• No results found

Economische aspecten van de teelt en afzet van cymbidium

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Economische aspecten van de teelt en afzet van cymbidium"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I n g . A . S t e i n

N o . 4 . 8 5

E C O N O M I S C H E A S P E C T E N V A N D E T E E L T

EN A F Z E T V A N C Y M B I D I U M

M e i 1 9 7 9

JÄ*'H-- % . , : ^

L a n d b o u w - E c o n o m i s c h I n s t i t u u t

A f d e l i n g T u i n b o u w

•X, NO

Ï

C

-1LV:

(2)

I n h o u d

Biz.

WOORD VOORAF 5

1. ° ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE TEELT VAN

CYMBIDIUMS 7

2. PRODUKTIE, PRIJZEN EN PRIJSVORMING VAN CYMBIDIUMS 9

2.1 Produktie en prijzen 9

2.2 Prijsvorming 13

3. INVESTERINGEN EN ENKELE KOSTENASPECTEN 19

3.1 Investeringen en jaarkosten 19

3.2 Arbeidskosten 20

3.3 Andere kosten 22

3.4 Totale produktiekosten 23

4. FINANCIERINGSASPECTEN 24

4.1 De aanloopfase 24

4.2 Terugverdientermijnen 27

SAMENVATTING 29

SUMMARY 31

BIJLAGEN 33

(3)

W o o r d v o o r a f

De teelt van orchideeën is gedurende de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Met name de Cymbidiumteelt is sterk naar voren gekomen, en het ziet er naar uit dat deze teelt zich nog verder zal ontwikkelen.

In dit rapport zijn de bedrij fs- en marktkundige aspecten van de Cymbidiumteelt uitgebreid behandeld.

Voor het verstrekken van de teeltkundige informatie zijn wij de voorlichtingsdienst voor de Tuinbouw en een aantal Cymbidium-telers veel dank verschuldigd. Deze publikatie is grotendeels het werk van ing. A. Stein; aan bepaalde onderdelen hebben ir. E.H.J.M, de Kleijn en G. Koppert bijdragen geleverd.

Alle kostenberekeningen zijn uitgevoerd op basis van het prijspeil van medio 1978. Op het moment van publikatie zijn deze basisgegevens mogelijk ten dele verouderd. De algemene conclusies van de studie worden daardoor echter niet aangetast.

ecteur,

(4)

1. A l g e m e n e g e g e v e n s b e t r e f f e n d e

de t e e l t v a n C y m b i d i u m s

! )

Het geslacht Cymbidium behoort tot de familie der Orchidaceae en is afkomstig uit Zuid-Oost-Azië en Japan. De voor handelsdoel-einde geteelde cultivars zijn veelal voortgekomen uit kruisingen tussen verschillende Cymbidiumsoorten. Men spreekt dan ook van Cymbidiumhybriden. Het in Nederland geteelde sortiment omvat een scala van kleuren en kleurencombinaties en al naar bloemgrootte spreekt men van grootbloemig of kleinbloemig.

De vermeerdering van Cymbidium kan zowel generatief als vege-tatief geschieden. De generatieve methode wordt veelal gebruikt voor het verkrijgen van nieuwe cultivars. Het is daarbij van be-lang dat wordt gelet op punten zoals:

planten vrij van virusaantasting;

groeisnelheid (van zaailing tot bloeibare plant zo kort mogelijk); bloemkwaliteit (bloemgrootte, kleur, bloemstand, houdbaarheid,

lengte bloemsteeltje);

bloemproduktie (aantal stengels per plant en aantal bloemen per stengel);

bloeitijdstip (vroeg-, middelvroeg-, of laatbloeiend). Bij de vegetatieve vermeerdering kan een drietal methoden worden toegepast, namelijk scheuren, vermeerdering door middel van achterbulben of een meristeemcultuur. De beide eerstgenoemde me-thoden worden op bedrijven gebruikt voor instandhouding en verbe-tering van het eigen sortiment. Slechts de allerbeste planten ko-men hiervoor in aanmerking. Meristeemcultuur wordt toegepast ten einde van vooraf geselecteerd plantmateriaal op grotere schaal uniform plantmateriaal te verkrijgen. Een nadeel is dat deze me-thode slechts bruikbaar is voor enkele zeer gespecialiseerde plan-tenvermeerderingsbedrijven. Voor individuele kwekers is het moge-lijk eigen selecties op deze wijze te laten vermeerderen.

Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat, onafhanke-lijk van de vermeerderingsmethode die men kiest, het altijd een vrij lange periode duurt (5-7 jaar) voor men over volledig bloei-bare planten beschikt. Selectie van het plantmateriaal tijdens de periode tot volledige bloei blijft noodzakelijk.

Het is gebruikelijk dat jonge planten worden afgeleverd met een bladlengte van +_ 10 cm. Deze planten zijn dan tweemaal ver-speend. Op de produktiebedrijven worden de planten nog éénmaal verspeend, daarna nog enkele malen resp. opgepot en overgepot in steeds grotere bakken of emmers al naar gelang plantgrootte en

1) Voor een volledige teelttechnische beschrijving kan worden verwezen naar een publikatie van het Consulentschap Aalsmeer-Amsterdam (A.J.M. v.d. Hoeven, november 1973).

(5)

groeikracht. Het grondmengsel dat voor de teelt van Cymbidium wordt gebruikt bestaat voor + 50% uit harde turfbrokken en + 50% uit

zachte turfbrokken. Hieraan wordt kalk voor de verhoging van de pH toegevoegd en wat meststoffen. De gewenste pH voor Cymbidiumgrond ligt rond 5,5 à 6,0.

De overige teeltniaatregelen tijdens de opkweek tot bloeibare planten beperken zich in hoofdzaak tot wieden, bijmesten, luchten en water geven. Tijdens de opkweek wordt veelal een temperatuur van 18 - 20° C gehandhaafd; wanneer de planten de eerste bloemen gaan geven wordt een lager temperatuurregime, van ^ 1 4 C, aange-houden.

De bloeiperiode van Cymbidiums loopt van oktober t/m mei met voor de grootbloemige cultivars de nadruk op april en mei en voor de kleinbloemige cultivars de nadruk op december, januari en fe-bruari. Daarbij wordt voor de grootbloemige cultivars nog

onder-scheid gemaakt in vroegbloeiend (december en januari), middelvroeg-bloeiend (februari en maart) en laatmiddelvroeg-bloeiend (april en mei). Het onderscheid tussen de verschillende bloeiperioden is niet altijd even scherp.

Bij de kleinbloemige cultivars, ook wel mi'ni Cymbidiums ge-naamd, kan op dezelfde wijze onderscheid worden gemaakt in 3 pe-rioden, vroeg-, middelvroeg- en laatbloeiend. De nadruk ligt hier duidelijk op de groep middelvroegbloeiend met rond 68% van de aan-voer (december, januari en februari).

De vroegbloeiende cultivars zijn over het algemeen van matige kwaliteit met een beperkt assortiment kleuren.

De middelvroegbloeiende cultivars zijn van goede kwaliteit en houdbaarheid met een groot kleurenassortiment.

De kwaliteit van laatbloeiende cultivars neemt over het alge-meen weer af met toenemende lichtintensiteit.

De Cymbidiumbloemen aan een tak komen open van beneden naar boven. Een tak is oogstrijp als de bovenste knoppen open zijn en alle bloembladen hun juiste stand hebben ingenomen. Zowel losse bloemen als gehele takken worden geoogst. Verwacht wordt dat het oogsten van gehele takken de overhand zal krijgen in verband met arbeidsbesparing. Bij de kleinbloemige cultivars worden reeds vrijwel uitsluitend takken geoogst. Met ingang van het seizoen

1977-1978 is door de veilingen uniform fust voorgeschreven nl. een doos voor grootbloemige Cymbidium, aan tak aangevoerd, een doos voor kleinbloemige Cymbidiums, aan tak aangevoerd en een doos voor losse bloemen van grootbloemige Cymbidiums 1).

Alvorens de bloemen of takken worden verpakt worden de stelen voorzien van een flesje met water. Het inpakken dient zeer zorg-vuldig te geschieden. Ter voorkoming van beschadiging tijdens het vervoer worden de takken of losse bloemen in houtwol of plastic matjes gelegd, waarna ze met plakband worden vastgezet. Deze han-delingen vragen veel arbeid.

1) Zie in dit verband de "Produktnota Cymbidium", in 1977 samen-gesteld door de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland

(VBN).

8

(6)

2 . P r o d u k t i e , prijzen en p r i j s v o r m i n g van C y m b i d i u m s

2.1 Produktie en prijzen

De teelt van Cymbidium is gedurende de laatste jaren snel in betekenis toegenomen. Concrete cijfers daaromtrent zijn evenwel niet voorhanden; areaalgegevens zijn niet beschikbaar, terwijl de veilingaanvoeren slechts-betrekking hebben op een - zij 't groei-end - deel van de totale produktie. Slechts op enkele veilingen wordt Cymbidium als apart produkt geregistreerd, waarbij bovendien niet steeds onderscheid wordt gemaakt tussen kleinbloemig en grootbloemig. In feite is dit laatste slechts het geval - en dan nog slechts voor de laatste jaren - op de'VBA te Aalsmeer en op de CCWS te

Honselersdijk.-Een poging om in het geheel wat meer klaarheid te brengen, is ondernomen door de VBN (.Vereniging van Bloemenveilingen in Neder-land) . Via een enquête onder Cymbidiumtelers kwam men voor het seizoen 1976-1977 tot een oppervlakte van 30,8 ha grootbloemige en 7,5 ha kleinbloemige Cymbidium. Tevens werd een schatting gemaakt voor het seizoen 1977-1978, die neerkwam op 46,3 resp. 10,3 ha.

Zoals vermeld zijn de gegevens van veilingen onvolledig. Om desondanks een indruk te geven van de krachtige groei die de teelt van orchideeën doormaakt zijn in tabel 2.1 omzetgegevens van de . drie belangrijkste veilingen samengevat.

Tabel 2.1 Omzetten van orchideeën, in miljoen gulden, op enkele veilingen 1972 1973 1974 1975 1976 1977 VBA 2,9 3,5 5,0 8,6 11,8 17,9 CCWS 0,6 0,9 1,4 2,2 3,1 5,1 Berkel 0,1 0,4 0,7 1,1 1,8 Waarvan Cymbidium VBA 1,6 2,9 4,2 4,7 7,0 10,8 CCWS Berkel

.

. . . # 1,8 0,4 2,6 0,5 4,5 0,8 Bron: Veilingjaarverslagen.

Uit de cijfers blijkt dat "Aalsmeer" een belangrijk aandeel in de omzet van orchideeën heeft, en dit geldt ook voor Cymbidium. Het Zuidhollands Glasdistrict, met de veilingen CCWS en Berkel, neemt echter snel in betekenis toe. Vooral geldt dit voor de klein-bloemige typen.

(7)

Op de veilingen VBA en CCWS is sinds januari 1975 in de aan-voerstatistiek een scheiding doorgevoerd tussen groot- en klein-bloemige Cymbidium. Op de VBA werd daarbij tevens nog onderscheid gemaakt in aanvoer van takken en van losse bloemen; (dit onder-scheid is in 1977 door de CCWS gevolgd). Op deze meest gedetail-leerde gegevens zijn de volgende beschouwingen gebaseerd.

In figuur 2.1 zijn de maandelijkse aanvoeren in procenten van de "jaaraanvoer en in figuur 2.2 de gemiddelde maandprijzen per bloem weergegeven voor grootbloemige Cymbidium, over de seizoenen

1975/76 en 1976/77. Het patroon van de aanvoeren in deze seizoenen vertoont onderling veel overeenkomst. Aanvoer van enige betekenis is er eerst in december; de grootste aanvoeren vinden plaats in maart, april en mei, wanneer rond 60% van de totale jaaraanvoer wordt aangeboden. Daarna vermindert het aanbod zeer snel. Hieruit moge blijken dat de nadruk toch wel sterk ligt op laatbloeiende cultivars.

De prijzen vertonen in hoofdzaak een met dit aanvoerverloop tegengesteld patroon, relatief laag in de perioden met topaanvoe-ren, en relatief hoog in het voor- en naseizoen.

De figuren 2.3 en 2.4 bevatten overeenkomstige informatie over kleinbloemige Cymbidium. Het blijkt dat de aanvoertop zich hier wat meer centraal in de totale aanvoerperiode bevindt, en bovendien wat breder is dan bij grootbloemige Cymbidium. De prij-zen vertonen wederom een aan het aanvoerverloop tegengestelde ont-wikkeling, doch de prijsverschillen zijn, in absolute zin, veel kleiner dan bij grootbloemige Cymbidium.

Uit tabel 2.2 blijkt dat, wat grootbloemige Cymbidium betreft, de aanvoeren op de VBA enkele malen groter zijn dan op de CCWS.

Verder blijkt, dat de aanvoeren van bloemen aan tak op de VBA aan-zienlijk groter zijn dan van losse: bloemen. Deze laatste brengen echter een hogere prijs op.

Tabel 2.2 Aanvoeren 1) en gemiddelde seizoenprijzen 2) van groot-bloemige Cymbidium Seizoen 1975-1976 1976-1977 1977-1978 CCWS aan-voer 1826 2090 3249 prijs 69,0 98,2 84,5 totaal aan- prij s voer 7580 76,5 9312 93,8 12065 92,7 VBA, waarvan losse bloemen aan-voer 1938 1955 2204 prijs 79,1 101,6 100,8 bloemen aan tak aan-voer 5642 7357 9862 prijs 75,6 91,7 90,9

1) In 1000 stuks.

2) In centen per stuk. Bron: Veilingverslagen.

(8)
(9)

• o <-> § + •o B -s •o e 0) 3 u a Pi VI »-» H Cu a 0) ec § o l - t J3 U (D e. 4J O 0) , o «J U ai a > h en

§3

« + co K < CO S) O > ft l>* co e 12

(10)

Kleinbloemige Cymbidiums worden vrijwel uitsluitend aan tak aangevoerd; hierbij gaat ongeveer 60% via de CCWS.

Tabel 2.3 Aanvoeren 1) en gemiddelde seizoenprijzen 2) van klein-bloemige Cymbidium Sei"zoen 1975-1976 1976-1977 1977-1978 aanvoer 4863 5670 7498 CCWS prijs 28,8 29,5 29,1 aanvoer 1705 3140 5018

VBA

prijs 33,7 28,8 29,3

1) In 1000 stuks.

2) In centen per stuk. Bron: Veilingverslagen.

Orchideeën, en dus ook Cymbidium, worden doorgaans als exclu-sieve bloemen beschouwd, die vooral in bloemstukjes worden ver-werkt. Een toenemend aanbod van Cymbidium, gevoegd bij de steeds groter wordende import van vooral kleinbloemige orchideeënsoorten, zoals Arachnis en Dendrobium, zal deze exclusiviteit doen vermin-deren. (Voor zover bekend wordt Cymbidium nauwelijks geïmporteerd.)

2.2 Prijsvorming

Het sinds 1975 van de VBA en CCWS beschikbare cijfermateriaal m.b.t. aanvoeren en prijzen, heeft de basis gevormd voor een ana-lyse van de prijsvorming in de sindsdien verstreken periode. De bedoelde gegevens zijn met behulp van regressieanalyse op kwanti-tatieve samenhangen onderzocht. De maanden juni tot en met septem-ber zijn daarbij, wegens de geringe aanvoeren, buiten beschouwing gebleven.

Het bleek dat de relatie tussen aangeboden hoeveelheid en ge-defleerde veilingprijzen (gedefleerd met de kosten van levensonder-houd op basis van 1977 = 100) voor grootbloemige Cymbidium het

best kan worden benaderd via een half-logarithmische functie (zie blz. 14, no. 1 en 2) P = f (log Q ) . Dit wil zeggen dat het effect

van het aanbod op de gerealiseerde prijzen relatief geringer wordt naarmate het aanbod toeneemt. Voor de kleinbloemige Cymbidium bleek de relatie tussen aangeboden hoeveelheid en (gedefleerde) 'prijs het best te worden weergegeven met behulp van een lineaire

functie P = fQ, hetgeen wil zeggen dat bij veranderend aanbod de prijzen recht evenredig zullen stijgen danwei dalen (zie blz. 14, no. 3 en 4 ) . Visueel zijn de gevonden relaties weergegeven in de figuren 2.5 en 2.6.

(11)

+ +1 vO m -* vO 00 o + * Ö c <u u 4-1 <T\ vO vO i n fO cO CM O +,1 o* c* + +1 i n oo 00 f*l CM vo o CM o o + +1 CM m o vo O CT. + +1 oi x i a XI e 41 CM CM — 0 0 er» m CM CM 0 0 f-* o r-» o* 0 0 * CM — ~- o \ 1 +1 CM ON 00 o + *o c 0) tl 4J en CM -<r o er« co vO o o + 1 v ~ / , - s r^. vO r-1 +1 + 1 vo >3-vo r^ en •& vo — CM — O O +

i '

4 - t c w m c 0) •o c r-- m v o r * e n v o CO 0 0 + +1 -^ m r-CT« ~~ tv •o o •H u CU o. a) CO >> co a at ai • H 4J ü a 3 L H a> X! CJ to •H e Xi 4J • H h co HO O i - I ^ O) •a o • H h ai o. 01 00 a « r - l •—' • H a 3 • I - I a -^ 4-) u o XI o 4-1 Ai O tu •o o •H h 01 Pu 01 •H 4-1 CJ c 3 t H O) •o B « co •o c CU 01 l - l 4-1 e o > B M co 00 O r H -tf vO r--er -* 1 en to m o-CN II OO • H e O) o I - H XI 4-1 O o u 00 to 'r—t ••u M a •—\ m 00 o t O +J CO en II Z m 0 0 o il CN Bi o • r J w 01 P. 01 4J u o Ai —' I - I • > H M P. CO 0 4J H 01 XI

g

cj 01 •a 01 •o o • r H H 01 PM > B CO tO 00 O i - H s * CM CM m C7t vO CN 0 0 m — 1 + 1 s ^ en m CT» 0) v o • H 4J O e 3 •4-1 0) •o c tO CO •o B 01 01 r - l 4-1 C O Csl • CM 00 •d ' B 01 2 o i - H XI 4J O o - * M t n 00 » O CO " - > • • H M CN p,P=i 01 • l U 4-1 CJ B 3 tu 0) H •H ,_^ 01 •o o •H U 01 O. (U 00 B CO I - I *—' -H c 3 • I - I e --. 4 J l-l 01 XI o 4-1 Ai O CU •o o •H U 01 Pu 01 • i H 4J CJ B 3 t H o> • a B CO CO •a B CU CU l - l 4-1 e o o > s co co tn CTv ^-v - * o \ m — vO CM o o o o o o 1 +^l -er <3" 00 av CN en Il en 0 0 II • H S Z CU o i - U XI B - H m Ol to I - I « Ai O to il • I - I • H CM l - l a a s eu O -r-l u 01 p. 01 4J u o ;M l - l •H U P. co e -^-4-1 u 01 XI a Ol o Ol •o Ol •o o •H u o> Pu 01 •H 4J CJ B 3 14-1 01 •ö B CO CO •O S 01 01 i - U 4J B O o > B tO co r* -—^ CN O O O -3- CM 00 O O -O -O

° i '

1 00 o\ CM 00 II CTv 00 •rt • a S Z o i - H XI s • l - l 01 vo i-i r* Ai -o CO ••-1 II •H ^1 CM O . PS . O 4-1 3 co CU !> •H B co • l - l • H U O. B • H •-H • H Xi CJ 10 u 01 > 4J CU Xi a o g>

1

3 Q Q C 3 Mu 01 Xi o co •H

J

4J • r 4 M co oO o i - i I m r - ( 4 J3 e <u 0) • " - i *H , o 4J • H 0) 4-1 •i-I i - I * H ^ 1 • H X a> i - i h <u •t-i 4-1 CJ a 3 <H ai M • H cd 0) C •H i - l C a) •»-) •H J3 4-1 • H Q> 4-1 • H i - l ••H ^> •H X a) •-H Pu

(12)

<

(13)

o o

<

>

+

M ^5 CJ CJ 60 •H

g

O r-l XI G •H (U •H T3

S. e

• o # • 4->

I1P°

• • 1 i

•u

u

S

1

/

u <a T3

o1" . < " i a) • ƒ "O"'-. /

• /

/ M / Ol / M-t

/ •

Af •

ƒ ^ • / O U ƒ B P.

/ . • «

/ ! «••

1 C ' H V J

M

•S

4J ƒ B ƒ / +*

/ »

'•

• • 4J >

B °

0 B

• •

9 •

"-> u

•S*

4-1 . CUP.,*

"Si

1 O

_ l

.

a m "r-i

/

• /

^ /

•W

01/

•7

B cd

iP

i

-M

-

.-—

-_

* • i o CM CO O O co o oo CN o CM O CM O CM CM O O CM O CO O vO O o CM o o o oo o o o CM 00 4-1 CO O O O o I - l o 00 o o o o co o C M

l

C M os •I-I PK 16

(14)

Bij het onderzoek is tevens nagegaan of er wellicht sprake zou zijn van een trendmatige prijsontwikkeling, onafhankelijk van de grootte van het aanbod, doch die het gevolg zou kunnen zijn van verandering in koopgewoonten m.b.t. Cymbidium. Gebleken is dat in de beschouwde perioden, van een significante trendmatige prijsontwik-keling geen sprake is. Dit bleek evenmin het geval te zijn wanneer de maanden afzonderlijk werden beschouwd. Wel is naar voren geko-men, overigens alleen bij grootbloemige Cymbidium, dat in de maand december de prijs gemiddeld ongeveer 70 cent per bloem hoger lag dan bij aanvoeren van gelijke grootte tijdens andere maanden

(steeds uitgedrukt in prijzen van 1977).

Met behulp van de gevonden functies zijn de prijsflexibili-teiten berekend m.b.t. het eigen aanbod. Deze cijfers geven aan met hoeveel procent de (gedefleerde) prijs verandert bij een wij-ziging in het eigen aanbod van 1%, daarbij aannemende dat alle an-dere prijsbeïnvloedende factoren dezelfde ontwikkeling vertonen als voorheen. Hoe groter deze prijsflexibiliteiten, in absolute waarde zijn, des te groter is de invloed op de prijs. Sterk

nega-tieve flexibiliteiten (groter dan -1) wijzen op een verzadigde markt.

Het blijkt dat de markt voor Cymbidiumbloemen nog sterk elas-tisch is. Een vergroting van het aanbod over de gehele beschouwde periode van oktober t/m juni met 1% doet de prijs (op producenten-niveau) slechts met 0,19% dalen, zowel bij grootbloemige als klein-bloemige Cymbidium. De totale geldomzetten blijven bij aanbodstoe-name vooralsnog sterk stijgen. Dit geldt ook, zij het in mindere mate, voor de periode december t/m april, voor welke periode de prijsflexibiliteiten een - absoluut gezien - hogere waarde blijken te hebben, vooral voor kleinbloemige typen. (Tabel 2.4.)

De verhoudingen in hoeveelheden en prijzen van groot- en kleinbloemige Cymbidium staan in nauwe relatie tot elkaar. Dat wil zeggen dat er een onderlinge beïnvloeding is van de prijzen van beide type bloemen. Deze wordt wel uitgedrukt in de zogenaam-de prijsverhoudingscoëfficiënten, welke aangeven in welke mate zogenaam-de prijs van de ene verandert als die van de andere met 1% wijzigt.

Verhoging van de prijs van grootbloemige Cymbidium met 1% doet de prijs van de kleinbloemige, in de periode december t/m april, met 0,798% stijgen. In dezelfde periode heeft een prijsverhoging van 1% bij kleinbloemige typen een prijsverhoging van 0,258% bij grootbloemi-ge tot grootbloemi-gevolg.

Uit tabel 2.A blijkt dat:

prijsveranderingen bij grootbloemige relatief een groot ef-fect hebben op de prijzen van kleinbloemige;

prijsveranderingen bij kleinbloemige hebben een relatief veel kleiner effect op de prijzen van grootbloemige;

- bij grootbloemige is het effeft sterker in voor- en naseizoen, bij kleinbloemige juist in het hoofdseizoen.

(15)

Tabel 2.4 Prijsflexibiliteiten en prijsverhoudingscoëfficiënten van groot- en kleinbloemige Cymbidium in de periode

1975/76 t/m 1977/78 Prijs-flexibiliteit okt. dec. t/m t/m juni april Prij sverhoudings-coëfficiënt okt. t/m juni dec. t/m april Gewogen gemid-delde prij zen

okt. dec. t/m t/m juni april Grootbloemig Kleinbloemig -0,188 -0,193 -0,244 -0,393 0,370 0,298 0,585 0,798 0,94 0,30 0,90 0,30 (Zie formules blz. 14.) 18

(16)

I n v e s t e r i n g e n en enkele k o s t e n a s p e c t e n

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de investeringen, en de daaraan verbonden jaarlijkse kosten, op bedrijven waar de Cymbi-diumteelt wordt uitgeoefend. Daarbij is uitgegaan van een volledig gespecialiseerde bedrijfsopzet, waarbij onderscheid is gemaakt tussen bedrijfsgrootten met 5000 m2 en met 7500 m2 glas. De inves-teringen in plantgoed zijn hier buiten beschouwing gebleven, deze komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. Verder worden hier behandeld de arbeidskosten en enkele andere kostenelementen.

3.1 Investeringen en jaarkosten

In bijlage 1 is een volledige opsomming gegeven van de inves-teringen in bedrijf suitr-usting, en de daarbij behorende jaarkosten. In tabel 3.1 zijn deze samengevat. Wat betreft het kastype is uit-gegaan van een Venlo-bouw met een kapbreedte van 6,40 m aluminium dek, doorlopende tweezijdige nokluchting, gekoppeld aan een kli-maatregeling. (De teelt van Cymbidium vindt overigens in allerlei kastypen plaats.)

De teelt wordt bij een relatief laag temperatuurniveau uitge-voerd (14° C ) , de capaciteit van de verwarmingsinstallatie is hier-op gebaseerd. Het aantal verwarmingsbuizen is gesteld hier-op zes stuks

(doorsnede 51 mm) per kap van 6,40 m. De inrichting van het ketel-huis omvat o.a. expansievat, afsluiters en menggroepen. Aangezien wordt verondersteld dat het plantmateriaal in verschillende leef-tijdsgroepen en bloeigroepen voorkomt (vroeg, middelvroeg en laat) is voor beide bedrijfsgroottes uitgegaan van drie menggroepen.

Tot de overige investeringen (tabel 3.1) behoren regenleiding en regenautomaat, waterbassin, flessenvulmachine, styroporbakken, enz. Wat de keuze van de styroporbakken betreft kan nog worden op-gemerkt dat allerlei materialen, zoals plastic potten, emmers, gaasmanden, plastic zakken e.d. worden gebruikt om de planten voor kortere of langere duur in te telen. Daarbij bestaat de indruk dat men bij kleinbloemige Cymbidium de vookeur geeft aan plastic pot-ten. Het prijsverschil tussen styroporbakken en 5 liter plastic potten is echter dusdanig gering dat het voor de uitkomst van de berekening nauwelijks verschil uitmaakt. Veelal zijn voor de teelt van kleinbloemige Cymbidium door de telers zelfgebouwde tabletten of stellages in gebruik. Grootbloemige Cymbidium staan veelal op enkele bakstenen direct op de grond; deze stenen dienen om een goede ontluchting en zo nodig ontwatering mogelijk te maken van de potten, bakken of containers waarin wordt geteeld.

(17)

Tabel 3.1 Investeringen en jaarkosten, voor bedrijven met 5000 m2 en 7500 m2 glas (in guldens, prijspeil 1978) exclusief plantmateriaal 5000 m2 glas Grond en drainage Kassen en luchting Verwarming Overige Totaal 7500 m2 glas Grond en drainage Kassen en beluchting Verwarming Overige Totaal Investeringen totaal per m2 229000 358100 187900 117700 892700 343500 528350 243100 158850 1273800 45,80 71,62 37,58 23,54 178,54 45,80 70,45 32,41 21,18 169,84 rente 1,16 2,51 1,31 0,83 5,81 1,16 2,47 1,14 0,73 5,50 Jaarkosten per af-schr. 0,09 4,61 2,39 2,38 9,47 0,09 4,47 1,90 2,18 8,64 ove-rige 0,02 0,40 0,58 0,36 1,36 0,02 0,40 0,44 0,28 1,14 m2 to-taal 1,27 7,52 4,28 3,57 16,64 1,27 7,34 3,48 3,19 15,28

Uit tabel 3.1 blijkt dat tussen beide bedrijfsgrootten een verschil in investering bestaat van ongeveer f 9,- per m2, welk bedrag voornamelijk wordt bepaald door de verwarmingsinstallatie, die op het grotere bedrijf relatief goedkoper is. Voorts komen on-der "overige" een aantal investeringen voor (zie bijlage 1), die voor 5000 en 7500 m2 glas gelijk zijn (b.v. bestelauto en flessen-vulmachine), zodat deze, uitgedrukt per m2, op het grotere bedrijf minder zwaar drukken.

3.2 Arbeidskosten

De arbeidskosten worden bepaald door de werktijden van het vaste en losse personeel, en het uurloon dat moet worden betaald. Voor de ondernemer en eventueel meewerkende gezinsleden, dienen de arbeidskosten te worden gewaardeerd. De arbeidsbehoefte kan vrij grote verschillen vertonen onder invloed van de mate van speciali-satie op bepaalde werkzaamheden en verschillen in arbeidsprestatie. Het oogsten van de bloemen (bloemtakken) en het sorteren op kleur en kwaliteit wordt veelal verricht door de ondernemer; het inpak-ken en verzendklaarmainpak-ken geschiedt veelal door losse krachten.

In tegenstelling tot de meeste snijbloemengewassen vraagt de teelt van Cymbidium in de zomermaanden weinig werk. Arbeidspieken ontstaan daarentegen in de wintermaanden, en b.v. voor de kerst-dagen, Valentijndag, Pasen en eventueel moederdag. Overigens is de

(18)

arbeidsbehoefte sterk gekoppeld aan de grootte en spreiding van de oogst. In tabel 3.2 zijn de arbeidskosten samengevat (zie voor de gedetailleerde begrotingen bijlagen 2 t/m 7 ) .

Tabel 3.2 Arbeidskosten in guldens (afgerond) bij 2-mansbezetting

Ondernemer Arbeidskracht Overwerk Losse krachten Totaal per m2 w.v. betaalde lonen per m2 Bedril fsgrootte (m2 5000 m2 grootbloemig losse bloemen bloemen aan tak

36750 33075 7875 5300 83000 16,60 8,10 36750 33075 6575 700 77100 15,42 7,12 kleinbl. bloemen aan tak 36750 33075 9100 4200 83125 16,63 8,02 glas) 7500 m2 grootbloemig losse bloemen bloemen aan tak

36750 33075 13650 16000 99475 13,26 7,10 36750 33075 9550 8150 88328 11,78 5,82 kleinbl. bloemen aan tak 36750 33075 9100 15100 94025 12,54 6,80

Bij de berekeningen is uitgegaan van de volgende veronder-stellingen:

uurloon ondernemer en vaste arbeidskracht

(incl. sociale lasten) f 17,50 uurloon losse arbeidskrachten f 1 0 , — - overwerkuren ondernemer en vaste arbeidskracht f 17,50

oogst- en oogstverwerking: grootbloemig - losse bloemen :

140 bloemen per man per uur grootbloemig - bloemen aan tak: 200 bloemen per man per uur (20 tak) kleinbloemig - bloemen aan tak: 425 bloemen per man per uur (39 tak)

- scheuren en verpotten 40 planten per man per uur (1 x per 3 jaar).

Bij bovenstaande uitkomsten is voor beide bedrijfstypen en zowel voor grootbloemige als kleinbloemige Cymbidium uitgegaan van een vaste arbeidsbezetting van 2 man (ondernemer en één vaste ar-beidskracht). Het is echter mogelijk dat op de bedrijven van 5000 m2 wordt volstaan met een arbeidsbezetting van één man (de onder-nemer) . De ondernemer zal dan meer overwerk moeten gaan verrich-ten, en er zullen voldoende losse arbeidskrachten ter beschikking moeten staan. In tabel 3.3 is aangegeven welke dan de

consequen-ties zijn op een bedrijf van 5000 m2 met een vaste arbeidsbezet-ting van één man.

(19)

Tabel 3.3 Arbeidskosten in guldens (afgerond) bij 1-mansbezetting op een bedrijf met 5000 m2 glas

Ondernemer Overwerk Losse krachten Totaal per m2 w.v. betaalde lonen Grootbl losse bloemen 36750 9450 13250 59450 11,89 2,65 oemig bloemen aan tak 36750 8300 7000 52050 10,41 1,40 Kleinbloemig bloemen aan tak 36750 7875 11750 56375 11,28 2,35

De arbeidskosten blijken aanzienlijk lager te zijn dan bij een 2-mansbezetting. Het nadeel van een dergelijke bedrijfsvoe-ring is het risico van ziekte of ongeval van de ondernemer.

3.3 Andere kosten

De brandstofkosten voor de Cymbidiumteelt zijn relatief laag vergeleken met gewassen als Anthurium, roos, chrysant (jaarrond), als gevolg van de relatief lage gemiddelde temperatuur van 14 C die moet worden aangehouden. De temperatuurverschillen die door de verwarming moeten worden overbrugd, kunnen worden vertaald in ener-gie-eenheden, en vervolgens in eenheden brandstof, waarbij als norm is aangehoudent33 kJ per uur per m2 kas per graad Celsius

temperatuurverschil. Het aantal op deze wijze berekende joules kan vervolgens worden omgerekend op eenheden brandstof. De aldus bere-kende brandstofkos'ten zijn in bijlage 8 opgenomen. De prijs van het aardgas is gesteld op 15 cent per m3. Elke graad Celsius hoger of lager temperatuurniveau geeft een verschil van 6 m3 aardgas of f 0,90 m2. (Het vastrecht van het aardgas is opgenomen onder de diverse algemene kosten.) De brandstofkosten kunnen overigens nog sterk uiteenlopen van bedrijf tot bedrijf als gevolg van verschil in stookperiode (vroege of late teelten), weersomstandigheden, ketelrendement, isolering enz. (zie bijlage 8 ) .

De post materialen omvat flesjes voor de bloemen of bloemste-len, de benodigde potgrond, papierwol, kunstmest, bestrijdingsmid-delen en fusthuur. Voor een specificatie, die overigens ten dele berust op stelposten, wordt verwezen naar bijlage 9.

De overige kosten zoals vastrecht gas, heffing Landbouwschap, telefoon, porti, autokosten, boekhouding en elektriciteit zijn op-genomen in bijlage 10. Voor een belangrijk deel zijn dit stelpos-ten daar in de praktijk zeer grote verschillen kunnen voorkomen.^

(20)

3.4 De totale p r o d u k t i e k o s t e n

Op basis van vorenstaande gegevens en de daarbij behorende bijlagen kunnen de produktiekosten worden begroot. Getracht is de bijlagen zodanig te specificeren dat aanvullende of afwijkende be-rekeningen mogelijk zijn.

Tabel 3.4 Normatieve begrotingen van de produktiekosten (exclu-sief plantgoed) in guldens per m2

5000 m2 7500 m2

Kosten duurzame produktie-middelen (excl. arbeid) Arbeidskosten

Brandstofkosten Materialen

Diverse algemene kosten Rente vlottende middelen Veilingkosten + heffing PVS (5,45%) Plantgoed groot-bloemig 15,90 15,42 6,75 4,76 2,39 1,46 3,92 p.m. klein-fa loemig 15,90 16,63 6,75 7,19 2,39 1,40 3,95 p.m. groot-bloemig 14,53 11,78 6,75 4,76 1,92 1,57 3,92 p.m. klein-bloemig 14,53 12,54 6,75 7,19 1,97 1,49 3,95 p.m. Totaal (bij 2-mansbezetting,

bloemen aan tak) Totaal (bij 2-mansbezetting,

losse bloemen)

^O^ÓO

51,78

54,21

Totaal (bij 1-mansbezetting, bloemen aan tak) Totaal (bij 1-mansbezetting,

losse bloemen)

_45,_59

47,07

48,86

45,28

46,76

48,42

\ik *1

Uit tabel 3.4 blijkt dat de kosten van arbeid en die van duur-zame produktiemiddelen het grootste deel (+ 60%) van de totale produktiekosten voor hun rekening nemen. De plantgoedkosten zijn als p.m. post opgenomen. Enerzijds lopen de kosten per bedrijf en van iedere variëteit afzonderlijk sterk uiteen; anderzijds is de

technische en/of economische levensduur van het plantmateriaal moeilijk te bepalen. In het volgende hoofdstuk zal hierop nader worden ingegaan.

(21)

4 . F i n a n c i e r i n g s a s p e c t e n

4.1 De aanloopfase

De teelt van Cymbidium vraagt hoge investeringen in plantgoed. Wanneer men volledig in produktie zijnde planten zou aanschaffen, dan komt dit neer, bij een plantdichtheid van 2j plant per m2

(grootbloemig), op een bedrag in de orde van grootte van f 100,-per m2. Dit is dan ook de reden waarom vele beginnende Cymbidium-telers er de voorkeur aan geven hun plantopstand zelf op te kweken, en daarbij uit te gaan van jonge meristeemplanten. Aanvankelijk nemen deze weinig ruimte in, doch naarmate ze groter worden moeten ze wijder worden gezet. Na 5 à 6 jaar zijn ze volwassen geworden; bij de grootbloemige Cymbidium staat dan ongeveer 2\ plant per m2, bij kleinbloemige 4£ plant per m2.

Men moet er rekening mee houden dat gedurende de aanloopjaren een aantal planten verloren gaat of wordt verwijderd als gevolg van ziekte, slechte groei, onvoldoende bloei, e.d. Het aantal jonge planten waarmede men de teelt begint moet dan ook groter zijn dan het aantal dat uiteindelijk in produktie wordt gehouden.

Technisch gezien, is de levensduur van zo'n plantenbestand vrijwel onbeperkt, daar de planten door scheuren kunnen worden ver-meerderd. De economische levensduur evenwel wordt bepaald door de verbeteringen die in het sortiment ontstaan, zowel wat betreft kleur en houdbaarheid als bloeirijkdom en bloeitijdstip.

Op bedrijven waar al gedurende een aantal jaren Cymbidium wordt geteeld, komen alle plantgoedmaten voor, sterk uiteenlopende

leeftijden binnen het plantenbestand, en dit voor diverse culti-vars. De economische waardering hiervan is in feite een onoplos-baar probleem.

In bijlage 11 is voor elk van de aanloopjaren een begroting gemaakt van de produktiekosten, exclusief plantgoed. De uitkomsten van deze begrotingen zijn, te zamen met enkele andere gegevens, in tabel 4.1 samengevat. Met behulp van deze gegevens kunnen de kos-ten en de opbrengskos-ten voor elk jaar afzonderlijk worden bepaald. Ook al vindt de introductie van de Cymbidiumteelt in een be-staand bedrijf meestal slechts geleidelijk plaats, het stelt de ondernemer voor grote financieringsproblemen. Deze ontstaan, be-halve door de aanschaf van plantgoed, vooral door het steeds toe-nemende ruimtebeslag van de jonge planten met de daaraan verbon-den kosten, zonder dat er voldoende geldopbrengsten tegenover-staan. Immers uitbreiding van de oppervlakte Cymbidium betekent een even grote verkleining van de oppervlakte van de oorspronke-lijke teelt.

De consequenties hiervan voor de uitgaven en de geldopbreng-sten zijn nagegaan voor een bedrijf met 5000 m2 rozen, dat in

(22)

cd IH O. O O rH a cd cd (U 10 C (U T3 •O

R

> c (V •u to 00 (3 <u M 43 P. O c (U a O ^! CU • i - l 4-1 • O O u o. ö <u . •o (U 4-1 XI Cl pH 0) XI cd H • H I J O . S 0) O

.*

3 4J CO 1-1 CU a ^ • N

Ti i - ( s—' 4-1 CM co S Ö • CU 4-1 !J CO O. C O ' H ö Cl) 4-1 CO o

.*

4-1 • - I CU CU H

/—*

CN 13 E r-l 60 (-1 v - ' ai a co • H cu )-i CU

>

> ^ H CM cu E a . ^ a o M-4 cd x: o CO C

3

Ai 3 4-1 <o ca • i - i • H U u CU eu a

1

M CU O , M CO cd O o CTi o C7> O CTi CM en 00 o -Cf 00 o en o en o o m r~ in CM o r^ — in a\ oo CN O en o oo en o en en o en • * m i KD O m in en — m CM oo oo o — o o o O O CN vO CN O O cN CN ^ D o m o m m m - * - * en en cN 00 •H

§

o o o IJ O CN en CN m o m o cN o r^ o — — CN O en m en O m o m r-» m oo en o l-~ vO CM ~d- o o o cN o en o — CM en m l vO 14J O en o CM CM — 00 • H

e

CU o r H X I ö • 1 - 1 cu i - i

«

CM CM en VD CN O CN CN en vO •CM r-< e j \ O en m CM CM vO en en

«*

CN en o o <r en CM -d-O o m CM CM m 25

(23)

kele jaren volledig wordt overgeschakeld op de teelt van groot-bloemige respectievelijk kleingroot-bloemige Cymbidium (bijlagen 12 en

13).

De kosten in dergelijke situaties zullen veranderingen onder-gaan als gevolg van de wijzigingen in het teeltplan. Zo zullen de betaalde arbeidskosten in de eerste jaren afnemen door de kleiner wordende oppervlakte rozen, en later weer toenemen als gevolg van het°in produktie komen van de Cymbidiumplanten. (De niet-betaalde arbeidskosten blijven gelijk.) De brandstofkosten zullen over de gehele periode verminderen door de geringere warmtebehoefte van Cymbidium. De kosten van afzet lopen eerst terug, en nemen later weer toe, wanneer opbrengsten van Cymbidiumbloemen worden

verkre-gen.

Tot de uitgaven behoren ook de gezinsbestedingen van de onder-nemer (incl. betaling van belastingen en premies volksverzekerin-gen); deze kunnen nl. worden geacht uit de bedrij fsexploitatie te worden gefinancierd. Verder is rekening gehouden met extra

inves-teringen ten behoeve van de Cymbidiumteelt (gesteld op f 37150,-), voornamelijk voor styroporbakken en de waterzuiveringsinstalla-ties; deze zijn over het eerste en tweede jaar verdeeld.

Wanneer vervolgens de uitgaven worden geconfronteerd met de verkregen geldopbrengsten, ontstaat een beeld van de bedragen die beschikbaar komen voor rentebetalingen, aflossingen van vreemd ver-mogen en voor financiering van nieuwe investeringen.

Tabel 4.2 Vrijkomende bedragen ter financiering van rente, aflos-sing en nieuwe investeringen op een bedrijf van 5000 m2 glas Jaar 0 (alleen rozen)

1

2

3

4

5

6

Grootbloemig 62800 -71450 19700 -14000 30600 71250 197700 Kleinbloemig 62800 -147800 9600 23800 112500 208200 162500

Het blijkt dat ten gevolge van investeringen in plantgoed en specifieke bedrijfsuitrusting en door de aanvankelijk teruglopende geldopbrengsten, een zware druk op het bedrijf wordt gelegd. Wan-neer een belangrijk deel van de investeringen met vreemd vermogen zou zijn gefinancierd, kan er gedurende de eerste jaren geen spra-ke zijn van normale rente- en aflossingsbetalingen.

(Bovenvermelde bedragen worden in belangrijke mate bepaald -door de veronderstelde prijzen. Deze zijn voor groot- en klein-bloemige Cymbidium gesteld op f 0,90 resp. f 0,29 per stuk.)

(24)

4.2 T e r u g v e r d i e n t e r m i j n e n

Door de hoge investeringen in plantgoed en de vrij lange pe-riode tot het moment van volle produktie, legt men zich bij een investering in een dergelijke aanplant voor lange tijd vast. Daar bovendien het tijdstip van vernietiging meestal niet wordt bepaald door het versleten zijn van de aanplant maar veelal door andere moeilijk bepaalbare factoren, is de economische levensduur van

zo'n aanplant ook bezwaarlijk vast te stellen.

Om deze reden is het dan ook interessant na te gaan na hoe-veel tijd de investeringen in een dergelijke aanplant zijn terug-verdiend. Indien men dit weet, is ook bekend hoe lang men een der-gelijke aanplant minimaal moet aanhouden om geen verlies te lijden.

Bij deze berekening heeft men te maken met reeksen van kosten en van opbrengsten. Nu zijn nominaal gelijke bedragen die op ver-schillende tijdstippen vervallen, niet van gelijke waarde. Een be-drag dat men nu ter beschikking heeft, heeft een hogere waarde dan een zelfde bedrag in de toekomst. Het verschil in waarde tussen deze bedragen wordt gevormd door de rente. Dit houdt in dat men de reeks jaarlijkse kosten en de reeks jaarlijkse opbrengsten niet zonder meer kan optellen. Men moet deze bedragen dan eerst een ge-lijke waarde geven. Men kan dit doen door bij alle bedragen zoveel rente te rekenen, dat zij een gelijke waarde hebben; men kan ech-ter ook alle bedragen verminderen met de rente die hierin is ver-disconteerd. Dit laatste noemt men de berekening van de contante waarde (in het vervolg steeds afgekort tot c.w.).

In de uitgevoerde berekeningen (bijlagen 14 en 15) zijn de jaarlijkse kosten en. de jaarlijkse opbrengsten steeds contant ge-maakt op het moment dat wordt begonnen met de teelt. Deze c.w.'s zijn steeds opgeteld bij de voorgaande c.w.'s en vermeld in de

kolom van "cumulatieve c.w.-kosten" en "cumulatieve c.w.-opbreng-sten". In het jaar dat de cumulatieve c.w. van de opbrengsten de cumulatieve c.w. van de kosten gaat overtreffen, zijn alle kosten die voor de teelt gemaakt zijn terugverdiend. Eerst op dat moment zou men het plantgoed kunnen weggooien zonder hier verlies te heb-ben geleden. In de daarop volgende jaren vormt het verschil tussen de kosten (exclusief kosten plantopstand) en de opbrengsten dan de winst. De voorbeelden zijn uitgewerkt op basis van eerdervermelde kosten en opbrengsten van grootbloemige en kleinbloemige Cymbidium.

De uitkomsten laten zien dat de terugverdientermijnen in be-langrijke mate worden bepaald door het gehanteerde prijsniveau voor de bloemen. Bij grootbloemige Cymbidium kunnen, bij gemiddel-de opbrengsten van f 0,80, 0,85 en 0,90 per stuk, terugverdienter-mijnen van resp. 14, 11 en 10 jaar worden afgeleid; bij kleinbloe-mige Cymbidium, bij opbrengstprijzen van f 0,26, 0,28 en 0,30, resp. van 12, 9 en 8 jaar.

De uitkomsten worden slechts in geringe mate door het gehan-teerde rentepercentage (hier 7%) beïnvloed. Hogere rentepercenta-ges doen de contante waarden dalen, lagere doen ze stijgen. Dit is echter het geval zowel voor de kosten als voor de opbrengsten,

(25)

zo-dat dit op de lengte van de terugverdienperiode geen of nauwelijks enige invloed heeft.

Overigens kan nog worden opgemerkt dat de negatieve bedragen die in de bijlagen 14 en 15 worden vermeld (zijnde de verschillen in cumulatieve c.w. van kosten en van opbrengsten) kunnen worden beschouwd als nog niet gerealiseerde opbrengsten. Wanneer men erin zou slagen de planten voor deze bedragen te verkopen, zou ook

"quitte" worden gespeeld. Zo bedraagt bij grootbloemige Cymbidium voor het zesde jaar, bij een aantal planten van 12500, het ver-schil in cumulatieve c.w. van kosten en van opbrengsten f 207532,-dit is gelijk aan f 311443,- aan het eind van het 6e jaar, bij een prijsniveau van f 0,80 per bloem. Er zou dan quitte worden gespeeld wanneer de planten op dat moment voor f 24,99 per stuk zouden kun-nen worden verkocht.

Uit het voorgaande is herhaaldelijk gebleken dat het niveau van de geldopbrengsten grote invloed heeft op de uitkomsten van de berekeningen. In de praktijk van de Cymbidiumteelt komen grote va-riaties in opbrengsten voor, als gevolg van onderscheid in plant-materiaal, cultivar en bloeiperiode. Er worden hierbij verschillen genoemd van 50% (grootbloemig) tot 100% (kleinbloemig). Het is sterk te bepleiten bij de aanvang van de teelt uit te gaan van ge-selecteerd plantmateriaal, en ook tijdens de teelt selectie toe te passen. De investeringen in plantgoed zullen daardoor weliswaar stijgen, doch elke verhoging van de geldopbrengsten draagt bij aan een verkorting van de terugverdienperiode.

(26)

S a m e n v a t t i n g

De teelt van Cymbidium, behorende tot de familie van de

Or-chideeën, is nog van geringe betekenis, gezien binnen het totaal

van de Nederlandse bloemisterij. De teelt neemt echter snel in

om-vang toe, zowel van grootbloemige als van kleinbloemige Cymbidium.

Het produktieverloop bij dit gewas is in grote lijnen

tegen-gesteld aan dat van de meeste andere snijbloemen. De produktie

be-gint op gang te komen tijdens het najaar, en bereikt zijn top in

het voorjaar - bij kleinbloemige eerder dan bij grootbloemige - om

daarna snel te verminderen. Het prijsverloop vertoont in hoofdzaak

een contrair beeld. Er komen grote prijsverschillen voor gedurende

het aanvoerseizoen, vooral bij grootbloemige Cymbidium. De

gemid-delde seizoenprijzen hebben zich gedurende de laatste jaren

bewo-gen rond f 0,90 per bloem voor grootbloemige en f 0,30 per bloem

voor kleinbloemige typen.

De markt voor Cymbidiumbloemen blijkt nog sterk elastisch te

zijn; bezien over de gehele aanvoerperiode oktober t/m juni doet

een vergroting van het aanbod met 1% de prijs (op

producentenni-veau) slechts met 0,19% dalen. Aanbodsvergroting zal dan ook de

totale geldomzet belangrijk doen toenemen. Er is voorts een

onder-linge prijsbeïnvloeding van kleinbloemige op grootbloemige en

om-gekeerd geconstateerd.

Afgezien van het plantgoed vraagt de Cymbidiumteelt

betrekke-lijk weinig specifieke investeringen. Om over goed gietwater te

beschikken is wel een waterzuiveringsinstallatie noodzakelijk. De

totale investeringen in bedrij fsuitrusting kunnen, op basis van

nieuwwaarde, worden becijferd op rond f 170,-/f 175,- per m2,

waar-aan jaarlijkse kosten zijn verbonden

-

van rond f 16,- per m2.

De arbeidsbehoefte houdt verband met de jaaraanvoer; als

ge-heel is de teelt niet zeer arbeidintensief. Een bedrijf van 7500 m2

kan door 2 man worden "gerund", een bedrijf van 5000 m2 in

bepaal-de gevallen door één man (doch dan moeten wel voldoenbepaal-de tijbepaal-delijke

arbeidskrachten ter beschikking staan). Het inpakken van de

bloe-men en takken vereist veel zorg. In vergelijking met vele andere

snijbloemen vraagt de teelt een laag temperatuurregime (+^'14 C ) ,

als gevolg waarvan de brandstofkosten een relatief bescheiden

aan-deel in de produktiekosten innemen. <-^

De totale produktiekosten, exclusief plantgoed, werden becij-

/ \n

ferd op ongeveer f 50,- - f 55,- per m2 voor grootbloemige Cymbi- ' y m . * /

dium, en van f 45,- - f 48,- voor kleinbloemige typen. \

De teelt vraagt hoge investeringen in plantgoed; dit is dan

ook de reden waarom de Cymbidiumteelt veelal geleidelijk in een

bedrijf wordt geïntroduceerd, op basis van jonge meristeemplanten.

Bij de uitgroei naar volwassenheid nemen deze planten steeds meer

(27)

ruimte in, zonder dat daar in de eerste jaren voldoende opbreng-sten tegenoverstaan. De financiering van deze introductie stelt de ondernemer dan ook voor grote problemen. Pas na het vijfde of zes-de jaar wordt een cash-flow verkregen waarmezes-de rentebetaling, af-lossing en eventuele nieuwe investeringen kunnen worden gefinan-cierd. Het duurt vele jaren (in de orde van grootte van 10) voor-dat de investeringen en kosten geheel zijn terugverdiend.

(28)

S u m m a r y

Growing Cymbidium is becoming more and more important, al-though in the total picture its place is still modest. A large part of total dutch production is sold via the auctions in Aalsmeer

(VBA) and Honselersdijk (CCWS). In 1977 the turnover of Cymbidiums on these auctions was about Dfl. 15 million. Peaks of supply occur during spring, during summer the production is very limited.

The market for Cymbidium appears to be promising, the price flexibility of the supply is rather low. This means that increasing supplies will go hand in hand with increasing turnovers.

Apart from planting stock growing Cymbidium does not ask much in specific investments, only a purificator for water and a bottle-filler are indispensable. Labour costs are relative low, (2 man on 7500 m2 is possible), as well as costs for heating. Total produc-tion costs (without planting stock) amounts appr. Dfl. 50 per m2.

In most cases Cymbidium growing is introduced gradually in an existing holding. Because of the high investments in stock and by lacking production during the first years, financing of this ope-ration will be hard. Not earlier than after 5-6 years cash-flow will reach reasonable amounts, before negative cash-flows can occur.

Depending on the prices of the flowers, the pay-back period will be about 10 years.

(29)
(30)

u <u -o

a

o Û .c o w <Ü •U C 1 1 O m CM o ui li-l r» vo in p-<f o o r-CM O O r-O N O ON O m o o CM CM m NO o m o o O N N O O CN m r-v m co r» m o r-o m r-.

o ND co ~~ o m ON m CM vO O 00 O CM O m r-. 1 m CM vo m en -d-O O CM O -4-<• o N O

m r-. CM m CM •d-CO m co m 1 m co CM m m m CM o 00 m CM

o m <r o N O CM o N O

o «n o N O m _. m ** m o m •j-o o o co m es m o o o o o o m o m m o NO NO vD ON C M co r-. oo co o oo — -* CM oo er« o m o o m o o o NO CO NO O 00 ON CO CO sj M — m ^û m m m m r-CM ON CM co. o m o o o m o o m m m o r ^ - < r o c M O v o o N O v o c o \ o — o — m - i f - d - s r O N - ^ - v o - 3 - c M m <r — — o m m m m in o NO r- vo o NO m oo — oo m o m co CM m NO o m o o y o o o o m o N O V D N O O O O N C O C M N O U O co — o m c M c M c o m N O V O ro co — m •** C M — C M o m m o i n m o o m o m m O o o c o N O r ^ r - o - ^ r ^ i n c M i n m c o — C M N O N O — - J C O C M N O o o m o m o o o m o o m CM vO N O — f - ON — V O N D N O - S J U - I <* — m r - CM — — oo m m o o o m m o m m i n o * * * a-- ^ - c M O p - » c M O N O c o r - — •<f — - * - * - d - O N o o < r v o - ^ - — o o o o o o o o o o m o m o o — oo — m NO o o o o m m o u o o m m o o o o m o o o r-» O N O c M - d - — cooo^a- NO o « ï < (N vOOO O O N N O — C O C M — sr — O — CM -d" <T ~- — >3" CM — — CM o o o o CM CM m o CM m co o o o o — CO o 1 o *— 1 Q O irS m r-* o o m m m O CM CM

— —

o m m m m o O — r-- — o <d-m co ON vo oo — o o o o o o o o o o o m o m m vo m r^-o cr^-o r-» r- vt r^-or^-o CO — CM — CO <t CO >* m m m o o m m o V O N O C O N O O N U O C M O O r* vo -d" — NO — vo o o o o m o o o o o o o r ^ m o o CM oo m — c o m v o o r* O CM CO CM — COCM CM (NI - en h . r^ O O O O O O O O O O O O O O o o o o o o o o o o m m o o o o o NO o m o N o m — C M U O N O O O ON m r - co CM — a * CM co co — C O O O ~ I oo — CM co CM — — c o - a - >tf m o o m •sf co o o o o NO O m m o o o o NO O — o Cs| CM m o m c M m i n m c o o i n m o i n o o o m o o o i n e o m ^ M n o - ï M n m < o C M — CM <r m — -d-co — <r m o i n o m m m o m o m o CM — m in — — — m o o o o o o o o o o m m o o o u n o o o o o m m c N i r ^ o o r ^ p ^ m e M m o N o r ^ r ^ — co o C M — vt-tfCMeMNO-tf-d- — — -a- oo o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m m m i n o - a - r - c M m c M O O N o r ^ r ^ p ^ c M o oo — - d - s j - c M m m s j - s f r — NO r*. c M m r ^ o o c M c o o c o o o o i n — — — — CM CM — o CM r-» <r vO m oo CM sr o CM co oo m CN 00 NO •* NO 00 o m m <r NO N O

~

N O CO

1 t 1 m r» o co r-. <r o <r o e* CM in CM 00 CO I-* CM "" O o r» CM ON n ON 00 co m st 00 ON NO

<* m CO r*. - a CU o

1

. r - i * H T-- Cü &. m oo.äi eu oo co cu cu co ß 0) CU CH U O h Cd U T 3 cd «o ca S •o ß a -H o co • H «H CO E 3 4J J 3 eO i-H Ö CO m o) oo JJ N CL) a) « H u A : 3 do J3 oo tu CD ö cd • H 00 0) B 1 4 1 e • o I Cd >H 4-1 O CO U 00 ö Ol - _ . H - d H U f f l O f f l S C c u o ä c u t i < U 4 - i ? oro 3 a ) £ U 4 4 4 J 4 i J D ] t 4 ^ O ^ c 0 - - - • o O CU c m «: + tu 4J T - , CO 4-1 § 01 0 0 O C B •H en i co 8 f> o u o tu — tu u y §.9 4J 3 cd u u u cd tu a eu a. M cd u co cd oo a • H B O , 13 tu cd " - ! J= •^ ß o u eu co 4J B T ) >' co cd cu I CU , - 1 CU I . £ > U I B • « I H I 0) 4-1 0 0 CU I 4-> r-4 ß O I M C t ' H H i a) m cu cu ) « H t O H O l tM <! « U,

*3

ta to 00 S B co .-I O 4J > co B ß cu CO cu > -a cd U -H M oo o 3 eu B a N ai C o t-i M H in eu h o eu eu q rt Ä > . 4 J op U 4J a g co co tï o i-H CN - es n - î mvo s

(31)

13 Ol Ol M > m o S co - o i ai ai •a S C ai o c O S N o o o i n t i n o

>

h 3 QJ J= O ai 4-1 O a u ai

>

i c m 4-1 00 fti a) a) flj -u ni <u (d rt ö (0 -i l I I -i o o m -i I -i N O N — CM ~ i r i o m m m i I l o m m m vO — CM <Tt 00 y3 CM CM <± CM CM CM m m m I i m m o o o m i i I I — -vT r » ao r-. a« — CM m CM i n u o o o o o u o o m o o o vu — r s O ' J i O i n c o c f t — — — — CM CM CM - * m <fr o o o o ô o o o o o o o -*<t'<t-d'-*<a--*-^- — — — — i n i n o o o o m o m i i C M P - C O v O O O O C O — * r-» CM — CM co <t <t r ^ o o o r n o o r - . o « m i o o f l i n N ^ i n < T N M n n C M C f i \ O t M n N d v D N v O -u eu •O o 4-1

,*

o m J3 B cil

>

o y. ,43 a 01 u 01 a -H h co 3 C ffl >-l u m 3 V4 JJ Cil l i , _ td Ci 0) 3 3 fe S < S -> T> 3 4-1 m 3 &C 3 < J 3 R <u 4-1 a ni U3 1 1 O 1 f l m i O CM iO <T o m N o m r - ^o o r - O m r*. \o CO vO CO CO r - m co — O r*-u • g n c 2 e CN 00 C •H •U -U ai N ai .40 co • o •r-l ai J3 VJ CD

ë

ai 4-1 w o . ü CO • 3 •I-I Ol J3 t4

<

O m r*

14-1 «0 u 3 3 O o CM U 2! e ai

e

01 •a a o o m r

-—

M-l /co h 3 3 O CT\ CO IJ 01 •O •r-l 01 J3 U <o O 1 m i r~ o

— —

CM 14-1 /CO /cO U U 3 3 3 3 i n *~. p~ i n m r~ r o m <• > j •a •H ai A .M M h cd 01 s ai U co al u > o O i-c « S

«

4-1 h o ai H p . 1 O 1 i m i O CM o m — o P^ co o vo co r -o — m -^t CM O vO — O CM O m r^

~

u-t O m r-.

~-4-1 1 1 O

~->*H /cd /n) /cd U 3 3 O O — i U 3 3 U"l P-. -d-U 3 3

^

m r-. cO nj j - i o E-i 5 e S . * n -H a> J3 h

<:

u ai •o c Ü l ï M ai

>

o a> m U] o T-t 35

(32)

f

e o O) O) •o B *> a U M 1 41 h Q > Q) « O 3 N a M c CU CU > U C - I . - I 0} ffl « S m 4J c a a R Q) fr* O i-H C *> - H I l o i i m o m I r I I es co es m o i m m I I i o m m m i n co <f n < N M - Ï CM — es co co co I i o m o m o m i i i i o o M n c M i n - j es — <r m - * m m m o o m m o i n o o o — c n c M r o m r * - v £ ) — m m i n o o m m o m C O O — — C 0 C S * ü * X > O — n M M ui \o m .-o .-o .-o .-o .-o .-o .-o .-o .-o o o o o o o o o o o o o o o o o o o m m m o o m i n o m ~-<rco<tr-.cy»co — M « V -H ^ • J A X 1) A S S M 3 *-> •-< O O CU 3 H H -i-I « >U C Jl « l J ' H ^ o a j c e t c u e ö c x c u • H - H C .-• 3 3 •") ^ 3 -9 u S CO CU 3 u oo a, 3 eu < t o 1 1 o m r » vf> CO M-l 1 1 m r*-o co co M-) 1 1 i n r-. c o r*-M-t 1 1 o O CO m M-l

,

1 O O o co 0 0 4-1 O vO vO 14-1 — — _ _ n a

fl

cfl a CM ÖO Ö H U 03 N 0) r Û en X I l - l O O O 1 m m m I r- r** r** o

—* —' - —*

M_l U-l M-< M-l /n) / n j /cti / n i J-. S-i )-i M 0 3 3 3 3 3 3 3 O O O /-s o o i m o *— oo <r m CS — <fr n M CO T l CU X: U

<

CU B CU C U CU T ) a o n CU T J • H CU J J h

«

.*

^ 1 CU : Ï u eu

>

o .a u m eu C0 co ü Y-i O O O m m m r- -j- es \0 O"* CO ö M S O O 1 i r i en | #. « » ca ^

«

u u , H a r Û en T l rH 0) .11 M n) C QJ O O /-s o <r o —- m <t es m i m \0 co

T 3

(33)

*T3 •H

I

o O I I O O O O I I — co co r -CM co es — m o i i I i m o m m m m \£> — CM - 3 " CO CM CM - ^ CM — « N CIOPIC i m o o in o m ^ m r s c o n < n « Ï n n 3 0) 0) o c i n m m i n u - i o o m o o o o \D ~ O CM m O CO —• CM — —- <— CK , f i •i-t a) a» CM

>

0 C «L O <D £ i n m m i n i n o o m i CM r-. \ o oo ~- — -d-cM — <r m m - ^ —• r-l r-l fi J m a) c 4 a) •u ,M &*s ß ^ rt n) fi " W -H O O O O O O O O I o m o o o i n o o ff>NOincOr»-ïW VJO oo CM ON m m o m o o o m o o i i i i u u co tu 4J S U CU 0) TH U j e M s u n O CU CÜ 3 J-< M *H >H >H 3 4J ^ o a» to o n) a. a> 3 3 3 <u

1 1 o m r -<•£> c o 4-1 II O m i i m r -o m m U-) il O m i i o o O N 4-1 II o m i i o o CM < t u-i il I I I I m PM PO 0 0 4-4 r - l m ca PO vO v£> 4-( CM B r* r-» r » o O <U — — — — H P . /(U /tu /a] /cd

H U U U 3 3 3 3 3 3 3 3 O O O • - N O ON es] O — oo m CM CM — in i o .M 01 •n •H ai .O n < ai x, e u M- u ai a) ^i cd C D tl U -M s ai ai ai u co T I ,0 ai co C n > o o ca o n 1 1 1 1 1 1 o m o m r-. m N CO N \ O N -CO — 1 0 0 1 CM m — r-* — c o \D m — HO. C ta B

~~

on

fi

• H 4-1 4-1 (U N <U Jl CO T 3 O O 1 m m i n * f t r - r - o

~ ~ ~

4-1 4-) 4-1 /co /a) /cd J-i î-i V-i 3 3 3 3 3 3 O O —s o i n o ~- -3- m « ^ o

.*

CO T l CU e Ai dl u e ai 37

(34)

• o o . o e a <o « o 0 0 co C <8 • H > • O O C 4J 5 CO 6 O S J= U U 0) cd T3 0) CU T3 S e m o e u x e <U M ÏÖ > <u rt o 3 N )-l <u

>

1 u CU

>

e 0) 4J o n e • H J i 01 Ut 4J O 4J 01 U ö o i o i-H m u C til 0) e o o I - l . O C CU Fi <IJ 0 . - 1 . O * ? c • H i m in m m o o CM - m M O o o CM — CM — I I I I I I O O O O r - CM CM -a-« m n f ) o i o i o i o i n o i o f i i r i i n i o i f l m c M O - i c ^ c M m L i - t i n i n f i c o u " ! m c n c M c M r O f o m c n f O f O c o f n o m o o o m i o m m m m i n M h . < r i O \ o v r o o -— CM Ut C l -tf 00 -— CT\ -— o m o o o o o o i i - i i f l i o r s - n ^ o - j m o o o o o o o o o o o o o o o o o o m m m o o m m o i n r ^ C M r ^ i T i O C M C M O C M C M \ 0 - t f v ß ~ - < r c M C M u CU J i o u u u 01 <u •° -2 e s 01 01 > u •r-( M Ol 3 e - H M 01 3 U XI • u u

«

co 0) j s . g 4J e r - l CO CU • H >H ' H 3 U u - H ÖH oo a II II 1 1 1 I o u-> o o m r-. m o r-* o v o o vD m m v u PO PO — — 1 v D 1 CM m m r ^ —

**

a\ a\ H II II II O O O I m m m i » ., * « 4J r-* r - r - o o H rt % CM — — ~- • /cfl /cd /nj /cd H H U U 3 3 3 3 3 3 3 3 O O O /~v O ON 00 O — co r-. oo CM — r-*. o A l co T> • H CU . O U

<

CU Fl CU e u CU • a e ü K 01 • o • H at . o n cc)

^

h 01

K

01

>

ü J 3 h ot 01 co co o r - i

(35)

o X a « to > j) " 3 I K u o co S B s <u o c 00 •H | J3 m< a a> M eu > ai ffl - S to

•g*

tu a) Ctf 4-1 ^ i O «J <tf 4J ^î S-S nj Ö in m m in <t m oo \D en <t en m o es m CM — i m i i i i o o o o — CM CN - J es en en en o m m m m o m i n m i n i n m c o c o c s c M c o c o r o c o c o c o c o r o t n m m o o m o o u " >u" >ü" i m o r - . o a i r - 0 0 - d - c s » ^ — -* — m m m o o o i o i n m i •<r — -* co — oo co ~- — — c o c s c o m r - » \ o — ^ v C O ^ f O O ' - v O O O o o — — m co o o o i n m m o o m m o i o I — co — r - - o o o c o o c o — — — CM es to at 'M u X X U a 8 B < S u n 0) 41 3 h M -H S> U 0 X « M -H O 0) «J (D cfl O* (U S5 Q -> Pu S < S 3 XI U a CO CU •H -H 3 t l C i-< M O. 3 3 3 Cil *-} *-l <î cfl C 2 S CM 0 0 C • H 4-1 4-1 0) N a> •J3 00 * Ö ••-1 0) . Û M cd

ë

tu 1 1 O 1 I I m I O m r* O l O M * ) l T | r - o «n — \ o m er» oo en co M-i m u-i iw H B H II O O O 1 i n m u i i r^ r-. r^ O — " • — Ä H4 l u (4-1 « H /ta /tu «d «c H M Vi ^ 3 3 3 3 3 3 3 3 O O " 1 '~N o CT\ -st i n — oo m <r CM — " 1 o \ o co T 3 O 0 0 tn r^ r*. — CM — co oo 0 0 M-t U-ci r-t CM td B <d 4-1 M O 01 H p. B u M u O «I M V o ni O H

(36)

•o • H .o e o .o u 3 c •H M) e •H Tt d> 4-t 0) ffl

>

C J3 h eO T3 0) 0) xi S C o o C

• • I l

« o o 0) u-1 4-1 r * o 0) 14 u o ri o

fl >

dl I h 4-1 3 O 01 P . . c u e • « ai > 4J C 01 oi a r-l t-4 Ö to co o) co 4J . ü O co eO c i-H 01 •o a 4J 0) t*S a o « J2 - r l I I I I I I m o m o I I I I I I m m i i i I o m o o o o - co m CN N - ï • - p i n d n o u ~ t m u " ) L r t o u " i u ~ t u " ) i n L n i n ( n M c n c ^ N m m m i n r o r o i n n t o N N n n f i n f i f o e i f ) m o o c / i o o m o m c i c n i r i co r^ CT> oo r^. co —~ m o o m o i n o m co *o o r~ r*. — -~ co CM r~ oo r- *o CM o u o o o o u - i o o m c M o m o c N O m f i — o r s r s ' ü ' - r ' l O r v C l O x n c O ' -- CM CO M M o m o o o m o o i i i i 14 V4 * H 14 0) 0» ' H }-i « ü K « J B M 3 O 01 01 3 t-i u > u e « ^ O 0) CO 0) o z o •-> [u : co a> = -2 4J S r-l ! - H co a) co • F 4 - H - H 3 4-1 CO U * H Ö f t 0 0 CX 4 J a 0) 3 3 3 0) o I I I I o in o o m r~ o o r~ o — — \o m w i n CO CO — «4-1 C H CM Cu II II II II S u _ 0) H O . r-- r^ r- o 00 C CH "4-C 14-t »4-1 /CO /CO /CO /CO 4-1 4 J | 4 h M h 0) 3 3 3 3 N 3 3 3 3 Ol .o O O O ^-* co O O I N O T J — 0 0 U I CM • H CM — U I o

^!

co T l •H (1) -O h <fl 0) , û S M .Ü U eu a) J-I « c 6 m ^ -H 5 <u tu a) h m i ] ^3 m m Ö J-. > o O cO O I - I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De veranderingen in de omstandigheden, die de verhoudingen in het gezin en huishouding bepalen, zijn inderdaad zo omvangrijk en vinden in een zo snel tempo plaats,

Zwarte Zee-eend (niet-broedvogel) behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 9700 vogels.. Bijlage VI

Keel diep rood purper, satijnachtig glanzend (door zeer grote gladde oppervlaktecellen, glijzone!), naar beneden toe (in de buis) purper gemarmerd.. Vlag van binnen zeer sterk

Het besluit van de werkgroep “Psychiatrie”, namelijk dat algemene ziekenhuizen net zoals psychiatrische ziekenhuizen blijvend de mogelijkheid moeten hebben om

De Nationale Raad stelt vast dat, alhoewel het aantal pediaters in België ruim hoger ligt dan in de ons omringende landen, de ziekenhuizen steeds meer moeilijkheden ondervinden

- 17 november 2009 : brief aan Minister Onkelinx inzake het advies van de federale commissie « Rechten van de patiënt” betreffende de inzage in het medisch dossier dat

Si, au sein des membres de la Commission, il n’y a aucun volontaire pour assurer la présidence d’un groupe de travail, cette dernière peut être assurée par un

Aan deze verschillen mag echter geen grot» waard» gehecht worden daar de niet besmette series (wat betreft de rassen X, T »a Sssar) ongeveer geiljk«®ardi |g§