• No results found

De keuze is reuze : een kwalitatief onderzoek naar het effect van datingapplicaties op het proces van assortative mating

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De keuze is reuze : een kwalitatief onderzoek naar het effect van datingapplicaties op het proces van assortative mating"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(www.absolutehookup.com)

De keuze is reuze

Een kwalitatief onderzoek naar het effect van datingapplicaties op het proces

van assortative mating.

Door Justa Versluis

10084851

Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen

Bachelorscriptie Sociologie 16 juni 2016

Scriptiebegeleider Anna Aalten

Tweede lezer Sander van Haperen

(2)

2

Liefde is op weg zijn naar: jezelf te vinden in elkaar

(3)

3 Voorwoord

Voor u ligt mijn scriptie „De keuze is reuze‟, een kwalitatief onderzoek naar het effect van datingapplicaties op het proces van assortative mating. In 2013 besloot ik na twee jaar te hebben gewerkt opnieuw te gaan studeren. Eerder gestartte studies bleken het voor mij niet te zijn. Toen was daar de bachelor Sociologie en viel alles op zijn plaats. Tijdens de vele

colleges en werkgroepen heb ik een hoop geleerd. Niet alleen over de samenleving en het menselijk gedrag daarin, ook over mijn eigen leven en mijn gedrag hierin. Hier ben ik alle docenten en mijn medestudenten dankbaar voor.

In het kader van de afstudeerrichting „Lichaamswerk‟ heb ik dit onderzoek gedaan. Ik heb gekozen voor het onderwerp „partnerkeuze‟ omdat ik mij hier tijdens mijn studieloopbaan vaker in heb verdiept. Als onderzoeksobject heb ik gekozen voor datingapplicatie Tinder en haar gebruikers. Mijn respondenten hebben mij veel bruikbare en persoonlijke informatie gegeven waarvoor ik hen bedank. De maanden waarin ik dit onderzoek heb uitgevoerd en opgeschreven waren uitdagend en intens. Alle tijdens de studie opgedane vaardigheden zijn getoetst. Grotendeels was het een zelfstandig proces maar dankzij een betrokken

scriptiebegeleider stond ik er niet alleen voor. Ik wil Anna Aalten daarom bedanken voor de ondersteunende werkgroepen en de momenten waarop ik haar kon bellen als ik het even niet meer wist. Naast Anna heb ik veel gehad aan de samenwerking met medestudenten en kon ik altijd terecht bij vrienden en familie.

Veel leesplezier, Justa

(4)

4 Inhoudsopgave

1. Inleiding: partnerkeuze door de jaren heen...5

2. Het nieuwe ontmoeten: een sociologisch kader...7

2.1 Traditionele partnermarkt...7

2.2 Gebruik datingsites...9

2.3 „Swipend‟ richting een date...10

2.4 Dit onderzoek...10

3. Het gaat om de persoonlijke ervaring: methode en verantwoording...13

3.1 Conceptualisering onderzoeksvraag...13 3.2 Dataverzameling...13 3.3 Interviews...14 3.4 Data en analyse...15 3.5 Reflectie...15 4. Het selectieproces...17 4.1 Voorkeuren instellen...17 4.2 De eerste fase...18 4.2.1 Foto‟s...18

4.2.2 Aanvullende tekst en informatie...21

4.2.2.1 Persoonlijke tekst...21

4.2.2.2 Gedeelde interesses en gemeenschappelijke connecties...23

4.3 De chat...24

4.3.1 Totstandkoming...25

4.3.2 Verloop...25

5. Hoe verder?... 28

5.1 Veld der geschikten: offline versus online...28

5.2 En dan een date?...31

5.3 Vertrouwen in datingapplicaties...34

6. Conclusie: een passende date via Tinder?... 37

6.1 Discussie...38

(5)

5 1. Inleiding: partnerkeuze door de jaren heen

“Dit is niks, naar links. Links. Nee, links. Links, links, links. Wauw, knappe kop. Naar rechts.

„Its a match‟! Oke, wat nu? Ik bekijk zijn profiel en zie interesses waarvan de meeste niet

overeen komen met die van mij. Maarja de foto‟s zien er goed uit en verder heb ik geen idee wie deze jongen is dus waarom zou ik daar niet proberen achter te komen? Ik open een chatgesprek door te zeggen dat hij er leuk uit ziet. Dat vindt hij ook van mij. Ik vraag naar de afkomst van zijn naam, hij naar die van mij. Hij vraagt hoe mijn dag was en ik vertel dat ik wijn dronk in een café. „Oh dus je houdt van wijn. Drink je graag rood of wit?‟ Een week later zitten we samen in een café met een fles rood in ons midden”.

Bovenstaande is een korte samenvatting van een ervaring met Tinder. Tinder is een datingapplicatie die is gestart in september 2012. In januari 2014 heeft een woordvoerder van Tinder in gesprek met Iphoned aangegeven dat het aantal gebruikers gestegen is naar 1,18 miljoen. Naar verwachting zijn er nu, 4 jaar na de start, zo rond de 2 miljoen gebruikers actief op Tinder. Het idee is om onbekenden elkaar te laten ontmoeten:

“Tinder is how people meet. It‟s like real life, but better” (www.gotinder.com).

Deze in eerste instantie onbekenden zouden uiteindelijk zomaar een liefdeskoppel kunnen vormen. Het in contact komen met een potentiële partner ging vroeger heel anders. Voor de industrialisatie hadden mensen zelf weinig inspraak in de keuze voor hun partner. Arbeid werd in deze tijd veel in gezinsverband verricht, families vormden samen een productie-eenheid. Het doel van een verbintenis tussen twee mensen was het verbeteren van de

economische positie binnen de samenleving. De families bepaalden wie partners werden. Er was geen sprake van individuele keuzevrijheid en er waren maar weinig opties. Ouders, familie en vrienden hielden de contacten nauwlettend in de gaten. Dit resulteerde in gedwongen huwelijken tussen mensen waarvan de families dachten dat zij geschikt voor elkaar waren en huwelijken die niet mochten plaatshebben omdat de partners niet aan de criteria van de families voldeden (Beck en Beck-Gernsheim, 1994).

Later ontstond er een nieuw ideaal van partnerkeuze. Volgens dit ideaal mochten ouders hun kinderen niet meer dwingen om te trouwen met iemand die voldeed aan hun eisen. Jongeren kregen het recht hun eigen keuzes te maken, er kwam plaats voor romantische liefde (Brinkgreve en De Regt, 2007, p. 209). Tegenwoordig heeft de familie vaak geen invloed meer op de partnerkeuze. De sociale omgeving speelt echter nog steeds een belangrijke rol. Plekken waar mensen samenkomen zorgen voor het ontstaan van romantische relaties. Middels een proces van sociale segregatie ontmoeten vooral gelijken elkaar, dit wordt

(6)

6

assortative mating genoemd (Kerckhoff, 1962; Kalmijn, 1998). Door de komst van mobiele

telefoons en social media is er meer vrijheid ontstaan om buiten de eigen familie en vriendenkring in contact te komen met anderen (Van Daalen, 2012, p. 166). Datingsites hebben de keuzevrijheid nog groter gemaakt. Mensen die een partner zoeken vullen een uitgebreid profiel in met persoonlijke, fysieke en gedragskenmerken en vervolgens wordt hier een bijpassende ander bij gezocht. Datingapplicaties zoals Tinder maken de start van de zoektocht naar een partner nog makkelijker. Op Tinder worden voornamelijk foto‟s geüpload en op basis hiervan begint het zoeken naar een mogelijke date. Binnen een ingestelde afstand ontmoeten mogelijke partners elkaar. Van een natuurlijke voorselectie door

gemeenschappelijke plekken waar mensen komen is hierbij veel minder sprake. Hoogopgeleid, laagopgeleid, gekleurd, alles komt voorbij. De opties zijn oneindig.

De date die voortkwam uit de beschreven ervaring met Tinder pakte heel anders uit dan verwacht. De jongen bleek een totaal ander type te zijn. Hij hield van andere muziek, kwam op andere plekken en had hele andere hobbies. De online „It‟s a match‟ bleek offline geen match te zijn. De enorme keuzevrijheid die via datingapplicaties is ontstaan maakt het ingewikkelder om een geschikte partner te vinden. Toch worden datingapplicaties

tegenwoordig veel gebruikt om mensen te ontmoeten. Er zijn inmiddels ook relaties uit voortgekomen. Deze uitkomst is de aanleiding van dit onderzoek. Het doel is er achter komen wat voor een effect datingapplicaties hebben op partnerkeuze en hoe gebruikers elkaar

selecteren. De vraagstelling luidt: hoe gaat het proces van assortative mating in zijn werk via Tinder?

Om tot een antwoord op deze vraag te komen zijn er kwalitatieve interviews gehouden met gebruikers van Tinder. De respondenten zijn heteroseksuele twintigers woonachtig in Amsterdam en hebben allen als doel een leuke date te vinden. Om tot een beter begrip van de vraagstelling te komen is in hoofdstuk twee verschillende literatuur met betrekking tot het onderwerp uiteen gezet. Hoofdstuk drie geeft inzicht in het selectieproces op Tinder vanaf het bekijken van de foto‟s en profielen tot aan de chatgesprekken die mogelijk volgen op een „match‟. Hoofdstuk vier laat zien hoe er naar een afspraakje wordt toegewerkt en of de online verwachtingen offline uitkomen. Ook komen in dit vierde hoofdstuk de verschillen met offline ontmoeten aan bod en geven de respondenten aan of zij vertrouwen hebben in het gebruik van datingapplicaties voor het vinden van een geschikte partner. In het laatste hoofdstuk staat de conclusie van de bevindingen en worden deze tegen het licht van de gebruikte theorieën gehouden.

(7)

7 2. Het nieuwe ontmoeten: een sociologisch kader

“Tinder empowers users around the world to create new connections that otherwise might never have been possible”. (https://www.gotinder.com/)

2.1 Traditionele partnermarkt

Binnen de sociologie is veel onderzoek gedaan naar koppelvorming. Partners zouden op veel punten op elkaar lijken. Matthijs Kalmijn is hoogleraar Sociologie en Demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij leidt daarbij onder andere het specialisatieprogramma Instituties, Ongelijkheid en Levenslopen. Hiervoor heeft hij veel onderzoek gedaan naar gezinssamenstelling. Kalmijn (1998) stelt dat op traditionele, oftewel offline, wijze van ontmoeten de samenstelling van de partnermarkt de mate bepaalt van homogamie en endogamie. Homogamie wil zeggen dat mensen van bijvoorbeeld gelijk opleidingsniveau elkaar aantrekken. Het is een vorm van verticale differentiatie, het gaat om achieved

kenmerken wat inhoudt dat de eigenschappen door eigen toedoen zijn bereikt. Een kenmerk dat bij homogamie vaak wordt genoemd is sociaal-economische status, waaronder opleiding, beroep, inkomen en gezinsachtergrond vallen. Endogamie wil zeggen dat mensen van

bijvoorbeeld dezelfde religie of etniciteit partners worden. Endogamie is een vorm van horizontale differentiatie, het gaat hierbij om ascribed kenmerken wat inhoudt dat de eigenschappen toegeschreven zijn (Kalmijn, 1998, pp. 398-400). In beide gevallen gaat de voorkeur uit naar een partner binnen de eigen groep. Kalmijn noemt voorgaande het proces van assortative mating. Zoals de uitleg van de bijbehorende begrippen homogamie en endogamie uitwijst kiezen mensen in dit geval partners met soortgelijke eigenschappen, uiterlijke kenmerken, interesses en geloofsovertuiging (Kalmijn, 1994, p.424). Gelijkheid trekt volgens Kalmijn aan omdat het delen van dezelfde waarden en mening elkaars gedrag bevestigt en het hebben van dezelfde smaak en kennis tot gespreksstof leidt (1991a, p. 497).

Partnerkeuze is het resultaat van voorkeuren voor bepaalde kenmerken, sociale en culturele normen en ontmoetingskansen (Kalmijn, 1998). De mogelijkheden om iemand te ontmoeten spelen hierbij de belangrijkste rol. De manier waarop de bevolking en

ontmoetingsplaatsen zijn ingedeeld heeft invloed op de kans bepaalde mensen tegen te komen. Sociale herkomst, religie, etniciteit, opleidingsniveau en levensfase zijn sturend voor de partnerkeuze. Er ontstaan lokale partnermarkten binnen de plaatsen waar mensen wonen doordat zij naar bepaalde scholen gaan en zich aansluiten bij specifieke instituties en

organisaties zoals sport- of andere clubs. Kalmijn en Flap (2001) zien een lokale partnermarkt als een georganiseerde setting. De sociale context waarbinnen mensen zich bevinden is

(8)

8

bepalend voor het ontmoeten van een mogelijke partner. Doordat de plekken waar mensen komen gesorteerd zijn naar onder andere leefstijl en achtergrond zorgt dit voor homogene koppels. Karen Haandrikman (2010) heeft onderzoek gedaan naar ruimtelijke homogamie in Nederland en concludeerde dat mensen uit hogere klassen hun partner vooral ontmoeten op besloten plekken zoals universiteiten of netwerkborrels. Mensen uit lagere klassen zouden elkaar vooral tegenkomen op publieke plekken zoals het winkelcentrum of op private plekken zoals bij vrienden thuis. De Amerikaanse socioloog Alan C. Kerckhoff noemt de plekken waar partners elkaar kunnen ontmoeten „the field of eligibles‟, vrij vertaald het „veld der geschikten‟. Dit komt overeen met de eerdergenoemde georganiseerde settings.

Overeenkomsten tussen partners worden verklaard door stedelijke segregatie, mensen die op elkaar lijken wonen bij elkaar in de buurt. Zo zijn er bijvoorbeeld arme, rijke of gekleurde wijken in een stad waar gelijken elkaar dagelijks ontmoeten. De sociale categorie waartoe iemand behoort bepaalt daarnaast de activiteiten die iemand onderneemt en ook daarbij ontmoeten vooral gelijken elkaar (Kerckhoff, 1964, p. 289).

Christine Schwartz is hoogleraar Sociologie aan de Universiteit van Wisconsin-Madison. Zij borduurt voort op het werk van Matthijs Kalmijn van de Universiteit van Amsterdam. Zij heeft onderzoek gedaan naar trends en variaties binnen het proces van

assortative mating. Schwartz vergelijkt de offline zoektocht naar een romantische partner met de zoektocht naar een baan. Net als dat mensen minimale eisen stellen aan een functie

alvorens zij deze willen uitvoeren hebben zij een minimum aan kwalificaties waar ze naar zoeken in een partner (Schwartz, 2013, p. 453). Schwartz gaat in haar onderzoek naar

variaties binnen het proces van assortative mating in op de verschillen tussen man en vrouw. Zij stelt dat de partnervoorkeur verschilt naarmate de ongelijkheid tussen beide seksen toe- of afneemt. Uit haar onderzoek blijkt dat wanneer een vrouw over veel economische middelen beschikt zij eerder geneigd is om te kiezen voor „love over money‟. Ook zouden

hogeropgeleide vrouwen langer doen over hun zoektocht naar een geschikte partner. Door de verbetering in sociale positie van vrouwen zullen ook mannen meer op zoek gaan naar vrouwen met een goede opleiding en arbeidsmarktpositie. De voorkeur van mannen en vrouwen wordt steeds gelijker wat volgens Schwartz zorgt voor een toename van homogamie (ibid., p. 456). Wat leeftijd betreft zouden volgens eerder onderzoek naar partnervoorkeur vrouwen kiezen voor een wat oudere man en vallen mannen vooral op jongere vrouwen (Alterovitz &Mendelsohn, 2009).

(9)

9

Ook Fisman et al. (2006) hebben zich in onderzoek naar offline daten gericht op verschillen tussen mannen en vrouwen. Volgens deze onderzoekers letten mannen en vrouwen op verschillende kenmerken. Vrouwen zouden meer hechten aan intelligentie dan mannen. Mannen willen wel een intelligente vrouw met ambitie maar niet als die groter is dan die van hen. Mannen zouden meer waarde hechten aan een mooi uiterlijk en vrouwen letten vooral op huidskleur/afkomst. Ook hebben vrouwen een voorkeur voor mannen die opgegroeid zijn in een welvarende buurt, terwijl dit voor mannen minder uitmaakt (Fisman, 2006, p. 674).

2.2 Gebruik datingsites

Op de offline wijze ontmoeten partners elkaar zonder tussenkomst van internetactiviteiten. Zij ontmoeten elkaar binnen de context van sociale activiteiten zoals via studie, sport, werk of vrienden (Finkel et al., 2012). De afgelopen eeuwen zijn de mogelijkheden voor het

ontmoeten van een partner toegenomen door toegenomen mobiliteit, vrije tijd en de opkomst van massacommunicatiemiddelen (Haandrikman, 2010, p. 179). De opkomst van het internet heeft gezorgd voor nieuwe mogelijkheden om een partner te vinden. Het internet heeft in de laatste jaren niet alleen de familie en de school maar ook de werkplek, buurt en vriendengroep vervangen als plek om potentiële partners te ontmoeten (Rosenfeld & Thomas, 2012). Het internet heeft er niet alleen voor gezorgd dat bestaande sociale banden beter onderhouden kunnen worden, ook biedt het de mogelijkheid om contact te leggen en uiteindelijk eventueel relaties te vormen met mensen buiten iemands sociale netwerk. Een dergelijke online

ontmoetingsplek is een datingsite. Dit is een sociale netwerksite die gericht is op het zoeken van een liefdespartner (Barraket & Henry-Waring, 2008). Op een datingsite maakt de gebruiker een profiel aan met persoonlijke informatie. Deze informatie heeft betrekking tot persoonlijke, fysieke en gedragskenmerken. Persoonlijke kenmerken zijn leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, geloofsovertuiging en kinderwens. Kledingstijl, haarkleur en huidskleur zijn fysieke kenmerken. Gedragskenmerken gaan over of iemands levenstijl, of iemand bijvoorbeeld sport of rookt (Kim, Kwon & Lee, 2009). Met de komst van datingsites als manier om een partner te ontmoeten is ruimtelijke nabijheid minder relevant geworden. De sites kunnen dag en nacht bezocht worden, ook in het weekend. De anonimiteit op datingsites zorgt voor een verminderd gevoel van schaamte en dit heeft een positief effect op mensen die online een partner zoeken. Zij durven zich meer open te stellen, voelen zich vrijer om te flirten en gaan makkelijker relaties aan dan via face-to-face ontmoetingen (Valkenburg & Peter, 2007).

(10)

10

2.3 „Swipend‟ richting een date

Een aantal jaar geleden was er ineens het fenomeen datingapplicatie. Een van deze applicaties bestaat sinds september in 2012 en heet Tinder. In januari 2014 heeft een woordvoerder van Tinder in gesprek met Iphoned aangegeven dat het aantal gebruikers is gestegen naar 1,18 miljoen. Naar verwachting heeft de applicatie nu, 4 jaar na de start, zo rond de twee miljoen actieve gebruikers. Mensen die via Tinder naar een date willen zoeken maken via de

applicatie een profiel aan dat gekoppeld is aan hun Facebookaccount. Naam, leeftijd en profielfoto‟s worden hiervan overgenomen. Er worden twee voorkeuren opgegeven met betrekking tot de mogelijke dates. Zo kan er een maximale afstand worden ingevuld en de leeftijdsgrens waarbinnen men op zoek is. Is dit gebeurd dan kan de zoektocht naar een date beginnen. Er komen foto‟s voorbij van andere gebruikers die actief zijn binnen de ingestelde kilometerafstand. Bij de foto‟s staan naam, leeftijd en een symbool dat aangeeft of er

gemeenschappelijke vrienden op Facebook zijn. Wanneer iemand leuk lijkt dan kan de foto worden aangeklikt om het complete profiel te bekijken. Dit profiel is een stuk minder uitgebreid dan de eerder genoemde profielen op een datingsite. Op het profiel van de datingapplicatie kan een persoonlijke tekst worden geplaatst. Soms staat hier een beknopte omschrijving van de persoon in kwestie en soms alleen een opleiding of beroep. Vaak blijft het veld van de persoonlijke tekst leeg en is de enige aanwezige informatie naam, leeftijd en het wel of niet aanwezig zijn van gemeenschappelijke vrienden op Facebook. Wanneer de foto en/of het profiel de interesse heeft gewekt dan wordt de foto naar rechts geschoven. Is dit niet het geval dan gaat de foto naar links. Dit proces wordt swipen genoemd. Wanneer twee mensen elkaar naar rechts hebben „geswiped‟ ontstaat er een match en kunnen zij een

chatgesprek starten. Er komt geen melding als iemand een ander heeft afgewezen oftewel naar links heeft „geswiped‟.

2.4 Dit onderzoek

Gebruikers van datingapplicaties zoeken online naar mogelijke partners. Deze zijn één klik verwijderd en worden geselecteerd op basis van de eerste indruk van iemands profielfoto‟(s) en een eventuele persoonlijke tekst. Gebruikers voeren alleen hun seksuele voorkeur in en geven een leeftijds- en afstandsgrens aan. Vervolgens ontmoet men in de online omgeving iedereen die binnen het ingestelde filter past. Hiermee wordt het eerder genoemde „veld der geschikten‟ veel groter. De keuze uit potentiële partners is oneindig. Van een natuurlijke voorselectie van gelijken zoals in de offline omgeving via de eerder genoemde sociale segregatie en de verdeling van sociale activiteiten is hierbij geen sprake. Het proces van

(11)

11

assortative mating lijkt online moeilijker bewerkstelligd te kunnen worden. Toch zullen mensen via Tinder een partner willen zoeken die bij hen past. In dit onderzoek wordt

verwacht dat het zoeken naar een partner via datingapplicaties gaat volgens de filtertheorie die stelt dat mensen beginnen met een „pool‟ van potentiële partners en dan in een selectieproces raken waarbij zij op basis van verschillende kenmerken mensen uit hun eerste eerste algemene selectie filteren. Tinder kun je zien als deze „pool‟. Er worden eerst personen die op het eerste gezicht leuk lijken geliked zodat er mogelijk een match ontstaat en zij met elkaar in gesprek kunnen gaan om te kijken of hier mogelijk een date uit voortkomt. Volgens Kerckhoff en Davis spelen in een vroegstadium van partnerselectie, zoals bij Tinder het geval is, vooral

sociale factoren een rol (Kerckhoff & Davis, 1962, p. 301). Dit onderzoek is gebaseerd op kennis over offline partnerselectie. Hierbij is de

hoofdgedachte dat de omgeving een belangrijke invloed heeft op het proces van assortative mating. Het gaat om de kansen een potentiële partner tegen te komen. Offline is sprake van sociale segregatie wat inhoudt dat gelijke partners een grotere kans hebben elkaar te

ontmoeten doordat zij op dezelfde plekken komen. Online, via datingapplicatie Tinder, is geen sprake van deze natuurlijke voorselectie. Het eerdergenoemde veld der geschikten is hier in eerste instantie veel groter dan offline. Iedereen „ontmoet‟ elkaar binnen de ingestelde kilometerafstand. Het idee dat mensen over het algemeen partners van gelijk of hoger niveau zoeken en dat de kans groter lijkt deze offline tegen te komen roept de vraag op: Hoe gaat het proces van assortative mating in zijn werk via datingapplicatie Tinder?

Verwacht wordt dat er meer moeite moet worden gestoken in de selectie omdat men erachter wil komen of degene die hen op het eerste (online) gezicht leuk lijkt ook daadwerkelijk (offline) bij hen past. In dit onderzoek wordt daarom veel tijd gestoken in het achterhalen van het online selectieproces. Omdat uit veel onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen verschillen in partnervoorkeur wordt onderzocht in hoeverre deze verschillen gelden binnen het gebruik van een online datingapplicatie zoals Tinder.

Onderzoek naar hoe technologie de natuur van de zoektocht naar een partner en romantische relaties verandert staat nog in de kinderschoenen. Het doel van dit onderzoek is om een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar online datingapplicaties. In 2014 heeft Nikkie Dinkla tijdens haar bachelor Algemene Sociale Wetenschappen interdisciplinair onderzoek gedaan naar Tinder. Zij heeft zich gericht op de attitudes van jongvolwassenen ten aanzien van de applicatie, op de motieven voor het gebruik ervan en naar het

gebruikersgedrag. Wat gebruikersgedrag betreft heeft zij gekeken naar verschillende indicatoren zoals hoe vaak mensen de applicatie gebruiken, hoe vaak zij zelf een gesprek

(12)

12

beginnen en waar het van af hangt of zij een beginnend gesprek beantwoorden. Tijdens dit onderzoek wordt onderzocht wat voor een effect datingapplicaties hebben op het proces van partnerselectie en de totstandkoming van romantische relaties. Er wordt onderzocht op basis van welke kenmerken potentiële partners elkaar selecteren en uiteindelijk geschikt achten om mee te daten. Hierbij gaat de aandacht uit naar of zoals het idee van assortative mating voorspelt mensen van gelijk niveau op de sociale ladder elkaar aantrekken en hoe dit via de datingapplicatie in zijn werk gaat.

(13)

13 3. Het gaat om de persoonlijke ervaring: methode en verantwoording

In dit onderzoek ligt de focus op het selectieproces binnen datingapplicatie Tinder. Er wordt veel aandacht besteed aan kenmerken waarop gebruikers elkaar selecteren. Ook wordt er gelet op mogelijke verschillen tussen mannen en vrouwen in de manier waarop zij potentiële dates selecteren. Uiteindelijk wordt de vraag beantwoord hoe het proces van assortative mating in zijn werk gaat via Tinder.

3.1 Conceptualisering onderzoeksvraag

In eigen woorden gedefinieerd is er sprake van assortative mating wanneer partners elkaar aantrekken of selecteren op basis van gedeelde kenmerken. In de offline wereld ontmoeten potentiële partners elkaar via hun sociale netwerk, zoals via studie, sport, werk of vrienden (Finkel et al., 2012). Op deze traditionele, oftewel offline, wijze van ontmoeten bepaalt de samenstelling van de partnermarkt in hoeverre partners op elkaar lijken (Kalmijn, 1998). Gelijken ontmoeten elkaar op plekken waar zij graag komen. Tinder is een datingapplicatie waarmee mensen anderen kunnen ontmoeten binnen een door henzelf ingestelde

kilometerafstand. Naast afstand wordt een seksuele en leeftijdsvoorkeur ingevoerd. Deze kenmerken zorgen ervoor dat de eerdergenoemde partnermarkt groter wordt. Er is in mindere mate dan offline sprake van een natuurlijke voorselectie. Dit roept de vraag op hoe het proces van assortative mating in zijn werk gaat via Tinder.

3.2 Dataverzameling

Om erachter te komen hoe het proces van assortative mating in zijn werk gaat via online datingapplicaties is gekozen om kwalitatief onderzoek te doen onder gebruikers van een grote datingapplicatie, Tinder. Kwalitatief onderzoek heeft als epistemologisch uitgangspunt het interpretivisme. Hierbij ligt de nadruk op het begrijpen van de sociale wereld door de interpretaties die mensen ervan hebben. Het ontologische uitgangspunt van kwalitatief

onderzoek is het constructivisme. Volgens deze stroming bestaat er geen werkelijkheid buiten de sociale interacties van mensen om. Mensen construeren de werkelijkheid zelf (Bryman, 2008, p. 366). In het licht van de onderzoeksvraag is gekozen voor het afnemen van kwalitatieve interviews. Persoonlijke ervaringen van de respondenten stonden binnen de interviews centraal. Er is zoveel mogelijk informatie verzameld over het gedrag van de

onderzoekspopulatie op Tinder. Om de respondenten zoveel mogelijk de ruimte te geven voor het doen van hun verhaal is gekozen voor semi-gestructureerde interviews. Er is gewerkt met een van tevoren opgestelde topiclijst waarbinnen flexibiliteit mogelijk was (Bryman, 2008, p. 385-389). Dit zorgde ervoor dat er binnen een interview van richting veranderd kon worden op het moment dat het antwoord van een respondent hierom vroeg.

(14)

14

Er is gestreefd naar zo eerlijk en uitgebreid mogelijke antwoorden en daarom is gekozen om respondenten te benaderen binnen de eigen kenniskring. Om evengoed een zekere afstand te bewaren zijn er geen vrienden geïnterviewd. Het feit dat met hen vaak uitgebreid over het onderwerp is gesproken zou kunnen zorgen voor een vertekening van de uitkomsten. Er zijn mensen benaderd uit de sociale omgeving waarvan bekend was dat zij Tinder gebruikten maar waarmee hier verder nooit over is gesproken. In totaal zijn er elf respondenten geïnterviewd waarvan zes vrouwelijk en vijf mannelijk. Alle respondenten gaven aan heteroseksueel te zijn. De keuze in verdeling van mannen en vrouwen is bewust gemaakt omdat er uit de literatuur waarop dit onderzoek is gebaseerd naar voren komt dat er verschillen zijn tussen hoe mannen en vrouwen hun partner selecteren. Alle respondenten wonen in Amsterdam en hun leeftijd varieert tussen 21 en 30 jaar. Dit komt overeen met de leeftijd waarop eerder onderzoek naar Tinder is gericht. Zoals Judith Schory (2015) in haar bachelorscriptie van de Universiteit van Amsterdam aangeeft zou het in de leeftijd van 18 tot 30 jaar om de quarterlifeperiode gaan waarin men nog volop aan het ontdekken is en daarmee gebruik maakt van datingapplicaties. Op twee na zijn alle respondenten hoogopgeleid. Dit heeft invloed op hoe zij een mogelijke date selecteren via de applicatie. Uit de literatuur blijkt dat de voorkeur van vrouwen altijd al uitging naar een intelligente man en dat door de

toename van hoogopgeleide vrouwen mannen ook steeds meer op zoek zijn naar

hoogopgeleide vrouwen (Fisman et al.,2006; Hitsch et al., 2010; Schwartz, 2001).

3.3 Interviews

Zoals aangegeven is er gebruik gemaakt van een van tevoren opgestelde vragenlijst. De bedoeling was om dit als topiclijst te gebruiken om er zeker van te zijn dat bepaalde

onderwerpen aan bod komen. De onderwerpen van de vragenlijst betreffen de beweegredenen achter het al dan niet liken van een ander en waar men op let tijdens een eventueel

chatgesprek dat volgt uit een ontstane match. Bij de eerste interviews viel op dat sterk werd vastgehouden aan de vragenlijst. Hierdoor is bij interessante informatie niet altijd

doorgevraagd en werden respondenten soms onderbroken in hun verhaal. In latere interviews was de vragenlijst steeds minder nodig en verliepen de interviews als vanzelf. Respondenten begonnen te vertellen en gaven bij voorbaat al antwoord op vragen die nog gesteld moesten worden. Soms werd het interview een andere richting op gestuurd wanneer de gedeelde informatie niet relevant leek te zijn voor het onderzoek. Achteraf bleek dat het juist

interessant is om in het licht van bestaande literatuur afwijkende bevindingen te bespreken in het onderzoek. Na een eerste analyse van de onderzoeksbevindingen bleken belangrijke vragen niet gesteld te zijn. Dit waren vragen over de ingestelde kilometerafstand en de

(15)

15

leeftijdsvoorkeur, informatie welke in het licht van de onderzoeksvraag erg van belang is. Dit is opgelost door opnieuw contact op te nemen met de respondenten en hier alsnog naar te vragen. Uiteindelijk is er veel bruikbare informatie verkregen.

3.4 Data en analyse Voor de analyse van de verzamelde data is in eerste instantie gebruik gemaakt van het

programma Atlas.ti. Er is eerst heel open gecodeerd om te zien wat een respondent nu echt zegt over een bepaald onderwerp. Verderop in het onderzoek liep het programma vast

waardoor er is overgestapt naar een analyse van het materiaal met behulp van het programma Word. Met behulp van kleuren en memo‟s zijn de bevindingen gesorteerd naar thema.

Uiteindelijk zijn alle interviews naast elkaar gelegd om te kijken wat er door iedere

respondent werd gezegd over de verschillende onderwerpen. Uit de analyse van het materiaal kwam een indeling voor het uiteindelijke onderzoeksverslag. Er bleken veel overeenkomsten met het theoretisch kader te zijn en ook zijn er enkele nieuwe ideeën uit de data naar voren gekomen. Er is gekozen om enkele bevindingen niet in het verslag te verwerken omdat dit teveel zou afwijken van het oorspronkelijke onderzoeksdoel.

3.5 Reflectie Wat de betrouwbaarheid van dit onderzoek betreft zou een andere andere onderzoeker het

onderzoek moeten kunnen nadoen en dan uitkomen op dezelfde resultaten. Dit versterkt de bevindingen waardoor de uitkomst makkelijker wordt geaccepteerd door de

wetenschappelijke gemeenschap. Omdat de uikomsten van dit onderzoek berusten op de persoonlijke ervaring en mening van de respondenten is de betrouwbaarheid moeilijk aan te tonen. Er bestaan namelijk grote verschillen tussen persoonlijke ervaringen en meningen van personen. Het kan zelfs zo zijn dat een respondent op een andere dag een andere ervaring of mening heeft. Ook kan het zijn dat de respondenten zich bij andere onderzoekers minder op hun gemak voelen waardoor zij andere antwoorden geven. Desondanks is er in dit onderzoek gestreefd naar een zekere mate van betrouwbaarheid door een transparante omschrijving van de methode. De validiteit waarborgen van dit onderzoek is lastig. Er is geprobeerd om vragen op te stellen waarvan de antwoorden leiden naar een antwoord op de onderzoeksvraag. Het kan zijn dat uit het antwoord op sommige vragen niet exact de nodige informatie is opgemaakt. Misschien dat de vraagstelling soms wat onduidelijk was voor de respondent of dat er andere factoren waren die bepaalde resultaten veroorzaakten. Antwoorden zijn soms een voor het onderzoek

gunstige richting in gestuurd. Door de vragen te laten voortkomen uit het theoretisch kader is er toch sprake van enige validiteit.

(16)

16

De externe validiteit van dit onderzoek hangt samen met de representativiteit. Belangrijk om te vermelden is dat dit een kleinschalig kwalitatief onderzoek is. Het doel is niet om de uitkomsten te generaliseren naar een grotere populatie. De bevindingen hebben betrekking op de persoonlijke ervaringen en mening van de respondenten en zeggen daarmee niets over de ervaring en mening van andere Tindergebruikers. Er is vooral onderzoek gedaan naar de zelfpresentatie van gebruikers van online datingsites en nog weinig naar het selectiegedrag. Dit onderzoek draagt bij aan empirische kennis over een veelbesproken onderwerp waarnaar nog relatief weinig onderzoek is gedaan.

(17)

17 4. Het selectieproces

Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat een datingapplicatie minder dan een datingsite de mogelijkheid biedt voor het delen van persoonlijke informatie. Waar op een datingsite uitgebreid kenmerken en wensen worden gedeeld moeten gebruikers van Tinder het vooral doen met foto‟s en beperkte informatie. Dit hoofdstuk laat zien hoe Tindergebruikers hun zoektocht starten en waar zij op letten tijdens het bekijken van de profielen en tijdens de chatgesprekken.

4.1 Voorkeuren instellen

De zoektocht naar mogelijke dates begint met het instellen van een maximale

kilometerafstand en een leeftijdsgrens. Waar bij datingsites de irrelevantie van ruimtelijke nabijheid wordt benadrukt (Valkenburg & Peter, 2007) is deze nabijheid bij datingapplicatie Tinder wel van belang. In het theoretisch kader is het begrip the field of eligibles genoemd. Overeenkomsten tussen partners worden volgens Amerikaanse sociologen Kerckhoff & Davis (1962) verklaard door stedelijke segregatie. Mensen die op elkaar lijken wonen bij elkaar in de buurt en ontmoeten elkaar daardoor makkelijker. Tindergebruikers lijken er niet expliciet van uit te gaan dat de afstand bepaalt welk type mensen zij ontmoeten op de applicatie. Gemak lijkt voorop te staan. Bijna alle respondenten geven een kilometerafstand aan van maximaal 10 kilometer. De meest voorkomende reden is: “lekker dichtbij, dan hoef je niet zo ver te fietsen als je wilt afspreken”. Alleen Ties (23) geeft aan: “naast dat het chill is dat je niet ver hoeft te fietsen om af te spreken, verwacht ik ook meer overeenkomsten”. Ties geeft aan meer overeenkomsten te verwachten met vrouwen die hij ontmoet op plekken waar hij

veel is. Dit sluit aan bij de verwachting van Kerckhoff & Davis. Wanneer respondenten een grotere afstand hebben ingevoerd dan is dit omdat zij tijdelijk

buiten Amsterdam zijn en toch mensen in Amsterdam willen ontmoeten. Dit wijst erop dat mensen graag iemand ontmoeten binnen hun eigen woonomgeving.

Naast afstand wordt er een leeftijdsgrens ingesteld. Deze staat bij de meeste

respondenten breed maar dit is zoals Yan (23) aangeeft: “meer voor de grap om te kijken wat er allemaal voorbij komt”. Uiteindelijk heeft hij het vaakst en het meest serieuze contact met vrouwen van zijn eigen leeftijd. Waar in ander onderzoek (Alterovitz &Mendelsohn, 2009) naar partnervoorkeuren naar voren komt dat mannen vooral geïnteresseerd zijn in een jongere vrouw en vrouwen in een oudere man blijkt dit via Tinder niet perse op te gaan. Lelie (22) geeft aan leeftijd helemaal niet belangrijk te vinden. Er zijn enkele vrouwelijke respondenten die aangeven vaak op iets oudere jongens te vallen. Verder komt er opvallend vaak naar voren dat het meeste contact plaatsheeft met personen van ongeveer gelijke leeftijd. De mannelijke

(18)

18

respondenten Yan (23) en Jerome (28) benadrukken dat een vrouw niet te oud mag zijn: “straks wilt ze al kinderen”. Harm (26) geeft aan dat te jong voor hem geen zin heeft: “daar kan ik niet mee levelen”. Via de datingapplicatie lijkt een match het makkelijkst te ontstaan tussen mensen van ongeveer gelijke leeftijd.

4.2 De eerste fase

Het eerste dat in beeld komt bij Tinder is een foto met daaronder naam en leeftijd. Deze beknopte informatie kan aangevuld zijn met in één regel iemands dagelijkse bezigheid zoals beroep of opleiding. Als men gemeenschappelijke connecties heeft op Facebook zoals interesses of vrienden dan is dit direct zichtbaar via symbolen die hierop duiden.

4.2.1 Foto‟s

De wijze waarop men de profielen bekijkt verschilt. Er zijn respondenten die de

datingapplicatie vooral een „snelle app‟ noemen. Jerome (28) zegt: “volgens mij is Tinder niet bedoeld om langer na te denken”. Vervolgens blijkt uit zijn antwoorden dat hij op heel wat zaken let. Zo vindt hij het belangrijk dat iemand uitstraling heeft, dat er feestfoto‟s op het profiel staan en let hij op kledingstijl en make-up. Ook Ties (23) en Harm (26) geven aan veel op te maken uit kledingstijl, make-up en het soort foto‟s dat een vrouw op haar profiel heeft staan. Bij de mannen worden “van die bontkraagtypes” meteen weggeklikt, zij associëren een bontkraag met een specifieke bevolkingsgroep. Dit duidt op het begrip endogamie van

Kalmijn, mensen zoeken een partner binnen de eigen groep (1998, pp. 398-400). Ook foto‟s met teveel make-up wijzen op een bepaald type. Harm (26) zegt hierover het volgende:

“en eh je kan altijd wel een beetje zien wat voor type iemand is denk ik. Of eh he door kledingstijl of type foto‟s dat ze heeft of eh weet ik veel als ik zeg maar bijvoorbeeld stel je wilt iemand die een beetje avontuurlijk is en die heeft veel foto‟s van dat ze in het buitenland is, dat zou ik bijvoorbeeld als een goede indicatie zien. En als ik iemand zie die bijvoorbeeld zes foto‟s van zichzelf in een mooi jurkje voor de spiegel heeft

gemaakt dan denk ik ja oninteressant. Weetjewel, dat spreekt me niet aan”. Hij knapt daarnaast af op vrouwen met een hele andere stijl dan hijzelf heeft. Dit duidt op

voorkeur voor een partner met een overeenkomstig uiterlijk.

Ook de vrouwen lezen veel af van de foto‟s op de profielen. Zij schrikken af van

„badkamerselfies‟ en dan vooral wanneer de mannen een ontbloot bovenlijf hebben. Op de vraag waar Lena (23) op let bij het kijken naar foto‟s antwoord zij:

“ehmm nouja natuurlijk of diegene er leuk uitziet of ik hem er leuk uit vind zien. Ehm maar toch ook wel.. ik weet niet een foto kan best wel een indruk van iemand, ja hoe zeg je dat, het eh soms zie je ook weleens een knappe jongen maar dan is het een zo‟n

(19)

19

selfie in een badkamerspiegel en dan denk ik alweer nah ofzo weetje je kijkt ook wel naar of het ook een beetje interessante foto‟s zijn. Of iemand.. wat voor boodschap geeft iemand af met zijn foto‟s als je ziet van eh als ie er ook iets mee over zijn

hobby‟s of interesses vertelt ofzo”. Er wordt in de foto‟s naar meer informatie over de mogelijke date gezocht. Rowan (26) geeft

aan af te knappen op mannen met een vis in hun handen. Op de vraag waarom dit zo is antwoord zij: “ja dat het een soort van watje is ofzo. Nee ik weet niet gewoon niet echt een

sociaal dier ofzo. Meer zo‟n thuisblijver die alleen maar met een hond zit te spelen”. Dit laat zien hoe foto‟s geïnterpreteerd kunnen worden en de negatieve toon laat zien dat de

interpretatie niet bij haar wensen voor een mogelijke date past. Ook Kim (26) noemt vissen bij mannen op foto‟s als afknapper, zij krijgt daarbij het gevoel dat het een boer is en dat past naar eigen zeggen niet bij haar. Dat van de foto‟s wordt afgelezen wat voor type iemand is maakt Rowan (26) duidelijk:

“van die jongens die bijvoorbeeld in de advocatuur zitten en dan helemaal met hun balletjes allemaal op de foto zitten. Je kan er goed uit zien maar ik weet dat het niet mijn.. type is ofzo ja die swipe ik dan sowieso naar links. Terwijl dat misschien best wel leuk kan klikken. Opposites ofzoiets. Maar toch denk ik dat ik me daar dan niet comfortabel genoeg bij voel bij zo‟n persoon. Dat ik dan niet helemaal kan aarden en mezelf kan zijn dus dan denk ik al van om dat hele proces dan in te gaan dan heb ik zoiets van nee ik swipe wel naar links. Ik bedenk er wel altijd een soort van verhaaltje bij, van oke wat voor type is dit en wat kan ik hiermee? En wat voor dates? En oh jezus dan moet ik naar die ouders misschien op een dag en als het dan allemaal van die ballen en rijke tata‟s zijn, nee hoor dat kan ik niet aan. Oke naar links”.

Het type jongens dat zij omschrijft klikt zij altijd direct weg. Dit zijn blijkbaar geen jongens waar zij in het dagelijks leven in contact mee komt. Dit komt overeen met het idee van sociale segregatie. Ze benadrukt het mogelijke ongemak dat zij verwacht wanneer zij zouden

afspreken.

Vaak wordt op basis van de eerste foto beslist of iemand leuk lijkt of niet. Er wordt vaker naar links „geswipet‟ dan naar rechts. Wat opvalt bij het „wegswipen‟ is de rol die

etniciteit speelt. Zo stelt Arjanne (24): “ik val eigenlijk alleen op blanke mannen, dus die

getinte gaan vaak meteen weg”. Ook bij Jerome (28) speelt afkomst een rol: “zo eentje die nog net geen stip op haar voorhoofd heeft, zie je me daar al mee naar een technofeestje gaan?” Zo waren er meerderen die aangaven andere afkomsten sneller weg te klikken. Dit duidt op het begrip „endogamie‟ waar Kalmijn en Flap (2001) in hun onderzoek naar

(20)

20

assortative mating naar verwijzen. Endogamie wil zeggen dat mensen trouwen of in het geval van dit onderzoek een date zoeken binnen hun eigen groep. Het eerdergenoemde voorbeeld van de „bontkraagtypes‟ past binnen dit idee. Volgens de onderzoekers komt endogamie vooral voor bij hogere klassen. Dit onderzoek laat zien dat vooral bij blanke hogeropgeleiden de voorkeur uit gaat naar endogamie op basis van etniciteit. De respondenten zonder hbo of wo opleiding zeggen niets specifieks over etniciteit en één hiervan heeft zelf een getinte huisdskleur. Naast etniciteit komt het hebben van een andere politieke overtuiging naar voren als belangrijke reden om iemand weg te klikken. Lena (23) zegt hierover:

“wat ik ook wel heb bij foto‟s wat ik fout vind, als het echt, want dan zijn het misschien wel hoogopgeleide jongens maar als het echt van die VVD‟ers zijn ofzo weetjewel zo met van dat strak gelhaar, altijd in pak. Als ik al zie aan de foto‟s dat het van die rechtse mensen, ik ben heel erg links, dus zie je niet alleen opleiding maar ook iets van politieke voorkeur ofzo is blijkbaar bij mij ook wel belangrijk. Je kan het natuurlijk niet altijd zien, ik kan het soms ook misschien helemaal verkeerd inschatten, maar als je echt van die rechtse ballen ziet dan denk ik wel, ook al hebben ze

misschien een leuk koppie ook al zijn ze misschien hoog opgeleid, dan denk ik: nee weg”.

Iemand die links is ziet het blijkbaar niet zitten om te daten met iemand die er rechtse opvattigen op nahoudt.

Ook wanneer uit de foto‟s blijkt dat iemand hele andere hobbies heeft is dat een reden om iemand weg te „swipen‟. Arjanne (24) zegt hierover het volgende:

“nou bijvoorbeeld als ik zie dat een jongen een eh een zeiler is ofzo dan denk ik ja daar hou ik gewoon totaal niet van dus dan..denk ik weleens van nee dit is het toch niet helemaal. Of dat ze op een paard zitten ofzo, dan eh nee als ik iets zie waarvan ik overduidelijk denk oh dat vind ik ook heel erg leuk dan is de kans groter dat ik hem wel leuk vind maar als ik iets zie waarvan ik weet daar heb ik zelf een grote hekel aan dan heb ik meteen al een bepaald beeld bij iemand”.

Elke respondent gaf aan dat het aanspreekt wanneer van de foto‟s valt af te lezen dat de ander van dezelfde dingen houdt zoals sporten, muziek of reizen. Lelie (22): “ja ik vind het leuk als ze sporten, want ik sport zelf ook veel”. En voegt hieraan toe:

“ja misschien ook kijk als je ehm als de een echt helemaal niet sport en de ander wel sport dan kan dat een probleem zijn net als dat een super avontuurlijk is en de ander het liefst een weekendje naar brabant gaat als grote vakantie ik zeg maar wat dan kan dat botsen”.

(21)

21

Voor een geslaagde match is het blijkbaar van belang om gemeenschappelijke interesses te hebben. De kans is groter dat twee mensen elkaar leuk vinden wanneer hun dagelijkse bezigheden overeenkomen. Dit sluit aan bij het idee van assortative mating (Kalmijn, 1994: Kalmijn & Flap, 2001: Schwartz, 2013) en the field of eligibles (Kerckhoff, 1964) dat

partners elkaar via gemeenschappelijke activiteiteiten ontmoeten. Op Tinder is er geen fysieke tussenkomst van gemeenschappelijke activiteiten maar zoeken gebruikers naar cues waaruit blijkt dat zij dezelfde dingen doen. Uit het onderzoek naar hoe Tindergebruikers profielen beoordelen blijkt dat vrouwen meer naar concrete zaken als hobbies en opleiding kijken en mannen meer aflezen van het uiterlijk. Dit komt overeen met eerdere onderzoeken naar partnervoorkeuren waarvan de uitkomsten zijn dat vrouwen meer waarde hechten aan ambitie en intelligentie en mannen meer aandacht besteden aan het uiterlijk (Fisman et al.,2006; Hitsch et al., 2010). Ondanks dat vrouwen op Tinder naast uiterlijk meer dan mannen

aandacht lijken te hebben voor andere kenmerken speelt uiterlijk bij hen een even belangrijke rol als bij de mannen. En voor de mannen geldt dat zij naast een mooi uiterlijk ook het belang van intelligentie onderkennen. Zij het beiden in verschillende mate.

4.2.2 Aanvullende tekst en informatie

Als iemand op het eerste gezicht leuk lijkt gaat de zoektocht naar raakvlakken met de ander verder. De rest van het profiel wordt bestudeerd waarbij het proces van assortative mating nog beter zichtbaar wordt. Sommige Tindergebruikers hebben een aanvullende tekst op hun profiel staan. De inhoud varieert van een enkele zin tot een volledige beschrijving van de persoon in kwestie. De respondenten zijn verdeeld in hun mening over de functie van deze tekst.

4.2.2.1 Persoonlijke tekst

Sommige respondenten zeggen weinig aandacht te geven aan de persoonlijke tekst op iemands profiel. Eén respondent geeft zelfs aan deze helemaal niet te lezen. Harm (26) zegt het volgende:

“ja ehh interesseert me eigenlijk niet zo heel veel eh wat ik wel heel irritant vind is als mensen een soort van omschrijving van hunzelf proberen te geven door eh allemaal woorden met komma‟s ertussen te doen dus bijvoorbeeld geneeskunde, amsterdam, 1.60, eh sporten, vrienden, drankjes, dansen.. nah dan denk ik echt ja flikker op weetjewel. Hoe omschrijf jij jezelf?”

In eerste instantie geeft hij aan dat de persoonlijke teksten hem niet zoveel interesseren. Vervolgens blijkt uit de rest van zijn antwoord dat hij wel een indruk opmaakt uit de manier waarop iemand zichzelf omschrijft. De vorm van de omschrijving zegt blijkbaar iets over

(22)

22

iemand. De vraag “hoe omschrijf jij jezelf?” maakt duidelijk dat Harm zichzelf niet op eenzelfde manier zal omschrijven. Ties (23) kent meer belang toe aan de persoonlijke tekst:

“ja ja ja. Absoluut dat is ook een belangrijk onderdeel maar meestal staat er niet heel erg veel maar als er gewoon echt achterlijke dingen soms staan waarmee ik me echt niet kan identificeren dan haak ik meestal af. Ik haak meestal ook af als zo‟n

persoonlijk bericht zeg maar echt zo, dan krijg je teveel een vleeskeuring model als mensen zegmaar echt hun lengte, haarkleur en allemaal van dat soort informatie noemen, dan heb ik ook zoiets van ja dit is wel heel erg eh materieel”.

Hij noemt het woord „identificeren‟ dat inhoudt dat hij zich niet kan vinden in hetgeen de ander vermeldt. Ook laat Ties merken dat hij net als Harm afknapt op een bepaalde manier van omschrijven. Te serieuze berichten of berichten die grappig bedoeld zijn vindt iedereen een afknapper. Lena (23):

“als uit zo‟n tekstje blijkt dat een jongen echt al superburgerlijk is. Zo van helemaal zijn huisje, boompje, beestje al heeft. Dan denk ik echt ooh laat maar haha. Ehm ik weet niet, in die levensfase zit ik helemaal nog niet ofzo”.

Lena benadrukt hier het verschil in levensfase. Het is duidelijk dat zij nog niet aan “huisje, boompje, beestje” toe is en dat zij om die reden de jongen die dat al heeft niet snel zal „liken‟. Ook Arjanne (24) hecht belang aan een overeenkomende levensfase tussen haar en een potentiële date. Over de onderwerpen studie en vrijetijdsbesteding zegt ze:

“ja. Ja dat zijn dingen die ik het belangrijkste vind. Dat je daarin gewoon ja een beetje op één lijn zit. Als iemand dan bijvoorbeeld ehm ik ben straks klaar met mijn

master en ja als iemand bijvoorbeeld net met zijn bachelor is begonnen ofzo dan ik weet niet dan zit je nog allebei in zo‟n andere fase dus ik zou eerder iemand uitkiezen die of al werkt of ook met een master bezig is”.

Ze let daarbij op opleidingsniveau:

“Tenminste als er bij staat dat iemand ja ik weet niet ROC heeft gedaan ofzo dan denk ik nee dat is mijn type dan niet. Of eh ja of als ze bijvoorbeeld.. ik vind het wel

belangrijk dat ze een beetje met mij op één lijn zitten ik probeer een beetje een inschatting te maken naar of ik ze aantrekkelijk vind maar ook of ik er wel een beetje een normaal gesprek mee zou kunnen voeren. Als ik denk dat dat niet zo is dan swipe ik ze wel weg”.

Opleidingsniveau is een van de kenmerken waarop Kalmijn & Flap hun onderzoek naar homogamie binnen koppelvorming hebben gebaseerd (2001, p. 1292). In het dagelijks leven wordt deze vorm van homogamie bevorderd door de sociale setting waar hoger dan wel

(23)

23

lageropgeleiden elkaar ontmoeten. Via Tinder zoeken mensen bewust naar informatie over opleidingsniveau. In het onderzoek van Schwartz (2013) wordt voorspeld dat vrouwen zodra zij hogeropgeleid zijn „love over money‟ kiezen. In dit onderzoek komt naar voren dat hoogopgeleide vrouwen juist een man zoeken die ook hoogopgeleid is. Lena (23) maakt ook veel op uit opleidingsniveau:

“ja in mijn partnerkeuze vind ik denk ik eh is opleiding eigenlijk wel iets heel erg belangrijks voor mij omdat dat voor mij best wel een sterke indicatie is van of je een beetje op één lijn zit, een beetje op dezelfde manier in het leven staat”.

Bij Jerome (28) komt politieke opvatting naar voren als duidelijke afknapper:

“Hele rechtse uitspraken zijn voor mij ook een afknapper. Zo‟n Holland vlag met je met weet ik veel wat eeh hebt na dan is het voor mij oprotten. Dan is het meteen eh klaar. Ik heb eh ook totaal geen behoefte om met mensen te praten of een gesprek te starten die echt totaal andere opvattingen hebben dan ik. Ik vind dat niet een uitdaging ofzo. Die kunnen dan oprotten. Uit mn leven. Geen aandacht aan besteden”.

Jerome geeft aan een gesprek met iemand met andere opvattingen geen uitdaging te vinden. Uit de rest van zijn antwoord blijkt dat het misschien juist een te grote uitdaging is. Net als Lena zou hij niet kunnen levelen met iemand met andere politieke opvattingen.

4.2.2.2 Gedeelde interesses en gemeenschappelijke connecties

Naast de informatie in de persoonlijke tekst zijn op Tinder „likes‟ van Facebook zichtbaar. Aan de hand van deze likes worden interesses zichtbaar. Bij het meerendeel van de

respondenten zijn deze interesses van invloed op de keuze iemand al dan niet te liken. Zo kan Yan (23) het waarderen als een vrouw interesse heeft voor creatieve dingen zoals kunst of muziek. Hier doet hij zelf in het dagelijks leven veel mee. Ook geeft hij aan dat hij

nieuwsgierig is naar vrouwen waar hij interesses ziet staan die hem leuk lijken maar waar hij zichzelf nooit in heeft verdiept. In dit opzicht lijkt Tinder een goede manier om interessante mensen tegen te komen waar men in het dagelijks leven minder snel mee in contact komt. Waar de literatuur voorspelt dat een partner vooral ontmoet wordt in de context van dagelijkse activiteiten (Kalmijn, 1994; Kalmijn & Flap, 2001) wordt via de datingapplicatie de aandacht gewekt van mensen die in het dagelijks leven andere activiteiten ondernemen. Meerdere respondenten geven aan dat gezamenlijke interesses in de loop van een relatie ontwikkeld kunnen worden. Het is niet zo dat er helemaal geen waarde wordt gehecht aan

gemeenschappelijke interesses. Ties (23):

“als je gemeenschappelijke interesses hebt dat is misschien nog wel belangrijker dan uiterlijk alleen die kun je niet.. ja uiterlijk is gewoon meer prevalent aanwezig in de

(24)

24

eerste fase van tinder. Dus dan heb je niet echt, je hebt weinig andere keuzes om op te selecteren vind ik”.

Wanneer mensen gedeelde interesses en gemeenschappelijke connecties via Facebook zien dan helpt dit hen om zich een beter beeld te vormen van de ander. Lena (23) laat zien dat het daarnaast handige hulpmiddelen zijn om een gesprek te starten:

“ik vind het gewoon echt leuk als iemand een beetje laat zien wat zijn interesses zijn en ja dan krijg je gewoon een completer beeld van iemand. En dan heb je ook iets om over te praten. Stel je wilt gaan praten dan kun je hey ik zie dat je dit en dat studeert of wat leuk of weet ik veel je houdt hiervan. Ehm en ja ik ik weet niet, het, ik ben een controlfreak ik vind het wel fijn dat ik iemand al iets meer in een categorie kan indelen, van een beetje een inschatting kan maken van hoe iemand is ofzo”. Over de bijdrage van het hebben van gemeenschappelijke vrienden zijn de meningen verdeeld. Sommigen vinden dit fijn omdat ze via de gemeenschappelijke vrienden kunnen inschatten hoe iemand is. Lelie (22) geeft aan dat als zij leuke gemeenschappelijke vrienden ziet zij er bijna zeker van kan zijn dat de mogelijke Tindermatch ook leuk is. Kim (26) vindt het hebben van gemeenschappelijke vrienden fijn omdat ze dan denkt “misschien heb ik diegene weleens gezien of grote kans dat ik hem ooit ga zien”. Dit komt overeen met de voorspelling van het offline ontmoeten van een potentiële partner dat men elkaar ontmoet in de context van dagelijkse activiteiten. Kim verwacht iemand met gemeenschappelijke vrienden ergens tegen te komen omdat zij op dezelfde plekken komen. Dit voelt voor haar vertrouwd en daarom trekt dit haar aan op de applicatie. Lena (23) is bang dat het te dichtbij komt wanneer er teveel gemeenschappelijke vrienden zijn. Volgens haar kan dit problemen opleveren. Rowan (26) ziet enerzijds voordeel in het ontbreken van gemeenschappelijke connectis omdat ze dan “blind” en “incognito” een date in kan gaan, anderzijds ziet ze het als voordeel dat je door gemeenschappelijke connecties iets hebt om over te praten.

4.3 De chat

Na de eerste selectie op basis van foto‟s, aanvullende teksten en informatie ontstaat er al dan niet een match. Wanneer de ander eerst op „hartje‟ heeft geklikt komt er direct „It‟s a match‟ in beeld. Er komt alleen een melding wanneer twee mensen elkaar hebben „geliked‟. Een spreekwoordelijk blauwtje lopen valt hierdoor minder op. Echter de vrouwelijke respondenten laten zien dat dit zij hier zelfs na de match nog bang voor zijn. Wanneer een gesprek eenmaal gestart is vormt dit nieuwe mogelijkheden om elkaar te leren kennen.

(25)

25

4.3.1 Totstandkoming

Als het om het starten van een chatgesprek gaat geven vrouwen aan dat zij net als in het dagelijks leven een afwachtende houding aannemen. Op de vraag of zij zelf weleens een chatgesprek is begonnen antwoord Kim (26) volmondig “nee”:

“ik ben altijd heel afwachtend. Ook in het echte leven. Ik laat het allemaal op me afkomen. Ik doe het zelf.. als ik iemand leuk vind dan ga ik niet zelf achter diegene aan. Ik wacht tot diegene naar mij komt”.

Net als de andere vrouwelijke respondenten geeft zij als reden aan dat zij bang is om

afgewezen te worden. Arjanne (24) benoemt daarbij het idee dat de man de eerste stap „hoort‟ te nemen:

“nou eigenlijk begin ik nooit tegen iemand te praten. Dus ik wacht eigenlijk altijd af tot ze tegen mij beginnen te praten want ja ik merk ook wel dat dat niet heel vaak gebeurt dus komt het heel soms voor dat ik tegen iemand begin te praten en toevallig heb ik dat vorige week ofzo gedaan nou met die jongen ben ik nu best wel leuk aan het appen dus maar ik heb ook weleens gehad dat jongens uiteindelijk niet reageren ofzo en ik vind het toch wel ergens een beetje dat de man moet beginnen. Beetje ouderwets

misschien. Maar.. ja vind ik toch wel een beetje”. Ties (23) benadrukt hoe jammer hij het vindt dat vrouwen bijna nooit een gesprek beginnen.

Volgens hem zitten mannen elke dag met het probleem “een blauwtje te kunnen lopen”. Harm (26) geeft aan dat hij direct een gesprek begint zodra hij een match heeft: “anders zit je op een gegeven moment met zoveel matches waar je geen gesprek mee hebt, dat heeft geen zin”.

4.3.2 Verloop

Een chatgesprek op Tinder begint volgens de respondenten doordat een van de twee inhaakt op een foto of iets uit een persoonlijke tekst. Wanneer er duidelijk een raakvlak valt af te lezen van het profiel dan helpt dit het gepsrek op gang te komen. Zo laat Ties (23) zien dat

opleidingsniveau een goed aanknopingspunt is: “nou gewoon als je overlappende overeenkomsten ziet weetjewel. Bijvoorbeeld ik ben lang in gesprek geraakt met een meisje die ook een sociale wetenschappen studie deed en die had het dan ook in haar persoonlijke bericht gezet en ja dan goed dan denk je toch wel van oh ja leuk dan kunnen we, hebben we iets van eh, ja hoe zeg je dat, iets waarmee je je kunt identificeren. Dan heb je ook gelijk een start voor een conversatie. Dat is leuk”.

(26)

26

Weer gebruikt Ties het woord „identificeren‟. Overeenkomsten blijken bevorderlijk voor een goed gesprek. In het dagelijks leven is door de plek waar men elkaar ontmoet al sneller duidelijk dat er overeenkomsten zijn. Via Tinder worden deze bewust gezocht op het profiel en in gesprekken. Tindergebruikers merken op dat er een klik is wanneer het chatgesprek als „vanzelf‟ verloopt. Zij hoeven dan niet na te denken over wat te zeggen. Het komt voor dat gesprekken lang over „koetjes en kalfjes‟ gaan maar uiteindelijk komt in elk gesprek wel ter sprake wat iemand bezighoudt in het dagelijks leven. Vaak wordt er naar sport, hobbies, werk en studie gevraagd. Uit de manier waarop wordt geantwoord valt volgens de respondenten veel op te maken. Zo stelt Harm (26):

“kijk als je dingen vraagt over iemands leven en die geeft allemaal antwoorden waarvan je denkt nou dat zou ik zelf niet doen of eh dat is echt totaal niet interessant ofzo ja dan is dat natuurlijk ook een afknapper”.

Ook Lena (23) geeft aan dat zij het er al snel bij laat zitten wanneer iemand over dingen praat die zij niet interessant vindt. Dit laat goed zien hoe belangrijk overeenkomstige interesses zijn in de zoektocht naar een mogelijke date. Ties (23) laat zien waar hij op afknapt in een gesprek:

“nou.. goed eh. Het zijn een hele hoop dingen maar ik kan toch wel de

allerdominantste factor noemen en dat is zegmaar als iemand niet aanhaakt bij ehm gewoon niet capabel genoeg is om mee te gaan in het gesprek waar je over praat. Ik heb heel vaak gehad dat je dan aan het chatten bent en dat iemand gewoon niet begrijpt waar je het over hebt of nouja gewoon dom zijn dat klinkt natuurlijk wel een beetje gemeen ofzo maar dat is het toch vaak wel”.

In dit voorbeeld komt intelligentie aan bod. De respondenten in dit onderzoek zijn allen hoogopgeleid en zowel de vrouwelijke als de mannelijke respondenten vinden dit een belangrijke eigenschap. Dit komt overeen met de voorspelling van Schwartz (2001) in haar onderzoek naar trends binnen assortative mating. Doordat vrouwen steeds hoger opgeleid zijn en gelijke huwelijken meer de norm worden gaan mannen op zoek naar hoogopgeleide

vrouwen. De toegenomen gelijkheid in partnervoorkeur zorgt voor een toename van homogamie binnen liefdesrelaties (Schwartz, 2001, p. 456).

Iemands intelligentieniveau wordt naast het voorbeeld van Ties zichtbaar door eventuele taalfouten die iemand maakt. Kim (26):

“ik denk dan meteen oke van het maakt jou niet zo heel veel uit hoe ehm hoe jouw ja hoe zeg je dat hoe jouw taalvaardigheid is. En ik vind dat wel heel belangrijk en dat

(27)

27

moet je ook gewoon belangrijk vinden. Dus al je dan allemaal fouten maakt dan denk ik dat je gewoon misschien ja.. dat je iets minder intelligent bent”.

Dit hoofdstuk heeft laten zien hoe de selectie op datingapplicatie Tinder in zijn werk gaat. Het begint met het bekijken van iemands foto(„s). De beslissing of iemand op het eerste gezicht leuk lijkt is snel genomen. Bij een mogelijke match wordt de rest van het profiel bekeken. Hierbij wordt gelet op aanvullende informatie zoals interesses en gemeenschappelijke vrienden op Facebook. Overeenkomende interesses worden over het algemeen als positief ervaren. Over het hebben van gemeenschappelijke vrienden zijn de meningen verdeeld. Sommigen vinden dit geen pluspunt omdat het problemen kan opleveren wanneer het contact niet goed uit pakt. Een persoonlijke tekst wordt handig gevonden als er meer informatie in wordt gedeeld. Op deze manier krijgen de respondenten een betere indruk van de ander. Uit de manier waarop iemand zich omschrijft en het type foto‟s dat iemand plaatst wordt opgemaakt wat voor type iemand is. Vrouwen letten meer dan mannen naast uiterlijk op aanvullende informatie. Wanneer het uiterlijk mooi wordt gevonden maar uit de rest van het profiel blijkt dat iemand een heel ander type is met andere hobbies en interesses dan is dit een reden om iemand alsnog weg te klikken.

Het selectieproces op Tinder komt overeen met de filtertheorie die Kerckhoff & Davis (1962) omschrijven in hun onderzoek naar partnerselectie. Tindergebruikers beginnen met een „pool‟ van potentiële dates die zij hebben geselecteerd op basis van verschillende kenmerken zoals studie of hobbies die zij kunnen aflezen van een profiel. Wanneer er een match is raken gebruikers in gesprek en daar gaat de zoektocht naar raakvlakken verder. Raakvlakken

variëren van vrijetijdsbesteding tot aan politieke voorkeur. Een gesprek stopt wanneer het niet vlot verloopt omdat de humor niet overeen komt of omdat er geen gemeenschappelijke

gespreksonderwerpen zijn. Een gesprek komt het makkelijkst tot stand wanneer iemand kan inhaken op een gemeenschappelijke interesse. Gesprekken beginnen vaak over „koetjes en kalfjes‟ maar in de loop van een gesprek wordt gevraagd naar informatie over studie, werk en hobbies. Op deze manier wordt er een completer beeld van de ander gevormd.

Tindergebruikers ervaren het als positief wanneer een gesprek als vanzelf gaat. Als er een continue uitwisseling plaatsvindt zonder hierbij na te hoeven denken dan spreken

(28)

28 5. Hoe verder?

Het vorige hoofdstuk heeft laten zien wat er vooraf gaat aan het vinden van een geschikte date. Opvallend is de enorme keuzevrijheid welke is ontstaan via de datingapplicatie. De opties voor potentiële dates zijn oneindig en blijven niet beperkt tot degenen die in het

dagelijks leven ontmoet worden. Dit hoofdstuk gaat in op het online groter geworden veld der geschikten en de gevolgen hiervan. Respondenten geven hun mening over de functionaliteit van datingapplicaties zoals Tinder. Heel wat „swipen‟ en een aantal afgekapte chatgesprekken verder blijven er uiteindelijk enkele gesprekken in stand. In dit hoofdstuk komt aan bod wat de volgende stap in het Tinderproces is.

5.1 Veld der geschikten: offline versus online

Duidelijk is geworden dat offline de sociale omgeving van grote invloed is op de kans bepaalde mensen te ontmoeten. Door een proces van sociale segregatie komen mensen met elkaar in contact die over het algemeen op elkaar lijken. Zo komen bijvoorbeeld hogere klassen elkaar tegen bij netwerkborrels en lagere klassen vooral bij vrienden thuis of in een buurtcafé. Op Tinder komen binnen de ingestelde kilometerafstand zeer uiteenlopende types en achtergronden voorbij. Potentiële dates met verschillende politieke voorkeur, etnische afkomst, sociaal-economische status, de mogelijkheden zijn oneindig. Rowan (26) onderkent de mogelijkheid van het ontmoeten van jongens die zij in het dagelijks leven niet snel

tegenkomt:

“ja op gasten waar je dus normaal niet op let die kom ik nu ineens op Tinder tegen en dan kan je gewoon rustig even bekijken en normaal is het dan al gelijk van nee hoef ik niet. Ik wil krullen, lekker jong en eh haha snap je. En dan sluit je je ogen voor de rest en op tinder krijg je dat gewoon rustig voorgeschoteld van allerlei jongens en kun je ze eens goed bekijken”.

Zij ziet hierbij een toegenomen keuzevrijheid in de zoektocht naar een mogelijke date: “nouja het is wel ehm, ik denk wel dat je je keuzevrijheid voor mijn gevoel.. nee je kijkt meer naar het geheel zegmaar ik denk dat mensen die ik normaal niet.. met uitgaan heb ik een soort van type in mijn hoofd waar ik dan op zou afstappen. En met de app sta ik wel iets meer open voor andere mensen. Of ben ik wel geïnteresseerd naar gesprekken met andere mensen”.

Kalmijn & Flap (2001) beschrijven in hun onderzoek het proces van assortative mating als een gevolg van georganiseerde settings waarbinnen mensen hun partner ontmoeten. Een kantoor of sportclub kan worden gezien als zo‟n georganiseerde setting. Dit soort settings is georganiseerd doordat er mensen met een gelijke leefstijl komen. Rowan blijkt zich ervan

(29)

29

bewust dat zij bepaalde type jongens in haar dagelijks leven niet tegenkomt of hier geen aandacht aan besteedt. Tinder kan worden gezien als een ongeorganiseerde setting. Waar je in het dagelijks leven bijvoorbeeld geen mbo-er tegenkomt in een Universiteitsbibliotheek komen hoog- en laagopgeleid elkaar op Tinder wel tegen wanneer zij elkaars „paden‟ kruisen binnen de ingestelde afstand. Lelie (22) benadrukt het toegenomen veld der geschikten:

“ja precies he als je misschien afgaat op mannen in de kroeg dan zijn misschien eh is misschien 1 op de 20 geschikt voor jou en op de app is het misschien 1 op de 50 ofzo”. Ties (23) ervaart deze toegenomen mogelijkheden als vervelend. Het is niet zijn doel om andere vrouwen tegen te komen dan die hij in zijn dagelijks leven tegenkomt.

Voor de respondenten hebben de oneindige opties als gevolg dat zij de zoektocht naar een potentiële date als moeizamer ervaren. Het kost tijd om erachter te komen of iemand overeen komt met persoonlijke voorkeuren en interesses. Arjanne (24) vindt offline ontmoeten daarom makkelijker:

“want ja in de kroeg of op plekken waar je komt daar kom je mensen tegen die wat meer met jou op één lijn zitten zeg maar en op Tinder ja dan kom je ze allemáál tegen, mensen die van alles en nog wat doen. Ja dus dan ja kun je wel honderd matches hebben maar als je dat ook doet bij mensen waarmee je geen of je geen informatie hebt dan is de kans groot dat het niet klikt zeg maar”.

Ook andere respondenten geven aan dat het moeilijk is om via de applicatie in te schatten hoe iemand is omdat de foto‟s een statisch beeld geven. Ties (23):

“ja het is een beetje vergelijkbaar. Alleen in het online leven heb je minder om op te selecteren omdat je gewoon logischerwijs elkaar niet kan zien en horen en proeven. En ehm dus kan je zeggen dat het in het online leven wat oppervlakkigere selectiekeuze is dan in het echt. Én online durf je meer. Dat is ook heel belangrijk”.

Ondanks dat Arjanne (24) veel gebruik maakt van Tinder vindt ze het belangrijk om ook offline jongens te blijven ontmoeten. Offline krijgt ze een betere indruk omdat zij dan aan iemands houding al kan zien of iemand leuk is:

“ja ik vind het wel leuk dat ik ehm naast ik vind het wel belangrijk om naast Tinder ook gewoon nog beetje mannen in het normale leven tegen te komen gewoon omdat je dan toch wel betere indruk hebt ofzo. Ik vind het leuker als ik iemand ontmoet gewoon in het echt dan eh op Tinder. Stiekem is dat leuker ja. Maarja omdat je niet elke week op stap gaat en je bevindt je niet altijd op plekken waar mannen zijn en het is nu ook wel een beetje de manier om iemand tegen te komen dan denk ik ja ik kan er wel voor

(30)

30

kiezen om het niet te doen maar dan mis ik misschien wel, ja dan loop ik misschien wel iets mis. Snap je?”

Jaap (28) vindt de online toegenomen keuzevrijheid nadelig voor het leggen van contact in de offline wereld. Hij stelt dat mensen offline minder hun best gaan doen om iemand te

ontmoeten:

“ja, waarom zou je want ja je hebt toch genoeg opties in de app. Dus dan ja of je moet op een gegeven moment gaan kiezen van ik ga zo of ik ga zo. Ik denk dat je als je allebei blijft doen dat alles een beetje in het niet vervalt. Ik denk ook wel dat zo‟n datingapp een beetje past in het dagelijkse straatbeeld en dat is verstomming van echte relaties aangaan het is een beetje superficial allemaal. Laten we eerlijk zijn”.

Bovenstaande laat het verschil met offline ontmoeten zien voor wat betreft de mogelijkheden om iemand tegen te komen. Toenadering zoeken en erachter komen of iemand leuk is gaat volgens de respondenten online veelal hetzelfde als offline. Op de vraag of hij online anders dan offline naar het contact met vrouwen kijkt antwoordt Harm (26):

“nee eigenlijk niet, want kijk. Als je in het echt direct met iemand een spontaan gesprek hebt en die ziet er goed uit dan is dat ook leuker en dan is dat ook vaak leuk en dan leidt dat ook sneller tot iets. En als je in het echt op een meisje afstapt en je hebt echt een fakking stroef gesprek dan is dat ook niet leuk. Dus dan ga je daar verder ook niets meer mee doen. Dus je merkt wel, je merkt natuurlijk ook uit hoe iemand reageert,hoe bijvoorbeeld een meisje reageert op mij, of zij ook interesse heeft in mij. Dus als ik zegmaar allemaal dingen vraag en iemand antwoord alleen maar en vraagt niks terug, ja dan merk je ook dat er geen interesse is van de andere kant. Dus dan kun je wel iets willen maarja. Dus dat is denk ik in het echt precies hetzelfde”.

Ook Ties (23) ziet overeenkomsten met hoe hij offline vrouwen benadert:

“als ik in het dagelijkse leven zit dan eh zijn de meeste gesprekken die ik aanknoop met mensen die ik niet ken gewoon op basis van iets willekeurigs of eh weet ik veel, ja. Net zoals op de app”.

Hij voegt hier later aan toe dat wanneer een gesprek met iemand offline niet lekker verloopt hij net als op de applicatie geen moeite doet om er iets van te maken. Er is dan gewoon geen klik en dan houdt het volgens hem op.

(31)

31

De respondenten zien het als voordeel dat zij via de applicatie meer durven dan offline. Lelie (22):

“via Tinder gaat contact leggen toch wel wat makkelijker, ja want bijvoorbeeld ehm ja der zijn genoeg mensen in het gebouw die ik nog helemaal niet ken en die ik wel zie lopen maar wat ga je zeggen dan hey waar woon jij? ofzo weetje wel eh ja”.

Lena (23):

“ja ik had weleens dan zat ik bijvoorbeeld in de bieb te studeren en dan zag ik een leuke jongen tegenover me zitten en toen dacht ik ga kijken of hij op Tinder zit dan weet ik misschien wel wie het is haha dus ja het kan ook gewoon heel erg makkelijk zijn. Of dat je bijvoorbeeld iemand ziet en denkt hey dat is mijn buurman en dan knoop je wat makkelijker een gesprek aan. Dan zeg je: hey buurman ik zie dat je weet ik veel. Het is gewoon wat makkelijker denk ik. Je durft makkelijker via de app iets tegen iemand te zeggen dan in het echt. Wat eigenlijk jammer is maar ja zo werkt het wel”.

Het toegenomen veld der geschikten geeft de mogelijkheid om nieuwe mensen te ontmoeten waar in het dagelijks leven geen contact mee is. Voor de meeste respondenten is het niet de bedoeling om hele andere types te ontmoeten. De enorme keuzemogelijkheid maakt het zoeken naar een geschikte date een langdurig proces. De respondenten zijn het erover eens dat de stap naar het eerste contact makkelijker wordt gezet via een online datingapplicatie.

Wanneer de respondenten een klik voelen in het chatgesprek dan volgt er mogelijk een date.

5.2 En dan een date?

Een date volgt niet vanzelfsprekend op een chatgesprek. Volgens de respondenten vallen veel gesprekken op een gegeven moment stil. Belangrijkste redenen hiervoor zijn een gebrek aan raakvlakken, elkaars humor niet snappen, leukere gesprekken met anderen of afleiding van buitenaf. Lelie (22) geeft aan niet veel energie te stoppen in een gesprek dat niet lekker loopt:

“...want het is je hebt zoveel keus daar. Het is niet dat je denkt oh nou ik ga toch nog maar even nog een keer dat vragen. Nee hoor je krijgt iedere keer toch weer nieuwe impulsen van anderen”.

Hier komt het idee van de “snelle app” weer terug. Iemand lijkt op basis van een eerste selectie leuk maar zodra er verder weinig uit komt staakt het contact. Het wordt in dit geval interessanter gevonden om naar andere matches te kijken. Er zijn er immers genoeg. Zo geeft de helft van de respondenten aan rond de honderd matches te hebben. Met lang niet allemaal wordt daadwerkelijk contact gelegd. Harm (26) snapt dit niet:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Thus, for the purpose of this study, the integrative literature review will be used to analyse research findings on interprofessional collaboration, teamwork and

Voorbeeld van de resultaten van een globale gevoeligheidsanalyse, waaruit de rangschikking van de para- meters wordt afgeleid: de relatie tussen de parameter T5 en de

Maatregel Om de aanvoercapaciteit van zoetwater voor West-Nederland te vergroten wordt gefaseerd de capaciteit van de KWA via zowel Gouda als Bodegraven uitgebreid.. Dit

Uit de overwegingen in het farmacotherapeutisch rapport komt naar voren dat bij patiënten behandeld met sterk en matig emetogene chemotherapie de gunstige en ongunstige effecten

We have introduced an automatic detection method for the detection of small traumatic brain hemorrhages in TBI patients using a computer-generated average CT.. Our automatic detec-

16 Voor de pro- ducten roggebrood, gort, aardappelen, peulvruchten, karnemelk, boter en vlees kon zo een berekening van de dagelijkse consumptie per persoon

De laagste gemiddelde leeftijd (37 jaar) hebben degene met een af- wijkend bedrijfstype (speciale bedrijven)? voor dit soort bedrijven is kennelijk meer animo bij de jongere

In deze proef zijn 3 ethyleen concentraties ( (=5), 20 en 200 d.p.m.) en een contrôle zonder ethyleen met een doorstroomsnelheid van 4 liter per uur langs groene en bont