• No results found

Van monoboeren naar multiboeren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van monoboeren naar multiboeren"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

20

N e d e r l a n d e n E u r o p a

Sinds 1980 is het aantal boerenbedrijven afge-nomen van 145 duizend tot 97 duizend in 1999. Tegelijkertijd is de gemiddelde leeftijd van de boeren gestegen van 50 tot 53 jaar. Boeren vergrijzen dus. Het aandeel boeren in de leeftijdsgroep tot 40 jaar (40-minners) en van 40 tot 55 jaar daalt sterker dan het aan-deel oudere boeren (55-plus).

De afname in de jongere leeftijdsgroepen kan worden verklaard uit een combinatie van uit-stroom naar werk buiten de landbouw, minder instroom en minder doorstroom (van 40-min-ners naar 40- tot jarigen). Het aantal 55-plussers is niet in aantal afgenomen. Blijkbaar is hier de uitstroom door bedrijfsoverdracht of bedrijfsbeëindiging evenzeer afgenomen als de doorstroom vanuit de groep 40- tot 55-jarigen. Veel 55-plussers zijn dus blijven doorboeren.

Uitstromers

De 40-minners hadden hun afname in aantal kunnen compenseren door het meeste land van de uitstromers over te nemen en zo meer schaal te vergroten dan de 55-plussers. Dit is ze niet gelukt. Zelfs de schaalvergroting van de 40- tot 55-jarigen hebben ze niet kunnen bijbenen. In geval van een kansrijke sector mocht het tegendeel worden verwacht. Wel-licht wilden de 40-minners verdergaan in schaalvergroting, maar durfden ze het risico niet te nemen of konden ze geen financiers vinden die het risico aandurfden. Omdat de 55-plussers niet in aantal zijn afgenomen en door de jaren heen ook een grotere bedrijfs-schaal hebben verkregen, hebben ze meer land in gebruik gekregen ten koste van de jongeren.

Strengere milieunormen

Worden de EU-subsidies en marktbescher-ming verder afgebouwd, dan krijgen de boeren nog lagere prijzen voor de producten en dus

nog minder inkomsten, tenzij ze de bedrijfs-schaal vergroten of het landgebruik intensive-ren. Omdat de jongere boeren al niet vol-doende de schaal weten te vergroten mét subsidies en marktbescherming zal hen dat zeker niet lukken zonder deze steun, temeer daar de productiekosten blijven toenemen. Intensivering van de productie stuit op steeds strengere milieunormen. Bovendien zal de afbouw van de marktbescherming de boeren blootstellen aan scherpe buitenlandse con-currentie. In het buitenland is de arbeids-markt meestal minder krap en is er minder gebrek aan land, zodat arbeid en land minder kosten. Daarom zijn de bedrijven van buiten-landse melkveehouders en akkerbouwers meestal ook minder geïntensiveerd en wor-den ze minder beperkt door strenge Europese milieunormen. De meeste buitenlandse con-currenten zijn dus wél in staat tot schaalver-groting en intensivering ter compensatie van steeds lagere prijzen op de wereldmarkt.

Optimisme

Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij blijft optimistisch over de kansen van de Nederlandse boeren gezien hun tot nu toe getoonde vermogen om steeds weer te ver-nieuwen en de efficiëntie te verhogen. Maar het is onwaarschijnlijk dat de steeds grijzere Nederlandse boeren hun hogere kosten aan arbeid en land kunnen compenseren met ken-nis en technologie. Door afbouw van subsidies en marktbescherming zullen onze melkvee-houders en akkerbouwers sneller uitsterven. Dit kan alleen worden verhinderd als de over-gebleven 65 duizend melkveehouders en akkerbouwers kunnen worden bewogen over te gaan van voedselproductie (monoboeren) op diensten voor de collectieve functies (multi-boeren).

Centraal Bureau voor de Statistiek INDEX

Nederland en Eur

opa

Van monoboeren naar

multiboeren

De Europese Unie bouwt agrarische subsidies en marktbescherming af ten behoeve van een vrijere wereldhandel. Kan de Nederlandse landbouw zich handhaven op de wereldmarkt?

(2)

N e d e r l a n d e n E u r o p a

Agro-historische landschappen

Nu nog domineren melkveehouders en akker-bouwers het platteland met hun 1,8 miljoen ha. aan open, rustige en stille landerijen. Zo bieden ze samen met de 0,5 miljoen ha. aan natuur en bos het nodige tegenwicht voor de oprukkende en steeds drukkere woon- en werkgebieden. Streekplannen en bestem-mingsplannen ondersteunen hierbij. Toch kan de overheid nu al niet verhinderen dat het platteland geleidelijk versnippert en bebouwd raakt. Daarom zal het sneller verstedelijken als de traditionele boeren of hun erfgenamen het land moeten verkopen. Meestal zullen de kopers private partijen zijn, zoals beleggings-maatschappijen, projectontwikkelaars, niet-agrarische bedrijven en vermogende burgers. De overheden kunnen dit niet verhinderen tenzij ze gebieden aanwijzen voor natuur- of stadsontwikkeling. Het uitsterven van de boeren zal dus gepaard gaan met aantasting van de agrohistorische landschappen, erkende en gewaardeerde delen van het nationale erf-goed. Het zal ook gepaard gaan met aantas-ting van collectief waardevolle functies zoals natuur, leefomgeving en waterberging en -winning. Voor deze functies is weinig land gereserveerd, zodat ze sterk afhankelijk zijn van medegebruik van landerijen.

Opkoop en beheer

Wil men de 1,8 miljoen ha. gras- en bouw-land behouden voor de collectieve functies, dan moeten de verantwoordelijke overheden en organisaties het land opkopen of de boeren helpen overleven door het medegebruik vol-doende te belonen. Grootschalige opkoop van agrarisch land voor de collectieve functies lijkt echter nauwelijks haalbaar. De politieke animo om geld uit te trekken voor opkoop én beheer beperkt zich tot zo’n 250 duizend ha. voor afronding van de Ecologische Hoofd Structuur tegen 2020. Daarbij komt wellicht nog 60 duizend ha. voor waterberging en 150 duizend ha. voor uitbreiding van woon- en werkgebieden en infrastructuur.

Collectieve functies

Het is echter lang niet zeker dat de voorgeno-men 310 duizend ha. voor de Ecologische Hoofd Structuur en water kunnen worden

ver-worven. Want de boeren houden het land lie-ver in gebruik zolang de grondprijzen stijgen. Als zij uiteindelijk verkopen, is het aan de hoogste bieder en dat is zelden de overheid. Het meest haalbaar lijkt dus het belonen van boeren voor medegebruik van hun land. De grootste kansen liggen in de gebieden die voor meerdere collectieve functies van belang zijn. Dit zijn de zogeheten Open, Rustige en Stille gebieden in de mazen van de hoofdinfrastruc-tuur. Die is inmiddels zo sterk uitgebouwd dat genoemde gebieden nog maar de helft van het platteland beslaan. Hier kunnen de verant-woordelijke overheden desgewenst de belo-ningen voor diverse collectieve functies com-bineren tot een zo aantrekkelijke biedprijs dat die de aanwezige boeren kan verleiden tot gezamenlijke plattelandsdiensten.

Multifunctioneel land

Gebiedsgewijze levering van diensten is aan-trekkelijk voor de oudere melkveehouders en akkerbouwers. Want landschaps-, natuur-, recreatie- en waterdiensten vereisen extensi-vering van het landgebruik en dat komt goed uit als de jaren beginnen te tellen. Wat nog gedaan moet worden, kan worden uitbesteed aan jongere boeren en loonbedrijven. Omschakeling van intensief monoboeren naar extensief multiboeren is ook aantrekke-lijk voor de jongeren die het agrarisch bedrijf wel willen voortzetten, mits ze dat maar kunnen combineren met een baan elders. Naarmate het multiboeren economisch en arbeidstechnisch aantrekkelijk wordt, kun-nen meer oudere én jongere boeren ervan worden weerhouden hun land aan particulie-ren te verkopen en zo het agrohistorisch landschap en de daaraan verbonden functies prijs te geven. Door extensivering is het bovendien mogelijk de agrarische producten onder een keurmerk tegen een hogere prijs af te zetten dan de wereldmarktprijs.

Samenwerken

Boeren zullen in gebiedsverband moeten samenwerken. Welke combinaties nodig zijn en op welke schaal hangt af van de vragers van de diensten: rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden, waterschappen en waterbedrijven. Alleen als de boeren in de

21

No. 2 - februari 2001

INDEX

Nederland en Eur

opa

Boeren naar leeftijd

× 1 000 0 20 40 60 80 2000 1996 1992 1988 1984 1980 40 tot 55 jaar 55 jaar of ouder

jonger dan 40 jaar

Schaalvergroting 0 5 10 15 20 25 30 2000 1996 1992 1988 1984 1980

jonger dan 40 jaar

55 jaar of ouder 40 tot 55 jaar × 1 000 0 200 400 600 800 1000 2000 1996 1992 1988 1984 1980 55 jaar of ouder 40 tot 55 jaar

jonger dan 40 jaar

ha. per boer

ha. per leeftijdsgroep

open, rustige en stille gebieden bereid zijn tot een duurzaam contract voor de levering van het gevraagde dienstenpakket kan van echt

succesvol multiboeren sprake zijn.

§

Pieter Vereijken en Waldo de Boer (Plant Research International van Wageningen Universiteit en

Research Centrum)

Een uitvoeriger versie van deze bijdrage ver-scheen in ESB van 15 december 2000 onder de titel ‘Multiboeren versus verstedelijking?’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het opgebouwde referentiekader zou in de beginfase van de lerarenopleiding tevens gebruikt kunnen worden bij het expliciteren en bespreekbaar maken van de eigen concepties van leren

verdiepingsgesprek kunnen zijn. Dat is ook al een aantal keer gezegd, maar er is nog geen verdiepingsbijeenkomst georganiseerd. Bij deelnemers van een groep die elkaar niet kent,

[r]

and vegetables; Memorandum with reference to the Provisions of the Canned Fruit and Vegetable Export Control Act 66 of 1956, Empangeni 2/5/1957; Memorandum for consideration by the

Deze visie is bij uitstek de plek waar de samenhang tussen ruim- telijke aspecten, natuur en landschap wordt geborgd en waar de verbinding wordt gelegd met andere opgaven die een

There is no evidence of VHE emission from any individual GRB during the period covered by the HESS observations, nor from stacking analysis using the whole sample and a priori

While formative Judaism constructed a new society in the synagogue and Torah observance, the Matthean community was structured as church and based their Torah observance on

Land reform in South Africa must take into account the need to balance existing property rights and food security against the political pressure for speedier redistribution of