• No results found

Onkruid in graan verdient meer aandacht. Zorgvuldigheid en strategie bepalend voor onkruidbezetting in granen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onkruid in graan verdient meer aandacht. Zorgvuldigheid en strategie bepalend voor onkruidbezetting in granen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EKOLAND 2-2003

26

O

pname van een graangewas wordt vaak als een nood-zaak gezien om een bouw-plan gezond te houden. Vooral in wintertarwe kan nogal wat onkruid ontsnappen aan de bestrijding. In studies bij de innovatiebedrijven in de Flevopolder werden de granen, openvallende plekken in aardappel-percelen en perioden van braak genoemd als plaatsen in het bouw-plan waar problemen met het onkruid muur ontstonden. Enkele biologische boeren schrapten, vanwe-ge de veronkruiding, graan al uit

hun bouwplan. Welke vermeerdering van onkruiden kan er in granen ontstaan en hoe is dit te voorkomen?

Zaadproductie in graan

Op vijf biologische bedrijven werden in 2001 en 2002 onkruiden geteld. De bezetting met onkruiden in de graanpercelen was meestal drie tot tien keer zo hoog als het gemiddeld van alle gewassen op deze bedrijven

(tabel 1). Dit ondanks een mechani-sche bestrijding in het graan, meestal bestaande uit meerdere malen eggen, aangevuld met schoffelen in combi-natie met inzaai van een

groenbemester.

Worden onkruiden in de granen niet bestreden dan is de zaadproductie hoog (tabel 2). Maar ook in percelen met mechanische bestrijding waarin geteld werd trad desondanks toch nog een zaadproductie op tot meer dan 3000 onkruidzaden per 10 m2.

Graansoort en zaaiwijze

De zaadproductie van onkruiden die gedurende herfst en winter kunnen kiemen is in wintertarwe vaak veel hoger dan in de zomergranen. Behal-ve dat de productie van onkruidzaad in de zomergranen lager is, zelfs bij

Onkruid in graan verdient

meer aandacht

Zorgvuldigheid en teeltstrategie bepalend voor onkruidbezetting in granen

In tarwe komen onkruiden in

veel grotere aantallen voor

dan in andere gewassen.

De zaadproductie van deze

onkruiden kan wel oplopen tot

duizend zaden per plant.

Onderzoekers van PPO en

PRI wijzen op het gevaar van

onopvallende veronkruiding

vanuit het graangewas en de

mogelijkheden om deze

veron-kruiding tegen te gaan.

Rommie van der Weide, PPO-Lelystad, Bert Lotz & Roel Groeneveld, PRI-Wageningen

A

K K E R B O U W

De bezetting met onkruid in granen is vaak veel hoger dan in andere gewassen.

PPO

Tabel 1. Aantal onkruiden op 10 m2in het graangewas en gemiddeld over alle gewassen

in bouwplan (data PRI).

Locatie 2001 2002

Graan Gemiddeld Graan Gemiddeld

Z. Flevopolder 32 3 143 31

Wieringermeer 126 24 12 45

N.O.P. 70 25 255 66

Zeeland 276 22 23 28

(2)

EKOLAND 2-2003 27 het uitblijven van bestrijding, zijn

ook de mechanische bestrijdingsmo-gelijkheden in deze gewassen beter. In een proef van PPO in de Flevopolder in 1994 werd met vier maal eggen in wintertarwe een bestrijdingspercenta-ge bestrijdingspercenta-gehaald van 83 %. In zomertarwe was dit 93% en in zomergerst 94%. Soms is de mechanische bestrijding niet succesvol en zal de teler zijn hoop vestigen op onderdrukking door het graangewas. Op de Lovinkhoeve werd in 1999 en 2000 in zomertarwe aangetoond dat, bij mislukte bestrij-ding, dichter zaaien minder veron-kruiding geeft. (figuur 1). Zowel een hogere zaaidichtheid als een kleinere rijafstand zijn effectief.

Optimale bestrijding

In granen is de onkruidbestrijding vooral effectief door te eggen op rela-tief klein onkruid, om vervolgens het eggen enkele malen te herhalen voor verdere onderdrukking en bestrijding van nieuwe kiemplanten. Dit komt veelal neer op drie tot vijf keer eggen. Na vroege zaai van wintertarwe is het

vaak niet mogelijk om het kleine onkruid al te bestrijden met eggen. Als het perceel na de winter weer berijdbaar is, dan is het onkruid vaak al te groot. In proeven op klei in de Kollumerwaard (in 1994 en 1995) was het bestrijdingseffect van

meermaals eggen na zaai in november 83% en 70%, bij inzaai in oktober was het bestrijdingspercentage slechts 57% en 50%.

Meerjarige ervaring liet zien dat het percentage bestrijding na drie tot vier keer eggen in de wintertarwe op klei-grond vaak rond 80% ligt. In zomer-gerst kan het bestrijdingsresultaat gemakkelijk boven de 95% komen (figuur 2). Bepalend voor een goed bestrijdingsresultaat is de combinatie van voldoende losse grond, klein on-kruid en de juiste (voldoende agressie-ve) eg-instelling. Vooral op kleigrond is de hoeveelheid losse grond en de kluiterigheid ervan wel eens beper-kend. Ervaring en onderzoek op de OBS in Nagele hebben geleerd dat het dan loont om de granen op 25 cm rijafstand te zaaien en afsluitend te schoffelen, om zo het ontsnapte onkruid tussen de rijen op te ruimen (bijvoorbeeld een verbetering van bestrijdingsresultaat van 66 naar 95%). Een bijkomend voordeel van de grotere rijafstand en afsluitend schoffelen is dat er dan meteen klaver als groenbemester ingezaaid kan worden. Klaver beconcurreert eventu-eel ontsnapt onkruid en nieuw kiemend onkruid. Dankzij de klaver verliep op twee bedrijven de onkruid-beheersing in graan goed verliep (tabel 1). Voorwaarde is wel dat de

groenbemester goed aanslaat. 300 250 200 150 50 0 100 10 cm 20 cm 140 kg/ha

perzikkruid 1999 perzikkruid 2000 muur 1999 180 kg/ha 30 cm 10 cm 20 cm 30 cm 1x eggen dc12 1x eggen dc23 1x eggen dc31 2x eggen dc21+31 3x eggen dc12+23+31 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Kollumerwaard 1992 Valthermond 1994 Kollumerwaard 1993 Kollumerwaard 1994 Valthermond 1995

Figuur 1. Zaadproductie van onkruiden in zomertarwe met verschillende dichtheden en rijafstanden. Zaadproductie bij 10 cm rijafstand en 140 kg/ha is op 100% gesteld (bron: Mertens PRI)

Figuur 2. Percentage onkruidbestrijding met eggen in verschillende stadia van de zomergerst (bron: Timmer PPO) Tabel 2. Aantal zaden per onkruidplant in vier percelen wintertarwe waar het onkruid niet werd bestreden

Onkruid Wageningen Randwijk Nagele Valthermond Gemiddeld

Muur 1180 600 1410 330 880 Herderstasje 740 - - - 740 Kleefkruid 680 1540 160 100 620 Kamille - 1330 - - 1330 Zwaluwtong - 80 - - 80 (bron: PRI).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

As 'n blote vergun- fling is diesulkes toegelaat om teen betaling op die meent te bly, terwyl bulle gedurende die jagseisoen van 1914-1915 oak vir jagregte op die

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

Gene flow potential was assessed based on the following factors: relatedness of Saccharum wild relatives to Saccharum hybrids and to one another, prevalence of Saccharum

De uitkomst van de Mann-Whitney toets, die gebruikt is voor de analyse binnen 2004, staat weergegeven in onderstaande tabellen. In tabel D.5 staan het aantal waarnemingen, het

Gerard Mostert verwoordt die rond “gender, haar jeugd en de invloed daarvan op haar persoonlijkheid en op de invulling van haar leven, haar politiek functioneren en haar

In het volgende fragment vindt, bij ’Audi nostra suspiria’, een verandering plaats in zowel meerstemmige schrijfwijze als metrum. Je hoort het fragment drie keer. Daarna wordt de

Als de golflengte drie keer zo klein is, is de buis aan een kant open (buik) en aan de andere kant gesloten (knoop).. Omdat de beker een open uiteinde is, moet het riet dus als

Daarnaast zou Van der Meer zou volgens Kuijpers bezig zijn met één van de grootste stedelijke omwente- lingsoperaties van Nederland op dit moment, waar bouwen aan de