ARCHAEOLOGIA
BELGICA
255
MISCELLANEA
ARCHAEOLOGICA
in honorem
H. ROGSENS
BRUSSEL 1983I f
MISCELLANEA ARCHAEOLOGICA in honorem
Direkteur van de Nationale Dienst voor Opgravingen
1963-1983
Directeur du
Service national des Po uilles
ARCHAEOLOGIA
BELGICA
255
MISCELLANEA
ARCHAEOLOGICA
in honorem
H. ROOSENS
BRUSSEL 1983ARCHAEOLOGIA BELGICA
Studies en verslagen uitgegeven door de Nationale Dienst voor Opgravingen
Jubelpark 1 1040 Brussel
Etudes et rapports édités par le Service national des Fouilles
Pare du Cinquantenaire, 1 1040 Bruxelles
©
Nationale Dienst voor Opgravingen©
Service national des FouillesCURRICULUM VITAE H. ROOSENS (
04
juni1918)
1942: licentiaat in de Wijsbegeerte en Letteren-Geschiedenis; proefschrift over de Merovingische begraafplaatsen in België.
1943: wetenschappelijk aSsistent aan de universiteitsbibliotheek te Gent. 1943-45: aspirant van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. 1945: doctor in de Wijsbegeerte en Letteren-Geschiedenis; proefschrift over het
Merovingisch grafveld van Anderlecht.
1949: geattacheerde bij de Dienst voor Opgravingen van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.
1951: adjunct~conservator.
1957: korrespondierendes Mitglied des Deutschen archäologischen Instituts. 1958: Hoofd van de Dienst voor Opgravingen van het Koninklijk Instituut voor
het Kunstpatrimonium.
Directeur van het Nationaal Centrum voor Oudheidkundige Navorsingen in België (tot 1980).
1963: Stichter-Directeur van de Nationale Dienst voor Opgravingen.
1968: Ordendiehes Mitglied des Deutschen archäologischen Instituts. 1973: Honorary Fellow of the Society of Antiquaries of London.
BIBLIOGRAFIE H. ROOSENS
1943De Romeinse villa van Denderwindeke, Eigen Schoon en de Brabander 26 (n.r. 18), 204-208.
1944
Het probleem der Frankische begraafplaatsen, in Feestbundel H.l. Van de Wijer,
II, 1944, 303-332. 1948
Inleiding tot een methodisch onderzoek der Merovingische begraafplaatsen, Han -delingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent 3, 69-87.
1949
Archeologische overblijfselen der Franken en Merovingers, Brabants Heem 1, 88-90.
De Karolingische muntschat van Muizen, Mechelse Bijdragen 11, 51-58.
De Merovingische begraafplaatsen in België. Repertorium en algemene be-schouwingen, Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent 5.
1950
(met J. Mertens)
De oudheidkundige opgravingen bij St.-Hermes te Ronse, Cultureel Jaarboek
voor de Provincie Oostvlaanderen 1, 1949, 333-339 ( = Archaeologia Belgica 1). Trouvaille de monnaies carolingiennes à Muisen-lez-Malines, Revue beige de
numismatique 96, 203-208.
Quelques fouilles récentes (Renaix, 1' Abbaye des Dunes à Coxyde, Muisen),
Archives, Bibliothèques et Musées 21, 225-235.
1951
Objecten en methode van het oudheidkundig bodemonderzoek, 0 ns Heem 9, 1-15. Les cimetières mérovingiens. Chronologie et signification ethnique, Annales de la
Fédération archéologique et historique de Belgique, Tournai, II, 51-59. 1952
( avec J. Breuer, J. Mertens)
Le cimetière belgo-romain de Cerfontaine (Namur), dans Etudes d' Histoire &
8 BffiLIOGRAFlE H. ROOSENS (met M. Vanderhoeven)
Een Merovingisch grafveld in Romeins puin te Rosmeer,Het Oude Land vanLoon 7, 110-118 (= Archaeologia Belgica 9).
Le cimetière mérovingien de Baisy-Thy, Bulletin des Musées royaux d' Art et d' Histoire 24, 57-81 (= Archaeologia Belgica 15).
1953
Les cimetières romains de F ouches et Chantemelles, Par es N ationaux 8, 103-105. (met S.J. De Laet)
Opgraving van een Bronstijdgrafheuvel op de Kluis~erg, Cultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen 5, 1952, 45-59 (= Archaeologia Belgica 14).
1954
Cimetière romain du Raut-Empire à Fouches (Rachy-Luxembourg), Annales de l'Institut archéologique du Luxembourg 85, 169-260 (= Archaeologia Belgica 20).
Un cimetière du milieu du Ier siècle à Chantemelle, Le Pays Gaumais 15, 75-121 (= Archaeologia Belgica 21).
1955
(met M. Vanderhoeven)
Een verdwenen tumulus te Rosmeer, Het Oude Land van Loon 10, 52-59 (= Archaeologica Belgica 24).
Merovingische begraafplaats van Alphen, Brabants Heem 7, 142-145.
Une villa romaine à Bourcy, Bulletin des Musées royaux d' Art et d' Histoire 27, 18-33 (= Archaeologia Belgica 27).
1956
Een Merovingisch grafveld te Beerlegem, Oostvlaanderen 5, 114-115. (avec J. Breuer)
Le cimetière franc de Raillot ( avec annex es de J. W erner et A. Dasnoy), Annales de la Société archéologique de Namur 48, 171-376 (= Archaeologia Belgica 34).
1957
Een zestiende-eeuwse muntschat te Denderhoutem, Cultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen 6, 1952, Gent, 295-301.
Der fränkische Friedhof von Raillot (5. Jh.) und das Problem der Kontinuität zwischen Spätantike und Merowingerzeit, in Frühe völkische und kulturelle Grundlagen im niederrheinisch-niederländischen Raum, Bonn, 33-42.
BIDLIOGRAFIE H. ROOSENS 9
1958
Nieuwe archeologische gegevens over de Frankische kolonisatie, Wetenschappe-lijke Tijdingen 4, kol. 129-136.
1959
Houten Vlle-eeuwse grafkamer met vrouwensieraden te Beerlegem, Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 2, 138-151 (= Archaeologia Belgica 44).
1960
(met G. Beex)
Onderzoek van het urnenveld op de "Roosen" te Neerpelt in 1959, Limburg 39,
59-142 (= Archaeologia Belgica 48).
1961
Quelques tombes mérovingiennes de Grandcourt, Bulletin de l'Institut royal du Patrimoine Artistique 4, 161-172 (= Archaeologia Belgica 56).
(met G. Beex)
Een dodenmonument op het grafveld "De Roosen" te Neerpelt, Limburg 40, 176-177.
(met G. Beex)
Een grafmonument in het urnenveld , ,De Roosen'' te Neerpelt (Belgisch Lim-burg), Helinium 1, 135-137.
Groei en uitbloei van de Merovingische grafveldencultuur, Brabantia 10, 158-173.
(met G. Beex)
De opgravingen in het urnenveld "De Roosen" te Neerpelt in 1960, Het Oude Land van Loon 16, 5-56 (= Archaeologia Belgica 58).
1962
Gebouwen van een Bandkeramische nederzetting op de Staberg te Rosmeer, in Miscellanea archaeologica in honorem J. Breuer, Archaeologia Belgica 61, Brussel, 121-144.
Voor een Nationale Commissie voor Opgravingen, Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 5, 209-213.
Quelques mobUiers funéraires de la fin de l' époque romaine dans ie nord de la France, Dissertationes Archaeologicae Gandenses 7, Brugge.
(met G. Beex)
10 BIBLIOGRAFIE H. ROOSENS (met G. Beex)
Het onderzoek van het urnenveld "De Roosen" te Neerpelt in 1961, Het Oude Land van Loon 17, 145-173 (= Archaeologia Belgica 65).
(met G. Beex)
Drieperiodenheuvel te Mol bij grenspaal 194, Helinium 2, 255-259.
De bedrijvigheid van de Dienst voor Opgravingen, Bulletin van de Musea van België 2, 1959, 105-112.
1963
(met G. Beex, P. Bonenfant)
Een urnenveld te Grote-Brogel, Limburg 42, 261-300 (= Archaeologia Belgica 67).
(met P. Janssens)
Lijkverbranding en lijkbegraving op het Merovingisch grafveld te Grobbendonk, Helinium 3, 265-272 (= Archaeologia Belgica 71)
(met G. Beex)
Drieperiodenheuvel met klokbekers te Mol (In bijlage: W. Van Zeist, Het stuifmeelonderzoek van de grafheuvel te Mol), Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 6, 127-143 (= Archaeologia Belgica 72).
Kroniek-Dienst voor Opgravingen, Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 6, 264-268, 279-282.
Cultuurbezit uit Laat-Romeinse en vroeg-middeleeuwse grafvelden, Publikaties van het Provinciaal Galla-Romeins Museum te Tongeren, 5, Tongeren.
Les fouilles en Belgique en 1963 ,Antiquités nationales et internationales 4, 38-42. 1964
Kroniek-Dienst voor Opgravingen, Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 7, 273-276, 280.
1965
(met G. Beex)
Bronstijdgrafheuvels op de Haarterheide te Hamont, Archaeologia Belgica 81. (avec J. Alénus-Lecerf)
Sépultures mérovingiennes au Vieux Cimetière d'Arlon (Préface de J. Breuer et annexe deP. Janssens), Archaeologia Belgica 88.
1966
(met A. Van Doorselaer)
Enkele merkwaardige graven uit de Merovingische begraafplaats van Beerlegem, Helinium 6, 26-45 (= Archaeologia Belgica 91).
BIBLIOGRAFIE H. ROOSENS ll Introduetion à la datation des matériaux organiques par le radiocarbone. La significatien des résultats en archéologie, Bulletin del' Ins ti tut royal du Patrimoine Artistique 9, 149-153.
1967
(met G. Beex)
Een urnenveld te Achel-Pastoorsbos (met bijlage van P. Janssens), Archaeologia Belgica 96.
Laeti, Foederati und andere spätrömische Bevölkerungsniederschläge im belgi-sehen Raum, Die Kunde 18, 89-109 (= Archaeologia Belgica 104).
1968
Recensie: R. Pirling, Das römisch-fränkische Gräberfeld von Krefeld-Gellep, Helinium 8, 99-102.
Quelques particularités des cimetières mérovingiens du nord de la Belgique, Bulletin de la Société archéologique TRES. Acta 7, 35-4 7 ( = Archaeologia Belgica 108).
1969
(met G.V. Lux)
Een nederzetting uit de IJzertijd op de Staberg te Rosmeer, Archaeologia Belgica 109.
Merovingische gouden sierschijf van Rosmeer. Archeologisch onderzoek, Bulletin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium 11, 67-73.
1970
(met D. Thomas-Goorieckx)
Die Merowingische Goldscheibenfibel von Rosmeer, Archaeologia Belgica 123. (met J. Mertens)
Grafvondsten uit de Romeinse en de Merovingische tijd te Tongeren (met bijlage van P. Janssens), Archaeologia Belgica 116.
(met G.V. Lux)
Een Galla-Romeinse tumulus te Eben-Emael-Kanne (In bijlage: G. V. Lux, De Romeinse overblijfselen tussen Tongeren en Maastricht), Archaeologia Belgica 121.
(met G.V. Lux)
Een Gallo-Romeins grafveld te Gors-Opleeuw (In bijlage: P. Janssens, Het anth-ropologisch onderzoek - G. V. Lux, De Romeinse overblijfselen in de streek rondom Gors-Opleeuw), Het Oude Land van Loon 25, 5-52 (= Archaeologia Belgica 128, 1971).
12 BIDLIOORAFIE H. ROOSENS 1971
Die jüngsten Ergebnisse der Reihengräberforschung in Belgien und den an-grenzenden Nordfrankreich (Kurzfassung), inHauptprobleme der Siedlung, Spra-che und Kultur des FrankenreiSpra-ches, RheinisSpra-che Viertelsjahresblätter 35, 7-9.
Archéologie paléo-chrétienne, in Trésors Sacrés. Catalogue. Cathédrale Notre-Dame de Tournai 9 mai- Fr août 1971, Tournai, 171-172.
In memoriam Jacques Breuer, 1892-1971, Helinium 11, 209-212. In memoriam Jacques Breuer, Archeologie, 71-75.
1972
De Merovingische periode, in Vijfentwintig jaar archeologische opgravingen in België. Tentoonstelling Pro Civitate Brussel 28 april- 3 april 1972, 101-106.
(met G.V. Lux)
Een ronde hut uit de IJzertijd en andere vondsten te Grote Spouwen (Gem. Spouwen), Archaeologia Belgica 141.
1973
Siedlung und Bevölkerungsstruktur im Spiegel merowingischer Gräberfelder. Zu den jüngsten Ergebnissen der Reihengräberforschung in Belgien, in Siedlung, Sprache und Bevölkerungsstruktur im Frankenreich, Wege der Forschung 2, r 383-399.
(met L. Van Impe, G. Beex)
Het urnenveld op , ,De Roosen'' te Neerpelt. Eindrapport (In bijlage: P. Janssens, Het anthropologisch onderzoek), Archaeologia Belgica 145.
(met G.V. Lux)
Grafveld met Galla-Romeinse tumulus te Berlingen (In bijlage: P. Janssens, Het anthropologisch onderzoek), Archaeologia Belgica 14 7.
Préservation de sites archéologiques en Belgique, Helinium 13, 10-37 (=Ar-chaeologia Belgica 149).
1974
(met G.V. Lux)
Galla-Romeinse tumulus te Helsoven onder Roepertingen (met de medewerking van P. Janssens & M. Vanderhoeven), Archaeologia Belgica 164.
Merovingische grafgiften in het museum te Brecht, Archeologie, 80-81. 1975
(met J. Gyselinck)
Een Merovingisch grafveld te Beerlegem (Opgraving met de medewerking van A. Van Doorselaer & J. Alénus-Lecerf), Archaeologia Belgica 170.
BffiLIOGRAF!E H. ROOSENS 13
(met F. Meex)
Vlakgraven uit de Late Bronstijd te Zittaart, Gem. Meerhout (met de medewerking
van P. Janssens), Archaeologia Belgica 173.
Oude versterking te Kanne-Caster, in Conspectus MCMLXX.IV, Archaeologia
Belgica 177, 32-36.
Noodopgraving in het noordoostelijk deel van het Romeinse Tongeren, in
Con-spectus MCMLXXIV, Archaeologia Belgica 177, 40-43.
(met G. Beex, L. Van Impe)
Bijzettingen uit de Urnenveldentijd te Neerpelt-Grote Heide en Achelse Dijk (met
de medewerking van P. Janssens), Archaeologia Belgica 178.
1976
De oude versterking te Caster, in Conspectus MCMLXXV, Archaeologia Belgica
186, 54-58.
Merovingisch grafveld te Ophoven, in Conspectus MCMLXXV, Archaeologia
Belgica 186, 80-84.
Nog enige Merovingische graven te Rosmeer, in Conspectus MCMLXXV,
Ar-chaeologia Belgica 186, 89-90. (met G. De Boe, J. De Meulemeester)
Het Merovingisch grafveld van Rosmeer. I., Archaeologia Belgica 188. Bestattungsritual und Grabinhalt einiger Tumuli im Limburger Haspengouw, Helinium 16, 139-155 (= Archaeologia Belgica 191).
1977
Dendrochronologie van graf 111 van Beerlegem, in Conspectus MCMLXXV/,
Archaeologia Belgica 196, 60-62.
Merovingisch grafveld van Ophoven, in Conspectus MCMLXXVI, Archaeologia
Belgica 196, 63-67.
1978
Het Merovingisch grafveld van Rosmeer. II (In bijlage: P. Janssens, De
Merovin-ger van Rosmeer: zijn fysiek en pathologie), Archaeologia Belgica 204.
Het Merovingisch grafveld van Ophoven, in Conspectus MCMLXXVII,
Ar-chaeologia Belgica 206.
Überlegungen zum Sarkopbag von Amay ,Archäologisches Korrespondenzblatt 8,
14 BffiLIOGRAFIE H. ROOSENS 1979
Die Datierung des Grabes X von Arlon, in Conspectus MCMLXXVIII,
Archaeolo-giaBelgica 213, 124-127.
Nationale Dienst voor Opgravingen. De herontdekking van ons verleden, Open Deur 11, 1979, nr. 7, 190-193.
1980
Les sépultures paléochrétiennes, dansLe sous-sol archéologique del' église
Saint-Piat à Tournai, Archaeologia Belgica 222. 1981
Damasquineringen en dierstijl van Borsbeek, Archaeologia Belgica 233.
La trouvaille de Vieuxville, dans Conspectus MCMLXX.IX, Archaeologia Belgica
238, 56-58.
La villa carolingienne de Chassepierre, dans Chassepierre au passé. Catalogue
d' exposition, 9-13. 1982
Damasquineringen en dierstijl van Beerlegem en Rosmeer, in Varia 1/l, Ar
-chaeologia Belgica 246, 25~35.
Damasquineringen en dierstijl van Ophoven, in Varia /IJ, Archaeologia Belgica
246, 37-48.
Un dépöt monétaire romain à Bras-Haut, dans Conspectus MCMLXXXI, Ar-chaeologia Belgica 247, 94-97.