• No results found

Wie houdt de muis vast?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wie houdt de muis vast?"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Wie houdt de muis vast?

Een onderzoek naar internetgebruik in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI)

Charlotte Vissenberg en Kitty Jurrius

Mogelijk gemaakt door:

Forca

Uitgevoerd door:

Lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg van

Hogeschool Windesheim Flevoland

I.s.m.

Intermetzo

(2)

2

Aan dit onderzoek hebben meegewerkt:

Charlotte Vissenberg

Kim van Maurik

Lieke van Domburgh

Kitty Jurrius

Met dank aan de klankbordgroep:

Eva Becking

Erik Bulten

Krijnie Schotel

(3)

3

Inhoudopgave

Samenvatting onderzoeksresultaten en aanbevelingen ... 4

1. Inleiding ... 7

Aanleiding onderzoek ... 7

Nieuwe onderzoeksopzet op basis praktijkervaringen ... Error! Bookmark not defined.

2. Methoden ... 10

2.1 Onderzoeksdesign ... 10

2.2 Werving respondenten ... 10

2.3

Dataverzameling ... 10

2.4

Data analyse ... 10

3. Opbrengsten van dit project ... 11

3.1 Resultaten van dit onderzoek ... 11

3.2 Randvoorwaarden ... 14

3.3 Opzet pilot met betrekking tot het gebruik van internet in de JJI ... 17

Pilot ... 17

5. Conclusie en discussie ... 19

5.1 Conclusie ... 19

5.2 Discussie ... 20

6. Aanbevelingen ... 21

7. Referenties ... 22

Bijlage 1 Achtergrondkenmerken respondenten ... 23

(4)

4

Samenvatting onderzoeksresultaten en aanbevelingen

Voortraject

Uit het voorgaande onderzoek (‘ICT daar weet ik wel wat van’. Een onderzoek naar eigen

invloed op de behandeling en het gebruik van ICT onder jongeren in een justitiële

jeugdinrichting.) (Vissenberg en Jurrius, 2016) bleek dat een gedeelte van de jongeren meer

invloed wil op zowel het dagelijks leven als op de behandeling, en ICT als een mogelijkheid

werd gezien om die invloed te vergroten. Binnen verschillende jeugdzorgplus organisaties

zijn applicaties in ontwikkeling of ontwikkeld die mogelijk ook binnen JJI’s kunnen worden

ingezet voor het versterken van de eigen regie. Tegelijk werd duidelijk dat randvoorwaarden

en praktische uitvoering binnen de JJI organisaties nog veel vragen opriepen.

Bij de start van het huidige project hadden we een aantal aannames:

- Er zijn al verschillende ICT applicaties ontwikkeld gericht op het vergroten van eigen

regie in jeugdzorgcontexten, het gebruiken en beschikbaar maken van deze

applicaties zou zinvol zijn om ook binnen organisaties waar nog wordt gezocht naar

toepassingen eigen regie van jongeren te vergroten.

- Binnen JJI organisaties en jeugdzorgplusorganisaties zijn er weliswaar zorgen op het

gebied van randvoorwaarden en veiligheid, maar bij de toepassing van applicaties

kunnen vooraf en gaandeweg deze randvoorwaarden ook worden besproken en

aangepakt.

- Jongeren binnen de JJI hebben behoefte aan het vergroten van hun eigen regie op de

groepen en ICT zou daar bij behulpzaam kunnen zijn.

Oorspronkelijk idee van het huidige traject was dan ook te onderzoeken op welke wijze een

concrete ICT applicatie kan worden ingezet in de JJI en in de jeugdzorg plus met het oog op

het vergroten van de eigen regie en de eigen invloed op het dagelijks leven. Oorspronkelijk

was de opzet om bestaande applicaties, ontwikkeld binnen een jeugdzorgplus context

beschikbaar te stellen en uit te proberen binnen een andere jeugdzorgpluscontext en binnen

een JJI instelling.

Bij de bespreking van deze opzet met een aantal JJI’s en jeugdzorgplus organisaties bleek dat

meer basale vragen over het waarom en hoe eerst om een gedragen antwoord vroegen. Dit

heeft geleid tot een andere opzet van het onderzoek dat we hebben uitgevoerd binnen

Forensisch Centrum Teylingereind.

Opzet project

Van september 2016 tot augustus 2017 heeft het lectoraat Klantenperspectief in

Ondersteuning en Zorg onderzoek gedaan naar de behoeften van jongeren en professionals

in Forensisch Centrum Teylingereind met betrekking tot het gebruik van internet en ICT

toepassingen om de eigen regie van jongeren in de JJI te vergroten. Dit project had

daarnaast als doel het in kaart brengen van randvoorwaarden voor het veilig inzetten van

internet en ICT toepassingen ten behoeve van de eigen regie en het evalueren van drie

ICT-toepassingen gericht op het vergroten van de regie op het dagelijks leven in de JJI.

(5)

5

Er zijn 12 semigestructureerde diepte interviews met jongeren in de JJI en professionals

werkzaam in de JJI gehouden. Daarnaast is er een brainstormsessie gehouden met

professionals werkzaam in de JJI.

Resultaten

Dit onderzoek laat zien dat de behoeften van jongeren in een JJI met betrekking tot

internetgebruik niet veel afwijken van die van andere jongeren. De behoeften met

betrekking tot het gebruiken van internet in het kader van eigen regie lijken niet te liggen bij

het gebruiken van specifieke apps gericht op het vergroten van eigen regie of het gebruiken

van apps om de invloed op de behandeling te vergroten. De behoeften van jongeren en

professionals lijkt voornamelijk te liggen bij het werken aan persoonlijke internetdoelen ter

voorbereiding op het leven buiten de JJI. Voorbeelden van dergelijke internetdoelen zijn: Via

internet informatie zoeken en regelen van woonruimte; via internet regelen van je

verzekering; via internet aanvragen van een uitkering; via internet spullen bestellen en

betalen; via internet informatie vinden over scholen; via internet werk zoeken. De

verwachting is dat deze voorbereiding helpt bij het stellen van realistische doelen en het

voorkomen van teleurstellingen bij het verlaten van de JJI. Ook is de verwachting dat het

werken aan internetdoelen zal zorgen voor meer verbinding en meer afstemming tussen het

traject in de JJI, het schooltraject en het traject buiten de JJI waardoor deze drie onderdelen

meer één traject zullen vormen.

Op basis van de onderzoeksresultaten is binnen dit project een ontwerp gemaakt voor een

pilot waarbij jongeren werken aan internetdoelen. Belangrijke randvoorwaarden hiervoor

zijn:

Het samenstellen van een projectgroep met daarin alle betrokkenen (mentoren,

jongeren, intern trajectbegeleiders en ICT medewerkers) die besluit over de vormgeving

en uitvoering van de pilot.

Jongeren worden begeleid bij het werken aan internetdoelen door hun mentor maar

houden zelf de muis vast.

De samenwerking tussen de mentor, de ITB’er, en schoolmedewerkers vormt het

uitgangspunt

Jongeren werken individueel met een eigen account en wachtwoord.

Mentoren worden getraind voordat zij met jongeren gaan werken aan internetdoelen.

Een subgroep van jongeren mag gebruik maken van internet, dit geldt niet voor

iedereen.

De handelingen van jongeren op internet moeten controleerbaar zijn, dit vereist onder

andere een goede samenwerking met de ICT afdeling.

Het maken van duidelijke afspraken met betrekking tot gedragsregels en het garanderen

van de veiligheid.

Het afsluiten van een contract met de jongere afhankelijk van het medium dat gekozen

wordt.

Het faciliteren van het werken met internet voor zowel jongere als mentor zonder dat dit

de veiligheid op de groep in gevaar brengt.

Het in kaart brengen van de gevolgen voor het takenpakket van zowel de ITB’ er als de

mentor.

(6)

6

Het creëren van draagvlak en het verkrijgen van goedkeuring voor de pilot was onderdeel

van het huidige project. De uitvoering van de pilot gaat in september van start. Van

september tot december zullen er voorbereidingsbijeenkomsten met de werkgroep

plaatsvinden waarin de resultaten en randvoorwaarden van dit onderzoek besproken

worden. Er zal een plan van aanpak en een draaiboek worden gemaakt. Ook zullen de

mentoren getraind worden en de selectie van jongeren plaatsvinden. Van januari 2018 tot

juli 2018 zal er een pilot worden uitgevoerd op twee groepen in de JJ, een langverblijfgroep

en een kortverblijfgroep. Deze pilot wordt in het najaar van 2018 geëvalueerd.

Reflectie op aannames

Ten opzichte van de oorspronkelijke aannames heeft dit project inzichtelijk gemaakt dat

zorgen om randvoorwaarden en veiligheid zo fundamenteel zijn, dat deze eerst in de

organisatie moeten worden besproken en opgelost voordat een concrete ICT applicatie of

ICT werkwijze kan worden toegepast.

Jongeren hebben weliswaar behoefte aan het vergroten van hun eigen regie en ICT zou

hierin kunnen ondersteunen maar dit onderzoek roept de vraag op of nieuwe applicaties de

enige manier zijn om dit te doen of dat het leren omgaan met bestaande internetsituaties /

het bereiken van internetdoelen niet beter past bij het oriënteren op het leven buiten de

residentiële setting.

Aanbevelingen

Dit project laat zien dat een JJI door de focus op beheersbaarheid en veiligheid een

uitdagende omgeving is om een pilot waarbij internet gebruikt wordt uit te proberen. Ook is

er sprake van een spanningsveld tussen veiligheid en ontwikkeling. Aanbevelingen zijn

daarom om te werken met een bottom up benadering en het goed in kaart brengen van de

organisatie zodat helder is wie waarvoor toestemming moet geven.

Relevantie voor andere JJI’s

Omdat meerdere JJI’s te maken hebben met deze zaken is het belangrijk om resultaten van

dit soort studies en pilot studies met elkaar te delen. De uitkomsten van het onderzoek en

de opzet van de pilot worden daarom nu gedeeld met andere JJI’s. Hiermee krijgen zij ook de

mogelijkheden om vanaf september 2017 aan te haken bij de pilot om binnen de JJI aan

internetdoelen te werken.

(7)

7

1. Inleiding

Aanleiding onderzoek

In Nederland verblijven ongeveer 500 jeugdigen in een justitiële jeugdinrichting (JJI) met een

gemiddelde verblijfsduur van 68 dagen

1

. In een JJI bevinden zich jongeren met een vrijheid

beperkende straf (jeugddetentie), jongeren die een Plaatsing in een Inrichting voor

Jeugdigen hebben gekregen (PIJ- maatregel) en jongeren die in afwachting zijn van

berechting

2

.

Deze jongeren komen vaak uit problematische opvoedsituaties met meervoudige en

complexe problematiek

2

. In de JJI volgen jongeren een intensief dagprogramma waar

onderwijs en arbeidstoeleiding een groot onderdeel van uitmaken

2

. Recente studies laten

zien dat het leefklimaat in de JJI een belangrijke rol speelt bij de behandeling van deze

jongeren. Een positief leefklimaat in een JJI heeft een significante relatie met de motivatie

voor de behandeling en hangt samen met een vermindering van recidive en

gedragsproblemen

3 4

. De mate van eigen invloed en eigen regie met betrekking tot de

behandeling speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast is het doel van de wijze waarop de

tenuitvoerlegging plaatsvindt aan de ene kant bescherming van de maatschappij, maar aan

de andere kant ook het voorkomen van recidive en in het geval van jongeren het bijdragen

van een zo optimaal mogelijke ontwikkeling tot zelfstandig burger.

Het lectoraat klantenperspectief in ondersteuning en zorg interpreteert eigen regievoering

als ‘het hebben van regie over het eigen leven gericht op een goed leven in eigen ogen’

5

.

Het gaat hierbij niet over macht, die de jongere voert over de zorg, maar om een expliciete

plaats voor het klantenperspectief van de jongere binnen het handelen van de professional

en het organiseren van de hulpverleningsactiviteiten. Regie gaat dan om invloed op het

aanbod, ook als het aanbod bestaat uit een gedwongen behandeling.

Van september 2015 tot februari 2016 heeft het lectoraat onderzoek gedaan naar het

gebruik van ICT applicaties om de eigen regie van jongeren in de JJI te vergroten

6

. Uit dit

onderzoek komt naar voren dat er meerdere niveaus zijn waarop eigen regie van jongeren in

de JJI vorm kan krijgen met behulp van ICT. Een gedeelte van de jongeren wil graag meer

invloed op zowel het dagelijks leven als op de behandeling. Meer invloed uitoefenen op het

dagelijks leven in de JJI kan jongeren helpen om te ervaren dat hen niet alles uit handen

wordt genomen. Daarnaast kan het teruggeven van regie op het dagelijks leven bevorderend

werken op de behandeling (waar zelfmanagement vaak centraal staat) en het leven na het

verblijf in de JJI. Uit dit onderzoek kwam daarnaast naar voren dat er onnodig eigen regie bij

jongeren wordt weggenomen, waardoor ook waardevolle situaties (zoals het maken van

afspraken, het onderhouden van contacten, het vinden van informatie) niet kunnen worden

geoefend.

Het is nog niet bekend op welke wijze aan deze onderzoeksresultaten vorm gegeven kan

worden in een JJI. Zo wordt het organiseren van het leven binnen de JJI nu vaak gedaan in

interactie tussen groepsleiding en jongeren. De dagelijkse gesprekken en afstemming zijn in

pedagogisch opzicht erg belangrijk. In het onderzoek is ICT benoemd als een van de

(8)

8

In de praktijk zijn er op verschillende plekken ICT-applicaties ontwikkeld/ in ontwikkeling. In

eerste instantie wilden we dan ook vanuit bestaande applicaties kijken naar de wijze waarop

drie concrete ICT-toepassingen gericht op het vergroten van de regie op het dagelijks leven

in de JJI en een jeugdzorgplusinstelling konden worden toegepast en geëvalueerd. Bij het

benaderen van Jeugdzorgplus instellingen bleek echter dat deze instellingen druk bezig zijn

met het ontwikkelen en uittesten van apps op de leefgroepen. Er leek bij hen geen vraag te

liggen om apps die buiten de eigen instelling waren ontwikkeld ook te testen en te

evalueren.

In Forensisch Centrum Teylingereind (een van de JII’s), waar dit onderzoek plaatsgevonden

heeft, lag wel een concrete vraag. Teylingereind heeft de ambitie om internet en apps in te

zetten op de groepen ten behoeve van de eigen regie van jongeren met betrekking tot het

leven op de leefgroep als ook op de behandeling. Het is echter niet helder wat de behoeften

van jongeren en professionals op ICT-gebied precies zijn, aan welke randvoorwaarden er

gedacht moet worden en hoe deze randvoorwaarden gerealiseerd kunnen worden.

Daarnaast bestaat er weerstand onder de professionals vanwege zorgen om het waarborgen

van de veiligheid en vragen over de verantwoordelijkheid omtrent deze veiligheid.

Uit de vorige pilot waren al signalen naar voren gekomen dat het gebruik van internet

sommige jongeren binnen de JJI context de mogelijkheid biedt om criminele activiteiten van

uit de instelling te ondernemen. De zorg hierover maakt dat er een grote terughoudendheid

bestond bij het deelnemen aan een pilot waarin een bestaande applicatie getest zou

worden. Duidelijk werd dat het van belang was om eerst onderzoek te doen naar de wijze

waarop de toepassing van een ICT applicatie zonder veiligheidsproblemen vorm zou kunnen

krijgen. Tevens was er de wens om nog eens goed met elkaar te reflecteren op wat het

gebruik van ICT precies zou moeten opleveren – in de ogen van jongeren en begeleiders. Een

gezamenlijk gedragen plan was nodig.

Na een aantal oriënterende overleggen bleek de wens te bestaan om door middel van

actieonderzoek (onderzoek waarbij uitkomsten van onderzoek steeds met relevante

stakeholders worden besproken en concrete acties in de praktijk worden ontworpen en

nader onderzocht) bottom up op zoek te gaan naar deze behoeften en het goed in kaart te

brengen van de randvoorwaarden die daarbij horen. Op basis van deze informatie is er

vanuit de praktijk, in overleg met Teylingereind, het volgende onderzoeksdoel geformuleerd:

1) Het in kaart brengen van de behoeften van jongeren en begeleiders op het gebied van

internet en het gebruik van ICT toepassingen op de groep.

2) Het in kaart brengen van de randvoorwaarden voor het veilig inzetten van internet en

het gebruik van ICT toepassingen.

Dit project bestaat uit twee fasen; een behoeften analyse en een testfase. Tijdens de

behoefte analyse zullen de volgende vragen aan bod komen:

1. Wat zijn de behoeften van jongeren en begeleiders op het gebied van internet en het

gebruik van ICT toepassingen op de groep?

2. Hoe hangen deze behoeftes samen met andere behandeluitgangspunten: op welke wijze

kan een app de invloed op het dagelijks leven vergroten? Op welke wijze dragen apps

(9)

9

gericht op autonomie bij aan de behandeling van jongeren waar autonomie en zelfregie

ook centraal staat?

3. Wat zijn volgens jongeren, begeleiders en experts randvoorwaarden voor het veilig

inzetten van internet en het gebruik van ICT toepassingen?

4. Hoe kan deze informatie worden benut voor de opzet van een traject waarmee de inzet

van ICT binnen de JJI kan worden geconcretiseerd?

(10)

10

2. Methoden

2.1 Onderzoeksdesign

Het onderzoek werd gegoten in de vorm van een actieonderzoek, waarbij de onderzoeker samen met medewerkers van Teylingereind en betrokken jongeren onderzoek deed naar de randvoorwaarden en deze resultaten ook vertaalde in een plan van aanpak voor vervolg. Deze werkwijze bood de mogelijkheid om op de actuele situatie in te spelen en de onderzoeksresultaten concreet te vertalen naar toepassing in de praktijk. Als onderdeel van het actieonderzoek zijn 12 semigestructureerde diepte interviews (hierna interviews) met jongeren in de JJI en professionals werkzaam in de JJI gehouden. Daarnaast is er een brainstormsessie gehouden met professionals werkzaam in de JJI en is een projectplan opgesteld samen met een werkgroep die daartoe in het leven werd geroepen.

2.2 Werving respondenten interviews en brainstorm

De interviews zijn afgenomen onder jongeren en professionals van een kortverblijfgroep. Op deze groep verblijven 10 jongeren tussen de 18-24 jaar, zij zitten in detentie of zijn in afwachting van de uitspraak van de rechter.

De jongeren die deelgenomen hebben aan de semigestructureerde diepte interviews zijn hiervoor benaderd tijdens een bezoek aan de JJI. Van de 10 jongeren waren er negen bereid om deel te nemen aan dit onderzoek. Daarnaast waren twee van de vier pedagogisch medewerkers en de gedragsdeskundige van deze groep bereid om mee te doen.

Tijdens de brainstormsessie met betrokkenen waren een mentor, een schoolmedewerker en het hoofd behandeling aanwezig. Zie bijlage 1 voor de achtergrondgegevens van de respondenten.

2.3 Dataverzameling

De interviews met de jongeren duurden gemiddeld 30 minuten en vonden plaats in een aparte ruimte. De interviews zijn met toestemming van de jongeren opgenomen. Zie bijlage 2 voor de topiclijst die tijdens deze interviews gebruikt is.

De brainstormsessie met betrokkenen was bedoeld om te brainstormen over de randvoorwaarden voor het inzetten van internet in de JJI. Deze sessie is opgenomen waarna er een verslag van is gemaakt.

2.4 Data analyse

De verbatim transcripten en het verslag van de brainstormsessie zijn gecodeerd en geanalyseerd met behulp van QDA Miner 7. Hierbij is gebruik gemaakt van een framework analyse aanpak.

2.5 Opstellen projectplan

In een werkgroep is op basis van de onderzoeksresultaten een projectplan opgesteld voor het vervolg, dat meerdere keren met elkaar is besproken en vervolgens is voorgelegd aan het management voor goedkeuring en uitvoering vanaf september 2017.

(11)

11

3. Opbrengsten van dit project

Dit project heeft de volgende opbrengsten: 1) de resultaten uit het onderzoek;

2) de randvoorwaarden voor het inzetten van internet in de JJI; 3) de opzet voor pilot om deze resultaten in de praktijk te brengen.

3.1 Resultaten van dit onderzoek

Uit de diepte interviews met jongeren en professionals kwam een aantal thema’s naar voren: internetgebruik in de JJI, behoeften met betrekking tot gebruik van internet in het algemeen en behoeften in het kader van zelfregie en randvoorwaarden voor het gebruik van internet.

Internetgebruik en in de JJI

Het internetgebruik van de jongeren voordat zij in de JJI geplaatst zijn wijkt niet af van het internetgebruik van jongeren in het algemeen. Tijdens de interviews gaven zij aan met name hun telefoon te gebruiken om te WhatsAppen met vrienden en familie. Daarnaast gebruikten zij met name Instagram, YouTube, Netflix en Facebook op hun telefoon, tablet of laptop.

De jongeren geven aan dat zij in de JJI alleen toegang hebben tot internet op school. Dit vindt altijd plaats onder toezicht met hun eigen (school)account. Zij geven aan met name naar muziek te luisteren, maar soms ook dingen voor school op te zoeken.

De professionals geven aan dat er op school gewerkt wordt met een whitelist, een lijst met websites waar jongeren toegang tot hebben. Zij geven aan dat zij niet precies weten welke websites er op de whitelist staan, wat jongeren op school op internet doen of hoe vaak zij toegang hebben tot internet. Ook weten zij niet precies welke vakken er aangeboden worden aan jongeren als het gaat om het veilig gebruiken van internet, het omgaan met social media en zelfredzaamheid. Zij geven aan dat wanneer een jongere iets wil regelen waarbij internet nodig is dit via de intern traject begeleider (ITB’er) gaat. Het duurt vaak even voordat de ITB’er hier tijd voor heeft, dit is volgens de

professionals een gemiste kans omdat de motivatie van jongeren hierdoor afneemt.

“Ik denk dat het ergens zonde is dat het (internet) er niet opzit, omdat je soms wel kansen mist. Jongens die toch iets op willen zoeken voor school of, dat verloopt nu allemaal via de ITB’er zeg maar (…). Dan moet er eerst weer een afspraak gemaakt worden met de trajectbegeleider. Die kan het dan samen met die jongen wel gaan doen. Daar gaat tijd overheen en ik denk dat dat soms wel een gemiste kans is.” (professional)

Behoeften met betrekking tot het gebruik van internet in het algemeen

In eerste instantie geven zowel de professionals als de jongeren aan geen behoefte te hebben aan internet of ICT toepassingen in de JJI.

I: Stel je had hier een telefoon, wat zou je daar dan mee doen? R: Wat ik daarmee zou doen? Ik zou hem niet gebruiken. I: Helemaal niet?

R: Nee. Maar ik zou hem wel verkopen. (jongere)

De professionals geven aan dat zij op dit moment internet of apps niet nodig hebben om hun werkzaamheden te kunnen doen op de groepen.

(12)

12 “Voor mijn werk op de groep heb ik geen internet nodig. Als er geen registratie zou zijn, als er geen Youturn zou zijn waarin je het traject van een jongere bijhoudt. Voor het behandelen en begeleiden heb je het niet nodig.” (mentor)

Een aantal jongeren geeft aan dat zij op dit moment hun straf aan het uitzitten zijn en daarom geen behoefte hebben aan internet. Deze jongeren geven aan dat de komst van internet geen positieve gevolgen zal hebben. Zij geven aan dat er waarschijnlijk misbruik van het internet gemaakt zal worden waardoor het weer weggehaald zal worden. Ook denken zij hier zelf van in de problemen te komen.

Dan gaan er problemen ontstaan, ik weet niet wat de regels daarvan (internet) zijn. Ik denk, het is net een spelletje, je ruikt een beetje bloed, je raakt eraan gewend en uiteindelijk. Liever geen internet, gewoon rustig mijn straf uitzitten. En ik laat mij niet, zet het allemaal maar uit, en buiten zoek ik het uit. Klaar. (jongere)

Bij het doorvragen gaven de jongeren echter aan graag contact te willen hebben met vrienden en familie, online dingen te willen bestellen en sommige dingen op te willen zoeken zoals recepten wanneer zij moeten koken op de groep of dingen voor school. Sommige jongeren geven aan liever geen behandeling te willen volgen met behulp van internet, andere jongeren geven aan dat het hen niet uitmaakt hoe zij een behandeling volgen.

R: Ik zou wel willen, zeg maar, iets willen leren over hoe je een eigen bedrijf start en dat soort dingen. Ik ga een bedrijf starten.

I: Ja? Heb je al een idee in wat? R: Glazenwasser.

(jongere)

Behoeften met betrekken tot het gebruik van internet in het kader van zelfregie

Daarnaast gaven de meeste jongeren in eerste instantie aan dat zij het niet nodig vonden iets te leren over het gebruik van internet om een zelfstandig leven te kunnen leiden. Zij gaven aan dat de ITB’er praktische zaken voor hen regelt en dat zij goed weten hoe zij internet moeten gebruiken.

Tijdens het doorvragen bleek echter dat de jongeren naast de ITB’er zitten terwijl deze bepaalde zaken voor hen online regelt. Uit de interviews kwam naar voren dat de jongeren niet degene zijn die de muis van de computer vasthouden. Uit de interviews bleek dat zij niet goed wisten hoe zij zelf bepaalde zaken het beste konden aanpakken of dat de verwachtingen die zij hadden niet realistisch leken. Er leek een discrepantie te bestaan tussen wat de ambities die zij hadden en hun eigen mogelijkheden. Zo gaven jongeren aan gewoon een kamer te gaan huren in Amsterdam, terwijl zij geen werk hadden of naar het kantoor van het UWV te gaan om een uitkering te vragen terwijl dit online geregeld moet worden.

I: Dus je hebt al werk als je vrijkomt?

R: Nee, ik krijg dadelijk eerst een recorddeal. Een huis heb ik al (respondent woont nog thuis). (jongere)

I: En hoe zou je zoeken naar werk?

R: Dat is niet zo handig via internet, want mensen gaan jou eerder aannemen als je langsgaat. Dus je kunt beter langsgaan en vragen of zij vacatures hebben.

(jongere)

Naarmate het gesprek vorderde, gaf een aantal jongeren echter aan dat zij bepaalde zaken zoals het aanvragen van een uitkering, het zoeken naar werk, het regelen van een opleiding graag in de JJI

(13)

13 zouden willen doen. Zij geven daarbij aan dat zij in de JJI pas de tijd hebben gehad om over vragen als ‘wat wil ik later’ na te denken, buiten de JJI waren zij te druk bezig met andere zaken. Ook geven zij aan zich graag goed te willen voorbereiden op hun vrijlating.

Want als je hier bent, dan kun je zulke dingen niet regelen. Dat kun je pas regelen als je vrij bent. Dan is het eigenlijk te laat, als je dat dan nog moet regelen. Eigenlijk zou ik dat wel fijn vinden. Het is gewoon, als je heel goed daarover nadenkt, is het voor ons beter. Want sommige jongens die hebben helemaal niks als ze vrijkomen en gaan dan weer … omdat ze gewoon niets hebben. (jongere)

Sommige jongeren gaven aan niet goed te weten wat zij allemaal zouden willen leren, omdat zij zich hier nu pas op aan het oriënteren zijn.

De professionals geven aan dat wanneer een jongere een vraag heeft waarbij internet nodig is, deze wordt opgepakt, vaak gaat dit langzamer dan gewenst. Het niet gebruiken van internet ervaren zij als een gemiste kans. Zij geven allen aan dat zij denken dat niet iedere jongere op dit moment in staat is zijn eigen zaken online te regelen.

“Ze zijn 18, ze moeten het gewoon leren. Als je ziet hoe we zelf aan het modderen zijn met internet, ik spreek voor mezelf. Doe je belastingaangifte maar eens. Ik zit met mijn kinderen van 25, 26 de belastingaangifte door te nemen. Het is niet moeilijk, maar ze kunnen het niet meteen zelf”.

Zij geven aan dat het traject in de JJI beter zou kunnen aansluiten op het traject buiten de JJI door het opstarten van bepaalde zaken in de JJI zodat jongeren goed voorbereid zijn. Ook zou deze

voorbereiding helpen bij het stellen van realistische doelen en het voorkomen van teleurstelling. Zij geven aan dat sommige jongeren verwachtingen hebben met betrekking tot hun toekomstige salaris, huis en opleiding die waarschijnlijk niet realistisch zijn.

“Het is fijn voor die gasten om te weten: ‘ik heb mijn zaakjes met de overheid, met banken, met sites waarbij ik met een digiD of identifier moet op orde. Ik raak daar niet van in paniek’. Nu kan ik ze daar niet bij helpen”.

De professionals geven aan dat zij het belangrijk vinden dat wat de jongeren leren op internet nuttig is, bijvoorbeeld het regelen van praktische zaken die van belang zijn voor hun vrijlating. Ook zouden jongeren meer betrokken kunnen worden bij het groepsbudget, het koken en het opzoeken van informatie over bijvoorbeeld medicatie. Het luisteren van muziek of het online bestellen van kleding behoren hier volgens hen niet toe.

(14)

14

3.2 Randvoorwaarden

Uit de brainstormsessie en de diepte interviews kwam een aantal randvoorwaarden voor het gebruik van internet naar voren.

Begeleiding

Uit het onderzoek komt naar voren dat de werkzaamheden van de ITB’er, de mentor en de schoolmedewerkers beter op elkaar afgestemd zouden kunnen worden. Op dit moment weten zij van elkaar niet precies wat zij doen. Hierdoor lijkt het traject van een jongere onnodig uit

verschillende stukken te bestaan (in de JJI, op school en buiten de JJI zijn drie verschillende trajecten).

Uit de brainstormsessie kwam naar voren dat het werken aan persoonlijke doelen op internet beter bij het takenpakket van de mentor zou passen. Op dit moment worden veel online zaken opgepakt door de ITB’er terwijl dit eigenlijk zaken zijn die een jongere zelf (onder begeleiding van de mentor) zou kunnen doen, bijvoorbeeld het omzetten van hun zorgverzekering. Dit zou een verdieping zijn van de werkzaamheden van de mentor en de overgang van het verblijf in de JJI naar buiten de JJI soepeler kunnen laten verlopen.

Belangrijk hierbij is dat er in dit traject gebruik gemaakt wordt van de expertise van de intern traject begeleiders (ITB’er) en van de schoolmedewerkers. ITB’ers zijn gewend om dit soort zaken op te pakken met jongeren, zij hebben hier relevante ervaringen mee opgedaan. Daarnaast is het belangrijk dat er geen dubbel werk wordt gedaan. Hetgeen waar jongeren op internet aan werken zou een personificatie moeten zijn van datgene dat zij op school geleerd hebben. Zo zouden lessen over ‘burgerschap’ de basis kunnen vormen voor het werken aan persoonlijke doelen op internet.

Tijdens de diepte interviews gaven sommige jongeren aan dat zij liever in een groep gebruik maken van internet, anderen wilden juist liever alleen zitten. De professionals geven aan dat jongeren het soms lastig vinden om te bepalen wat zij wel en wat zij niet kunnen delen met anderen. Zij geven aan dat jongeren soms wachtwoorden van overheidswebsites met elkaar delen of anderen hun account laten gebruiken. Daarom is het volgens hen belangrijk dat jongeren werken met een eigen account en een eigen wachtwoord. Daarnaast geven zij aan dat jongeren vaak afhaken wanneer zij teveel informatie of prikkels krijgen. Daarom vinden zij het belangrijk dat jongeren individueel aan doelen op internet werken en niet in groepsverband.

Uit de brainstormsessie kwam naar voren dat er een afbouwend element in de begeleiding zou moeten zitten. Jongeren zouden moeten kunnen toewerken naar steeds meer zelfstandigheid. Op dit moment wordt er nog niet met internetdoelen gewerkt door mentoren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de ITB’ers deze zaken nu voor de jongeren regelen en mindere mate samen met jongeren. Het is belangrijk dat jongeren zelf de muis vasthouden. Dit betekent een nieuwe werkwijze voor de mentoren, waarvoor zij getraind zouden moeten worden.

Tijdens de brainstormsessie kwam ook naar voren dat er waarschijnlijk veel vragen zullen zijn bij mentoren en medewerkers gezien de eerdere ervaringen met het gebruik van internet in

Teylingereind. Uit de interviews blijkt dat jongeren niet veel vertrouwen hebben in het (blijvend) mogen gebruiken van internet. Het is daarom belangrijk om zowel medewerkers als jongeren te betrekken bij het verder uitwerken van het gebruiken van internet om het draagvlak en het vertrouwen hierin te vergroten.

Met betrekking tot de begeleiding zijn daarom de volgende randvoorwaarden geformuleerd:

 Jongeren worden begeleid bij het werken aan internetdoelen door hun mentor maar houden zelf de muis vast.

(15)

15  Samenwerking tussen ICT, ITB’er, school en mentor is het uitgangspunt.

 Jongeren werken individueel met een eigen account en wachtwoord.  Mentoren worden getraind.

 Er wordt een projectgroep samengesteld met daarin alle betrokkenen: mentoren, jongeren, ITB’ers en ICT medewerkers.

Spanningsveld veiligheid en ontwikkeling

De professionals geven aan dat er een spanningsveld bestaat tussen het garanderen van de veiligheid en het stimuleren van de ontwikkeling van de jongeren. Zij geven daarbij aan dat het risico niet voor iedereen geldt. Zij schatten in dat het grootste deel van de jongeren waarschijnlijk gebruik kan maken van internet zonder dat dit risico’s voor hemzelf of anderen oplevert, maar dat een klein gedeelte van de jongeren hier niet mee om kan gaan. Zij geven aan dat het belangrijk is om een goede selectie te maken van jongeren die hiermee mogen werken. Daarnaast geven zij aan dat het belangrijk is om goed naar het dossier van jongeren te kijken. Er zijn jongeren die geen televisie mogen kijken en jongeren die andere restricties hebben. Ook tijdens de brainstormsessie kwam dit onderwerp naar voren.

“Teylingereind gaat rigide ermee om. Heel strak in de piramide van justitie, als het fout is, is het fout. Ik denk dat het [de wijze waarop de jongeren internet willen gebruiken] vaak ook minder erg is dan wij denken, wij denken ook vaak het ergste. Ze kijken bijvoorbeeld vaak naar trainingspakken, het [internetgebruik] is allemaal niet zo hoogdravend. 80-90% zou normaal alledaags gebruik zijn [van het internet], maar wij zijn wel verantwoordelijk om die 10-20% eruit te vissen [die met internetgebruik activiteiten gaan ondernemen die niet mogen]. Al het misgaat en het wordt naar ons terug getraceerd dan hebben wij een probleem.”

De jongeren geven aan dat er altijd misbruik van internet gemaakt zal worden. Zij geven aan dat dit niet te voorkomen is. Tijdens de brainstormsessie kwam naar voren dat doordat de veiligheid zo rigide gehandhaafd wordt, jongeren niet de kans krijgen te leren van eventuele fouten, dit is een gemiste kans.

De marges zijn zo smal, jongens kunnen niet op hun bek gaan. Je gebruikt internet op de verkeerde manier en wij weten dat. Of contact met buiten. Als je dat kunt traceren dan kun je ook een feedbackloop maken.

Uit de brainstormsessie kwam verder naar voren dat het openstellen van internet ook een uitdaging kan zijn voor mentoren of kan zorgen voor aanvullende zaken die gemonitord moeten worden. In het verleden bleken medewerkers wel eens persoonlijke gegevens te delen met jongeren. Belangrijk onderwerpen zijn daarom: wat zijn persoonlijke grenzen met betrekking tot internet? Wat deel je wel en wat deel je niet met jongeren? Daarnaast zou het kunnen dat wanneer zaken als online winkelen onderdeel uitmaken van het internetgebruik, de producten die worden besteld gebruikt kunnen worden als betaalmiddel in de JJI. Dit moet goed gemonitord worden.

Tot slot werd aangegeven dat het duidelijk moet zijn bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor de veiligheid en deze zaken en hoe deze gewaarborgd wordt.

Daarom zijn met betrekking tot de veiligheid de volgende randvoorwaarden geformuleerd:  Een subgroep van jongeren mag gebruik maken van internet, dit geldt niet voor iedereen.  De handelingen van jongeren op internet moeten controleerbaar zijn, dit vereist o.a. een goede

(16)

16  Er worden duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot gedragsregels en het garanderen van

de veiligheid.

Praktische zaken

Uit de interviews en de brainstormsessie komt een aantal organisatorische zaken naar voren. De jongeren en professionals geven aan dat zij geen voorkeur hebben voor het medium waarmee jongeren werken aan internetdoelen, dit mag een tablet, laptop of gewone computer zijn. De professionals geven aan dat er bij het gebruiken van een tablet een contract opgesteld moet worden met een jongere waarin staat wat er gebeurt als de tablet gestolen wordt of kapot gaat.

Daarnaast staan er altijd twee medewerkers op één groep. Als de mentor met een jongere aan internetdoelen gaat werken, betekent dit dat er maar één persoon op de groep staat. Het is niet duidelijk wat dit betekent voor de overige jongeren op de groep, zowel met betrekking tot de begeleiding als de veiligheid.

Tot slot betekent het overnemen van taken van de ITB’er door de mentor waarschijnlijk een verschuiving in het takenpakket voor beide medewerkers. Het is nog niet duidelijk hoe deze veranderingen eruit zien en wat de gevolgen daarvan zijn.

De volgende randvoorwaarden zijn daarom geformuleerd:  Het maken van een keuze voor een medium.

 Het afsluiten van een contract met de jongere.

 Het faciliteren van het werken met internet voor zowel jongere als mentor zonder dat dit de veiligheid op de groep in gevaar brengt.

(17)

17

3.3 Opzet pilot met betrekking tot het gebruik van internet in de JJI

Het oorspronkelijke idee van dit onderzoek was het in kaart te brengen van de behoeften van jongeren in de JJI op het gebied van internet en ICT en het testen van drie apps gericht op eigen regie. Tijdens de opzet en uitvoering van het onderzoek bleek dat de jongeren geen behoefte hadden aan het gebruiken van specifieke apps, zij bleken meer basale behoeften met betrekking tot het gebruik van internet te hebben. Gaandeweg is er daarom voor gekozen om niet in te zetten op het uittesten van bestaande apps, maar om een pilotopzet te ontwikkelen gericht op het realiseren van internetdoelen: het leren omgaan met internetsites waarmee in het dagelijks leven relevante zaken kunnen en moeten worden geregeld.

Dit project geeft meer zicht op de behoeften van jongeren en medewerkers. Deze uitkomsten onderschrijven het belang van een bottom up aanpak, deze aanpak heeft ons in staat gesteld aan te sluiten bij de beleefwereld van de jongeren zelf. Ten tweede geeft dit project inzicht in het traject, het draagvlak en de randvoorwaarden voor het opzetten van een pilot naar het gebruik van internet voor een selecte groep jongeren in de JJI.

Het creëren van draagvlak voor de hieronder beschreven pilot was onderdeel van het ontwikkelen van de pilotopzet. Het was van belang dat professionals op de werkvloer achter het voorstel zouden staan en dat de opzet goedgekeurd zou worden door verschillende partijen in de organisatie.

Uiteindelijk heeft dit project een beschrijving voor een pilotstudie opgeleverd die in september van start gaat.

Pilot

Er is binnen de organisatie een werkgroep gevormd die zich bezig houdt met het realiseren van de randvoorwaarden voor het opzetten en evalueren van de pilot. Deze werkgroep bestaat uit een jongere, een mentor, een teamleider, een gedragsdeskundige, een beleidsmedewerker en een onderzoeker.

Tijdens deze pilot zal een select aantal jongeren samen met hun mentor werken aan persoonlijke internetdoelen zoals het aanvragen van een uitkering, het zoeken naar werk of een huis, het regelen van studiefinanciering en andere relevante zaken. Het gaat om jongeren die bijna met verlof gaan.

Het werken aan persoonlijke internetdoelen onder begeleiding van de mentor is nieuw in de JJI. Daarom is ervoor gekozen voor een action learning traject, waarbij de resultaten leermomenten opleveren voor de praktijk, die hierop aangepast kan worden.

Doelstelling pilot

Het project bestaat uit twee fasen 1) de voorbereiding en het opzetten van de pilot studie, 2) de evaluatie van de pilot studie. Fase 1 vindt plaats van september 2017- december 2017. Fase 2 vindt plaats van januari 2018 tot december 2018. De pilot kent per fase verschillende doelstellingen:

Doelstellingen fase 1

1. Het maken van een plan van aanpak dat:

a. Inzichtelijk maakt op welke wijze er wordt voldaan aan de randvoorwaarden in de JJI b. Beschrijft hoe de pilot geëvalueerd gaat worden

2. Het maken van een draaiboek waarin beschreven staat: a. Wat de mentor en de jongere gaan doen (scenario’s) b. Op welke wijze hieraan gewerkt gaat worden

c. Hoe het traject er ongeveer uitziet dat de jongere en de mentor doorlopen (denk aan: opbouwend element, jongeren gaan eerst onder begeleiding maar naarmate zij vorderen in het traject neemt de begeleiding af)

(18)

18

Doelstellingen fase 2

1. Inzicht krijgen in de ervaren effecten van de pilot op de zelfredzaamheid en de eigen regie van jongeren volgens jongeren en medewerkers.

2. Inzicht krijgen in bevorderende en belemmerende factoren bij het uitvoeren van de pilot en eventuele oplossingen daarvoor.

3. Het uitvoeren van de pilot op twee groepen: een kortverblijf en een langverblijf groep 4. Het evalueren van de pilot door middel van:

a. Participerende observaties

b. Het houden van diepte interviews met jongeren en mentoren

c. Het houden van focusgroepen met mentoren, behandelcoördinatoren, groepsmedewerkers, ICT medewerkers en leidinggevenden

De vraagstelling die beantwoord zal worden luidt:

Op welke wijze kan in een justitiële jeugdinrichting het aanleren van internetvaardigheden onder jongeren om zo de eigen regie te vergroten het beste vormgegeven worden? Wat zijn de ervaren effecten van het laten werken van jongeren aan internetvaardigheden onder begeleiding van hun mentor?

Plan van aanpak

Van september tot december zullen er voorbereidingsbijeenkomsten met de werkgroep plaatsvinden waarin de resultaten en randvoorwaarden van dit onderzoek besproken worden. Er zal een plan van aanpak worden gemaakt waarin beschreven wordt hoe er aan deze randvoorwaarden voldaan zal worden. Daarnaast wordt er een draaiboek gemaakt waarin de werkwijze beschreven staat. Ook zullen de mentoren getraind worden en de selectie van jongeren plaatsvinden.

Van januari 2018 tot juli 2018 zal er een pilot worden uitgevoerd op twee groepen in de JJ, een langverblijfgroep en een kortverblijfgroep. Deze pilot zal geëvalueerd worden door middel van participerende observaties, het houden van diepte interviews met jongeren en mentoren, en het houden van focusgroepen met mentoren, behandel coördinatoren, groepsmedewerkers, ICT medewerkers en leidinggevenden.

Verbinding andere JJI’s

De opzet van de pilot wordt bij aanvang gecommuniceerd aan andere JJI’s, zodat zij desgewenst de mogelijkheid hebben om aan te haken bij de pilot. Van juli tot december zal er een eindrapportage gemaakt worden en gewerkt worden aan het verspreiden van kennis in Teylingereind en buiten Teylingereind.

(19)

19

5. Conclusie en discussie

5.1 Conclusie

Ten opzichte van de oorspronkelijke aannames heeft dit project inzichtelijk gemaakt dat zorgen om randvoorwaarden en veiligheid zo fundamenteel zijn, dat deze eerst in de organisatie moeten worden besproken en opgelost voordat een concrete ICT applicatie of ICT werkwijze kan worden toegepast. Jongeren hebben daarnaast weliswaar behoefte aan het vergroten van hun eigen regie en ICT zou hierin kunnen ondersteunen maar dit onderzoek roept de vraag op of nieuwe applicaties de enige manier zijn om dit te doen of dat het leren omgaan met bestaande internetsituaties / het bereiken van internetdoelen niet beter past bij het oriënteren op het leven buiten de residentiële setting.

Dit onderzoek laat zien dat de behoeften van jongeren in een JJI met betrekking tot internetgebruik niet veel afwijken van die van andere jongeren. De behoeften met betrekking tot het gebruiken van internet in het kader van eigen regie lijken niet te liggen bij het gebruiken van specifieke apps gericht op het vergroten van eigen regie of het gebruiken van apps om de invloed op de behandeling te vergroten. De behoeften van jongeren en professionals lijkt voornamelijk te liggen bij het werken aan persoonlijke internetdoelen ter voorbereiding op het leven buiten de JJI. De verwachting is dat deze voorbereiding helpt bij het stellen van realistische doelen en het voorkomen van teleurstellingen bij het verlaten van de JJI. Ook is de verwachting dat het werken aan internetdoelen zal zorgen voor meer verbinding en meer afstemming tussen het traject in de JJI, het schooltraject en het traject buiten de JJI waardoor deze drie onderdelen meer één traject zullen vormen.

Een verklaring voor deze bevinding kan zijn dat de populatie binnen de JJI ouder wordt (de respondenten waren gemiddeld 19,3 jaar oud). Dit brengt met zich mee dat het vraagstuk van terugkeer in de maatschappij sterker speelt: er wordt van hen verwacht dat zij zich na terugkeer ook op internet staande kunnen houden: bijvoorbeeld in het regelen van woning, uitkering en werk; en het weerstaan van verleiding op internet (aankopen, gokken, illegale activiteiten). Waar jongeren die niet in een JJI verblijven vaak meer oefenmogelijkheden hebben en kunnen bouwen op een

ondersteunend netwerk – wordt van deze jongeren die de JJI verlaten verwacht dat zij na terugkeer in de maatschappij het zelf kunnen doen. Het bereiken van ontwikkelen van internetdoelen past derhalve in de ontwikkeling van e-skills, burgerschaps- en zelfredzaamheidvaardigheden.

Belangrijke randvoorwaarden bij het opstelling van een pilot waarbij jongeren werken aan internetdoelen zijn:

 Het samenstellen van een projectgroep met daarin alle betrokkenen (mentoren, jongeren, ITB’ers en ICT medewerkers) die besluit over de vormgeving en uitvoering van de pilot.

 Jongeren worden begeleid bij het werken aan internetdoelen door hun mentor maar houden zelf de muis vast

 De samenwerking tussen de mentor, de ITB’er, en schoolmedewerkers vormt het uitgangspunt  Jongeren werken individueel met een eigen account en wachtwoord

 Mentoren worden getraind voordat zij met jongeren gaan werken aan internetdoelen  Een subgroep van jongeren mag gebruik maken van internet, dit geldt niet voor iedereen  De handelingen van jongeren op internet moeten controleerbaar zijn, dit vereist o.a. een goede

samenwerking met de ICT afdeling

 Er worden duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot gedragsregels en het garanderen van de veiligheid

 Het afsluiten van een contract met de jongere afhankelijk van het medium dat gekozen wordt  Het faciliteren van het werken met internet voor zowel jongere als mentor zonder dat dit de

(20)

20  Het in kaart brengen van de gevolgen voor het takenpakket van zowel de ITB’ er als de mentor

Vervolg van dit traject

Van september tot december zullen er voorbereidingsbijeenkomsten met de werkgroep plaatsvinden waarin de resultaten en randvoorwaarden van dit onderzoek besproken worden. Er zal een plan van aanpak en een draaiboek worden gemaakt. Ook zullen de mentoren getraind worden en de selectie van jongeren plaatsvinden. Van januari 2018 tot juli 2018 zal er een pilot worden uitgevoerd op twee groepen in de JJ, een langverblijfgroep en een kortverblijfgroep.

5.2 Discussie

Bij de interpretatie van de resultaten moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten. Ten eerste betreft dit een kleinschalig onderzoek. Als onderdeel van het actieonderzoek zijn de onderzoeksdoelen gedurende het project bijgesteld. Waar de nadruk eerst lag op het uittesten van concrete applicaties, werd onder invloed van gesprekken over het onderwerp met betrokken jongeren en medewerkers meer de nadruk gelegd op het kunnen realiseren van internetdoelen, het creëren van draagvlak en de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.

Ten tweede heeft dit onderzoek plaatsgevonden op een kortverblijfgroep. Hier verblijven jongeren in afwachting van hun vonnis en jongeren met detentie. Deze jongeren volgen over het algemeen geen behandeling in de JJI, het is niet bekend of zij eerder wel een behandeling hebben gevolgd. De uitspraken over of zij wel of geen online behandeling willen volgen moeten daarom met

voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, omdat niet met zekerheid te zeggen is of deze jongeren weten waar zij het over hebben.

Tot slot is de lengte van het interview aangepast op de spanningsboog van de jongeren. Sommigen van hen hadden een licht verstandelijke beperking, waardoor de vragen in verkorte vorm werden gesteld of toegelicht. Aanvankelijk stonden sommige jongeren wantrouwig tegenover het onderzoek, zij vroegen zich af of hun antwoorden gevolgen konden hebben voor henzelf of vroegen zich af of er wel iets gedaan zou worden met de resultaten. In de gesprekken is hierop een toelichting gegeven en de resultaten zijn aan de jongeren teruggekoppeld, maar het is mogelijk dat jongeren zich in een enkel interview terughoudend opstelden of antwoorden gaven die zij sociaal wenselijk achtten. De interviews met de jongeren duurden gemiddeld een half uur, dit is kort voor een diepte interview. Hoewel er sprake was van dataverzadiging had het gebruik van andere onderzoeksmethoden zoals observaties, bij kunnen dragen aan het versterken van de validiteit van dit onderzoek.

(21)

21

6. Aanbevelingen

Dit onderzoek heeft meer inzicht opgeleverd met betrekking tot de behoeften en randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden in de JJI bij het gebruik van internet en ICT-applicaties. Door de focus op beheerbaarheid en veiligheid is een JJI een uitdagende omgeving om een pilot waarbij internet gebruikt wordt uit te proberen. Een belangrijke aanbeveling is daarom om te werken met een bottom up benadering, waarbij alle betrokken partijen gehoord worden zodat er aangesloten kan worden bij de behoeften en er gewerkt wordt aan draagvlak.

Daarnaast is het bij het plannen van een pilot in een dergelijke omgeving belangrijk om rekening te houden met het spanningsveld tussen veiligheid en ontwikkeling. Het is daarbij belangrijk om in kaart te brengen wie toestemming moet verlenen voor welk onderdeel van het traject, zodat dit geen belemmering vormt voor de doorgang.

Forensisch Centrum Teylingereind is niet de enige JJI die te maken heeft met bovenstaande factoren. Ook in andere JJI’s ligt de vraag hoe om te gaan met het spanningsveld tussen beheersbaarheid en veiligheid en de vraag hoe er vorm gegeven kan worden aan het vergroten van de zelfredzaamheid en de rol van internet daarbij. Dit project kan daarom aanknopingspunten bieden voor andere JJI’s.

(22)

22

7. Referenties

1. DJI. Justitiële Jeugd Inrichtingen Den Haag Dienst Justitiële Inrichtingen 2016.

2. Brand E, Van den Hurk A, A’Campo A. 15 jaar PIJ-ers in beeld. Kenmerken en veranderingen van jeugdigen die de PIJ-maatregel opgelegd kregen in de periode 1995-2010. . In: Inrichtingen. DJ, ed., 2013.

3. Van der Helm G, Wissink I, De Jongh T, et al. Measuring treatment motivation in secure juvenile facilities. International journal of offender therapy and comparative criminology

2012:0306624X12443798.

4. Schubert CA, Mulvey EP, Loughran TA, et al. Perceptions of institutional experience and community outcomes for serious adolescent offenders. Criminal Justice and Behavior 2012;39(1):71-93.

5. Verkooijen L. Lectorale rede. In: Almere HS, ed. Almere Health School Almere, 2010.

6. Vissenberg C, Jurrius K. ‘ICT daar weet ik wel wat van’. Een onderzoek naar eigen invloed op de behandeling en het gebruik van ICT onder jongeren in een justitiële jeugdinrichting. Almere Lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg, Hogeschool Windesheim Flevoland, 2016.

7. Lewis RB, Maas SM. QDA Miner 2.0: Mixed-model qualitative data analysis software. Field methods 2007;19(1):87-108.

(23)

23

Bijlage 1 Achtergrondkenmerken respondenten

Tabel 1.1 Achtergrondkenmerken geïnterviewde jongeren Jongeren

Leeftijd (gem.) 19.3 jaar (18-21 jaar) Culturele achtergrond 22.2 Autochtoon

33.3 Surinaams 22.2 Marokkaans 22.3 Overig In afwachting of in detentie 66.7 afwachting

33.3 detentie

Lengte verblijf JJI 4 maanden (1-9 maanden)

Medewerkers

Leeftijd (gem.) 30.3 jaar (27-33 jaar)

Functie 66.7 Pedagogisch medewerker

33.3 Gedragsdeskundige Werkervaring (gem.) 5.7 jaar (5-7 jaar)

(24)

24

Bijlage 2 Topiclijst

Introductie

Kennismaken

Doel onderzoek

Privacy

Topic

Vragen

Internetgebruik

Zou je iets kunnen vertellen over hoe jij internet gebruikte voordat je

hier kwam? -Waarom maakte je hier gebruik van? – Wat vind je fijn

aan het gebruik van internet?- Zijn ook dingen die je minder fijn vind

aan het gebruik van internet?-Op welke manier kom je op dit

moment in contact met internet?- Hoe vaak is dat per

week/maand?- Kan je uitleggen hoe je precies gebruikt maak van

internet hier? Via apps, tablet, een programma op de computer?

-Wat vind je hiervan?- -Wat levert internetgebruik jouw nu op?- Heb

jij behoefte aan internetgebruik?- Waarom wel of waarom niet? –

Wat zijn mogelijkheden en onmogelijkheden die je ervaart (wat kan

wel en wat niet)? -Wat zou je graag willen leren op het gebied van

internet?- Waarom?- Geeft dit een bijdrage aan jouw ontwikkeling?-

Hoe?

Zelfstandig leven

in de maatschappij

(Zelfredzaamheid)

Wat wil jij kunnen op het moment dat je vrij komt, zodat je

zelfstandig de maatschappij in gaat?- Waarom? -Zijn er dingen die je

binnen Teylingereind leert die hier een bijdrage aan leveren?-

Waarom? -Wat heb je buiten Teylingereind nodig van het internet

om zo goed mogelijk terug te keren in de maatschappij? (eventueel

voorbeelden geven)- Waarom heb je dit nodig? -Wat heb je nodig op

het moment van vrijkomen?- Waarom?- Hoort internetgebruik

volgens jou ook bij zelfstandig kunnen zijn?- Waarom wel/niet?

Veiligheid

Vind jij internet veilig?- Waarom wel/niet?-

Hoe denk jij dat binnen Teylingereind veilig met internet omgegaan

kan worden?- Vind je dat bijvoorbeeld begeleiders met jou mogen

meekijken?- Waarom?- Wat als je door meer veiligheid vaker op

internet kan?

Vormgeving

Hoe zou jij internet willen gebruiken?- Op de computer, tablet?- Wil

je dit op de groep of juist niet?- Waarom? Op welke manier zou jij

willen leren hoe je dingen zoals: (aanvragen studiefinanciering,

aanvragen uitkering, internetbankieren, omgaan met social media,

online behandeling volgen)?- Waarom?- Zou je met familie contact

willen via internet?- Hoe zie je dat voor?-Geeft dit een bijdrage aan

jouw ontwikkeling hier?- Waarom?- Hoe vaak zou jij internet binnen

Teylingereind willen gebruiken?- Vind jij dat internetgebruik ook als

beloning ingezet kan worden? –Waarom wel/niet?

(25)

25

Algemene gegevens:

Man/Vrouw

Leeftijd:

Etniciteit(achtergrond vader/moeder):

Behandeling: PIJ/afwachting/Detentie

Lengte straf: ….Maanden/Jaar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en Movisie doen onderzoek naar ervaringen van professionals en vrijwilligers die werken of hebben gewerkt met lesbische,

In de volgende paragraaf wordt er gekeken naar de periode waarin de suïcidaliteit voorkwam, er wordt antwoord gegeven op hoe de suïcidaliteit duidelijk werd voor de ouders,

Dit lijkt er veel op dat het college de zwakste schouders wil belasten met de structurele tekorten van deze gemeente, terwijl het structureel tekort niet door de WMO, maar door het

Denkbaar zegt dat hij geen tijd heeft, maar Kassaar voegt hem toe: ‘- Luister naar mijn geschiedenis, heer en begrijp waarom ik mij onderwerp.’ Kassaars geschiedenis is

Veel professionals in het onderwijs en het sociaal domein worstelen met de momenten dat je het gesprek aan moet gaan over onderwerpen, waarbij jongeren soms lijnrecht en

Wanneer gemeenten, zorgverzekeraar en jeugdhulpaanbieders de handen inéénslaan, kan hier integraal naar worden gekeken: samen met de jeugdige zelf wordt bezien wat hij/zij nodig

1 De leeuw had de hele dag tevergeefs gejaagd. dw.) 2 Daarom rustte hij even uit in een koele

Ook vergelijkingen van de arbeidsmarktpositie van niet- westerse en autochtone mannen en vrouwen laat eenzelfde beeld zien: de verschillen in werkloos- heid en in