste braakveldjes in 2002 en 2003 van akker-land en 3-jarig grasakker-land gescheurd in april 2002 (0-60 cm)

(2)

In tabel 3 is dit weergeven voor de berekening op basis van de opbrengst van de sortering >40 mm. Berekeningen op basis van de totale knolopbrengst, de drogestofopbrengst en de N-opname door de aardappelen leiden tot soortgelijke schattingen. De resultaten van 2002 hebben betrekking op het eerste jaar na scheuren en die van 2003 op het tweede jaar na scheuren. Geconcludeerd kan worden dat in deze proeven bij teelt van aardappelen op 3 jarig gescheurd grasland er het eerste jaar na scheuren 149 kg/ha extra aan werkzame stikstof is vrijgekomen en het tweede jaar na scheuren 55 kg/ha. Bij scheuren van 35-jarig grasland was dit resp. 261 en 154 kg N/ha. Deze berekende hoeveelheden werkzame hoeveelheid stikstof kunnen gekort worden op de N-adviesgift, zoals deze voor akkerbouwland is opgesteld. Deze waarden zijn hoger dan die in de Adviesbasis voor bemesting. In de Adviesbasis wordt het eerste jaar na scheuren een korting op de N-bemesting geadviseerd van 100 kg N/ha en het tweede jaar 30 kg.

In tabel 4 en 5 is de N-opname door de geoogste knollen weergegeven.

Nmin in de herfst

Op 8 oktober 2002 en op 5 november 2003 is het proefveld bemonsterd op hoeveelheid nitraatstikstof (N-NO3) in de laag 0-90 cm -mv. De resultaten van die metingen zijn

weergegeven in tabel 6. Duidelijk komt naar voren dat bij teelt van aardappelen op gescheurd grasland de risico's op nitraatuitspoeling in het winterseizoen duidelijk toenemen. Zelfs als op gescheurd grasland geen N-bemesting aan de aardappelen wordt gegeven dan nog is de hoeveelheid N-NO3 in de bodemlaag 0-90 cm -mv hoger dan die van het object op blijvend akkerbouwland met een bemesting van 200 kg N/ha.

Conclusie

De resultaten van dit proefveld geven aan dat zowel de eerste- als de tweedejaars stikstoflevering uit gescheurd grasland groter is dan de waarde die in de Adviesbasis Bemesting wordt gegeven. Ook bij aangepaste N-bemesting kan niet alle stikstof uit het gescheurde grasland door aardappelen benut worden. Er is een verhoogde hoeveelheid Nmin in de bodemlaag 0-90 cm -mv in het najaar gevonden. De stikstoflevering op het 35-jarig grasland was groter dan die van 3-jarig grasland, maar het opbrengstniveau van de aardappelen op het 35-jarig gescheurd grasland was, vermoedelijk door ziekte, lager.

Voor meer informatie:

Lydia Bommelé & Dirk Reheul P.H.M. (Peter) Dekker Informatieblad 398.62 mei 2005

Universiteit Gent, Vakgr. Plantaardige Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Programma's 398-I,II,III

Productie, Coupure Links 653, B-9000 Akkerbouw, Groene ruimte en Vollegrondsgroente Gefinancieerd door ministerie LNV

Gent, België. Tel: 003292649066 tel: 0320 291111 www.mestenmineralen.nl

e-mail: Lydia.bommele@UGent.be e-mail: peter.dekker@wur.nl

Historie 0 N 75 N 200 N Blijvende akkerbouw 51 111 199 3- jarig grasland 147 183 258 35-jarig grasland 157 205 230 Tabel 4. N-opname (N kg/ha) door de geoogste aardappelknollen. Oogstjaar 2002.

Tabel 5. N-opname (N kg/ha) door de geoogste aardappelknollen. Oogstjaar 2003. Historie 0 N 75 N 200 N Blijvende akkerbouw 48 42 200 3- jarig grasland 79 52 229 35-jarig grasland 103 50 173 36-jarig grasland 169 212 235

Historie N-benutting per historie N-benutting t.o.v. akkerland 2002 2003 2002 2003 eerste jaar na tweede jaar na eerste jaar na tweede jaar na

scheuren scheuren scheuren scheuren Blijvende akkerbouw 41 38 - -3- jarig grasland 190 93 149 55 35-jarig grasland 302 192 261 154 Historie 2002 2003 0 N 75 N 200 N 0 N 75 N 200 N Blijvende akkerbouw 16 25 24 36 53 73 3- jarig grasland 49 62 102 96 75 122 35-jarig grasland 77 90 153 129 112 113 36-jarig grasland 107 93 165 Tabel 3. Schatting van de levering aan werkzame hoeveelheid stikstof (N-benutting), uitgedrukt in kg kunstmeststikstof per ha, op basis van de responscurves van de opbrengst > 40 mm.

Tabel 6. Hoeveelheid N-NO3 in kg N/ha in de laag 0-90 cm -mv bij de bemonstering op 8 oktober 2002 en op 8 november 2003 na de oogst van de aardappelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The corrosion inhibition performances of the compounds were investigated on mild steel (MS) in 0.5 M H 2 SO 4 medium using electrochemical measurements, surface analysis,

Daarnaast zijn er ziektes waar de varkens last van kunnen hebben of die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid (zoönosen) (zie bijlage). De vraag is om welke ziektes

vraag in hoeverre de resultaten van een bepaald in overweging geno- men onderzoeksproject streekgebonden zullen zijn en in hoeverre ze naar elders overdraagbaar mogen worden

Describing and comparing the availability of acute care resources to treat new onset stroke in different income settings: a self-reported survey of acute care providers at

The results from this study contributed to the data available on black African as well as African Caucasians. Results were refined to show ethnic-gender-age specific outcomes

Gold nanoparticles (GNPs) and differentially functionalised or ligand exchanged GNPs (Lig- GNPs) present promising advantages in a variety of fields. Surface functionalisation of GNPs

minimum number of cells required (detection limit) for detecting the variation between the sample groups. Chapter 7 describes the application of the metabolomics

Simulation results for the change in the demand compared to the base case for MegaFlex and CPD, for the emergency load curtailment simulation.. The demand response