• No results found

Samenvatting van de lezing over Glycymerididae van het Loire gebied gehouden op 22 november 2008 in Nijmegen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenvatting van de lezing over Glycymerididae van het Loire gebied gehouden op 22 november 2008 in Nijmegen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting

van

de

lezing

over

Glycymerididae

van

het Loire

gebied gehouden

op

22 november 2008

in

Nijmegen

Freddy

vanNieulande

*

Vaste waarden bruikbaarvoordeterminatie

Oppervlaktesculptuur

Alle

Glycymerissen

hebbeneen

opperhuid

of

periostra-cummeteenstructuurdievoor iederesoortanders

is,

maar

binnen desoortidentiek

blijkt

te

zijn.

De littekens

(struc-tuur)

die dit

periostracum

achterlaat is

gelukkig bij

fossie-le

schelpen

herkenbaar

gebleven.

Meestal is dezestructuur

harig

of

schubbig (vliezig).

- Er

zijn

ribstructurenmethoofdribbendiezich door

split-sing

kunnen vermeerderenmet secundaire ribben. De

hoofdribbenvormen dan bundelsmetzich

vermeerde-rende secundaire

ribjes

als

bij

G. bimaculata

(fijn)

enG.

pilosa (grof).

- Er

zijn

ribstructuren die zich alleentegenhet adulte

sta-dium vermeerderen als

bij

texta.

- Er

zijn

hele

fijne

ribstructuren

(als bij

C.

turonica).

- Er

zijn commarginale

ribben als extraversterkte

groei-lijnen

later

overgaand

ineenbreed

schubbige

gereticu-leerdestructuur

(alleen bij

G.

insubrica).

- Er is

eenstructuurvan

regelmatige ribjes

en

groeilijnen

(bij

G.

glycymeris).

Ligament-area

De

ligament-area

heeft aanvullende waarde als

determi-natie

hulp.

Deze kan

glad zijn

ofeenstructuurvan

groe-venvertonen.

- De

groevenkunnen

in het midden

el-kaar stuitend raken

(Chevrongroeven).

Desoorten metdeze

structuur

plaatsen

wein

Glycymeris (Chevronia).

- De

groeven kunnen in het midden

inwe-vend in elkaar

grij-pen

(Intercalerende

groeven).

Het zou gepast

zijn

dezete

kunnen

plaatsen

als

Glycymeris (Intercalaria).

- Desoorten met een

gladde

structuur

plaatsen

wein

Gly-cymeris

(Glycyme-ris).

Ook de

verhouding

van de

plaats

van detop

(apex)

ten

opzichte

vande

ligament-area (in

het

midden,

meer naar voor- of

achterzijde)

kan een

belangrijk hulpmiddel zijn

bij

determinatie.

Herkennenvan linker- of

rechterklep

Detoppenvan

Glycymeris zijn

steeds naarachteren

ge-richt. Wenoemendit

opisthogyr.

Devoorste

spierindruk

is

langgerekt driehoekig, spits

naar

onderen,

buiten

afgerond,

lichtnaarbinnen

gebogen

tot

na-genoegrecht. De achterste

spierindruk

is

ovaalrond,

onder-aaniets

spits uitgetrokken (ezelsbruggetje:

a-r,achterlicht

rood of

achterzijde rond).

De achterrand is meestal

langer

dan de

voorzijde.

Voor velen

zijn Glycymerididae (Glycymerissen)

eenbron

vanvele

problemen

voorhetopnaam

brengen

vande

soor-ten.

Op

zich is het allemaal nietzo

moeilijk,

als

je

maar

weet datereenpaarvaste waarden bruikbaar

zijn

omtot

een

juiste

determinatietekomen.

Achter

Rechts: Bij insubrica(cor)

is de achterrandmeer

uitgetrokken

waardoor deverhoudingenzich

(2)

Een intermezzo:

deshayesi

De ondersoort

Glycymeris

(Glycymeris)

bimacula-ta

deshayesi

is door

Mayer

in 1868 beschreven aan

de handvan zeer convexe

exemplaren

uit de

mioce-ne

afzettingen

uit de

omgeving

van Tours in

Frank-rijk.

In diverse miocene

afzettingen

in de

omgeving

van Bordeaux- met

nameteSalles -

komen,

naar

ge-lang

de sedimentatiezone,zowelzeer vlakke als

con-vexe vormen voor. Vlakke vormen over het

alge-meen in

fijnzandige

bioturbatezones en convexe

vor-menmeestal opzeerharde

schelpenlagen

of eventueel

transgressielagen.

Dit kan een een

aanwijzing zijn

dat

hoe harder de bodem

is,

desteconvexerde

schelpvorm

is

bij

de

Glycymerididae.

Een interessant artikel

hier-overis datvanR.D.K. Thomas

(1975):

Functional

mor-phologic, ecologie

and

evolutionary

conservatism in the

Glycymeridae (Bivalvia).

Journal of

Palaeontology,

18

(2): 217-254, pi.

38.

Daarom isdenaam

deshayesi

niet als

geografische

on-dersoortvoor Tourainete

handhaven,

maarkan alleen

alseen variatiebinnendesoortwordenbeschouwd.

Glycymerididae

voorkomend in Touraine

Glycymeris (Glycymeris)

bimaculata

(Poli, 1795)

Synoniemen:

Pectunculus

(Axinea) deshayesi

(in

Dollfusen

Dautzenberg,

1902)

Pectunculus

deshayesi (Mayer, 1868)

Glycymeris glycymeris pilosa (in

Lauriat

Rage, 1981)

Glycymeris (Chevronia)

turonica

(Mayer, 1868)

*

Synoniem

variicostatus

(Mayer, 1895)

Glycymeris (Glycymeris)

texta

(Dujardin, 1837)

*

Glycymeris (Intercalaria?)

insubrica

(Brocchi, 1814)

Synoniemen:

nummaria

(Linné, 1758)

cor

(Lamarck,

1805)

violascens

(Lamarck,

1819)

Typemateriaal

van turonica in Basel Verrassend

genoegvondenwein onsonderzoek in 1999

een

Glycymeris-

soortdie wel erg leek opbimaculata,maar

die,

vanwegede chevronstructuur in de

ligament-area

ende

uiterst

fijne

radiale

ribjes,

toch iets andersmoest

zijn.

De

algemeen gebruikte

literatuurvanDollfusen

Dautzen-berg

1902overdebivalvenvanTouraine

gaf

onsniet direct

een

oplossing.

Alleen in de tekstwas er een

aanknopings-punt.Dezeauteurs

plaatsen

turonicavan

Mayer namelijk

als

synoniem

onder bimaculata

deshayesi

,

omdat

zij

van

mening zijn

dat het

bij

de door

Mayer

bedoeldesoort al-leenmaar om

juveniele exemplaren

gaat.

Geprikkeld

hierdoortogenPeter

Moerdijk

eniknaarhet

Natuurhistorisch MuseumvanBasel. Ons onderzoekvan

het

typemateriaal

aldaar heeft

aangetoond

dat

Mayer

wel

degelijk gelijk

hadmetde

naamgeving

van

zijn

turonica

omdat dezesoortzich vanwege de hierna

genoemde

typi-schekenmerken

duidelijk

onderscheidtvanbimaculata. *

Desoorten turonicaentextakennenweookvan

ontslui-tingen

in het Redonien. De andere

zijn

bekendvan

nage-noegalle klassieke

vindplaatsen

in Touraine.

Glycymeris (Glycymeris)

bimaculata

(3)

Het onderscheid

Bij

bimaculata is de

ligament-area glad

metslechts lichte

horizontale

groeilijnen.

Bij

turonica

zijn

er

chevrongroeven.

Detypenin de collectievan

Mayer zijn

vande

vindplaats

Pauhny

enbevinden zich in het Natuurhistorisch

Muse-umin Basel.

Vergissingen zijn menselijk: pilosa?!

In de

publicatie

vanLauriat

Rage

1981,

Les Bivalves de

Redonienenz. is ereen

vermelding

met

afbeelding

van

Glycymeris (Glycymeris) glycymeris pilosa!

Aangezien

zowel

glycymeris

als

pilosa

een

gladde

ligamen-tarea

hebben,

is deze

naamgeving

wel heel curieuste

noe-men.Bovendien

zijn

G.

glycymeris

enG.

pilosa onderling

verschillendesoorten.

Vanwege

de

typerende

kenmerken

gaathet hier dus ookom

Glycymeris

turonica.

Resumerend

• bimaculata

Area

glad,

soms horizontale

groeilijnen. Top

nagenoeg

in het midden.

Buitenzijde

met

fijne

radiale

ribjes

die

door

invoegen

van steedsmeer secundaire

ribjes

bun-delsvormendie uitstralentotde rand.

•turonica

Areamet

fijne

stuitende

chevrongroeven.

Top

nagenoeg

in hetmidden.

Buitenzijde lijkt

nagenoeg

glad

maarheeft

uiterst

fijne

niet

uitsplitsende ribjes.

•texta

Area

glad. Top

steedsverdernaarachter

geplaatst

dan

bij

bimaculata.

Buitenzijde

metsterke vanuit detop

(4)

stralende radiale

ribben,

welke

pas

bij

grotere

afmeting

vande

schelp splitsen,

echter zonder bundelstevormen

diezo

typisch zijn bij

bimaculata.

• insubrica

Areametinwevende

(intercalerende) golvende

chevron-groeven, meestal echter paszichtbaar

bij

adulte

exem-plaren. Top

iets uit het

midden,

naarachteren

geplaatst.

Aan de

buitenzijde

vandetopsterke

commaiginale

(con-centrische)

ribben,later door het

invoegen

van radiale

groeven

overgaand

in

gereticuleerde sculptuur

metsteeds

brederwordende

schubjes.

Echter!

• Meestal

zijn

de

schelpen

vanTouraine

zodanig

afgesle-tendatzeabsoluut nietmeertotop soortniveaute

on-derscheiden

zijn.

• Dat

geldt

voor

ongeveer 80tot90 %vande

gevonden

exemplaren.

• Inieder

geval

ruimt dat lekker

op!

Literatuur

Dollfus,

G.F. &

Dautzenberg, P.,

1902-1920.

Conchyliolo-gie

du Miocène moyen du Bassin de la

Loire,

I.

Pélécy-podes.

- Mém. Soc. Géol.France,

Paléont.,

27:1-106, T.

1-5, 1902;

107-162,

T.

6-10,

1904;

163-240,1.

11-15, 1906; 241-296,T.16-22,1909;

297-378,

T.

23-33;

379-500,T.34-51, 1920;Paris.

Lauriat-Rage, A.,

1981. LesBivalves du Redonien Plioc.

Atl. deFrance,etc.- Mem. du Mus. Nat. d’Hist.

Nat.,

nouv.

série,

tomeXLV,pp. 1-173,

pl.

I-XVII. Paris.

Mayer-Eymar, C.,

1867.

Catalogue

des fossiles des

ter-rains tertiaires du Musée fédéral de

Zurich,

3e Cahier

-

Mollusques;

Familie des Arcides

(In

8paris,

1868).

Zurich.

Glycymeris (Glycymeris?)

texta

(5)

Moerdijk,

P.W., and

Nieulande,

F.A.D.van, 1995.

Gly-cymeris (GlyGly-cymeris) radiolyrata

sp.nov.

(Mollusca,

Bivalvia, Glycymerididae)

From the Pliocene of the

North Sea Basin.- Contr. Tert.

Quatem.

Geol. 32

(1-3),

pp.

3-17,

1

fig.,

4

pis. Leiden,

June 1995.

Moerdijk,

PW. & Nieulande F.A.D.van, 1997.

Glycy-merididae

(Mollusca, Bivalvia).

Vanaf het

Oligoceen

in

Europa

voorkomende fossieleenrecente soorten.

-Afzettingen

WTKG. 18

(3):

pp. 55-74.

Nieulande,

F.A.D.van&

Moerdijk

P.W., 1999.

Europese

Glycymerididae.

- De

Kreukel, uitgave

vande

Mala-cologische Contactgroep

Amsterdam &

omstreken,

in

samenwerking

methet

Koninklijk

Zeeuwsch

Genoot-schap

der

Wetenschappen.

Extra

editie,

1-83.

Moerdijk,

PW. &

Nieulande,

F.A.D.van,2000. Revision

ofPliocene

Glycymerididae (Mollusca, Bivalvia)

From

the North Sea basin.- Contr. Tert.

Quatem.

Geol. 37

(1-2):

pp. 3-21. 6

pis. Leiden, July

2000.

*

Freddy

vanNieulande,

Scheldepoortstraat

56,

4339 BN NieuwenSint-Joosland, tel.

(Oil)

860 17 29

email:

frvannieuKajzeelandnet.

nl

Glycymeris (Intercalaria?)

insubrica

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The expected results are to optimize production in geothermal reservoirs by obtaining information about the influence of environment-friendly chelating agents on

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

"oorspronkelijke" betekenis van pap telkens overdraagt op nieuwe gevallen, dus "overdrachtelijk" gebruikt. Het valt ans alleen niet op, noch als fout, noch

The following data collected from all the trials included: patient demographics, pattern of menstrual cycle, ovarian stimulation protocol, the number of oocytes retrieved,

The broad objective of the study is to examine attitude towards risk, risk sources and management strategies and technical and cost efficiency of farmers in Kebbi

In te stemmen met het voorstel om fase 1 en 2 voor de ontwikkeling van een beeldmerk voor Bergen uit te laten voeren door de stuurgroep recreatie en toerisme, welke activiteiten

An important aspect of IOSCO’s work has been engagement with the International Financial Reporting Standards (IFRS) Foundation’s efforts to develop a common set of global

Als u en uw partner definitief hebben besloten Nederland te verlaten, kruist u het antwoord 'ja' aan.. Weet u nog hoe lang het geleden is dat u voor het eerst serieus nadacht