Algebra MULO-A 1952 Algemeen (
1
12uur)
Opgave 1.
3 2 2 2 2 2 5 3 3 3 : 1 2 3 2 2 3 6 a a a a a a a a a a a Opgave 2.
4 1 14 4 7 7 3 36 : 12 14 2 Opgave 3.
3 3 2 2 2 1 3 p p p p p p p a a a a Opgave 4.
De noemer van een breuk is 5 meer dan de teller. Telt men bij de teller en de noemer 3 op, dan is de som van de oorspronkelijke en de nieuwe breuk 1
4 1 .
Bepaal de oorspronkelijke breuk (Teller en noemer zijn gehele getallen).
Opgave 5.
Enige personen hebben voor een reis f 1050,- bijeen gebracht. Zij hebben ieder evenveel betaald; het aantal guldens, dat ieder gestort heeft is 8 meer dan tweemaal het aantal personen. Hoeveel personen zijn er en hoeveel heeft ieder gestort?