77
R. Koster
/
Veredelingvan populieren
(Voordrachtvoor
de
Nederlandse DendrologischeVereniging op
24juni
1971)kloon behoren juist is, is echter nog niet verklaard waardoor het
verschil
in
schors kan zijn on6taan. Een aanduiding van deoor-zaak geeft wellicht het tweede onderzoek. Daarbij werden een boom van 'Robusta' en een boom van 'Gelrica' op zestienjarige
leeftijd
zover opgesnoeiddat
in
detop
van de bomen slectrts eenklein
gedeelte van de kroon overbleef. Deze mishandelingresulteerde uiteraard
in
de vorming van veel waterlot op de ge-hele takvrij gemaakte stam.Uir
her waterlot werden vervolgens stekken gesneden, die werden ingedeeld naar de hoogte aan destam waar de scheuten waren ontstaan. Zo werd van elk van de
beide bomen een reeks stekken verkregen, afkomstig van
hoog-ten van 0
tot
14 meter. De hieruit gekweekte plantenwerden in een proefveld uitgeplant. Aan de schors van de thans zesjaige planten van beide klonenis
duidelijk te zienof
het stekmate-riaal waaruit de bomenzijn
ontstaan, onderuitof
bovenuit deoorspronkelijke bomen afkomstig is. Stekmateriaal onderuit de
opgesnoeide bomen leverde namelijk bomen met een duidelijk meer ruwe en donkere schors dan stekmateriaal, afkomstig bo-venuit de oorspronkelijke boom.
Dit
verschijnselis
vooràl bij een groot verschilin
hoogte zo duidelijk dat hetlijkt
of uit
de'Robusta' kunstmatig een'Zeeland' is ontstaan (zie foto's). Het resultaat bevestigt overigens een Italiaanse ervaring met enkele bomen
van
'l
2I4'
die
ontstondenuit
stekkenuit
eenjarigeplanten en
uit
de topscheut van vijfjarige planten.De
verschillende populierensoorren behorendtor
de
secties Aigeirosen
Tacamahaca (resp. zwatteen
balsempopulieren)hebben elk een ,,eigen gezicht".
In
algemenezin
kan men weleen kenschets geven van de eigenschappen van elke soort, hoe-wel men dan
natuurlijk
sterk moet generaliseren. Deze eigen-schappen zou men kunnen verdelenin
twee groepen, nl.t
hun gevoeligheid voor ziekten en plagen2
hun groei-eigenschappen (waaronder de eisen diezij
aan degrond stellen).
Beperken
wij
onstor
de drie volgende soorten: Populus nigrauit
Europa, P. deltoidesuit
de Oostelijke Ver. Staten en Canadaen P. trichocarpa, een balsemsoort
uit
het I7esten van de Ver.Staten
en
Canada, dankan
(generaliserend) de volgende ken-schets worden gegeven. Tenslotte zal dan nog de hybridisatietussen deze soorren worden toegelicht. P. niEra
De
soort heeft zeer hoge weerstand tegen bacteriekanker; alle getoetste Noordwesteuropese klonenzijn
resistent; de weinige Italiaanse,die
werden geroersren de
Populusnigra
'Italica', eveneens.De
soortis
daarentegen gevoelig voor de bladziekten roest enMarssonina en, waarschijnlijk als gevolg daawan
voor
schors-brand (Dothichiza), die secundair optreedtbij
bomen die ver-zurakt zijn (bijvoorbeeld na verplantenof
na een ernstige roesr-aantasting).Alle klonen van P. nigra bleken uitstekend stekbaar.
De
Nededandse klonenzijn
overwegend uitermate goedbe-stand tegen wind.
In
dit
opzichtzijn zij
beter dan dè meeste hybride populieren, uitgezonderd wellicht de klonen 'Robusta' en 'Heidemij', die ook zeer goed bestand zijn tegen wind. P. nigra komr van nature voorin
.{e binnenduinen en langs derivieren. Op lichte gronden kan deze soorr (althans
in
de jeugd)een redelijke groei vertonen.
Op
zware grondenis
de
groeimeestal goed. Sommige klonen evenaren de praktijkklonen
in
groer.P. tleltoides
De
overgrote meerderheid der getoetste P. deltoides klonen istVordt dit
verschijnsel gecombineerd met het resultaat van hetonderzoek
met de
verschillende herkomstenvan de
BaakseN7itte dan kan, indien tevens
in
gedachten wordt gehouden hoe deze Achterhoekse beplantingenzijn
onrsraan, voorzichtig hetvolgende vermoeden worden uitgesproken.
De
bomen mer de lichtst gekleurde en meest gladde schorszijn
onrsraanuit
,po-ten" aÍkomstiguit
de rop van volwassen, kaprijpe bomen. De bomen mer war ruwere en minderlichte
schorJzijn
ontstaanuit
,poten" eveneens afkomstig van dergelijke bomen maar danuit
een zijtak bovenuit de kroon,terwijl
de bomen mer de ruw-ste en minst lichte schorszijn
ontstaanuit
,,poren" afkomstigvan
knotpeppels. Volgens deze theorie zouden de van moer--stoven afkomstige NAKB-'Gelrica's' een nog meer donkere enruwe schors moeten hebben. En dat hebben ze
in
het algemeenook!
Verder onderzoek zal moeten uitwijzenof
de conclusies inderdaadjuist
zijn. Daarbij moer er tevens rekening mee woÍ-den gehouden dat de groeiplaats en daardoor ook de groeiin-vloed kan uitoefenen op het
uiterlijk
van een boom.I7aar het
mij
om ging is aan re tonen hoe groot de invloed vanuitwendige omstandigheden kan zijn. Het is dan ook geen
won-der dat de taxonomische indeling van het geslacht Populus met zijn morfologisch zo verschillende secries, subsecries en groepen ondanks het vele onderzoek nog nier is afgerond.
gevoelig voor bacteriekanker, doch er zijn uitzonderingen.
De gevoeligheid voor bladziekten is over het algemeen geringer
dan
bij
P.nigra;
betrekkelijk veel klonenzijn
redelijk weiÁiggevoelig voor hetzij roest, hetzij Marssonina, soms voor beide.
De
stekbaarheid q/isselt vankloon tot
kloon.De
bodemeisen van deze soort mer een geweldig verspreidingsgebiedzijn
nog moeilijk te definiëren. De ervaring is, dat vele geroetste P. del-toidesklonen het uitstekend deden op zeer zwarè en rijke, soms ook uitermatenate
gronden. Vooral van klonen met zuidelijke herkomst kan de groei enorm snel zijn, doch met gebruik vanP.
deltoidesin
praktijkbeplantingen besraat nog weinig erva-ring.In
proefbeplantingen blijken zelfsbij
klonen metresisten-tie
tegen bladziekten vaak knoppenniet
uit
te
lopen, hergeenzou kunnen wijzen op fysiologische storingen. P. trichocaryra
Zowel
in uiterlijk
alsin
groeiplaatseisen is deze soort duidelijk verschillend van beide vorige. De P. richocarpa is een balsem-populier mer een zeer lang en smal blad en een (vooralin
hetvoorjaar) karakteristieke geuÍ.
\Teerstand tegen bacteriekanker is niet algemeen doch evenmin
uitzondering.
De
gevoeligheid voor roestis
vrij
algemeen, die voor Marssonina daarentegen over de helelinie
geringer, uit-zonderingen daargelaten.Zij
hebben, meer dan anderepopu-lierensoorten,
te
lijden van
insekten (glasvlinder, Sciapteion tabaniformisen
populierescheutboorder, Gypsonoma aéeilanabijvoorbeeld).
Alle
getoetste klonenzijn
volledig stekbaar. Deze balsempopu-lieren lopen vroeguit
en hun wortelactiviteit is daarmeeblijk-baar
in
overeenstemming:zij
geven de voorkeur aanniet
te zware, koudeof
natte gronden,die
dusal wat
vroegerin
hetvoorjaar
,op
temperatuur komen".Voor de
landschapsbouweren voor
gebruikin
stedelijkebe-plantingen hebben klonen van deze soorq die het publiek niet herkent als ,,populieren"
wel
aantrekkelijke kanrenal
was hetalleen maar omdat zo een beplanting
,weer
eenswat
anderslijkc'.
78
jrà*+.
:*€*jka-*,
DezelÍde P. deltoidet rnoederIetert, gekraist rnet Nederlandse P. nigra
hl,briden (op de uoorgrond)
die han. blad al ku,ijt zijn. gekraist met Zaidlranse P. nigra orrtstddn hybriden net
langere aegetatieperiod e
(planten op de achtergrond àie brn blad nog bezitten).
Foto: J. B. $f. \7es
Hybritlen
Men onderscheidt herkomsthybriden, waarbij de ouders wel ror dezelfde soort behoren, doch
uit
(ver) uiteen gelegen delen van het herkomstgebied stammen en soorrhybriden,wier
ouders ror verschiilende soorten behoren.Voorbeelden van herkomsthybriden
zijn
bijvoorbeeldP.
nigraklonen, ontstaan door gecontroleerde kruising van Nederlandse en Italiaanse nigra. Deze hybriden groeien vaak war sneller dan de Nederlandse P. nigra en
zij
verronen soms een gerjngere ge-voeligheid voor bladziekren dan de beide ouders.Een ander voorbeeld van een herkomsthybride
is
P. deltoides,wa
tvaÍ
één der ouders van noordelijke, de andere vanzuide-lijke
herkomstis.
Dergelijke hybriden geven somsde
indruk van een sterkerevitaliteit
dan andere P. deltoides klonen: zijhebben meer
blad, zijn
wat minder gevoeligvoor
ongunsrige klimaatsfactoren en zijn vaak heel goede groeiers.De
meest bekende soorthybriden zijn de euramericanapopulie-ren, dus de deltoidesx
nigra hybriden, zoals 'Gelrica', 'Robusta','Marilandica' erc.
De
goede hybriden combineren de gewensteeigenschappen van beide ouders. Jaarlijks worden vele tiendui-zenden soorthybriden, voornameliik deltoides
x
nigra, door ge-controleerde kruisingenbij
het Bosbouwproefstationin
Vage-ningen gemaakr. Bewuste keuze van de ouderskan
leiden tot hybridenmet
bepaalde eigenschappen: dezelfdeP.
deltoides geeftbij
kruising mer een Zuidfranse P. nigra een kroosr darlanger
in
bladblijft
danbij
kruising mer een Nederlandse P. nigra (zie foto).Kruising
vanP.
nigraen P.
trichocarpa, beide roestgevoelige soorten, geeft meestal nakomelingen met zeer grote roestgevoe-ligheid, docher zijn
uirzonderingen.Iíellicht
kan men onderdergelijke hybriden klonen vinden, geschikt voor zandgronden en voor winderige groeiplaatsen.
Het
meest belovendvoor
de houtproduktie
zijn
de hybriden van P. deltoides en P. trichocarpa. Deze onderscheiden zich doorhun
enorme groei, gepaard gaande mer een geringegevoelig-heid voor bodemverschillen. Een aantal nieuwe klonen van deze
categorie hybriden staar
in
vele opzichten aande
top.Zi1
ztjn volledig stekbaar en verronen-
althansin
de eerstetien
jaar-een verbazingwekkende groeikracht
en vitaliteit op
een reeks gronden var' zeet uiteenlopende kwaliteit. De goede klonenon-der hen hebben weerstand tegen bladziekten en bacteriekanker.
Zij
zijn te herkennen aan een typische bladvorm en een somsopvallend dichte bezetting mer blad. Hun weerstand tegen wind
is
nog onbekend. Daar beide ouderstor
soorren behoren, die niet uitblinkenin
windbestendigheid, zijn de verwachtingen opdit
punt nier te
hoog gespannen.Zij
verronen ook vaak watmeer insektenaanrasringen dan de van oudsher bekende eura-mericana's.
Hun
geweldige groeikracht is echter een voordeel, dat groter is dan deze (vermoedelijke) nadelen.Vooralsnog is de produkrie van dergelijke nieuwe hybriden nog
beperkt daar
er
in
ons landvrijwel
geen goede P. trichocarpaklonen van voldoende ouderdom zijn om ermee te kunnen krui-sen.
Er
worden danook
jaarlijksin
\Tageningen veel meer euramericana (dus P. deltoidesx
P.
nigra) hybriden geprodu-ceerd dan P. deltoidesx
P. trichocarpa hybriden.Dit
neemtniet
weg, dat het beschikbare sortimenr van P.del-toides
x
P.
trichocarpa hybridenop dir
momenral
zeerveel-belovend is.