• No results found

Hoofdstuk 1 Rekenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoofdstuk 1 Rekenen"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoofdstuk 1:

Rekenen.

V-1. a. 6 3 8  4 d. 1449  27 g. 125175  57 b. 30 5 36  6 e. 2427 98 h. 6381 79 c. 12 2 18 3 f. 2428 76 i. 4254  79 V-2. a. 1 3 3 1 3 8 24  8 b. 25 37 356 c. 37 1415 10542  25 V-3. a. 5 3 15 5 6 7 42 14 d. 47 38 1256 143 g. 232   67 83 67 4821 227 b. 1 1 3 1 3 2 7 2 7 14 1     e. 7 28 6 11 11 11 4  2 h. 2 1 17 1 1 3 17 3 17 3 5     c. 2 4 8 3 5 15 f. 35 1011 3055 116 i. 1 251 32   65 38 1548 351 V-4. a. b. 1 1 6 6 4 2 16 10  2 10 naar Duitsland. c. 1 1 1

2 4 8 deel naar Duistland. d. 3 1 3 4 2 8 deel naar de VS. V-5. a. 4 3 2  2  4 12 16 g. 30 5 (24 6) : 5 1    1 7 b. (4 3) 2 2   7 4 28 h. 3 8 4 (3 2 : 4) 5 (3       ) 5 1 5 5 c. 4 (3 2) 2  4 62 40 i. 1 2 3 10 : 5 1 6 2 9       d. (4 3 2)  2 102 100 j. 6 (4 2    3) 2 6 13 2  20 e. (2 5) 7 7 7 49     k. 48 8 48 : (22 17 3)   6 f. 7 2 2   7 4 11 l. 36 : 3 36 : 4 36 : 6 12 9 6 27      V-6. V-7. a. b. V-8.

a. 4 25000 100000  cm. In werkelijkheid vakken van 1 km bij 1 km. b. 25 000100 0,004 meter (4 mm) bij 25 00070 0,003 meter (3 mm)

1 4 3 4 1 2 1 2 1 2 1 4 1 4 x 2 12 15 48 2 20 40  250 y 7 12 7 2 42 15 72 5221 4 42 168  140 7 125 875  p 18 12 45 1200 3 1260 q 3 2 1 2 7 200 0,5 210 S 0,3 2 10 15 48 7 250 a 6 40 200 300 960 140 5000

(2)

c. 2 25000 50000  mm (50 meter !?)

(3)

1.

a.

b. 10 5 1 50   5 5 1 25   … In een verhoudingstabel zijn de kruisproducten gelijk. 2. 22,5 a 60 42 3,47 b 0,34 12,15 60 42 22,5 112 a 0,34 12,15 3,47 1,19 b 3. a. Lucy moet 350 9,451000 € 3,31  betalen. b. Marja kocht 1000 7,009,45 741  gram gehakt. 4.

a. In die week verdient ze 14 59,40

11 € 75,60

b. Debby werkt 11 45,90 1 59,40 82

uur per week.

5.

a. Roy krijgt dus het 7

10 deel en Tim het 103 deel van wat ze samen verdienen. Roy krijgt 7 10 7 € 4,90 en Tim 103  7 € 2,10 b. Roy: 7 1092,50 € 64,75 en Tim: 103 92,50 € 27,75 6. a. 3 8200 75 ; 75 : 125 b. 9 192299 1089 ; 1089 : 1210 c. 3 7135,10 57,90 ; 57,90 : 77,20 d. 3 16720 135 en 165 720 225 135 : 225 : 360 e. 1 144480 320 en 144 4480 1280 320 : 1280 : 2880 7.

a. Boris krijgt het 110

250-ste deel b. Boris: 110

250950 € 418,  Colin: 25075 950 € 285,  en Derrick: 25065 950 € 247,

8.

a. Het brood zal dan aan de binnenkant niet gaar worden b. 3 €1,60 € 4,80 

c. 2 keer zo grote schroeven zullen niet 2 keer zo duur zijn. d. Een grote afstand zal anders gelopen worden.

e. Er zullen in de andere maanden niet zo veel kerstkaarten verkocht worden. f. Een taxirit begint met een starttarief, plus een bedrag per km.

9.

a. 5 1

15 3 deel 153 51 deel 158 deel b. 1 1 8 3 5 15 gewicht (gram) 1000 350 prijs (euro) 9,45 7,00 uren 11 14 loon (euro) 59,40 45,90 aantal liters105117,5oppervlakte in m25025587,5 :2 :5 x17,5 x5

(4)

10. a. 1 3 2 3 5 4   8 8 8 8 f. 3  32 14 1236 128 123  12312127 b. 1 1 1 2 3 1 6    3 6 6 6 2 g. 134   19 74 19 6336364  3667 13631 c. 2 1 14 3 17 3 7 21 21 21 h. 1112 217 1311157  779116577  25677 37725 d. 1 1 1 20 15 12 47 3  4 5 6060 60  60 i. 531 21 163  21 326  36 296 465 e. 2 1 6 5 1 5 3 1515 15 11. a. 1 2 1 2 3 5 1 3  5 5 1515  15  3 c. 125171  21 75 148  7098704013534 b. 2 1 1 2 1 28 5 33 5   7 2 5 14  7070  70 d. 13   52 51 12 152 101  304 303  307 12. 1 1 1 1 2 3 20 15 40 2 3020  3 4 60 60 60 60  60  3 1 1 1

8 3 24 deel reist buiten Noord Holland 16

2 1 24 1 7

3 24 24 24 24 24

1      deel naar een andere plaats in Noord Holland.

13.

a. 5 8

b. teller en noemer delen door 6 7 42  .

14. a. 5 3 3 8 5 8 f. 1 112 13     61 23 43 16 26 31 b. 1 4 5 4 5 4 9 4 9 9 1     g. 1 7 5 1 21 34 1 55 55 3 (8 1 )12  3 (2424) 3 24  72 c. 2 1 8 3 8 3 2 3 2 2 2 1    4 h. 5 2 4 1 2 2 10 6 1 3     5 5 2 3 5 1515 115 d. 3 4 5 3 4  5 7 7 i. 23  73 (54 12) 72 (108 105)  72 1013 2670  3513 e. 1 1 9 1 1 2 27 2 27 6 4     15. a. met 7 b. met 5 16. a. 3 4 5 20 2 3 63   d. 1 5 35 7 2 11 11 2  3 g. 5 6 3 18 3 5 35   b. 1 3 5 15 1 10 2 3  1 e. 1 2 1 4 2 10  h. 21 1 2 4 9 4 5 5 2  1 c. 31 53 2 5 5 2 6   f. 15 1 10 3 32  i. 13 31 3 7 1 9 1 3 39   17. a. 3 4 0,75 c. 203 0,15 e. 252 0,08 b. 1 5 0,2 d. 1003 0,03 f. 58 0,625

18. gebruik zo nodig: mode, float, 4

a. 5

7 0,7143 c. 2322,6667 e. 238 2,375 b. 13

(5)

19.

a. Bij 0,3 wordt 3 door een groter getal gedeeld dan bij 1

3. De breuk is dan kleiner.

b. 33 100 0,33 en 1 33 3 99. 0,33 is dus kleiner. c. 3 9 8 1 8  24  24  3 112 102 0,2 (noemer is groter) 4 4 9 10 0,4 (noemer is kleiner) 20. a. 25 1 100 4 0,25  c. 8 2 100 25 0,08  e. 44 11 100 25 3,44 3 3 b. 125 1 1000 8 0,125  d. 45 9 100 20 2,45 2 2 f. 4 1 1000 250 1,004 1 1 21. a. Marcel: 325,71 Cas: 329

Het aantal van Cas is beter omdat 0,33 een afronding is van1 3 . b. 1

7987 141 werknemers komt lopend of met de fiets. c. 987 329 141 517   werknemers komen met de auto.

22. a. 3 4229 €171,75 c. 157 18 8,4 liter e. 112 143 26 kilogram b. 2 945 10 m2 d. 0,9 200 180  meter f. 38157 58,875 meter 23. a. 2 3350 233 km. b. 2 7104 30 leerlingen. c. 3 431000 23250 bezoekers. d. 5

7 deel is 28.500 mensen. Dan is 77 deel 28 500 75 39900

bezoekers.

24.

a. 1

52250 € 450,  wordt besteed aan materiaal. Daarvan wordt 23 deel besteed aan ballen; dat is 2

3450 € 300, 

b. 2250 450 €1800,   gaat naar de jeugdafdeling. 3

41800 €1350,  wordt gebruikt voor de jaarlijkse jeugddag.

25.

a. 649 121

100  €785,29 (de kruisproducten zijn gelijk) b. met 1,21

c. Een verlaging van 3% betekent een vermenigvuldiging met 0,97. d. Dat maakt niets uit: 649 0,97 1,21 649 1,21 0,97    

26. a. 910 0,80 € 728,   c. 325 1,0105 € 328,41  b. 169 1,13  €190,97 d. 49100 0,992 € 48707,20  27. a. 12 32100 37,5% c. 2070100 28,6% b. 180 330100 54,5% d. 12,350 100 24,6% bedrag 649 percentag e 100 121

(6)

28. a. met 22 20 20 100 10% gestegen. b. met 884,40 792,30792,30 100 11,6%  gestegen. c. met 80 32,50 80 100 59,4%  gedaald. 29. a. 1058 100 121 € 874,38 x exclusief BTW. b. 69 44,85 69 100 35%  korting. 30. a. 0,15 1950 293  leerlingen.

b. Het aantal leerlingen op 1 september 2008 was 19501,073 1817. c. 34% komt overeen met 55 leerlingen. Dan is 100% gelijk aan 55

34100 162 . 31. a. x0,995 1346 dus x0,9951346 €1352,76 b. x0,763 12045 dus 12045 0,763 €15786,37 x  32.

a. x0,85 378,25 . De prijs zonder korting is 378,250,85 € 445, b. De klant betaalt 180 1,35 1,21 € 294,03  

c. 0,21 x 57,75. Het bedrag exclusief BTW is dan x  57,750,21 275. De prijs van het artikel is 275 1,21 € 332,75 

33. a. Albert: 0,30 325000 € 97500,   b. Frits: 4 11(325000 97500) € 82727,27  en Nicolaas: 117 227500 €144772,73 c. Nicolaas krijgt 7 11 0,70 100 44,55% d. Zina krijgt 4 1 11 3 0,70  100 8,5% 34. a. 1 60 60 10 60 25 4225      seconden

b. Yannick is 69 dagen, 10 uur en 40 minuten oud. c. 1090775 minuten 1090775 60 18180   uur 18180 24 757   dagen 757 365 2,08 jaar Dat is 2 jaar, 27 dagen, 11 uur en 35 minuten.

35.

a. Hij vliegt 1350

600 2,25 uur. b. 2 uur en 25

100 deel van een uur (60 minuten) = 2 uur en 10025 60 15 minuten.

36.

a. 2 60 60 14 60 23 8063      seconden. b. 2 60 12,7 132,7   seconden.

c. 98 km per uur is 98000 meter per 3600 seconden. 98000

3600 27,2 v   m/s d. 56 3600 1000 201,6 v km/uur prijs 1058 x percentag e 121 100

(7)

37.

a. 5500

3600 1,53 uur (1 uur, 31 minuten en 40 seconden) b. 6 3600

55 392,7

. In zes uur kunnen bijna 393 auto’s gespoten worden.

38.

a. 40 45 1800  seconden. Dat zijn 30 minuten.

b. (2 60 53,45) (3 60 17,28) (4 60 4,12) 614,85         seconden: 10 minuten en 14,85 seconden.

c. (1 60 12,45) (2 60 24,36) (14 60 45,45) 1102,26         seconden: 18 minuten en 22,26 seconden.

d. 1

4 (6 60 14,48) 93,62  seconden: 1 minuut en 33,62 seconden.

39.

a. 240 meter is gelijk aan 0,240 km en 3600 sec is 1 uur. b. 0,240 3600 50 17,28 v km/uur c. vMark 0,240 360058 14,90    km/uur 40. a. 6.16,20 minuten: 376,2 seconden 5000 3600 5000m 376,2 47847 v m/u 47,85 km/u b. v10000m 10000 3600775,32 46432 m/u 46,43 km/u. c. 500 3600 500m 34,03 52895 v m/u 52,89 km/u. 41. 125

17,3 7,2 uur: 7 uur en 14 minuten.

42.

a. minuten

b. Roy: 3.28,4 minuten Gerco: 3.21,1 minuten Balasz: 2.57,3 minuten c. vRoy  208,41200 5,76 m/s vGerco  201,11200 5,97 m/s vBalasz 177,31200 6,77 m/s d. Balasz heeft de eerste ronde het snelst gelopen.

400 56,9 7,03 Balasz v   m/s 7,03 3600 1000 25,3  km/u 43.

a. duizend: 103 miljoen: 106 miljard: 109 biljoen: 1012 biljard: 1015 triljoen: 1018 triljard: 1021

b. 1030 is een 1 met 30 nullen.

44. a. 40 000 4 10  4 c. 230 2,3 10 2 b. 427 480 000 000 4,2748 10 11 d. 99 999 999 9,9999999 10 7 45. a. 215 000 336 000 7,22 10 10 c. 8,61020,46 1,60 10 17 b. 6,3 106 5 107 3,57 10   5 d. 2 350 000 88 701 400 2,08 10 14 e. 11, 6, 18 en 15.

afstand (in meter) 5000 v

(8)

46. a. 2,998 10 3600 24 365,25 9,46 10 8 15 meter 9,46 10 12 km. b. 1412 4,3 10 9,46 10 45,5    lichtjaar. c. 425 9,46 10 12 4,02 10 15 km. d. 12 149 600 000 5 9,46 10 1,58 10     jaar 1,58 10 5365,25 24 60 8   minuten. 47. a. 0,006 6 10  3 c. 0,000 032 1 3,21 10 5 b. 0,1 1 10  1 d. 0,000 099 999 9,9999 10 5 48. a. 25 10 4 2,5 10 3 c. 1000 10 3 1 b. 10 0,000 000 002 5 2,5 10 8 d. 2,7 0,000 03 8,1 10 5 49.

a. Dat duurt 1,5 10152 1000 dagen 2 jaar en 270 dagen.

b. 2

1,2

1,5 10  80 dagen voor 25 maart. De elfstedentocht was op 4 januari 1997.

50.

a. N  3 0,556 8,3 10 2 mg b. N  3 0,5552 9,5 10 14 mg

51.

a. 4 1014 2500 bloedlichaampjes achter elkaar.

b. De poliovirus is het kleinst (0,00002 cm), dan het rode bloedlichaampje (0,0004 cm) en vervolgens de levercel (0,002 cm).

c. In het rode bloedlichaampje 4 102 1054 20      keer en in de levercel 3 5 2 10 2 10 100      keer. 52. a. 2 1 1 8 1 16 1 17 5 3 3 2 3 6 6 6 6 6 2        2 g. 51 35 1 3 4 12 63 4 7 35 5 2   1 b. 4 9 5 45 1 4 114   h. 1 1 2 3 5 3 2 6 6 6 3 2 3 2  c. 1 2 1 1 2 4 4 1 (2 )  1 6 7 i. 1 1 10 11 110 1 3 5 3 5 15 3 3 2    7 d. 1 1 37 5 185 5 6 2 6 2 12 12 6 2    15 j. 1 1 1 1 1 2(5 7 ) 2  2 12264 e. 2 3 4 2 2 3 4 5 5 5 2     2 2 k. 16 46 1 4 4 2 9 54 27 2    f. 1 11 2 2 311 1   3 1 33 1 43 l. 31  119 111 339 333  1233 114 53. a. geel: 2 2 2 3 (1 3) 9 blauw: 32  (1 23 92)  32 91 272 b. gekleurd: 2 2 2 26 3 9 27  27 deel c. vierde stap: 1 1 1 327  81 vijfde stap: 13 811 2431 Dus na vijf stappen is het witte deel minder dan 1

(9)

54.

a. De overgebleven ouder en elk kind krijgt één zesde deel van de helft, ofwel 1 1 1 6 2 12 deel. De overgebleven ouder krijgt dus 1 1 7

212 12 deel van de erfenis. Elk kind krijgt 1

12150 000 €12500, 

b. Elk kind krijgt ook nog één vijfde deel van de overgebleven ouder ( 7

12deel); 1 7 7

5 12 60 deel. Elk kind krijgt in totaal: 121 607  1260  51 (!) deel.

55. a. 43 200 000 6 30 240 000 km/dag b. 240 000 24 10 000 km/u c. 260 000 300 7,8 10 7 km. 56. a. 1.01.03 5.08.10 3.22.53 9.31.66 9.32.06    uur b. 5 3600 8 60 10

9 3600 32 60 6      100 53,9% aan het fietsen.

c. 8 10 60 3600 180 5 35,05 v  km/u 57. a. 9 300 000 000 46 10 0,0065 kg = 6,5 gram b. 300 000 000

1800 166 666,7. Er waren dan zo’n 166667 ritten nodig.

58. a. 2,998 10 1,28 383 744 000 8 meter = 383744 km. b. 6000 9,45 10 15 5,67 10 19 meter 5,67 10 16 km. c. 1812 2,08 10 9,45 10 220 106    lichtjaren. 59. a. vWebber  60 32,2304574 49,59 m/s 178,5 km/u b. 4574 60 32,357 49,53 Barichello vm/s. Dat is ongeveer 0,06 49,59100 0,12% lager.

c. Elke ronde is Webber 0,127 seconden sneller. Hij legt dan 0,127 49,59 6,30  meter meer af. Om een hele ronde meer af te leggen moet hij 45746,30 726 ronden afleggen.

(10)

T-1. a. 3 122940 735 en 124 2940 980 735 : 980 : 1225 b. 2 144858 694 , 143 4858 1041 en 144 4858 1388 694 : 1041 : 1388 : 1735 T-2. a. 1 3

2 7 126 27 leerlingen scoorden minder dan 40 punten. b. 4 1 24 7 17

7  6 4242  42 deel scoorden minstens 50 en hoogstens 60 punten.

T-3. a. Frankrijk: 3 19380 60 km. België: 12380 190 km. b. Engeland: 50 1,6 80 4 380 50 1,6 460 23      deel

c. Nederland: 380 60 190 130   km. Dat is het 130 13 460  46 deel.

T-4.

a. Leonie betaalt nog maar 75%. De laarzen waren dus 123,750,75 €165, b. De klant betaalt 455 1,25 1,21 € 688,19  

c. €51,- is 21%. Het bedrag exclusief BTW is 0,2151 € 242,86. De prijs voor de klant is 242,86 1,21 €293,86  T-5. a. snelheid 5000 5 60 46,15  14,44 m/s = 52 km/u b. Tijdens de training: 8000 9 60 15,23 14,41

v  m/s. Hij was daarmee iets langzamer.

T-6. a. 123 000 456 798 5,62 10 10 d. 907112 3,10 10 47 b. 0,0271:123 619 000 000 2,19 10 13 e. 1 7 8 0,000 003 45 4,31 10     c. 542 600 843 000 000 4,57 10 14 f. 0,000 137 6,27 10 28 T-7. a. In 2013: 680 1,04 € 707,20  b. In 2008: 4 680 1,04  € 581,27 c. In 2017: 32 1,06 5 43 fietsen. d. Omzet in 2012: 32 680 € 21760,   Omzet in 2017: 43 827,32 € 35575,   De omzet is met 35575 2176021760 100 63,5%  gestegen. T-8. a. A: 30 10 50 30 2600 € 520,  B: 30 2050 30 2600 €1040,  C: 20 1550 30 2600 € 520,  D en E: 10 15 50 30 2600 € 260,  b. In totaal 95 meter gaas.

A: 12(30 10) 4 95 19   , B: 12(30 20) 5 95 19   , C: 12(20 15) 7 95 38   , D: 12(15 10 15) 4 95 19    en E: 12(15 10) 5 95 38   c. A: 4 19 520 95 32 €1160,   B: 5 19 1040 3040 €1840,  C: 7 38 520 3040 €1080,  D: 4 19 260 3040 € 900,  en E: 5 38 260 3040 € 660, 

(11)

Extra oefening Basis.

B-1.

a. 72 1

648  9 deel uit materiaalkosten b. B-2. a. 5 3 1 15 35 20 2 7  10 2 7070  70  7 d. 52 35 121    25 35 32 104 109 1013 1103 b. 51 75 2 7 7 2 10   e. 6 11 6 83 5 7 77 6 6 6 6 1 13      c. 1 3 1 7 3 140 9 131 11 3 4 5 3 20 60 60 60 60 2        2 f. 7 6 1 49 48 8 9 8  7 7 565656  56 B-3. a. flats: 1 415320 3830 rijtjeshuizen: 2515320 6128 b. huurwoningen: 5 1 83830 2 6128 5458 B-4. a. 0,95 (45,90 37,50) € 79,23   b. p0,95 0,80 91,15  119,93 p

B-5. 2.04.07 uur komt overeen met 2 3600 4 60 7 7447     seconden

42195 7447 5,67 v   m/s 3600 1000 5,67 20,4    km/u B-6. a. In 1 m3: 100 100 100 15000 1,5 10 10 korrels. b. 1 korrel neemt 1 5 15000 6,67 10    cm3 in.

Extra oefening Gemengd.

G-1.

a. 940 4

90 109 uur ofwel 10 uur en ongeveer 27 minuten

b. 4

9

10 1,25 2 15,06   uur ofwel ruim 15 uur.

c. 940

120 1,25 1,5 11,3

T     uur (11 uur en 20 minuten)

onderdeel snoeien straatwerk hek rep. materiaal

kosten in

(12)

d. 43 60

11 80

(13)

G-2.

a. 1607

38 42,3 m/s 42,336001000 152 km/u b. t  3600 1607220 000 26 seconden

G-3.

a. Het verbruik wordt dan 1,25 liter voor 14 km. Op 1 liter kun je dan nog maar 11,2 km rijden.

b. Het verbruik bij 90 km/u wordt 0,85 liter voor 14 km. Dat is ongeveer 16,5 km op 1 liter.

c. Bij 130 km/u: 100

11,2 8,93 liter Bij 90 km/u: 16,5100 6,07 liter

G-4. a. 1e prijs: 1 28400 € 4200,  2e prijs: 1 48400 4 € 525,    3e prijs: 418400 10 € 210, 

b./c. Omdat er 4 tweede prijzen en 10 derde prijzen zijn, is de verhouding eigenlijk 3:2:2:2:2:1:1:1:1 :1:1:1:1:1:1.

1e prijs: 3

218400 €1200,  2e prijs: 212 8400 € 800,  3e prijs: 1

218400 € 400, 

Tweede en derde prijzen samen: 4 800 10 400   € 7200, en dat is meer dan 5 1200  € 6000,

d. Winst 6435 2,25 8400   € 6119,25

Uitdagende opdrachten

U-1. 1. Gemiddeld nam het aantal vrouwelijke studenten meer toe (52.000) dan het aantal mannelijke studenten (20.000)

2. het totaal aantal studenten groeit met 245.000 173.000

173.000 100 42% en de bevolking met 6 6 6 16,7 10 15,1 10 15,1 10 100 11%      

3. In de jaren negentig is er sprake van een daling.

U-2. 2001: 16,0 10 0,333 4526 2,41 10 6 10 sigaretten

2005: 16,3 10 0,295 4271 2,05 10 6 10 sigaretten Een afname van 10 10 10

2,41 10 2,05 10

2,41 10 100 14,8%   

  

U-3. Elke liep met een snelheid van 33 40

60 3600

120

11  10,4 km/u Na 9:53:48 uur had Elke 53 48

60 3600

(9  ) 10,4 102,724  km afgelegd. Ze moest toen nog 17,276 km afleggen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vader des vaderlands heeft zijn leven geofferd, niet alleen voor de vrijheid van ons land, maar evenzeer voor de verdraagzaamheid op godsdienstig gebied.. Daarbij moest hij

Wij zijn dus in geweten overtuigd, dat onze politieke keuze niet in strijd is met enigerlei katholiek beginsel, en dat de vrijheid om deze keuze te kunnen doen, in deze tijd voor land

Automobil stelt dat een verhoging van de brandstofprijs met 40 eurocent per liter hetzelfde effect heeft op het aantal gereden kilometers als een kilometerheffing van 5 eurocent.

Als een punt op de x-as te zien is als een individuele verzekerde met een bijbehorend schadebedrag, dan is het lijnstuk tussen twee punten op de x-as te zien als een aantal

Er is een verband tussen het groeipercentage en de verdubbelingstijd van een exponentiële functie. Deze vuistregel is redelijk goed als p < 7%. Hoe kleiner p, des te beter is

- Stans uit het rode motief karton (3 verschillende motieven) elk 1 kleine ster en prik ook hierin boven een gat. - Hang de kleine sterren met behulp van steeds 2 tussenringen in

In te stemmen met de voorstellen voor incidenteel en structureel nieuw beleid, zoals opgenomen in het hoofdstuk ‘aanvragen nieuw beleid’.. De dekking voor 2021 onttrekken aan de

In te stemmen met het instellen van de reserve tussenvoorziening spoedzoekers en de bestemmingsreserve te doteren met € 300.000 ten laste van het budget impuls