• No results found

Leerkrachten als ontwerpers van een ICT-rijke leeromgeving voor beginnende geletterdheid: onderzoek naar het proces van gezamenlijke besluitvorming

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Leerkrachten als ontwerpers van een ICT-rijke leeromgeving voor beginnende geletterdheid: onderzoek naar het proces van gezamenlijke besluitvorming"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ORD2012: Boschman (UT), McKenney (UT & OU), Voogt (UT)

1

Leerkrachten als ontwerpers van een ICT-rijke leeromgeving voor

beginnende geletterdheid: onderzoek naar het proces van

gezamenlijke besluitvorming

Samenvatting

In deze exploratieve studie is leerkrachtgestuurd curriculumontwerp als gezamenlijk ontwerpproces onderzocht in de context van een ICT-rijke leeromgeving voor beginnende geletterdheid. Interviewdata en discourse analyse zijn hiertoe ingezet. Aan de studie namen 3 groepen kleuterleerkrachten deel (N = 10). De resultaten geven aan dat praktische overwegingen de grootste rol spelen in het ontwerpproces en dat deze meer dan andere overwegingen terugkomen. Mogelijk wijst dit op de behoefte van leerkrachten om het ontwerp zo praktisch toepasbaar mogelijk te maken, zonder daarbij leerinhoud en doelen van beginnende geletterdheid voor ogen te hebben.

Inleiding

Pictopal is een ICT-rijke leeromgeving die zich richt op de ontwikkeling van de functionele geletterdheid, met name op de communicatieve functies van geschreven taal. Leerkrachten ontwerpen zelf concrete leeractiviteiten voor gebruik in de klas. De kwaliteit van de implementatie van de leeromgeving wordt hierdoor bevorderd; het vergroot het gevoel van eigenaarschap (Fullan, 2003) en leerkrachten dragen waardevolle inzichten uit de praktijk aan (Ben-Peretz, 1990). Leerkrachten bezitten echter onvoldoende ontwerpexpertise en moeten dan ook ondersteund worden in dit proces. Om na te gaan welke ondersteuning zij nodig hebben tijdens het ontwerpproces is een exploratieve studie uitgevoerd met als doel het besluitvormingsproces van docenten tijdens het ontwerpen in kaart te brengen.

Curriculumontwerp is te typeren als: een groep (leerkrachten) die gezamenlijk door discussie komt tot curriculummateriaal en daarbij overwegingen maakt die van invloed zijn op de uiteindelijke vormgeving van dat materiaal (cf. Walker, 1990). Wij onderscheiden drie typen curriculumoverwegingen voor het nemen van besluiten tijdens het ontwerpproces : (a) good-practice zoals geïdentificeerd door externe partijen buiten de leerkracht, (b) good-practice zoals door de leerkracht zelf als overtuiging gezien (intern) en (c) praktische overwegingen. Een belangrijk assumptie is dat de curriculumoverwegingen die de besluitvorming beïnvloeden mede gebaseerd zijn op de praktijkkennis (Meijer, 1999) van de docent. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:

1. Welke praktijkkennis bezitten leerkrachten t.a.v.: ICT, kleuteronderwijs en beginnende geletterdheid?

2. Hoe ziet het ontwerpproces, de gezamenlijke discussie en besluitvorming eruit? 3. Welke curriculumoverwegingen spelen een rol tijdens deze discussie?

Methode

In totaal namen 10 leerkrachten deel, verdeeld over drie ontwerpteams. Eén team bestond uit drie leerkrachten met uitgebreide kennis omtrent beginnende geletterdheid. Voorafgaand aan het onderzoek werden alle leerkrachten individueel geïnterviewd over drie thema’s: ICT, kleuteronderwijs en beginnende geletterdheid. Tijdens een later tijdstip heeft ieder ontwerpteam leeractiviteiten ontworpen voor PictoPal.

Interviewdata zijn geanalyseerd in drie rondes: beschrijvend, interpreterend en categoriserend. Tijdens de ontwerpworkshop, waarin leerkrachten de opdracht kregen een prototype leeromgeving met PictoPal te ontwerpen, werden video-opnames gemaakt van de ontwerpdiscussie. Deze opnames zijn uitgewerkt in een transcript. De analyse van de ontwerpdiscussie verliep in drie fasen. In de eerste fase zijn episodes onderscheidden en gecodeerd als: brainstorm, probleem, rapportage of uitleg. In de volgende fase zijn overlegstructuren onderscheiden en gecodeerd als probleemstelling, voorstel, argumentatie of voorbeeld. In de derde fase zijn de overlegstructuren nogmaals gecodeerd. De volgende stappen zijn daarin ondernomen: domeincode toevoegen (ICT, Beginnende Geletterdheid, Pedagogiek) en curriculumoverwegingscode toevoegen (extern, intern of praktisch relevant).

(2)

Voorstel deelpaper symposium ORD2012

2

Resultaten

De interviews laten zien dat leerkrachten vooral gericht zijn op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kleuters en dat daarbij gesteld wordt dat deze voorwaardelijk is voor het welbevinden en de verdere cognitieve ontwikkeling. Daarnaast richten leerkrachten zich op het aanleren van gedragsroutines en zijn spel- en kringactiviteiten didactische werkvormen die zij voornamelijk toepassen. ICT wordt door de leerkrachten beschouwd als onderdeel van de samenleving en passend binnen het kleuteronderwijs. De meerwaarde van de computer wordt onderkend in het zelfstandig verwerken van gesloten opdrachten; enerzijds voor kinderen die een extra vorm van oefening nodig hebben, anderzijds als aanvulling op het rijke arsenaal aan leermaterialen waaruit alle kinderen kunnen kiezen. Voor wat betreft beginnende geletterdheid geven de leerkrachten op een concreet niveau weer welke activiteiten zij ondernemen. Daarbij valt op dat met name de traditionele didactische aanpakken zoals kring geprefereerd worden.

De discourse-analyse levert het volgende resultaat: Fase 1: de meeste episodes zijn als brainstorm gecodeerd. Bij de discourse van de beide reguliere teams is te zien dat zij starten met een brainstorm, daar waar de experts als eerste starten met een uitleg. Fase 2: brainstorm-episodes bestaan voornamelijk uit voorstellen, daarnaast is een kenmerk van deze episodes dat het doel is te komen tot een concrete invulling van het leermateriaal. Verder valt op dat in episodes waarin een probleem wordt besproken, het probleem vaak door één leerkracht wordt geïdentificeerd, waarna vervolgens andere participanten reageren met voorstellen en argumenten. Wanneer geen van de andere leerkrachten een bijdrage levert is het besluit genomen. Curriculum overwegingen: veruit de meeste daarvan zijn gecodeerd als gerelateerd aan ICT en praktisch relevant.

Conclusie en discussie

Uit de resultaten van deze studie komt naar voren dat wanneer leerkrachten activiteiten ontwerpen voor een ICT-rijke leeromgeving zij met name gericht zijn op praktische ICT gerelateerde zaken zoals concrete invulling van het materiaal en inzet in de klas. Pedagogische en didactische kennis spelen een ondergeschikte rol. Mogelijke oorzaak is dat tijdens een ontwerpproces het expliciet noemen van kennis geen plaats heeft tenzij geen gezamenlijke overeenstemming bereikt kan worden. Verder refereren zij bij hun discussie ook minder aan kennis omtrent beginnende geletterdheid. Dit verschil wordt met name duidelijk in de vergelijking tussen de teams van reguliere leerkrachten en het team van leerkrachten met meer taalexpertise. Het laatste team start vanuit een didactische doelstelling.

In lijn met ander onderzoek naar besluitvorming bij leerkrachten (o.a. Doyle & Ponder, 1978) zien wij dat praktische relevantie voor leerkrachten een bijzonder grote rol speelt. Zij richten zich minder op leerinhoud voor wat betreft beginnende geletterdheid. De aanbeveling is dan ook om leerkrachten te ondersteunen in het vertalen van deze leerinhoud naar concrete lessituaties. Vervolgens worden deze geïmplementeerd waarna evaluatie mogelijk belangrijke inzichten oplevert die een leerkracht wellicht kan inzetten om tot verbetering van het lesmateriaal te komen om zo te komen tot een ICT-rijke leeromgeving die daadwerkelijk kinderen stimuleert in het actief ontdekken van de functies van geschreven taal.

Referenties

Ben-Peretz, M. (1990). The teacher-curriculum encounter: freeing teachers from the tyranny of texts. New-York: State University of New York Press.

Doyle, W., & Ponder, G. (1977). The practicality ethic in teacher decision-making. Interchange 8(3): 1-12. Fullan, M. (2003). The new meaning of educational change. New-York: Teacher College Press.

Goodlad, J. (1994). Curriculum as a field of study. In T. Husén & T.N. Postlethwaite (Eds.), The international encyclopaedia of education (pp. 1262–1267). Oxford: Pergamon.

Meijer, P. (1999). Teachers’ practical knowledge; teaching reading comprehension in secondary education. Dissertation University of Leiden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door open vragen te stellen en leerlingen aan het denken te zetten over de door hen gebruikte woorden en zinnen, kunnen ze zich bewust worden van patronen in de taal of van

In het kader van dit onderzoek werd veel aandacht besteed aan het uitwerken van een design met effectieve kenmerken waarmee de impact van een professionaliseringtraject

Krijgen de leerlingen beter inhoudelijk begrip door het gebruik van ICT applicaties die in de studiewijzer zijn

Wat maakt dat leerlingen in hun ‘kracht’ gaan staan, heeft niet enkel met de school te maken.. Het heeft ook en vooral met onze samenleving

En wat je moet doen, dat weet je toch: niet doden, trouw zijn, niet stelen, niet vals getuigen, niemand oplichten, eerbied hebben voor uw vader en uw moeder.’ De

De onderzoeksvraag die centraal staat is: Wordt het leereffect met betrekking tot beginnende geletterdheid positief beïnvloed door de integratie van aan PictoPal

relatie gesproken en geschreven taal als communicatiemiddel (Puffelen, 2004). De aanleiding van het onderzoek komt voort uit het onderzoek van vorig jaar waarin gebleken is dat er,

Met deze literatuurstudie wordt de invloed, de rol en de kwaliteit van de interactie tussen ouders en kinderen tijdens het werken aan beginnende geletterdheid op de