• No results found

Hoe telen Koeien & Kansen-boeren maïs?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe telen Koeien & Kansen-boeren maïs?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2012

23

CONCLusIE

Zaaien en oogsten

Bij de keuze van het ras wordt vooral gelet op een hoge opbrengst (VEM, drogestof, zetmeel), een goede verteerbaarheid en een beperkt oogstrisico. Het tijdstip van zaaien ligt in de meeste gevallen voor 10 mei en indien mogelijk al rond 20 april. Alleen bedrijven die in het voorjaar nog een snede gras oogsten zaaien later. De zaaidatum wordt door verschillende afwegingen bepaald. Genoemd worden: werkverdeling; vroeg zaaien is een hoge opbrengst; 1 dag vroeger zaaien is 3 dagen eerder oogsten. Anderen laten zich leiden door de bodemtemperatuur om zodoende een snelle opkomst te realiseren, maar ook om de kans op vorstschade te beperken. Het oogsttijd-stip wordt hoofdzakelijk bepaald door de opbrengst in combinatie met het drogestofgehalte van de plant. Als na de maïs gras wordt ingezaaid, wordt relatief vroeg geoogst.

Vanggewas

Italiaans raaigras en rogge zijn de meest gebruikte vanggewassen. De meeste bedrijven houden bij het tijdstip van de oogst van maïs geen rekening met het welslagen van een vanggewas. Een reden is dat de prioriteit gegeven wordt aan maïs als

hoofdgewas, maar soms is ook de overtuiging dat het vanggewas geen hinder ondervindt van een late maïsoogst. In het vroege voorjaar (februari, maart) wordt het vanggewas maar door een enkel bedrijf bemest. Dit in tegenstelling tot een aantal jaren geleden, waarin vaak nog werd geprobeerd om het vanggewas te oogsten met een flinke opbrengst. Het onderwerken van het vanggewas gebeurt in de praktijk op verschillende manieren. De één doet dat het liefst zo vroeg mogelijk (vóór 15 maart) omdat dan de vastgelegde mineralen eerder in het seizoen vrijkomen voor de maïs en om te voorkomen dat het vanggewas met maïs gaat concurreren om vocht. Anderen kiezen ervoor om het vanggewas tussen half maart en half april onder te werken om zo meer organische stof in de bodem te brengen.

Grondbewerking en bemesting

Voordat de grond voor de maïs wordt klaargemaakt, heeft het vanggewas al vaak een behandeling gehad (frezen, cultivator, schijveneg). Op kleigrond wordt het maïsland meestal in de winter geploegd. Op zandgrond ploegt men vaak vlak voor het zaaien. De ploegdiepte varieert tussen 20-25 cm. Soms gaat men met woelers tot een diepte van 35-40 cm. De helft van de deelnemers bemest volgens een vast patroon: een standaardhoeveelheid drijfmest volvelds voor het zaaien en daarna een hoeveel-heid kunstmest in de rij. De andere helft stemt de bemesting af op de geslaagdheid van het vang-gewas en de plek van de maïs in de rotatie. Dat betekent bijvoorbeeld een lagere gift in de maïs die direct na een graslandperiode geteeld wordt. De drijfmestgift ligt tussen 30 en 55 m3 per hectare.

Er wordt 100 tot 150 kg kunstmest gegeven in de vorm van KAS, ureum of NP-meststoffen. Bedrij-ven die rekening houden met de plek van de maïs in de rotatie, bemesten eerstejaarsmaïs met gemiddeld 10 m3 minder. De meeste bedrijven

houden bij de bemesting geen rekening met de bodemvruchtbaarheid van een perceel. Als redenen worden genoemd dat men gaat voor eenvoud; maximale opbrengst en dus genoeg bemesten; alle grond is gelijkwaardig. Enkele bedrijven heb-ben een eigen bemester, maar de meesten laten het werk door de loonwerker uitvoeren. Vaak wordt tijdgebrek als reden genoemd, of dat de loonwerker goede machines heeft en daardoor nauwkeurig kan werken.

Jouke Oenema, Koos Verloop en Gerjan Hilhorst

Wageningen UR Livestock Research

Hoe telen Koeien &

Kansen-boeren maïs?

De deelnemers aan Koeien & Kansen zijn middels een enquête gevraagd hoe ze maïs telen en waarom ze

dat zo doen. De aanleiding hiervoor was dat de benutting van vooral stikstof te wensen overlaat: de nitraat­

concentraties in het grondwater zijn vaak te hoog. De enquête is gebruikt voor het ontwikkelen van een

beslisboom die een veehouder gerichte adviezen geeft voor het optimaliseren van de maïsteelt. Hieronder

worden enkele uitkomsten van de enquête beschreven.

ZaaIEN BIj KOEIEN&KaNsEN

Het tijdstip van zaaien ligt in de meeste gevallen voor 10 mei en indien mogelijk al rond 20 april. Foto: Marcel Bekken

D

e meeste bedrijven willen graag

meer maïs telen dan de 30 pro-cent van het bedrijfsareaal die bij derogatie is toegestaan. Vooral vanwege de hoge

hectare-opbrengst en omdat snijmaïs prima past in het rantsoen. De meeste maïs wordt in wisselbouw met gras geteeld, waarbij de maïsfase 1-3 jaar is en de graslandfase 3-5 jaar. Soms wordt aard-appelen in het bouwplan opgenomen.

De teelt van maïs moet in de context van de gehele bedrijfsvoering en bedrijfsstructuur worden gezien. Verbeteringen in de maïsteelt, zoals het omgaan met een vanggewas maar ook de bemesting (drijfmest rijen­ bemesting, beter rekening houden met nalevering van mineralen uit ondergeploegde graszodes), kunnen bijdragen aan een hogere benutting van mineralen. Om in gerichte, prak­ tische adviezen te voorzien is in ‘Koeien & Kansen’ een beslisboom ontwikkeld. Naast het beter benutten én omgaan van mineralen wordt in de beslisboom aandacht besteed aan het beperken van bestrijdingsmiddelen en het voorkomen van ziektes en plagen. Een eerste ontwerp dat al praktisch bruikbaar is, komt in maart beschikbaar. U kunt die dan vinden op de website www.koeienenkansen.nl.

22

V-focus april 2012

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A uniqueness of the Wonderfontein Spruit Catchment area is that it currently is probably the area in South Africa regarded to be the most written about, environmentally in the

This chapter reviews literature reporting on the effects of predation globally as well as in South Africa, the predators associated with losses in South Africa,

During the second study, the effect of different distribution ratios of small and large particle sizes of limestone on in vivo and in vitro solubility, bone quality, egg production

Soos reeds in Hoofstuk 2 genoem moet daar in hierdie module gebruik gemaak word van opinies van die grootste kliente, verskaffers en mededingers asook

nansie in afdeling ses onder die applikant se aandag gebring word en deur die skoolhoof en applikant onderteken word. Afdeling sewe voorsien 'n ruimte vir opmerkings deur

Claim 19 was discovered by an Australian miner by the name of George Harrison went out walking on a Sunday in March 1886 and discovered an outcrop of a main gold bearing reef

kombuise deur rniddel van plaaslike inisiatief opgerig waar die kinders se voeding aangevul kon word. Kledingstukke is aan die armste leerlinge verskaf. Smuts

The various indicative Megaflex Price Paths are from the Revenue Price Path based on the prevailing (2012) ratio between the average pricing levels and the Megaflex