• No results found

De effectiviteit van muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met autisme spectrum stoornissen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De effectiviteit van muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met autisme spectrum stoornissen"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelor Scriptie

De Effectiviteit van Muziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met Autisme Spectrum Stoornissen

Universiteit van Amsterdam

Naam: Xin Lin Chia (11246898) Docente: T. L. van Zuijen Inleverdatum: 28 januari 2019 Aantal woorden: 5398

(2)

Inhoudsopgave

1. Abstract………...3 2. Inleiding………...4

2.1. Effectiviteit van Muziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met ASS 3. Resultaten………..….8

3.1 Deelvraag 1………...8 Effectiviteit van Individuele Muziektherapie op het Sociale Gedrag van

Kinderen met ASS

3.2 Deelvraag 2……….13 Effectiviteit van Groepsmuziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met ASS

3.3 Deelvraag 3……….15 Effectiviteit van Gezinsgerichte Muziektherapie op Ouder-Kind Interacties bij Kinderen met ASS

4. Conclusie en Discussie………..18 5. Literatuurlijst……….21

(3)

Abstract

Kinderen met autismespectrumstoornissen (ASS) worden gekenmerkt door tekorten in de sociale communicatie en interactie en beperkte en herhalende gedragspatronen. Deze karakteristieken leiden vaak tot een vertraagde emotionele en intellectuele ontwikkeling. Wanneer er niet adequaat wordt ingegrepen kunnen er co-morbide problemen ontstaan als depressie en angst. In deze literatuurstudie is onderzocht wat de effecten van verschillende soorten muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS zijn. Hierbij is

onderscheid gemaakt tussen individuele muziektherapie, groepsmuziektherapie en

gezinsgerichte muziektherapie. Voor individuele muziektherapie zijn de meeste significante effecten gevonden op het sociale gedrag van kinderen met ASS. Verbetering was te zien in het verbale en non-verbale gedrag. Vervolgonderzoek dient zich te richten op de effectiviteit van groepsmuziektherapie en gezinsgerichte therapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS om betere uitspraken te kunnen doen over de effecten ervan en de werkende

mechanismen binnen de therapie.

(4)

Inleiding Effectiviteit van Muziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met ASS

Aan het einde van het eerste levensjaar kunnen de meeste kinderen communiceren en interacteren met hun omgeving middels gebaren en geluiden. Deze gebaren en geluiden zijn van groot belang voor de vroege taalontwikkeling (Rigter, 2013). De symbolische en non-verbale communicatie kan vragend of verklarend van aard zijn en zorgt ervoor dat jonge kinderen actief kunnen deelnemen aan hun sociale omgeving. Wanneer de taalontwikkeling op normale wijze verloopt, zal het non-verbale gedrag zich uiteindelijk uitbreiden tot verbaal gedrag. Het non-verbale en verbale gedrag vormen samen het sociale gedrag van de mens.

De ontwikkeling van het sociale gedrag bij kinderen met een vorm van

autismespectrumstoornissen (ASS) verloopt echter atypisch. ASS is een neurologische

stoornis die de ontwikkeling en functioneren van een kind ernstig kan belemmeren gedurende het hele leven (American Psychiatric Association [APA], 2013). De stoornis komt op

verschillende manieren en gradaties tot uiting per individu, daarom spreken we van een spectrum. Binnen dit spectrum vallen onder andere hoog- en laag functionerende kinderen met ASS, waarbij kinderen met hoog functionerend autisme een IQ hebben hoger dan 85 en een vertraagde taalontwikkeling en kinderen met laag functionerend autisme een IQ hebben lager dan 70 (met of zonder vertraagde taalontwikkeling). Kinderen op dit spectrum worden vaak gekarakteriseerd door twee primaire diagnostische criteria: tekorten in de sociale

communicatie en interactie en beperkte en herhalende gedragspatronen. Deze karakteristieken leiden vaak tot beperkingen in taalbegrip en -gebruik, rigide gedragspatronen en een

vertraagde emotionele en intellectuele ontwikkeling (APA, 2013).

Het is dus van belang dat kinderen op dit spectrum adequaat geholpen worden om te voorkomen dat hun ontwikkeling stagneert en zij meer comorbide problemen ervaren als angst en depressie (Rigter, 2013). Een goede behandeling zou ervoor moeten zorgen dat

(5)

mensen met ASS zo autonoom en zelfstandig mogelijk kunnen participeren in de

maatschappij. De meeste behandelingen richten zich op het aanleren van communicatieve- en sociale vaardigheden en kunnen zowel individueel als in groepsverband gegeven worden aan kinderen met ASS (Reichow & Volkmar, 2009). In de meeste gevallen worden ook de ouders erbij betrokken en begeleid naar aanleiding van specifieke opvoedingsproblemen.

Een voorbeeld van een veelgebruikte behandeling is toegepaste gedragsanalyse, waarbij de nadruk ligt op het aanleren van sociale vaardigheden middels imitatie, modeling en zelf-monitoring (Reichow & Volkmar, 2009). Hierbij wordt vaak een vorm van psycho-educatie geïmplementeerd, waarbij uitgelegd wordt aan ouders en kind wat ASS is. Een ander voorbeeld is oudertraining, waarbij extra aandacht wordt geschonken aan ouder-kind

interacties en ouders verschillende opvoedvaardigheden worden aangeleerd. Tot slot wordt ook veel gebruik gemaakt van peertraining, waarbij kinderen met ASS elkaar helpen bij het aanleren van specifieke vaardigheden om met ASS om te gaan. Deze vormen van behandeling blijken effectief te zijn voor het verminderen van de klachten van kinderen met ASS en het bevorderen van hun sociale gedrag (Reichow & Volkmar, 2009; Lim & Draper, 2011).

De effectiviteit van de behandelingen die worden besproken door Reichow en Volkmar (2009) zou wellicht verhoogd kunnen worden door het implementeren van muziek (Kim, Wigram & Gold, 2008; Lim, 2009; Finnigan & Starr, 2010). Muziek kan namelijk net zoals taal gebruikt worden om te communiceren en speelt daardoor een centrale rol in het leven van de mens (Vaiouli & Andreou, 2017). Het biedt context voor socialisatie en communicatie tussen kinderen, volwassenen en ouderen. Eerder onderzoek laat zien dat het luisteren naar muziek zowel het emotioneel als cognitief functioneren van depressieve volwassenen kan stimuleren (Chan, Chan, Mok, & Kwan Tse, 2009). Daarnaast kan muziek zorgen voor meer sociale samenhang en bevordert het de samenwerking al bij jonge kinderen (Kaviani, Mirbaha, Pournaseh & Sagan, 2014). Bij het bespelen van een instrument of zingen

(6)

zijn meerdere zintuigen en hersengebieden betrokken, waardoor muziek een positief effect kan hebben op het menselijke brein (Wan, Rüber, Hohmann, & Schlaug, 2010). Met deze kennis wordt muziek tegenwoordig vaak toegepast in de vorm van therapie voor cliënten met neurologische aandoeningen.

Ook voor kinderen met ASS wordt muziektherapie aangeschreven als een van de werkende behandelingen. De meeste kinderen met ASS hebben namelijk veel behoefte aan herhaling en structuur. Om deze reden zou muziektherapie goed aansluiten op hun behoeften (Hardy & LaGasse, 2013). In tegenstelling tot taal bestaat muziek namelijk uit regelmatige ritmes en harmonieën. Muziektherapie maakt gebruik van muzikale middelen om binnen een therapeutische relatie bevorderingen te verwezenlijken op lichamelijk, gedragsmatig, sociaal, cognitief of emotioneel gebied (Berman, Henstra & Laansma, 2009). Onder muzikale

middelen vallen muziekinstrumenten en stemgebruik, maar ook muzikale spelvormen en opgenomen of opgeschreven muziekstukken. Daarnaast worden muzikale elementen als maat, ritme, melodie, harmonie en klank gebruikt. De werkende mechanismen binnen de

muziektherapie zijn de positieve muziekervaringen die het kind opdoet, maar ook de relaties die het kind ontwikkelt met anderen gedurende de therapie die het voor hem of haar mogelijk maken te communiceren en zich uit te drukken (Geretsegger, Elefant, Mössler & Gold, 2014).

Er zijn al een aantal onderzoeken die zich richten op de effectiviteit van

muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS (Whipple, 2004; Geretsegger et al., 2014). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen individuele muziektherapie (waarbij therapeut en kind één op één muziek maken en luisteren), groepstherapie (waarbij therapeut met meerdere kinderen tegelijk muziek maakt en naar muziek luistert), en

gezinsgerichte muziektherapie (waar de ouders of verzorgers betrokken zijn bij het maken van muziek met hun kind) (Kim, Wigram & Gold, 2009; LaGasse, 2014; Thompson, 2017). Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar het verschil in effectiviteit tussen de soorten

(7)

muziektherapie en welke mechanismen belangrijk zijn om verbetering in het sociale gedrag van kinderen met ASS te realiseren. In deze literatuurstudie zal antwoord gegeven worden op de volgende onderzoeksvraag: ‘Wat is de effectiviteit van de verschillende soorten

muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS?’ De onderzoeksvraag is opgedeeld in drie deelvragen. Hierbij is de eerste deelvraag: ‘Wat is de effectiviteit van individuele muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS?’ De tweede deelvraag is: ‘Wat is de effectiviteit van groepsmuziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS?’ En de laatste deelvraag is: ‘Wat is de effectiviteit van gezinsgerichte muziektherapie op ouder-kind interacties bij kinderen met ASS?’

Omdat het sociale gedrag bestaat uit non-verbaal en verbaal gedrag, zal hiertussen onderscheid gemaakt worden. Onder non-verbaal gedrag vallen elementen van lichaamstaal als oogcontact, gedeelde aandacht, imitatie, lichaamshouding en gebarentaal (Bruinsma, Koegel & Koegel, 2004). Het verbale gedrag bestaat uit alle gedragingen die met woorden uitgedrukt worden. Dit betreft onder andere de sociale responsiviteit (het antwoorden op wat de ander heeft gezegd), sociale interactie (de wijze waarop mensen ten opzichte van elkaar handelen, op elkaar reageren en elkaar proberen te beïnvloeden) en pro-sociaal gedrag (het vrijwillig helpen van een ander).

Het belang van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de factoren die de therapeutische relatie en de positieve muziekervaringen van kinderen met ASS mediëren en modereren. Op deze manier kunnen de werkende mechanismen van muziektherapie beter in kaart worden gebracht om de effectiviteit van muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS te verhogen. Dit is van belang om te voorkomen dat de problematiek van kinderen met ASS verergerd en er co-morbide problemen ontstaan als depressie en angst, die op zijn tijd de emotionele en intellectuele ontwikkeling doen stagneren.

(8)

Effectiviteit van Individuele Muziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met ASS

Allereerst zullen de recent gevonden effecten van individuele muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS besproken worden. Bij individuele muziektherapie is er sprake van een interactieve werkhouding waarin therapeut en kind samen muziek beleven op verschillende manieren met als doel het kind met ASS meer inzicht te bieden in zijn of haar eigen emoties en lichaam. Op deze manier wordt er aan het zelfbewustzijn en zelfbeeld gewerkt zonder teveel woorden te gebruiken. Dit kan door naar muziek te luisteren en dit samen te analyseren of door het bespelen van een instrument. Afhankelijk van het kind, de therapeut en de therapie zelf, neemt soms de therapeut de leidende rol aan en in sommige gevallen het kind.

Uit de meta-analyse van Geretsegger et al. (2014) blijkt dat individuele

muziektherapie veel positieve uitkomsten heeft voor het sociale gedrag van kinderen met ASS. In de meta-analyse zijn tien studies opgenomen die de korte en middellange termijn effecten onderzochten van muziektherapie bij kinderen met ASS (zowel hoog als laag functionerend autisme). De leeftijd van de kinderen lag tussen de twee en negen jaar. Alle betreffende studies waren gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken of klinisch

gecontroleerde onderzoeken, waarbij er dus sprake is van een controlegroep. De auteurs van de meta-analyse hebben zich gericht op vier verschillende onderdelen van het sociale gedrag: sociale interactie (het reageren en handelen op elkaars gedrag), communicatieve vaardigheden (zowel non-verbaal als verbaal), pro-sociaal gedrag (vrijwillig een ander helpen) en sociaal-emotionele wederkerigheid (het delen en/of begrijpen van interesses en emoties). Op alle vier onderdelen van het sociale gedrag was er meer vooruitgang zichtbaar bij de kinderen met ASS die muziektherapie hadden gevolgd dan de kinderen met ASS die geen therapie, therapie zonder muziek of gestandaardiseerde zorg (medisch onderzoek en consultaties) kregen, op

(9)

zowel korte als middellange termijn. Daarnaast werd nog gecontroleerd op nadelige effecten van de therapieën. Deze konden niet gevonden worden voor de groep kinderen die

muziektherapie had gevolgd. Deze resultaten lijken erop te wijzen dat muziektherapie het sociale gedrag van kinderen met ASS meer zou stimuleren dan enkel therapie zonder muziek.

Een ander onderzoek waarbij de resultaten op hetzelfde wijzen is dat van Finnigan en Starr (2010). In dit onderzoek werd het sociale gedrag van een driejarig meisje met ASS tijdens therapiesessies met en zonder muziek met elkaar vergeleken. De helft van de sessies werd gewijd aan het spelen met speelgoed onder begeleiding van de therapeut. In de andere helft van de sessies werd ook met speelgoed gespeeld, maar werd begeleid door de therapeut die gitaar speelde en teksten zong die betrekking hadden op het speeltje waarmee werd gespeeld. Tijdens de sessies vertoonde het meisje meer sociale responsiviteit wanneer deze begeleid werd door muziek dan wanneer er geen muziek was. Daarnaast vertoonde het meisje geen vermijdend gedrag wanneer er sprake was van muziek, dit gedrag vertoonde zij wel tijdens de sessies zonder muziek. De generaliseerbaarheid van de resultaten is beperkt, omdat het hier gaat om een casestudie. De resultaten laten echter wel zien dat muziek, wanneer het gerelateerd is aan het spelen met speelgoed, een grote rol kan spelen in de samenhang van therapiesessies en de sociale responsiviteit kan verhogen.

Ook Kim, Wigram en Gold (2008) hebben gekeken naar het verschil in effectiviteit van individuele muziektherapie en het spelen met speelgoed op gedeelde aandacht en non-verbale communicatieve vaardigheden van kinderen met ASS. In dit onderzoek werden uiteindelijk tien jongens (waarvan vijf non-verbaal en vijf verbaal waren) met een leeftijd van drie tot vijf jaar aselect toegewezen aan twee verschillende condities:

improvisatie-muziektherapie en speelsessies met speelgoed. De kinderen in beide condities participeerden in 24 sessies van 30 minuten, waarbij in de eerste helft van een sessie het kind vrij mocht spelen met een instrument of met speelgoed en in de tweede helft de therapeut meer leidend

(10)

was. Improvisatie-muziektherapie richt zich voornamelijk op het samenspel van instrumenten tussen therapeut en cliënt. Hierbij zal de therapeut inspelen op de muzikale en non-muzikale expressies van het kind. De sessies vonden plaats in een therapiecentrum en werden

opgenomen om achteraf de verandering in het gedrag van de kinderen te kunnen observeren en analyseren. Na analyse bleken de kinderen die muziektherapie kregen meer gedeelde aandacht te vertonen tijdens de therapie dan de kinderen die met speelgoed speelden. Daarnaast hadden de kinderen na muziektherapie gevolgd te hebben meer non-verbale

communicatieve vaardigheden opgedaan dan de kinderen die met speelgoed hadden gespeeld. Improvisatie-muziektherapie blijkt dus het non-verbale gedrag van kinderen met ASS meer te stimuleren dan het spelen met speelgoed.

Uit een vervolgstudie van Kim, Wigram en Gold (2009) bleek dat

improvisatie-muziektherapie niet alleen het non-verbale gedrag van kinderen met ASS bevordert, maar ook de sociale responsiviteit van kinderen met ASS (Kim et al., 2009). In dit onderzoek hebben ze door middel van gedragsanalyse de video-opnames van dezelfde participanten gecontroleerd op emotionele, gemotiveerde en interpersoonlijke responsiviteit. Hieruit bleek ook dat de kinderen die improvisatiemuziektherapie kregen meer sociale responsiviteit vertoonden tijdens de sessies dan de kinderen die speelsessies toegewezen hadden kregen. De kinderen in de speelsessies vertoonden twee keer zo vaak ‘geen respons’ dan de kinderen die

muziektherapie kregen. De resultaten van deze studie suggereren dat

improvisatie-muziektherapie de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met ASS meer bevordert dan het spelen met speelgoed onder begeleiding van de therapeut. Concluderend hebben de auteurs van dit onderzoek veel positieve uitkomsten gevonden voor zowel het verbale als non-verbale aspect van het sociale gedrag van kinderen met ASS die improvisatie-muziektherapie hebben gevolgd.

(11)

Echter werden significante effecten van muziektherapie in een ander onderzoek enkel voor het non-verbale gedrag van kinderen met ASS gevonden (Gattino et al., 2011). In dit onderzoek werd gekeken naar de effecten van relationele muziektherapie op zowel het non-verbale als het non-verbale gedrag van kinderen met ASS. Relationele muziektherapie is een vorm van improvisatie-muziektherapie waarbij de focus ligt op de cliënt. De therapeut past de therapie aan met de kennis die hij heeft over de cliënt, zodat de therapie goed aansluit op de interesses en capaciteiten van de cliënt. Tijdens het onderzoek werden 24 jongens (waarvan tien gediagnosticeerd met ASS, twaalf met Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified (PDD-NOS) en twee met het Syndroom van Asperger) met een leeftijd van zeven tot twaalf jaar aselect toegewezen aan een conditie waarbij zij relationele muziektherapie kregen of gestandaardiseerde zorg. Voor het non-verbale gedrag werden significante

verschillen gevonden tussen de groepen, waarbij de kinderen die muziektherapie kregen meer non-verbaal gedrag vertoonden dan de kinderen die gestandaardiseerde zorg kregen. Voor het verbale gedrag werden geen significante verschillen gevonden. Een verklaring die de auteurs hiervoor geven is het gebruik van niet geschikte meetinstrumenten. Er werd namelijk gebruik gemaakt van de Braziliaanse versie van de Childhood Autism Rating Scale (CARS) om positief en negatief gedrag te analyseren van de kinderen tijdens de therapiesessie in de video-opnames. De auteurs geven aan dat de CARS wellicht een minder valide en betrouwbare schaal is om het gedrag van kinderen met ASS te scoren dan bijvoorbeeld het gebruik van microanalyse van het gedrag net zoals Kim, Wigram en Gold (2008) hebben gedaan, die wel significante verschillen hebben gevonden voor het verbale gedrag. Een andere verklaring die gegeven wordt is de setting waarin de therapie gegeven werd. De interventies vonden

namelijk plaats in een ziekenhuis, een plek die kinderen met ASS vaak linken aan pijn en lijden. Sommige ouders rapporteerden ook dat hun kind met veel angst en tegenzin naar therapie gingen.

(12)

Ook in het onderzoek van Lim en Draper (2011) werd geen significant verschil gevonden tussen de effectiviteit van muziektherapie en gestandaardiseerde spraaktraining op het verbale gedrag van kinderen met ASS. De setting waarin de kinderen therapie kregen wordt in dit onderzoek echter niet vermeld. Aan het onderzoek deden 22 kinderen mee van drie tot vijf jaar oud en werden aselect toegewezen aan twee condities: de conditie waarin er eerst muziektherapie gegeven werd en daarna spraaktraining en de conditie waarin er eerst spraaktraining werd gegeven en daarna muziektraining. Beide trainingen werden drie dagen per week gedurende twee weken gegeven. Het feit dat er geen verschil in effectiviteit gevonden is tussen de trainingen, betekent echter niet dat muziektherapie en spraaktraining geen effect hebben gehad. De resultaten laten namelijk zien dat beide soorten therapie het verbale gedrag van de kinderen heeft verbeterd.

In een recent onderzoek van Yoo en Kim (2018) waarbij de focus lag op ritme-gemedieerde therapie blijkt dat dyadisch spel met druminstrumenten gunstige uitkomsten heeft op het sociale gedrag van kinderen met ASS. In dit onderzoek werden 42 kinderen met een normale ontwikkeling vergeleken met tien kinderen met hoog-functionerend autisme, met een leeftijd van elf tot zestien jaar. In het onderzoek werd eerst gekeken of dyadisch drumspel gerelateerd was aan de sociale vaardigheden van de kinderen om vervolgens te onderzoeken of ritme gemedieerde muziektherapie effect heeft op verbetering in het sociale gedrag. De therapie bestond uit acht sessies van 30 minuten, waarbij het kind samen met de therapeut druminstrumenten bespeelde. Na analyse bleek de kwaliteit van drumspel van de kinderen te correleren met sociale vaardigheden, waarbij ritme en tempo kunnen houden gecorreleerd was aan meer sociale vaardigheden van het kind. Voltooiing van de muziektherapie leidde

uiteindelijk tot meer imitatie en initiatie van het spelen op de drums, maar ook het spelen met de therapeut voor zowel de kinderen met een normale ontwikkeling als voor de kinderen met hoog-functionerend autisme.

(13)

Uit voorgaande onderzoeken blijkt individuele muziektherapie dus effectief te zijn voor het bevorderen van het sociale gedrag van kinderen met ASS. Er zijn echter wel verschillen gevonden in effectiviteit. Een verklaring hiervoor is de verschillende manieren waarop individuele muziektherapie geïmplementeerd wordt. Zo blijkt improvisatie

muziektherapie effectief te zijn voor zowel het non-verbale als verbale gedrag van kinderen met ASS, terwijl relationele muziektherapie alleen effectief blijkt te voor het non-verbale gedrag van kinderen met ASS (Kim et al, 2008; Kim et al., 2009; Gattino et al., 2011). Een andere verklaring voor de verschillen in effectiviteit is de setting waarin de therapie gegeven wordt. Zo blijken kinderen met ASS meer stress te ervaren in een ziekenhuis dan in een therapiecentrum (Kim et al., 2009; Finnigan & Starr, 2010; Gattino et al., 2011). Opvallend is dat er geen nadelige effecten voor kinderen met ASS zijn gevonden na het volgen van

muziektherapie (Geretsegger et al., 2014).

Effectiviteit Groepsmuziektherapie op het Sociale Gedrag van Kinderen met ASS Groepstherapie voor kinderen met ASS blijkt effectief te zijn voor het bevorderen van het sociale gedrag van deze kinderen (Reichow & Volkmar, 2009; Lim & Draper, 2011). Doordat zij in groepsverband hun ervaringen kunnen delen met anderen die dezelfde problemen ervaren, geeft dit een gevoel van groepscohesie. Door middel van

vertrouwensrelaties binnen de groepstherapie wordt zo het sociale gedrag gestimuleerd. Uit onderzoek van Kaviani et al. (2014) blijkt dat het implementeren van muziek in een klassikale setting de sociale samenhang verhoogt en de samenwerking kan bevorderen van jonge

kinderen. Daarnaast blijkt ook uit voorgaande onderzoeken dat het implementeren van muziek in individuele therapie positieve effecten heeft voor het sociale gedrag van kinderen met ASS. De vraag is of het implementeren van muziek in groepstherapie dezelfde positieve effecten heeft op het sociale gedrag van kinderen met ASS. Hier is echter nog weinig onderzoek naar gedaan, waardoor er geen sterke uitspraken gedaan kunnen worden over de effectiviteit van

(14)

muziektherapie dat in groepsverband gegeven wordt. In de volgende alinea zullen toch de resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van muziektherapie in groepsverband besproken worden die eerste aanwijzingen biedt over de effectiviteit ervan.

In het onderzoek van LaGasse (2014) werd het effect van muziektherapie in groepsverband op het sociale gedrag van kinderen met ASS onderzocht. 17 kinderen in de leeftijdscategorie van zes tot negen jaar oud werden aselect toegewezen aan groepstherapie met muziek of groepstherapie zonder muziek. Verdere specificaties over de ernst van de stoornis worden niet vermeld. Over een periode van vijf weken participeerden de kinderen in tien sessies van 50 minuten. Er waren significante verschillen gevonden tussen de twee groepen op het gebied van gedeelde aandacht en oogcontact, waarbij de kinderen in de groep die muziektherapie had gekregen meer gedeelde aandacht hadden en meer oogcontact

maakten dan de kinderen in de groep die therapie kregen zonder muziek. Er waren echter geen significante verschillen gevonden tussen de groepen op het gebied van sociale

responsiviteit, pro-sociaal gedrag en sociale terugtrekking. Dit zou kunnen komen doordat de muziekgroep tijdens het maken van muziek minder verbaal communiceert dan de groep zonder muziek die afhankelijk is van taal alleen. Ondanks het feit dat er door de onderzoekers geen significant verschil gevonden is tussen de groepen op het gebied van sociale

responsiviteit, pro-sociaal gedrag en sociale terugtrekking, blijkt uit rapportages van ouders dat zij wel een verschil zien, waarbij de ouders van de kinderen in de muziekgroep meer vooruitgang in het sociale gedrag van hun kinderen zien dan de ouders van de kinderen in de groep zonder muziek. De meeste vooruitgang werd gerapporteerd na voltooiing van de therapie en bij de drie weken follow-up. Dit laatste resultaat moet echter wel met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden doordat er gebruik is gemaakt van rapportages van ouders, dat gezien wordt als een minder valide en betrouwbaar meetinstrument door haar subjectiviteit.

(15)

Het lijkt er dus op dat muziek in groepstherapie steun biedt bij het begeleiden van non-verbaal gedrag tussen kinderen met ASS, maar niet zozeer voor het verbale aspect van sociaal gedrag. Daarnaast zou groepsmuziektherapie volgens de ouders leiden tot meer sociaal gedrag van kinderen met ASS buiten de therapie om. Er moet echter nog veel meer onderzoek gedaan worden naar de effecten van muziektherapie in groepsverband om betere uitspraken te kunnen doen over de werkende elementen binnen de groepsmuziektherapie. Dit betreft goed

opgezette onderzoeken als gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken.

Effectiviteit Gezinsgerichte Muziektherapie op Ouder-Kind Interacties bij Kinderen met ASS

Ouders nemen een van de belangrijkste rollen aan bij het opvoeden van hun kind. Het opvoeden van een kind met ASS kan echter veel meer inspanning en tijd kosten dan het opvoeden van een kind zonder ASS. Ouders van kinderen met ASS ervaren daarom in de meeste gevallen meer stress dan ouders van kinderen zonder ASS (Naniwadekar, 2018). Dit komt doordat kinderen met ASS rigide gedragspatronen kunnen vertonen die het dagelijks leven van het gezin kunnen bemoeilijken. Daarnaast komt het vaak voor dat ouders en kind elkaar niet kunnen begrijpen door tekorten in de sociale communicatie en interactie van het kind, waardoor het moeilijk is voor ouders om een band te creëren met hun kind. De meeste therapeuten betrekken daarom ouders bij de therapie om zo vanuit het systeem van het kind met ASS te werken. Dit resulteert in meer begrip van de ouders voor het kind en geeft handvatten voor de ouders om aan de band te werken met hun kind. Gezinsgerichte muziektherapie heeft hetzelfde doeleinde, maar probeert dit te bereiken middels muzikale activiteiten tussen ouder en kind onder begeleiding van een muziektherapeut. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar gezinsgerichte muziektherapie en de effectiviteit ervan op het sociale gedrag van kinderen met ASS.

(16)

De afgelopen jaren heeft Thompson (2012; 2017) echter een langlopend onderzoek neergezet om de effectiviteit van gezinsgerichte muziektherapie op interpersoonlijke

betrokkenheid tussen ouder en kind te onderzoeken. Interpersoonlijke betrokkenheid betreft de onderlinge relatie tussen ouder en kind waarin zij hun interesses en emoties delen, waaraan sociaal gedrag ten grondslag ligt. In 2012 begon Thompson een onderzoek naar de werkende mechanismen binnen gezinsgerichte muziektherapie. Aan dit onderzoek deden 21 moeders mee samen met hun kinderen met ASS. De therapie vond één keer per week plaats gedurende zestien weken met sessies van 30 tot 40 minuten. Tijdens de sessies werd de nadruk gelegd op de muzikale interacties tussen ouder en kind die begeleid worden door de muziektherapeut. Verschillende activiteiten als zingen, het bespelen van een instrument of bewegen op de muziek werden ondernomen. Deze activiteiten waren erop gericht om de sociale interacties tussen moeder en kind te bevorderen. Thompson (2012) benadrukt het belang van een vertrouwde omgeving. Om deze reden werden de therapiesessie thuis gegeven. Op deze manier zou het bezig zijn met muziek makkelijker in het dagelijks leven van zowel de ouder als het kind met ASS geïmplementeerd kunnen worden. Na afronding van de therapie hebben de moeders vragenlijsten ingevuld om de effectiviteit van de muziektherapie te evalueren. Hieruit bleek dat de gezinsgerichte muziektherapie veel positieve uitkomsten heeft voor zowel de moeder als het kind. Moeders zagen veel vooruitgang bij hun kind op sociaal en

emotioneel gebied. Dit resulteerde in een hogere mate van zelfvertrouwen in hun rol als moeder. Daarnaast gaven de meeste moeders ook aan dat muziektherapie ervoor heeft gezorgd dat zij anders zijn gaan kijken naar hun kind. Zij zagen namelijk hun kind plezier hebben met muziek zonder dat hij of zij last had van de symptomen van ASS. Dit gaf hun het inzicht dat kinderen met ASS ook capaciteiten bezitten die vaak niet benut worden.

Afgelopen jaar werd de vervolgstudie van Thompson (2017) gepubliceerd, waarin zij de lange termijn effecten van gezinsgerichte muziektherapie op onder andere het sociale

(17)

gedrag van kinderen met ASS heeft onderzocht. Acht moeders hebben uiteindelijk vier jaar nadat de therapie was beëindigd deelgenomen aan een interview om hun perspectief op muziek en muziektherapie te delen. Alle moeders gaven aan dat het maken van muziek de relatie met hun kind had verbeterd. Ook gaven zij allen aan dat zij nog steeds muzikale activiteiten ondernemen met hun kind en dit de band met hun kind versterkt. Moeders blijven dus na therapie muzikaal interacteren met hun kinderen, wat onder andere de sociale

ontwikkeling van kinderen stimuleert. Het langlopende onderzoek van Thompson (2012; 2017) mist echter een controlegroep, waardoor de gevonden effecten niet vergeleken kunnen worden met gezinnen waaraan geen of een andere therapie gegeven wordt. Op deze manier kunnen spontane veranderingen over de tijd niet uitgesloten worden.

Concluderend kan er gesteld worden dat er nog te weinig onderzoek gedaan is naar de effectiviteit van gezinsgerichte muziektherapie om uitspraken te kunnen doen over de

effectiviteit ervan. Volgens het onderzoek van Thompson (2012; 2017) blijkt wel dat gezinsgerichte muziektherapie de moeder-kind interacties bevordert. Gezinsgerichte

muziektherapie geeft namelijk vanuit het gezinssysteem handvatten voor het ondernemen van muzikale activiteiten met elkaar. Deze activiteiten bevorderen de relatie tussen moeder en kind, die op zijn tijd de sociale ontwikkeling van kinderen met ASS stimuleert. Er zijn verder geen negatieve effecten ondervonden tijdens en na de therapie. Opvallend is dat er geen vaders betrokken zijn in het onderzoek. Er wordt gesuggereerd om meer onderzoek te doen naar de effectiviteit van gezinsgerichte muziektherapie waarbij ook de vader wordt betrokken. Op deze manier zouden er betere uitspraken gedaan kunnen worden over de effectiviteit van gezinsgerichte muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS en zou de effectiviteit wellicht verhoogd kunnen worden.

(18)

Conclusie en Discussie

In huidig onderzoek werd het verschil in effectiviteit van verschillende soorten muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS onderzocht. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen individuele muziektherapie, groepsmuziektherapie en

gezinsgerichte muziektherapie. Aan de hand van dit onderzoek kunnen er echter geen sterke uitspraken gedaan worden over het verschil in effectiviteit op het sociale gedrag van kinderen met ASS, omdat er nog onvoldoende onderzoek gedaan is naar de effectiviteit van

groepsmuziektherapie en gezinsgerichte therapie. Voor individuele muziektherapie is er wel voldoende wetenschappelijke onderbouwing gevonden voor het implementeren van muziek in therapiesessies om het sociale gedrag van kinderen met ASS te bevorderen. Individuele muziektherapie blijkt ook effectiever te zijn dan individuele therapie zonder muziek voor het bevorderen van het sociale gedrag van kinderen met ASS (Kim et al., 2008; Kim et al., 2009; Finnigan & Starr, 2010; Geretsegger et al., 2014). Er zijn echter wel verschillen gevonden in effectiviteit van de muziektherapie op het non-verbale en verbale gedrag van kinderen met ASS. Zo blijken er binnen de individuele muziektherapie verschillen te zijn in de manier waarop de therapie geïmplementeerd wordt. Improvisatie muziektherapie blijkt effectief voor zowel het non-verbale als verbale gedrag van kinderen met ASS, terwijl relationele

muziektherapie alleen effectief blijkt te zijn voor het non-verbale gedrag van kinderen met ASS (Kim et al, 2008; Kim et al., 2009; Gattino et al., 2011). Daarnaast heeft ritme-gemedieerde muziektherapie gunstige effecten op imitatie en initiatie van het spelen op de drums, wat gezien kan worden als non-verbaal gedrag (Yoo & Kim, 2018).

Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de effecten van muziektherapie in groepsverband om goede uitspraken te doen over de effectiviteit ervan. De resultaten van het onderzoek van LaGasse (2014) laten echter wel zien dat het implementeren van muziek in groepstherapie zorgt voor meer non-verbaal gedrag als joint-attention en oogcontact bij

(19)

kinderen met ASS dan bij de kinderen met ASS die groepstherapie zonder muziek hadden gevolgd. Voor het verbale gedrag is echter geen significant verschil gevonden tussen de twee groepen die groepstherapie met muziek en zonder muziek hadden gevolgd. Uit rapportages van de ouders blijkt er wel een verschil te zijn tussen de twee groepen, waarbij de ouders van de kinderen die groepstherapie met muziek hadden gevolgd meer vooruitgang in verbaal gedrag rapporteerden dan de ouders van de kinderen die enkel groepstherapie hadden gevolgd.

Tot slot is er ook onvoldoende onderzoek gedaan naar de effecten van gezinsgerichte muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit ervan. Het onderzoek van Thompson (2012; 2017) naar de korte en lange termijn effecten van gezinsgerichte muziektherapie geeft echter aanwijzingen dat

gezinsgerichte muziektherapie effectief is voor het stimuleren van sociale en muzikale interacties tussen moeder en kind. Uit rapportages van de moeders blijkt ook dat het sociale gedrag van hun kinderen vooruit is gegaan op zowel korte als lange termijn. Dit onderzoek mist echter een controlegroep waardoor er geen sterke uitspraken gedaan kunnen worden over veranderingen over de tijd en kunnen de resultaten niet vergeleken worden met gezinnen die geen of een andere therapie hebben gekregen.

Opvallend is dat muziek in alle soorten therapieën een grote rol speelt in het creëren van een vertrouwde therapeutische relatie. De therapeutische relatie is een moderator die de effectiviteit van muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS kan verhogen of verlagen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de gevonden verschillen in effectiviteit van muziektherapie. Een andere verklaring voor het verschil in effectiviteit is de ernst van de stoornis van de kinderen. Hoe ernstiger de symptomen zijn die kinderen met ASS ervaren, hoe moeilijker het kan zijn om het sociale gedrag van deze kinderen te beïnvloeden. De ernst van de stoornis wordt echter niet in alle aangehaalde onderzoeken duidelijk beschreven,

(20)

waardoor er ook geen sterke uitspraken gedaan kunnen worden over het verschil in

effectiviteit van muziektherapie bij hoog- of laag-functionerende autisten. Tot slot werd al eerder benoemd dat de setting waarin de therapie plaatsvindt van groot belang is voor de effectiviteit van de therapie. Al eerder is bekend dat kinderen zich van nature beter

ontwikkelen in een vertrouwde omgeving dan wanneer zij zich in een onveilige omgeving bevinden. Zo zou verklaard kunnen worden dat Gattino et al. (2011) geen verbetering hebben gevonden in het verbale gedrag van kinderen met ASS na muziektherapie, omdat de

therapiesessies plaatsvonden in een ziekenhuis.

Een eerste beperking van huidig onderzoek is dat het protocol waarmee gewerkt wordt, niet in elk aangehaald onderzoek goed wordt omschreven. Dit zorgt ervoor dat er minder goede uitspraken gedaan kunnen worden over de werkende elementen binnen de onderzochte therapieën. Een tweede beperking is dat niet in alle onderzoeken de diagnose van de kinderen gespecificeerd wordt, dit is echter wel van belang om te kunnen bepalen wat wel of niet werkt voor verschillende subgroepen binnen ASS. Toch is het belangrijk om te

vermelden dat er voornamelijk onderzoek is gedaan naar jongere kinderen, bij wie er mogelijk nog geen volledige diagnose gesteld is, wat het niet mogelijk maakt om verder te kunnen specificeren. Een derde beperking is dat alle onderzoeken afkomstig zijn uit het buitenland. Muziek wordt namelijk op verschillende manieren beleeft en gemaakt in verscheidene culturen. De vraag is dus in hoeverre de betekenis van muziek in het buitenland verschilt met die van Nederland en dus ook in hoeverre de resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de Nederlandse bevolking.

Een sterk punt is wel dat de meeste onderzoeken een controlegroep bevatten, waardoor de effecten van therapie met en zonder muziek met elkaar vergeleken kunnen worden. In de meeste gevallen hebben de therapiesessies met muziek het sociale gedrag van kinderen met ASS meer bevordert dan de therapiesessies zonder muziek.

(21)

Ondanks dat er in huidig onderzoek een significant effect gevonden is van individuele muziektherapie op het sociale gedrag van kinderen met ASS, moet meer onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van muziektherapie in groepsverband en gezinsgerichte

muziektherapie. Op deze manier kan een betere vergelijking gemaakt worden tussen de drie soorten muziektherapie om te bepalen bij welke soort therapie het beste aansluit op de problematiek van kinderen met ASS en waar zij het meeste baat bij hebben. Hierbij moet specifiek gelet worden op de uitvoering van het protocol en moet deze duidelijk beschreven worden in het onderzoek, zodat vastgelegd kan worden welke elementen binnen

muziektherapie werken. Het is hierbij belangrijk om te vermelden dat de therapie uitgevoerd moet worden door professionals die hierin gespecialiseerd zijn. Tot slot dient

vervolgonderzoek zich te richten op de lange termijn effecten van muziektherapie om te bepalen in hoeverre de therapie effectief en efficiënt is en om nadelige effecten te kunnen uitsluiten.

(22)

Literatuurlijst

American Psychiatric Association. (2013). Autism spectrum disorder. In Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5th ed.).

doi:10.1176/appi.books.9780890425596.295735

Berman, A., Henstra, S., & Laansma, M. (2009, 15 mei). Beroepsprofiel van de muziektherapeut [Beroepsprofiel]. Geraadpleegd op 27 november 2018, van https://www.nvvmt.nl/images/documenten/beroepsprofiel_mt.pdf

Bruinsma, Y., Koegel, R. B., & Koegel, L. K. (2004). Joint attention and children with

autism: A review of the literature. Mental Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews, 10(3), 169-175. doi:10.1002/mrdd.20036

Chan, M. F., Chan, E. A., Mok, E., & Kwan Tse, F. Y. (2009). Effects of music on depression levels and physiological responses in community-based older adults. International Journal of Mental Health Nursing, 18(4), 285-294.

doi:10.1111/j.1447-0349.2009.00614.x.

Finnigan, E., & Starr, E. (2010). Increasing social responsiveness in a child with autism. A comparison of music and non-music interventions. SAGE Publications and The National Autistic Society, 14(4), 321-348. doi:10.1177/1362361309357747

Gattino, G. S., Riesgo, R. D. S., Longo, D., Leite, J. C. L., & Faccini, L. S. (2011). Effects of relational music therapy on communication of children with autism: a randomized controlled study. Nordic Journal of Music Therapy, 20(2), 142‐154.

doi:10.1080/08098131.2011.566933

Geretsegger M., Elefant C, Mössler K.A., & Gold C. (2014). Music therapy for people with autism spectrum disorder. The Cochrane Database of Systematic Reviews, (6), 1-66. doi:10.1002/14651858.CD004381.pub3

(23)

Goldstein, H. (2002). Communication intervention for children with autism: a review of treatment efficacy. Journal of Autism and Developmental Disorders, 32(5), 373-396. doi:10.1023/A:1020589821992

Gottfried, T., Thompson, G., Elefant, C., & Gold, C. (2018). Reliability of the Music in Everyday Life (MEL) Scale: A Parent-Report Assessment for Children on the Autism Spectrum. Journal of Music Therapy, 55(2), 133-155. doi: 10.1093/jmt/thy002

Hardy, M. W., & LaGasse, A. B. (2013). Rhythm, movement, and autism: using rhythmic rehabilitation research as a model for autism. Frontier in Integrative Neuroscience, 7(19), 1-9. doi:10.3389/fnint.2013.00019

Kaviani, H., Mirbaha, H., Pournaseh, M., & Sagan, O. (2014). Can Music Lessons Increase The Performance of Preschool Children in IQ Tests? Cognitive Processing, 15, 77-84. doi:10.1007/s10339-013-0574-0

Kim, J., Wigram, T., & Gold, C. (2008). The Effects of Improvisational Music Therapy on Joint Attention Behaviours in Autistic Children: A Randomized Controlled Study. Journal of Autism and Developmental Disorders, 38(9), 1758-1766.

doi:10.1007/s10803-008-0566-6

Kim, J., Wigram, T., & Gold, C. (2009). Emotional, motivational and interpersonal responsiveness of children with autism in improvisational music therapy. SAGE Publications and The National Autistic Society, 13(4), 389-409.

doi:10.1177/1362361309105660

Lim, H. A. (2009). Use of music to improve speech production in children with autism spectrum disorders: Theoretical orientation. Music Therapy Perspectives, 27(2), 103-114. doi:10.1093/mtp/27.2.103

(24)

Lim, H. A., Draper, E. (2011). The effects of music therapy incorporated with applied behavior analysis verbal behavior approach for children with autism spectrum disorders. Journal of Music Therapy, 48(4), 532‐550. doi: 10.1093/jmt/48.4.532 LaGasse, A. B. (2014). Effects of a Music Therapy Group Intervention on Enhancing Social

Skills in Children with Autism. Journal of Music Therapy, 51(3), 250-275. doi:10.1093/jmt/thu012

Naniwadekar, K. (2018). Stress and Anxiety Among Parents of Children With

Communication Disorders. In S. K. Gupta, & S. Venkatesan (Reds.), Handbook of Research on Psychosocial Perspectives of Human Communication Disorders (pp. 141–155). doi:10.4018/978-1-5225-4955-0.ch008

Nevill, R. E., Lecavalier, L., & Stratis, E. A. (2016). Meta-analysis of parent-mediated interventions for young children with autism spectrum disorder. Autism, 22(2), 84-98. doi:10.1177/1362361316677838

Pickles, A., Simonoff, E., Conti-Ramsden, G., Falcaro, M., Simkin, Z., Charman, T.,

Chandler, S., Loucas, T., & Baird G. (2009). Loss of language in early development of autism and specific language impairment. Journal of Child Psychology and

Psychiatry, 50(7), 843-852. doi:10.1111/j.1469-7610.2008.02032.x.

Reichow, B., & Volkmar, F. R. (2009). Social Skills Interventions for Individuals with Autism: Evaluation for Evidence-Based Practices within a Best Evidence Synthesis Framework. Journal of Autism and Developmental Disorders, 40(2), 149-166. doi:10.1007/s10803-009-0842-0

Rigter, J. (2013). Autismespectrumstoornissen. In J. Rigter (Red.), Handboek

Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen (pp. 177–208). Bussum, Nederland: Coutinho.

(25)

Thompson, G. (2012). Family-centered music therapy in the home environment: promoting interpersonal engagement between children with autism spectrum disorder and their parents. Music Therapy Perspectives , 30(2), 109–116. doi:10.1093/mtp/30.2.109 Thompson, G.A. (2017). Long-term perspectives of family quality of life following music

therapy with young children on the autism spectrum: A phenomenological study. Journal of Music Therapy, 54(4), 432-459. doi:10.1093/jmt/thx013

Vaiouli, P., & Andreou, G. (2017). Communication and Language Development of Young Children With Autism: A Review of Research in Music. Communication Disorders Quarterly, 39(2), 323-329. doi:10.1177/1525740117705117

Wan, C. Y., Rüber, T., Hohmann, A., & Schlaug, G. (2010). The Therapeutic Effects of Singing in Neurological Disorders. Music perception: An Interdisciplinary Journal, 27(4), 287-295. doi:10.1525/mp.2010.27.4.287

Whipple, J. (2004). Music in intervention for children and adolescents with autism: a meta-analysis. Journal of Music Therapy, 41(2), 90-106. doi:10.1093/jmt/41.2.90

Yoo, G.E., & Kim, S.J. (2018). Dyadic Drum Playing and Social Skills: Implications for Rhythm-Mediated Intervention for Children with Autism Spectrum Disorder. Journal of Music Therapy, 55(3), 340-375. doi:10.1093/jmt/thy013

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.3.1 Research objectives The main objectives of this research are to: 1 Assess the potential of a number of Landsat-based spectral indices in their ability to detect fire

Participation in the study was fully voluntary and anonymous, with no explicit incentives provided for participation. We succeeded in achieving a 100% response rate on the

The goal of this Special Issue is twofold: we present contributions characterizing and measuring emerging network threats, as well as cutting-edge detection and mitigation

To continue with the strong association of high price for luxury brands, it is expected that the price perception does not only affect the favorability of luxury brand

By reviewing current literature and quantitative research regarding organizational identification and strategy implementation, this study presents a general impression

onderzoeksproces zijn verweven. ook hoeft de bijdrage van patiënten niet beperkt te worden tot de onderwerpen die hier zijn aangegeven voor een bepaald moment in het

Inertial and magnetic sensors, attached to various segments of the human hand, can be used to measure movements of the hand1. This paper proposes a new method to assess hand

An important feature of implicature is that it can be cancelled, which is also one of the features of wit. The superficial incongruity may not always be solved by the hearer, which