• No results found

Beheer greppel-plasdras voor weidevogels2020, het principe greppel-plasdras werkt nog niet zo goed als gehoopt. Een beter beheer van de plasdraspercelen en de omringende percelen kan wellicht voor verbetering zorgen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beheer greppel-plasdras voor weidevogels2020, het principe greppel-plasdras werkt nog niet zo goed als gehoopt. Een beter beheer van de plasdraspercelen en de omringende percelen kan wellicht voor verbetering zorgen."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ontwikkeling

+

beheer

natuurkwaliteit

nieuwsbrief

zomer 2020

-Factsheet

Greppel-plasdras voor weidevogels

heeft beter beheer nodig

Het principe greppel-plasdras werkt nog niet zo goed als gehoopt. Weidevogels

worden er wel door aangetrokken, maar ze krijgen maar weinig jongen groot.

Een beter beheer van de plasdraspercelen en de omringende percelen kan wellicht

voor verbetering zorgen.

‘‘Zorg ervoor dat rond

de greppel-plasdras een geschikte

begroeiïng wordt gerealiseerd’’

RELEVANTIE VOOR BELEID

Veelgekozen maatregel in weidevogelbeheer

Greppel-plasdras is een veelgekozen maatregel in het weidevo-gelbeheer binnen het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer. Het is een methode waarbij boeren de middengreppel van een perceel vol water zetten waardoor een natte zone rond de greppel ontstaat. Het is populair onder boeren omdat het niet erg ingrijpend is voor de bedrijfsvoering. Maar het is wel belangrijk dat de methode ook daadwerkelijk bijdraagt aan een beter broedsucces van de kievit (een van de soorten die

het meest van plasdras zou kunnen profiteren).

WAT IS HET PROBLEEM?

Helpt plasdras echt de neergang van de populatie te

stoppen?

De populaties van weidevogels als grutto, kievit, scholekster en tureluur gaan ondanks het weidevogelbeheer nog steeds hard achteruit. Nieuwe maatregelen zouden daadwerkelijk voor een ombuiging moeten zorgen. Een veelbelovende maatregel is plasdras. Plasdrassituaties zijn aantrekkelijk voor weidevogels, bleek uit eerder onderzoek. Er komen meer weidevogels voor en het insectenaanbod – en daarmee ook voedselaanbod voor de jongen – is groter. Of dit ook daadwerkelijk leidt tot een gro-tere overlevingskans voor de kuikens, was echter nog de vraag.

WAT IS ONDERZOCHT?

Gezenderde jongen gevolgd in opgroeiperiode

Onderzoekers hebben in drie gebieden in Zuid-Holland, Utrecht en Friesland/Groningen de overleving van kievitskuikens in percelen met en zonder plasdras vergeleken. Dat gebeurde door de jongen te zenderen en te volgen. Ook werd geregeld bij jongen en oudervogels de conditie bepaald. Toen de onderzoe-kers tijdens het veldwerk opmerkten dat veel plasdras-percelen een erg dichte en hoge begroeiing hadden (een ‘zwaar gewas’), voerden de onderzoekers een landelijke analyse uit met behulp van satellietbeelden om een inschatting te maken van de bio-massa van de vegetatie bij plasdrassen.

(2)

Over OBN

Het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) ontwikkelt en verspreidt kennis met als doel het structureel herstel en beheer van natuurkwaliteit. Het is een onafhankelijk en innovatief platform waarin mensen uit beheer, beleid en wetenschap samenwerken. www.natuurkennis.nl

RESULTATEN

Geen betere kuikenoverleving

De plasdras-situatie bleek geen positieve invloed te hebben op de kuikenoverleving, er groeiden net zo veel – of beter gezegd net zo weinig - kuikens op tot volwassen vogel als in situaties zonder plasdras. De onderzoekers zagen ook dat de conditie van de jongen met plasdras in het begin beter, en later in het seizoen slechter was dan in de groep zonder plasdras, wat een grotere sterftekans betekent. Over de hele opgroeiperiode is er geen verschil. Opvallend was dat over de hele linie de conditie van de kuikens beduidend slechter was dan de vergelijkingssitu-atie in de jaren ‘80.

Nodig voor stop van achter- uitgang van de populatie:

30%

Kuikens die opgroeien

tot vliegvlugge vogels:

17%

REMMING GEWASGROEI DOOR PLAS-DRAS

40%

nauwelijks geremd

30%

niet geremd Op slechts

30%

van de percelen met greppel-plasdras wordt de gewasgroei geremd tijdens de kuikenperiode, zoals de bedoeling is.

Zwaar gewas waarin kuikens lastig voedsel kunnen zoeken

Licht gewas waarin kuikens beter voedsel kunnen zoeken

ADVIEZEN VOOR BEHEER EN BELEID

• Situeer greppel-plasdrassen in het door de kievit (en andere weide- vogelsoorten) geprefereerde open landschap.

• Leg greppel-plasdras alleen aan op percelen met geringe groeikracht en dus jaarrond weinig bemesting.

• Zorg ervoor dat op plasdrassen een daadwerkelijk geschikte habitat wordt gerealiseerd. Zet het water vroeg in het seizoen op, zodat de gewasgroei effectief wordt vertraagd. Combinatie met een verlaagde mestgift ten opzichte van regulier is daarbij een randvoorwaarde.

• Optimaliseer het beheer voor weidevogels jaarrond, óók het beheer ná het weidevogelseizoen (voorkom ‘compensatiebeheer’: extra intensief beheer na de plasdrasperiode).

Download het rapport

Het rapport is te downloaden op de OBN-website: tinyurl.com/OBN-plasdras of scan de QR-code.

Of zoek op natuurkennis.nl/publicaties.

Weelderige begroeiing

De greppel-plasdras maakt de verwachtingen dus niet waar; er is geen groter aantal kuikens dat vliegvlug wordt en plasdras draagt daarmee niet bij aan de broodnodige groei van de popu-latie. Een goede verklaring hadden de onderzoekers niet direct. Wel viel op dat de gewasgroei op de percelen met plasdras vaak erg weelderig was. Dit ‘zware gewas’ is slecht toeganke-lijk voor kuikens, waardoor ze lastiger voedsel kunnen zoeken. Daarop voerden de onderzoekers een landelijke analyse uit met behulp van satellietbeelden om een inschatting te maken van de biomassa van de vegetatie bij plasdrassen. Daaruit bleek dat de gewaszwaarte van de plasdrassen lang niet altijd minder was dan van de omgeving.

Gefinancierd door: Coördinatie:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om de oorzaken van eventuele trends te achterhalen, is het aangewezen per rastereenheid een aantal parameters mee te nemen die bepalend kunnen zijn voor de

De land- en tuinbouw in Nederland heeft in 2003 een inkomen (reëel, per arbeidskracht) dat bijna 20% lager is dan in het midden van de jaren negentig. Dit steekt schril af bij

Bio-indicators of the effect of HNV on the flow of one-carbon units through the folate and remethylation cycles (i.e. [3~]-thyrnidine incorporation, DNA methylation and

“Mijn wens voor het Rijngebied is dat we doorpak- ken met wat we de laatste jaren succesvol hebben neergezet: samenwerken aan veilige rivieren en aan een landschap waar we van

Op het moment dat één van de betrokken partijen het bouwinformatiemodel verrijkt, moet voor de andere partijen duidelijk zijn wie, welke informatie toevoegt en op welk

In addressing the need for balance between order and chaos, primitive and modern, the mythical method and The Waste Land provide a vital eudaimonic perspective on the modern need

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor