• No results found

Begrenzing, oppervlakte, afvoer en peilen van de polders in Noord-Holland ten noorden van het IJ en het Noordzeekanaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Begrenzing, oppervlakte, afvoer en peilen van de polders in Noord-Holland ten noorden van het IJ en het Noordzeekanaal"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

\

NOTA 1160 november 1979 Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding

Wageningen

BIBLIOTHEEK DE HAAFF

Droevendaalsesteeg 3a

Postbus 241

6700 AE Wageningen

BEGRENZING, OPPERVLAKTE, AFVOER EN PEILEN VAN DE POLDERS IN

NOORD-HOLLAND TEN NOORDEN VAN HET IJ EN HET NOORDZEEKANAAL

ing. J.G.S. de Wilde

Werkgroep Noord-Holland IX

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een een-voudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is af-gesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking

CENTRALE LANDBOUW/CATALOGUS

0000 0240 8736

(2)

I N H O U D

biz.

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1 2. POLDER c.q. WATERSCHAPSBEGRENZING 2 3. AFVOEROPPERVLAKKEN VAN POLDERS EN WATERSCHAPPEN 3

4. POLDERPEILEN 4 5. AFVOER 1966 t/m 1979 5

6. GEVOLGTREKKINGEN 10

(3)

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING

De hoeveelheid kwel of wegzij ging in een polder is in vele gevallen een moeilijk te vatten grootheid. Wil men inzicht hebben in de waterhuishouding in een dergelijk gebied dan zal op één of andere wijze deze toevoer van het diepe grondwater naar het

freatische grondwater, of omgekeerd indien het wegzijging betreft, moeten worden vastgesteld. Een algemeen toegepaste methode is

om de grootte van deze kwel of wegzijging als restterm in de water-balans te bepalen.

Het onderzoek naar de waterhuishouding en waterkwaliteit in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal, dat werd uit-gevoerd in opdracht van en in samenwerking met de Provinciale Waterstaat (PWS) in Noord-Holland en het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland (US), nood-zaakte tot het opstellen van dergelijke waterbalansen.

In deze nota worden onder andere de waarden gegeven van de term 'afvoer' uit deze waterbalans voor alle polders in het onder-zoeksgebied. Deze afvoer kan worden berekend uit de voor elk gemaal bekende capaciteit van de pompen, het aantal draaiuren dat deze pompen in een bepaalde periode hebben gemaakt en de

afvoeroppervlakte. Maalstaten met draaiuren waren deels voorhanden daar, door vele bedienaren van gemalen of technische diensten van waterschappen, draaiuurregistratie heeft plaats gehad.

Mede om de betrouwbaarheid van deze maalstaatgegevens te toetsen en ter controle of alle gemalen, die uitmalen op de

boezem, op deze maalstaten voorkomen, zijn alle polder- c.q. water-schapsbesturen persoonlijk benaderd.

(4)

was opgesteld, werden ook vragen voorgelegd om inzicht te verkrijgen in de lokale onttrekkingen, de polderpeilen in het zomer- en winter-seizoen, de afvoeroppervlakte, de plaats van de inlaatpunten, de ingelaten hoeveelheden (indien bekend) en de gebiedsbegrenzing naar de toestand in 1978.

Eén en ander had als resultaat dat een omvangrijke uitleg van de toestand ter plaatse werd gegeven, die zo nodig werd aangevuld

met gedetailleerde gebiedskaarten en kopieën van polderbeschrijvingen. Vele van deze aldus verkregen gegevens werden in de interne

werk-groep 'Noord-Holland' ingebracht.

Aanvankelijk werd voor de afvoeroppervlakte van de polders de op de meest recente waterstaatskaarten voorkomende oppervlakte ge-hanteerd, doch dit gaf aanleiding tot onvolkomenheden. Daarom werd overgegaan tot het opnieuw planimetreren van de oppervlakte van de afvoergebieden die vielen binnen de invloedssfeer van de betreffende gemalen, hetgeen door de zojuist uitgevoerde controle op de gebieds-begrenzing mogelijk werd gemaakt. Dit vormde de belangrijkste reden om naast deze gebiedsbegrenzingen de diverse gebruikte oppervlakte-waarden afzonderlijk in deze nota op te nemen.

2. POLDER c.q. WATERSCHAPSBEGRENZING

Kaartmateriaal van het gehele onderzoeksgebied in Noord-Holland, bijgewerkt tot en met de laatste wijzigingen, zoals

waterschaps-concentraties, bleek in 1978 niet voorhanden. Concentraties en

eventuele recente interne wijzigingen binnen de waterschappen, onder andere door nieuwe gemalen, veroorzaken dikwijls grenswijzigingen waardoor veranderingen in het bemalingsgebied legio kunnen zijn.

Met de waterschapsbesturen zijn zowel de waterschapsbegrenzingen als de interne poldergrenzen of die van maalgebieden doorgesproken. Dit resulteerde in een kaart 1 : 50 000 waarop de zojuist genoemde begrenzingen naar de toestand van 1978 zijn aangebracht. Deze kaart wordt hier weergegeven in fig. NH1.

(5)

3. AFVOEROPPERVLAKTEN VAN POLDERS EN WATERSCHAPPEN

Bij de gesprekken met de waterschapsbesturen is gebleken dat de oppervlakte inclusief water bij veel polders niet bekend is. Wel kon de belastbare oppervlakte worden gegeven, doch deze was reeds bekend (JAARBOEK NOORD-HOLLAND, 1978). Als gevolg van de diverse uitgevoerde ruilverkavelingen en concentraties van water-schappen bleken de oppervlakten op de meest recente waterstaats-kaarten (RIJKSWATERSTAAT, 1967-1973) af te wijken van de werkelijk-heid. Op deze kaarten worden de oppervlakten per bemalingsgebied, waar het ons uiteindelijk om te doen was, niet gegeven.

Genoemde punten vormden de aanleiding dat tot het bepalen van de oppervlakte door planimetreren moest worden overgegaan, hetgeen mogelijk was aangezien de huidige begrenzingen (zie hoofdstuk 2) bekend waren. Daarvoor werden deze begrenzingen aangebracht op de topografische kaarten schaal 1 : 50 000 van Noord-Holland.

Naar de toestand in 1978 worden in de bijlagen 1 t/m 7 naast

de geplanimetreerde afvoeroppervlakten van alle waterschappen, polders of afdelingen in het onderzoeksgebied, de belastbare, de door het waterschap genoemde en de volgens de waterstaatskaarten verkregen oppervlakten gegeven. De oppervlakten volgens de water-staatskaarten waren dikwijls niet als zodanig daarop aangegeven, maar konden worden berekend als de som van de oppervlakten van de afzonderlijke bemalingsgebiedjes in een polder. De aldus gevormde oppervlakten weken soms af van de nu door planimetreren verkregen waarden. De geplanimetreerde oppervlakten komen in die gevallen waarin geen tussentijdse grenswijzigingen plaatsvonden, praktisch overeen met de oppervlakten vermeld in het rapport van de Commissie inzake het zoutgehalte der boezem- en polderwateren van Noord-Holland

(zie Literatuur). Deze zijn naar alle waarschijnlijkheid afgeleid van de door KOOIMAN (1936) bepaalde oppervlakte.

De in de bijlagen 1 t/m 7 genoemde geplanimetreerde en de na een correctie, ten behoeve van het rekken en krimpen van het kaart-materiaal, gehanteerde oppervlakten van de polders zijn exclusief de oppervlakte van de door US aangegeven (hoofd)boezem.

(6)

Deze boezem bevindt zich in vele gevallen op de scheiding van polders, doch kan ook binnen de polders aanwezig zijn. Als opper-vlakte van de boezem is aangehouden de opperopper-vlakte gevormd door de afstand tussen het midden van de beide boezemdijken en de lengte van de boezem in de polder.

4. POLDERPEILEN

Eén van de gestelde vragen aan de besturen c.q. technische diensten van alle waterschappen in het onderzoeksgebied, handelde over het polderpeil. Het ging daarbij om het peil dat in de praktijk voorkomt en niet het eventueel gewenste peil. Aangezien buiten het groeiseizoen een meestal afwijkend peil wordt gehandhaafd is onder-scheid gemaakt tussen zomer- en winterpeil.

De op deze wijze verzamelde peilen worden weergegeven op de polderpeilenkaart, fig. NH1. De notatie van de peilen zoals bij-voorbeeld 130/150 wil zeggen dat als zomerpeil in het gebied 1,30 m beneden N.A.P. wordt aangehouden terwijl voor de winter een peil van 1,50 m beneden N.A.P. geldt. De peilgebieden worden in de figuur begrensd door getrokken en gestreepte lijnen. De getrokken lijnen zijn de grenzen tussen twee gebieden met verschillend peil en de gestreepte lijnen zijn de grenzen van het waterschap waarbinnen het peil voorkomt.

Binnen de opgegeven peilgebieden komen dikwijls meerdere onder-bemalingen voor, waar per bemalingsgebiedje een afwijkend peil wordt gecreëerd overeenkomend met de wensen van degene die de grond in

eigendom of beheer heeft. Deze afzonderlijke peilen kunnen tevens jaarlijks variëren afhankelijk van het bodemgebruik. Hoe groot de verschillen zijn ten opzichte van het algemeen geldende polderpeil

is dikwijls niet bekend en bovendien moeilijk te controleren door het ontbreken van peilschalen enzovoort. De grootte van de gebiedjes is niet meer dan enkele hectaren. Uitsluitend in die gevallen waar de afwijkende peilen van deze gebiedjes van mogelijk belang zijn, zulks aangegeven door het polderbestuur, worden ze hier afzonderlijk opgevoerd.

(7)

5. AFVOER 1966 t/m 1979

De uitgemalen hoeveelheid kan worden bepaald aan de hand van de pompcapaciteit en het aantal maaluren van de pomp.

Aangezien geen metingen hebben plaatsgevonden betreffende de heersende peilen ten tijde van het bemalen, was het niet mogelijk de pompcapaciteit te bepalen aan de hand van de bekend zijnde relatie tussen opvoerhoogte en capaciteit. Volstaan is nu met het aanhouden van de gemiddelde pompcapaciteit die overeen komt met het voor die tijd geldende polderpeil eventueel gebaseerd op aan-wijzing van de Technische Dienst van de waterschappen of de bedienaar van het gemaal. Hierbij is uitgegaan van de laatst uitgevoerde

capacitéitsmetingen en rekening gehouden met naderhand opgetreden wijzigingen, zoals beschadigingen aan de pomp en slijtageverschijn-selen. Bij enkele gemalen waren recentelijk door PWS capaciteits-metingen uitgevoerd. In die gevallen werden de gemiddelde waarden daarvan aangehouden.

Gebleken is dat bij automatische gemalen de maaluurregistratie minder zinvol kan zijn wanneer de bedienaar van het gemaal de

aan-zuigtoestand niet regelmatig controleert. Een verhoogde weerstand in de zuigleiding, ontstaan door opeenhopingen van meegevoerd kroos of drijvend afval, kan de pompopbrengst sterk reduceren. Een derge-lijke toestand kan zonder continue controle enige tijd voortduren.

In die gevallen waarin de maalstaten van de pomp niet aanwezig waren bij PWS, werden de maaluren bepaald aan de hand van de

ver-strekte gegevens van de gemaalsbedienaren. Indien deze laatste gegevens eveneens niet te reconstrueren waren, zijn voor pompen met electromotor-aandrijving de maaluren afgeleid uit het energie-verbruik. Voor dit laatste werd meermalen medewerking verleend door het Provinciaal Energiebedrijf Noord-Holland te Bloemendaal (PEN) en het Gemeentelijk Energiebedrijf te Amsterdam (PEGEM). Als kant-tekening dient hierbij te worden gemaakt dat de herleiding van het aantal maaluren uit de stroomopname gezien moet worden als een laatste redmiddel om nog iets omtrent de maalduur te achterhalen. De stroomopname van de electromotor die het gemaal aandrijft is

(8)

namelijk niet constant gedurende de periode dat deze in bedrijf is. Zo is tijdens de aanloopperiode het energieverbruik hoger. Dit ver-oorzaakt een onnauwkeurigheid in de herleiding, aangezien het stroomverbruik dus mede afhankelijk is van het aantal keren waarin de pompmotor aanslaat. Dit is niet te achterhalen, bovendien moeilijk te registreren. De herleide maaluren zullen dus in die gevallen waarin veel starts worden gemaakt te hoog uitvallen. Dit laatste zal ook het geval zijn indien met een te laag toerental wordt gedraaid, zoals hierna wordt aangegeven.

De tijd waarop de gemalen bijstonden is derhalve als volgt te berekenen

T ^ (O

e n x cos y>

hierin is:

T = de tijd dat de electromotor de pomp heeft aangedreven s W = het energieverbruik of het opgenomen vermogen gedurende

2 -2 het malen kg.m .s

2 -3 N = het afgegeven vermogen van de electromotor kg m .s (watt)

cos y = electrische (arbeids-)factor van de electromotor

Het opgenomen vermogen, of liever de cos f> van de electromotor

is afhankelijk van de belastingstoestand van de motor. Bij vollast zal de cos f> het hoogst zijn en naarmate de belasting lager wordt

neemt de cos y> progressief af. Aangezien omtrent deze

belastings-toestand geen registratie heeft plaatsgevonden werd voor de cos Y>

evenals voor het afgegeven vermogen N, de waarde aangehouden die op het typeplaatje van de betreffende electromotor staat vermeld.

De afvoer laat zich vervolgens berekenen uit:

A = I f ^

(2)

waarin:

A = de afvoer m T = de tijd dat de pomp heeft gemalen s

3 -1 Q = de pompcapaciteit m .s

2

(9)

Met behulp van (2) en of (1) is, voorzover dat mogelijk was, voor alle polders of maalgebieden de afvoer berekend voor het zomer-en winterhalfjaar van de jarzomer-en 1966 t/m 1978. Als winterhalfjaar is genomen de som van de afvoeren over de maanden oktober t/m maart. De resultaten van deze berekeningen worden gegeven in de bijlagen

8 t/m 21 Indien in deze bijlagen voor een bepaald gemaal geen waarden worden opgevoerd dan zijn over deze periode (zomer of winter) geen maalgegevens voorhanden. Indien een - wordt vermeld, dan heeft in de betreffende periode het gemaal niet gedraaid. Voor het bepalen van de afvoeren werden de afvoeroppervlakten gehanteerd

zoals omschreven in hoofdstuk 3. Op de bijlagen 22 t/m 24 worden de begrenzingen van de bemalingsgebieden waarop de berekende afvoer-waarden betrekking hebben aangegeven. Deze begrenzingsweergaven gelden voor de toestand in 1978. De bemalingsgebieden kunnen zowel gevormd worden door gehele waterschappen c.q. polders als door afdelingen hiervan. Om een snelle oriëntatie betreffende de ligging van de gebieden mogelijk te maken wordt op de bijlagen 8 t/m 21

een cijferaanduiding gevoerd die correspondeert met het kaartnummer op de bijlagen 22 t/m 24. Gedurende het aantal jaren waarover de

afvoer werd berekend, zijn in enkele polders of waterschappen

veranderingen opgetreden in de oppervlakte. Ook kan het zijn dat de zoge-noemde afvoeroppervlakte groter is dan de werkelijke oppervlakte van de polder,doordat andere polders op de bedoelde polder lozen. Indien één en ander tot een nadere uitleg noodzaakt, is dit met het merkteken

'*' in de bijlagen aangegeven. Deze nadere uitleg wordt hier zoveel mogelijk in alfabetische volgorde per waterschap gegeven. Zo geldt voor:

W a t e r s c h a p A n n a P a u l o w n a p o l d e r : gedurende de gehele periode ('66 t/m '78) een verschil in afvoeroppervlakte

voor zomer- en winterseizoen

W a t e r s c h a p B u r g h o r n p o l d e r : loost op de afde-ling Neskaag van het waterschap Schagen ('66 t/m '78). Dienten-gevolge is de afvoeroppervlakte van Neskaag en Schagen inclusief die van de Burghornpolder

W a t e r s c h a p E t e r s h e i m e r b r a a k : afvoeroppervlak-te 45 ha, loost op waafvoeroppervlak-terschap de Zeevang ('66 t/m '78)

(10)

W a t e r s c h a p P o l d e r G e e s t m e r a m b a c h t : had aanvankelijk een afvoeroppervlakte van 6729 ha (inclusief

Hempolder). In 1977 heeft in Geestmerambacht een grenswijziging met het waterschap Valkkoog plaatsgevonden waardoor de afvoer-oppervlakte van Geestmerambacht 6744 ha (inclusief Hempolder) ging bedragen. Gedurende de periode '66 t/m '78 hebben zich binnen Geestmerambacht tengevolge van ruilverkavelingen en daaraan verbonden werken diverse veranderingen voorgedaan, die terug te vinden zijn in de opstelling van de verschillende afdelingen in de bijlagen

W a t e r s c h a p H o b r e e d e r k o o g : l o o s t op w a t e r -schap de Zeevang ( ' 6 6 t/m ' 7 8 )

W a t e r s c h a p H o o g l a n d s p o l d e r : de afvoer-oppervlakte is exclusief 1 ha die bemalen wordt door waterschap Slikvenpolder ('66 t/m '78)

W a t e r s c h a p K o e g r a s van de afdeling Callantsoog is de afvoeroppervlakte van 1002 ha inclusief het Zwanenwater en van de afdeling 't Hoekje (396 ha) inclusief het Botgat

W a t e r s c h a p N i e d o r p e r k o g g e : i n l 9 7 1 ontstond daar, door een concentratie van polders, een onbemalen gedeelte

van 87 ha dat sindsdien in het totaal van 3608 ha is opgenomen

W a t e r s c h a p P o l d e r O o s t z a a n : inclusief een stukje van Waterland (24 ha) dat gedurende '66 t/m '78 bemalen

wordt en sinds maart 1975 eveneens inclusief Twiske

W a t e r s c h a p O v e r w e e r e : n a l 9 7 5 toestand veranderd. Nieuwe gemalen geplaatst. Voor 1976 afdelin I + II (376 ha)

en afdeling III (209 ha) en na 1975 afdeling Zuid (246 ha) en afdeling Noord (339 ha)

W a t e r s c h a p h e t L a n g e R o n d :

- vm. Polder Assendelft: afvoeroppervlakte 2734 ha inclusief de vm. Veenpolder en de vm. Noorderbuitendijken ('66 t/m '78) - vm. Leipolder bemaalt ca. 33 ha van vm. Ver.Harger en Pett.po.

- vm. Bergermeer: vanaf juni 1970 komt 45 ha van vm. Monniken-, Raven- en Robonsbospolder ten laste van deze polder waarvan de afvoeroppervlakte dan 682 ha bedraagt

(11)

- vm. Boekelerpolder loost op de vm. Boekelermeer ('66 t/m '78) - vm. Boekelermeer: afvoeroppervlakte 414 ha is inclusief

Boekelerpolder ('66 t/m *78)

- vm. Egmondermeer: afvoeroppervlakte 717 ha is inclusief 37 ha van de vm. Sammerspolder die op de vm. Egmondermeer loost ('66

t/m '78)

- vm. Heemraadschap Eilandspolder: afvoer oppervlakte 2366 ha inclusief vm. Sapmeer, vm. polder Graftermeer en vm. Noordeindermeer

- vm. Polder Graftermeer slaat uit op het vm. heemraadschap Eilandspolders

- vm. Monniken-, Raven- en Robonsbospolder: afvoeroppervlakte tot juni '70 is 87 ha, daarna komt 45 ha ten laste van

vm. Bergermeer en 42 ha van Gemeente Alkmaar

- vm. Noorderbuitendijken loost op de vm. polder Assendelft - vm. Noordeindermeer slaat uit op het vm. heemraadschap

Eilandspolders ('66 t/m '78)

- vm. Polder Ooster Willis Noord en de vm. Polder Ooster

Willis Zuid slaan uit op de vm. Polder Westzaan ('66 - '78) - vm. Sammerspolder: afvoeroppervlakte 286 ha is exclusief het gedeelte (37 ha) dat loost op (de vm. Bosmolenpolder van) de vm. Egmondermeer ('66 t/m '78)

- vm. Sapmeer slaat uit op het vm. heemraadschap Eilandspolders - vm. Wimmenummerpolder: afvoeroppervlakte incl. 34 ha dat bemalen

wordt van vm. w.s. de Oningepolderde landen onder Egmond-Binnen - vm. CastricummerpoZder w a t e r t 12 ha af op vm. P o . U i t g e e s t e r - en

H.broek

- vm. Veenpolder slaat uit op de vm. Polder Assendelft

- vm. Polder Westzaan: afvoeroppervlakte 2434 ha is inclusief vm. Polder Ooster Willis Noord en vm. Polder Ooster Willis Zuid ('66 t/m '78)

W a t e r s c h a p S l i k v e n p o l d e r : afvoeroppervlakte 298 ha is inclusief 1 ha van waterschap Hooglandspolder

H e t T w i s k e wordt na maart 1975 bemalen door waterschap Polder Oostzaan

W a t e r s c h a p V a l k k o o g : afvoeroppervlakte is door grenswijziging voor 1977 - 538 ha en na 1976 - 523 ha

(12)

W a t e r s c h a p W a t e r l a n d : a f v o e r o p p e r v l a k t e 10119 ha is exclusief het gedeelte (24 ha) van Waterland dat bemalen wordt

door waterschap Polder Oostzaan, doch inclusief Nes W a t e r s c h a p W e s t f r i e s l a n d :

- afdeling Westerkogge: afvoeroppervlakte 3785 ha is inclusief afvoeroppervlakte vm. Baarsdorpermeer (210 ha)

- afdeling Schellinkhout: afvoeroppervlakte 732 ha is inclusief afvoeroppervlakte Binnen Uiterdijk

W a t e r s c h a p Z e e v a n g : afvoeroppervlakte 3039 ha is inclusief waterschap Etersheimerbraak (45 ha), waterschap Hobreederkoog (81 ha) en de Zandbraak

6. GEVOLGTREKKINGEN

De gevoerde gesprekken met de besturen c.q. technische diensten of gemaalsbedienaren van alle polders c.q. waterschappen ten noorden van het Noordzeekanaal leverden veel gegevens op. Aan de hand van die gesprekken konden een aantal gevolgtrekkingen worden gemaakt onder andere ten aanzien van de gemaalssituatie en de registratie van de maaluren. De belangrijkste gevolgtrekkingen worden hier weergegeven.

Geconstateerd werd dat in veel gevallen de bij PWS aanwezige maalstaten geen getrouwe weergave bleken te zijn van de werkelijke situatie. Op veel maalstaten bleken gegevens betreffende de pomp-capaciteit te ontbreken. Van de maalstaten waar deze pomp-capaciteit wel werd opgevoerd was deze vaak niet in overeenstemming met de bij de

technische diensten van de waterschappen bestaande ideeën over de werkelijke opbrengsten die vooral gestoeld waren op het gemiddeld te handhaven maalpeil en de toestand van de installatie. Tussentijdse veranderingen in polderpeilen, dus wijzigingen van de opvoerhoogte van het gemaal, veroorzaakten meestal een wijziging in pompopbrengst. Capaciteitsafwijkingen van circa 20% werden waargenomen. Veranderingen in de gemaals- en/of pomptoestand bleken veelvuldig niet op de

maal-staten te zijn aangegeven.

(13)

Ook kon worden vastgesteld dat er belangrijk meer gemalen zijn dan de bij PWS aanwezige maalstaten doen vermoeden. Getracht is alle gemalen te lokaliseren, hetgeen vermoedelijk grotendeels is gelukt.

Gemalen, en in het bijzonder automatische gemalen, vereisen indien maaluurregistratie zinvol wil zijn, voortdurende controle van de aanzuigtoestand.

Door de peilverlaging die in de wintermaanden (oktober t/m maart) in de meeste polders wordt aangewend, zal eveneens een capaciteits-verlaging van de gemaalpomp optreden. Bij het waterschap Anna Paulownapolder bleek de peilverlaging van ongeveer 30 cm, die in de wintermaanden voor het grootste deel van het afvoergebied wordt aangewend, een pompcapaciteitsdaling van circa 25% te veroorzaken, zoals daar bepaald werd door de technische dienst. Deze daling is echter sterk afhankelijk van de toegepaste peilverlagingen en de toestand van de pomp. Bovendien kan dit voor iedere installatie

verschillen doordat een andere debiet- opvoerhoogte-relatie geldt. Bij de berekening van de uitgemalen hoeveelheid is, om de hoeveel-heid werk te beperken, deze peilverlaging niet direkt in kontakt gebracht met de geldende debiet-opvoerhoogte-relatie, doch werd een gemiddelde capaciteitswaarde gehanteerd die door de technische diensten werd opgegeven.

Gezien het vorenstaande kan worden gesteld dat indien een nauwkeurige bepaling van de afvoer af te leiden uit een centraal

maalstaatsysteem verlangd wordt de administratie rond de registratie van maal- en peilgegevens in Noord-Holland danig dient te worden

verbeterd. De indruk bestaat dat bij de waterschappen in Noord-Holland de laatste jaren reeds een grotere aktiviteit ten aanzien van de

maalregistratie is waar te nemen, hetgeen zeker tot grotere nauw-keurigheid zal leiden. Een regelmatige controle van de maalsituatie is wenselijk.

Voor een nauwkeurig bepalen van de afvoer en de daarbij te

hanteren afvoeroppervlakte waarvoor de waterstaatskaarten een bron behoren te zijn, is het gewenst dat deze kaarten voor het weergeven van de juiste situatie vaker worden bijgesteld.

(14)

Vastgesteld werd dat bij de persoonlijke benadering van de bij de afvoer betrokken personen in de verschillende polders in vele gevallen gegevens boven water kwamen die tot die tijd niet waren

doorgegeven. De persoonlijke benadering opende bovendien de mogelijk-heid dat bij de (vooral kleinere) waterschappen vragen ten aanzien van de waterhuishouding direkt konden worden beantwoord of konden worden behandeld in werkgroepsverband en ingebracht in de

project-studie.

De persoonlijke benadering was direkt. Het later doorgeven van nadere informatie verliep traag en bijna uitsluitend na rappel.

In alle gevallen werd door de besturen van de polders en

waterschappen, bedienaren van de gemalen en technische diensten ondanks het dikwijls herhaald vragen, vlot medewerking verleend.

(15)

LITERATUUR

COMMISSIE INZAKE HET ZOUTGEHALTE DER BOEZEM- EN POLDERWATEREN VAN

NOORD-HOLLAND, 1946. Ontzilting van Noord-Holland. Rijksuitg., Den Haag

KOOIMAN, D., 1936. De Zeeweringen en Waterschappen van Noord-Holland. Uitg. Samson, Alphen aan de Rijn

PROVINCIE NOORD-HOLLAND, 1979. Jaarboek 1-978. Uitg. Enum, Amsterdam RIJKSWATERSTAAT, 1969-1973. Waterstaatskaarten van Noord-Holland (ten noorden van het Noordzeekanaal). Uitg. Topografische Dienst, Den Haag

(16)

Bijlage 1 OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) NOORD-HOLLAND WATERSCHAP Rest gemeente Alkmaar Polder of Afdeling vm.polder Oudorp vm.Overdie- en Achtermeer overblijvend deel van rest gemeente Anna Paulowna polder

Beemster Beetskoog Belmermeer Po. Berkmeer Broekermeer Burghorn Po. Burkmeer' Engewormer Etersheimerbraak Po. Floriskoog Po. Geestmerambacht

Afd. A+B zomer Afd. A winter Afd. C zomer Afd. C+B winter Totaal vm.polder Daalmeer vm.Dergmeerpolder vm.Kerkmeerpolder vm.Grebpolder vm.Warmerhuizer K- of Daalmeertje vm. Ringpolder Warmenhuizen Sint Paneras Broek op Langedijk Belast-bare 4625 6726 636 134 271 315 295 158 47 13 6180 Totaal

Totaal van deze polders of vm. Diepsmeerpolder Zuid Scharwoude vm. Hempolder • Door water-schap opgege-ven 1285 915 3745 4115 5030 7200 636 139 290 327 299 170 48 13 6180 is 6744 » JAAR: 1978 Volgens water- staats-kaart ha 880 3744 4624 7100 625 135 274 320 295 175 45 12 Geplani- metreer-de 263 203 581 7065 636 138 281 313 302 41 170 45 13 6688 • 5995+184+530+35 (115) afdelingen Toestand gewijzigd bij

ruilverkav. in 1969 (102) 182 525 35 Gecor-• rigeer-de i.v. m.kaart-af wij kinç 264 203 581 1285 895 3747 4137 5032 7100 642 139 282 315 303 41 171 45 13 6744 ha (103) 184 530 35 Gehan- teer-de 264 203 581 1285 895 3747 4137 5032 7100 642 139 282 315 303 41 171 45 13 6744 (103) ( 55) ( 65) (116) -(1020) -(104) -5995 184 530 35

(17)

OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) Bijlage 2 NOORD-HOLLAND WATERSCHAP Polder of Afdeling Halerbroek-of Kalverpolder Po. Heerhugowaard Po. Hobreederkoog Hooglandspolder Kaag (excl.kanaal Po. Katwoude Koegras Monnikenmeer Niedorperkogge Noordmeer Po. Po. de Oosterkoog Po. Oostzaan Overweere Purmer -Het Lange Rond

20 ha) Belast-bare 145 3764 76 518 553 606 vm.polder Koegras vm.polder Callantsoog vm.polder 't Hoekje vm.polder Huisduinen Zwanenwater Botgat 137 3624 133 2151 555 2622 Door water-schap opgege-ven 160 4000 76 518 553 655 Volgens water- staats-- kaart ha 180 3765 75 522 524 655 Totaal 141 3624 134 42 2700 585 2755 770 373 255 14 145 3455 130 45 2594 575 2755 JAAR: 1978 Geplani- metreer-de 183 3846 80 534 531 650 4930 3691 780 382 77 220 14 142 3592 129 42 2315 580 2738 Gecor- rigeer-de i.v. m.kaart-afwijking 184 3866 81 535 533 655 3699 782 382 77 220 14 143 3608 130 42 2326 585 2760 Gehan- teer-de 184 3866 81 535 533 655 4940 3699 782 382 77 220 14 143 3608 130 42 2326 585 2760 ,.Afd. Noord Kennemerland De gecombineerde polders onder Bergen vm. oningepolderde

landen o.Schoorl en Petten vm. Philisteinsche polder vm. Damlan- ,, , . . . . derpolder <k l e l n e grenswijziging) vm. Sluispolder vm. Harger- en Pettemerpolder vm. Grootdammerpolder vm. Groeterpolder vml Aagtdorperpolder vm. Bergermeer vm. oningepolderde landen onder Bergen 788 729 733 733 -6+195 153 180 403 262 220 208 589 343 203 155 195 401 264 223 214 634 344 204 156 196 402 265 223 215 637 344 204 156 196 402 265 223 215 637 420 422 422

(18)

Bijlage 3 OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) NOORD-HOLLAND WATERSCHAP (vervolg Het Lange Rond)

Polder Belast-of bare Afdeling vm. Po. de Egmondermeer - Bosmolenpo. - Geestmolenpo. - Visscherijm.po. vm. Wimmenummerpo. vm. Monniken- Raven- en Robonsbospolder vm. w.s.Oningepolderde

landen onder Egmond vm. Bovenpolder onder Egmond-Binnen vm. Sammers-polder Door water-schap opgege-ven Bi.

deel van vm.Sammerspol-: der dat loost op

Visscherijm.polder vm. Polder het Maalwater vm. Baafjespolder vm. Vennewaterspo. vm. Leipolder ..Afd. Midden Kennemerland vm. Oosterzijpo. vm. Grootlimmerpo. vm. Po.de Boekelermeer vm. Boekelerpolder vm. Zwartedijkspo. vm. Binnengeesterpo. vm. Klaas-, Hoorn-en Kijf polder vm. Hempolder onder Akersloot vm. Dorregeesterpo. incl.Dielofsmeer vm. Cas tr icummerpo. deel van Castricum.po. dat afwatert op

Heems-kerkerbroek vm. Polder Uitgeester-en Heemskerkerbroek vm. Polder de Zien vm. Dielofsmeer vm. Zwaansmeertje Volgens water- staats-- kaart Geplani- metreer-de ha 666 250 170 246 -ca. 85 -H O 322 -85 -ca. 789 330 80 55 135 60 71 185 ca. 965 -205 26 6 254 175 248 83 86 684 113 322 37 86 467 408 40 966 1791 336 76 55 138 60 67 — 188 982 12 2604 204 28 6 JAAR: Gecorri-geerde i.v.m. kaartaf-wijking 255 176 249 84 87 687 113 323 37 87 469 410 40 970 1800 337 77 55 138 60 67 189 987 12 2616 205 29 6 1978 Gehan-teerde 680 255 176 249 84 87 687 113 323 37 87 469 410 40 970 1800 337 77 55 138 60 67 189 987 12 2616 205 29 6

(19)

Bijlage 4 OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) NOORD-HOLLAND WATERSCHAP (vervolg Het Lange Rond)

Rijperpolder Schaalsmeer Banne en Polder Schagen Polder Belast-of bare Afdeling

..Afd. Groene Long Noord vm. w.s.Schermeerpolder ii T po. I " po. II " po. III vm. Markerpolder vm. Oostwouderpolder vm. Westwouderpolder vm. Starnmeer vm. Kamerhop vm. Kogerpolder vm. Polder Graftermeer vm. Noordeindermeer vm. Heemraadschap Mij zen vm. Heemraadschap Eilandspolder Door water-schap opgege-ven 192 210 2250 gehanteerde opperv vm. Sapmeer ..Afd. De Zaanlanden vm. Noorder Buitendijken 33 vm. Polder incl.Veenpolder Assendelft excl.No.Buitendijk. vm. Veenpolder te Assendelft vm. Wijkermeerpolder vm. Krommeniërwoudpo. vm. w.s. Meerweiden ten Noorden v.h.Noordzeekan vm. Polder Noordwijkermeer vm. Nauernaschepolder vm. Westzanerpolder vm. Zaandammerpolder

vm. Polder Westzaan inclusief

Volgens Geplani- water- staats-kaart ha 4464 1880 813 1771 140 50 220 585 43 55 168 202 625 2279 lakte is 25 140-160 2565 325 775 855 -105 180 160 2418 vm.polder Ooster-Willis Noord vm.polder Ooster-Willis Zuid vm. Karnemelkspolder 61 excl.boezem 1634 3+31 ha Hooglandspolder Neskaag 63 1634 -45 85 16 1460 933 527 metreer-de 4751 1946 919 1886 144 46 225 583 40 60 175 209 626 2356 JAAR: 1978 Gecorri-geerde i.v.m. kaartaf-wijking 4771 1954 923 1894 145 47 226 585 40 60 176 210 628 2366 Gehan-teerde 4771 1954 923 1894 145 47 226 585 40 60 176 210 628 2366 incl.Noordm.,Graf tm. en 26 150 2575 318 775 856 85 31 103 170 173 2427 47 74 18 1487 947 540 Sapmeer 26 152 2582 319 777 860 86 31 103 171 173 2434 47 74 18 1491 950 541 26 152 2582 319 777 860 86 31 103 171 173 2434 47 74 18 1491 950 541

(20)

Bijlage 5 OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) NOORD-HOLLAND WATERSCHAP Heemraadschap Schagerkogge Boezem . . . . # Polder de Schagerwaard Schrinkkaag Slikvenpolder Twiske Polder de Valkkoog Polder Veenhuizen Waarland Hoogheemraadschap Waterland Polder of Afdeling Waterschappen Burghornpo1der Kaag Hooglandspolder Slikvenpolder Banne en Polder Schagen Schrinkkaag Geheel Westerendspolder Gehele afw.gebied Polder Waterland

incl. Grote Nes Banne Purmerland Banne Purmerend Polder de Westerkoog Westfriesland Maalgebied Andijk -\ Groots Broekerhaven Bedijkte Boezem Beschoot Buiten Uiterdijk Drieban Hensbroek - De Kaag Lagehoek Obdam Belast-bare incl Door water-schap opgege-ven 3307 JAAR: 1978 Volgens Geplani- water- staats-kaart ha 3307 usief Boezem inclusief Boezem 506 90 3Ó0 625 499 " 337 945 7513 _ 304 Gegeven 523 93 300 650 533 Tussen-tijdse 523 91 295 637 535 29 grenswijz. 337 961 9945 320 325 966 9980 8799 900 270 296 metreer-de 527 93 296 631 521 31 322 994 10092 8784 945 363 313 Gecorri-geerde i.v.m. kaartaf-wijking 3306 303 553 535 297 1525 93 529 93 297 637 523 31 325 1001 10143 8830 949 364 315 afvoeroppervlakte volgens opgave

Westfriesland Totaal lag Gehan-teerde 3306 523 93 297 637 523 31 325 1001 10143 8830 949 364 315 34264 8770 17 750 12 2425 575 347 390 891

(21)

Bijlage 6 OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) NOORD-HOLLAND JAAR: 1978 WATERSCHAP Polder of Afdeling

Belast- Door Volgens Geplani- Gecorri- Gehan-bare water- water- metreer- geerde teerde

schap staats- de i.v.m. opgege- kaart

kaartaf-ven wijking

(vervolg Westfriesland)

Oosterpolder

Schellinkhout incl. Binnen Ursem

Vier Noorder Koggen

ha

Uiterdijk

Westerkogge incl. Baarsdorpermeer Wogmeer Binnenbemalingen Wieringen I II . Ill . IV . Wieringermeer Wieringerwaard . . . . Wormer, Jisp en Neck Wijde Wormer Woudmeer Ydoorn Polder Polder de Zeevang Zuidpolder bij Edam

vm. Baarsdorpermeer

vm. Braakpolder onder Hoogwoud vm. Polder Westerveer

2275 2240

Oeverse-, Geskerkoog,

Stroeër-2364 Oostlanderkoog en Hippolyt.hoeverkoog Westlanderkoog

Hoelmerkoog, Marske, Brook Normerpolder Waard- en Nieuwland 18600 3138 vm. Polder Wieringer-waard excl.Kolk Kolk Polder W.waard incl. Kolk vm. Waardpolder vm. Groetpolder Noord vm. Groetpolder Braakpolder 1969 1527 328 2708 698 Zijpe- en Hazepolder 6)05 , . . Afd. A Afd. B Afd. C en 445 19950 3463 1832 715 33 883 2500 1680 315 2910 731 -290 225 305 465 19800 3414 1763 50 1813 686 35 805 75 2517 1650 333 2910 729 Totaal 2391 1165 82 673 471 19844 3411 1769 49 1818 679 35 801 78 2467 1619 313 2878 723 2403 1171 82 677 473 19947 3422 1773 50 1823 680 35 805 79 2479 1632 333 61 2901 729 excl.boezem (160 ha) 300 216 300 301 220 301 302 221 302 1880 732 1005 12000 3785 685 210 70 125 2403 1171 82 677 473 19947 3422 1773 50 1823 680 35 805 79 2479 1632 333 61 2901 729 6335 302 221 302

(22)

Bijlage 7 NOORD-HOLLAND WATERSCHAP (vervolg Zijpe-en Hazepolder) # • . . , # , . # . » • . . « , . . . . * , Polder of Afdeling Afd. D Afd. E Afd. F Afd. ZG-ZM Afd. NG Afd. H-ON Afd. ZI Afd. I Afd. KP Afd. LQ OPPERVLAKTE WATERSCHAP (excl. boezem) Belast-bare

Niet bemalen gebied ten W. van afd.

Afd. NMz Afd. NMn

LQ

Niet bemalen gebied ten W. van afd.

Afd. NSz Afd. NSn

NM

Niet bemalen gebied ten N.westen van afd. NSn Afd. OT-PV

Afd. R Afd. W

Niet bemalen gebied ten

0. van afd. W-OTPV-KP

Afd. Kolks luis

Door water-schap opgege-ven 51 530 126 331 203 A35 50 254 353 291 40 138 112 150 203 70 616 590 362 136 193 50 Volgens Geplani- water- staats-- kaart ha 51 543 135 331 234 475 64 195 346 298 30 140 110 -226 85 540 549 368 -58 metreer-de 50 540 132 350 233 492 65 200 358 295 40 131 117 149 238 85 614 595 383 160 193 70 JAAR: 1978 • Gecorri-• geerde i.v.m. kaartaf-wijking 51 541 133 351 234 494 66 200 359 296 40 132 118 150 240 85 616 596 384 161 193 70 Gehan-teerde 51 541 133 351 234 494 66 200 359 296 40 132 118 150 240 85 616 596 384 161 193 70 boezem •*• 160 ha - 4 + 14 + 142 ha

(23)

Bijlage 8

1

H Ol o > «w < CM r— 0 1 0 1 O p -ov 0 1 vO 0 1 • ^ 1 00 vo CT\ p-. sO O i vO O O l u 01 O > < M < U 0> u C • r l 3 41 § U a u a •A » M

i

N U 01 U e • r i » U

1

N H 01 i l a • r i » M § N H 41 4J

"S

v> ai e o N U 01 W C • H » »4 ai a o —n 01 w s • H » O N cd S o. a. 0 o OT ai W

S

Vi 01 T3 r J O a oo e • r i 01 •o «fr -fr vO O CM CO — — 0 1 O r - . — m •* m p-. m p«. 00 vO CM co — m m CM i n co m co o — — o o œ 0 1 CM — n — r co 3 o r -r«. — o oo m r - ^ PJ N oo m CM P - — 0 0 < t C M C M CO CM CO «fr -fr — — p«. «fr oo CM CM CM vO — CM O l 00 O m o -fr co 0 1 o P » 0 1 oo m CO CM vO -fr -fr •fr 0 1 so o o r - co m «fr m O m C M -fr co CM co m «O 10 -3- 00 vO O O l o P - -S' V D m co CM vo co «fr e 01 vo — sc oo — oo O O W - vO CO CM CM CO CM CM JS u 00 — v u CT* CO vO CO O l © 0 0 O l CM • co co m «fr m | ï co m O P» CM — O -fr O •fr vO CO CM p«. Ol vO - N Ch O — — CO CM CO -3- «fr P» P» O vu —. 00 Ol «fr -fr CO P« vO 00 Ol CO O l «fr 13 cd > 60 « « M (0 (U cd ai > «fr m «3- oi C M p«, 60 — vO O «fr B , -fr -fr «fr O Ol m -fr *c CM . Vi O •O 3 »O Vi 0) •O i-l O Pu e m 0) CO CM 01 00 CO 60 — — O CM O l CM CM VO ai o> ai P- — — CM — CM 0) •a a. o p«. oo P- oo CM P-. CO 00 CO — 60 -fr «fr oo P - r- G •H N O — O l Vu « O C O r-H p* vo m — vo — — C O C O CM C O C O -fr — O P-CM m P-CM — oi m in — o CM CO CM p» m p-vo «fr «O CM «fr CO -fr Ol O l vO P- P-. CN — — — -fr oo r- — m P- -fr co o — en oo o C O C M O O C M — 0 0 C O C M -fr r» -fr CM — 00 — vO p - p«. CM CO CO CM co o m oo oo oi m r- «fr CM oo o \C lO Ol CM O CM — 00 -fr 00 Ol — vO CO vO — CO Ol «fr CM CO — m CM C O -fr — m co co p » C M V C C O m v O — CM CM — C O CM v£> C O m oi CM m V O I p - O l CM o m in CM — co oo o -fr o oi co m o v O -fr «fr — Vi Ol CM CO 01 -fr m o oi co co co g 60 s o m m -i-i r-. p«. C M i-H co v0 m co «fr oo CM -fr -fr 00 -fr 0 0 CO «fr -fr — m m in Ol Ol o — co co p- Ol m m i -fr «fr vO «fr vu — o o co co co co — -fr o o o -fr m m co oo Ol m oo oo va -fr -fr vO Ol Ol m co m «fr -fr Ol CM Ol O m «o oo oo CM CM vO Ol oo oo m m CM C O CM CM •2 3 0 I . O a (u G 60 •H .o d 01 C U 0I--I ai 3 60.O. Ol vO o> CD CM Ci VI CDC0 •a-o i-l C M o o. u 01 01 CM g o m oo Vi o o C«fr 01 M Ol • O «fr r-l VO o m a Vi <u OJ C O 6 r» M a (U • H O v _ C O co u m o « •S ~ m CM Vi co CM m m r p -o c-o -o-o -o i «fr c-o CM o CM oo p - — m — co - ï * * o c M O i c M m c o — — m c M O - f r C O O O — • O - f r P - . - f r C O — vO — CM CO CO — O * — co o i m — CM VO p - - - . vO -fr O ! l O vO Vi ai •a H « oa ° t ^. + m G " • • • 3 "O TJ TJ 13 O U4 «H «M «M 3 co r. r = = (u cd

I

Vi 60 01 O Ol Vi Ol 01 PO E V i Ol T 3 O a G Vi O on Vi 3 Vi 01 Ol

M

u 3 cd cd M & u Vi CU ai g U 01 2 •c S w a) Vi oo m c w •U 01 3 -O •H ß 0) *rf O P . m co m co vo CM r-. o i O CM CM CM CO — «3- O — P» o «o — «fr — p - — CM O l -fr U iA J= si o a cd cd 0 0 Xi £) o E e o cd cd ^ti Vi Vi CO Ol 01 E E O l «fr co co in o o CO -fr o co o co o i m oo O l v O N CO P» P» CO — 00 00 CO m CM «fr m CM o i oo co vo r - o i \ o 0 0 m oo 0 1 co co oo p» — CO O — VO CM p~ CM oo m vo co o CO P- 0 0 M5 vO m CO -fr CM CM CO — P - — CM «s- - ï m CM -fr O l CO CO O l fr co m r -co m oo -co vo co m 60 — G O i Cd C M > vV O l p« — i n CM c-3 — r - oo CM o i — -fr m \ o vo o i o — m «o vo oo o m co — m *-i co — co o o CM CO o m rH O l m oo m o vo CM m CM (OVO «fr CO «fr VO — «fr 0 1 — O O O O O v O O O C O eu — — — — oo m Ü co Vi V ai 01 • O T3 3 - i •U 4J t Q o c a p j M W t û u w O co co r-1 01 01 Pu 01 01 Ü o O O «H P i p-i co 60 Vi C CU - H • a I-I r~i CO 0 B o. eu E £> 01 G S 01 • 3 •a s « H - H cd « o o. -o 01 Ü Ö g ( « . . 3 6 S oi a Vi Ol > • - I T 3 cd V i U. cd cd I M 3 0 o 60 / • S 3 01 SI O Vi Vi Ol X> Ol Vi 3C Ol i M • cd o X Cu 60 O 0 Vi M 01 Vi -V 01 . - I • O O Ol o . Ol CO Vi -0 & G o cd 33 H 60 • O O O CL, II cu • o N • 3 cd 01 Vi cd cd E + Vi j o 01 o 01 •o + > o s + o

(24)

Bijlage 9

CT- U — ai S o N o> •u a •t-i » u 01 e o N U o> u es

•s

m eo Ov h _ m

i

N U q) M 0) U c • H co 3 r » O N u — 4)

I

N U ci) ai . c o • > CU t u a . <: o Ov vO vo a i CM VO — oo < f oo vO n * oo r » c i vo - » I N o O r N — co CM co m o O co O CO m CM o vo co oo CO ov oo ov CO CM 0 0 - * vO 0 0 I N — O -4- CO *3 vo o <t PN CO CM I N CO - a • Ï m o> O i - r — CO 0 0 Ov . — — co , — 00 CM CM Ov r » VD CM VO 00 — co co cj» m m vO — co r-* CM O CM vo m o — CO — © o m m ^ a o o i n c M I N av ov CM — ^ i n oo o v m - a c o o v - a c o c o co — CM — N m i o i n m — i n co o — — •3 m •a oo av — CM — VC CM CM CM CO C?v O «» — Ov vO Ov s * 00 I N CO — — m I N O N ^ C M V O O O C M O oo * a I N ^ mw C O C M — CO — ^ t ^ f i n vO O m N N N O v i n « 3 C O v O C O C O C O — COCO vo — -a* o oo m a v p - v o o v o c o © - » j - o - v o ^ n o o O M o m m CM m _ - . _ — . . vo i n m CM m a v I N . _ av r - CM •st ST CO VO CM — — COCMCO — t-» in oo co CM co vO CM o ov oo -» o o\ -a •a-o O CM IN co CM CO vO U0 CM CO VO 00 00 VO C M O C O — P N 0 0 O — oo m CM o o o v O C M I N O V P N C O O O CM CM oo - a c o v o - j - j n v o - ï n n vo m -a- C M I — O > I N O V O O « 3 0 I C O C M r*, CM vo ~ - t r N ö o c o « a - o * a — o v v o v o — ' CO CM - a CM 00 — — — Si u C/] O co oo C O I I N « o o v o v m c o o o — I N r * — CO C M l o C O v O C O O O O v — C M V O I N CM — vo v o i c o « m c o i n c M c o v o c o c o !» — m CM M5 O -a- CM m ov m vo oo O CO CM CM 00 — co o co •a-co ov r« m oo vo sf co <f r-, r» I N co m m o oo — O N -a -a- — r- vo t d C T v i n o i N O v r N O > ï > < t o i N O o v M n v o CO 0 0 I N O CM CM 60 — n) CO u o o v c M v o m o o o v o u CM — v o r N v o o o - a - o o Z N V O »Î - — — in m o oo m CM — Ov m CM — m o vc oo m m co — CM vO vO IN IN co — -a — -a — Ov vO o ov m CM co CM O OV o IN — vo -tf CO Ov CM VO CM C0 CO — 00 oo o m m — co m -a- ON m co vo oo -a o OV CM IN vo co m o co I N — v o c M i n m o - a — a v o o o v c o i n o \ co co v o c d i n o m m i N i N * a \ o co — -a — CM — -a1 cMcM eu o o vO CM O Ov 00 00 |N ov 00 — «3-00 O — vO 00 vO CM O 00 CO C co > 01 vO 0> — N n -a-co 00 -a CO 00 — ON O — CM CM CO vO OV O CO CM <r IN co in o -a o ov oo -a co ov IN -a-o — — IN m ov — r» O C M v O I N O O O C O I N r-i m o v i n c j v < f i n m m Ov <f CM co — m -a — IN CM <r — vo rN CM vo co -a -a ov CM -a oo — CM — -a1 «t -a o CM •a- oo -a co vo o CM CM * * * * CM m m i— tN co oo ov -a co o CM oo IN — m — co «a CM CM CM — I I I o c M O v c M i n c o — — m c M c o c o - a o m ^ . o O - a c o o o — o «a p - - a co — — - a oo ov oo co — vo — CM co co — v i s ov ov — i n I N a w o m m CM r N vo co N ^ C M C O C M C O — C O C O C M C M C M C M A I I CM ^ * -_ 5 O CO CM CM O v O O 0 , 0 0 oo — m o — 60 c OV CM r N . H VO m vo m N CM oo CM o co -»a vo — * a o oo vo oo co — — oo m •o 01 a. y u < o • o 3 o u 01 i - l O u TJ r * oa o + o.< < m § -O T3 O U < U r* < < 3 td : r CM « C 0 < ai P0 + Ü u U oo ai O 01 M 0) 01

I

Ë oi o) m S 01 01 o 01 O M oa cv, M u 01 l-l o p . a u U 01 O 01 OBM U 1-3 1-3 u a S u 01 l-l e o oi C <-> cd « u u 01 B • H W Ui 01 • • o 60 g 3 O O , O H M 01 H - H ü 10 u o O rH PM Ut 01 01 01 oi o o O O U-l PM CU CO CM U ai 2 60 2 co + • - > 01 e «M CO

\ >

g "

• r - l CO + co • M U 01 g) + S • 1 > S ° S c Ç 0) + 60 a o oo c 00 00 S ^H

(25)

Bijlage 10

r » S ON — U <0 O N M <U u C

°

-

d

O N — n 41 ON " J NO » O N — V* § N u tU 00 »H ON — K <u \ 0 - H ON » " " I-r - (U

I

N O - H vO S cri — h ai B o i-i cd (IJ 4 = o • > o. <M O. <! o J-< (D • O r-< o CJ C/] w o 0J TJ 0 > n O N \ o p-- m m O r- es NO co r-« NO i n O N m - a O N m -3- oo — u i ON r^ NO co N C O N - IM CO — NO - a oo CM o o CM CM CM i n — 0 0 00 >o ~3 •* <J CM CM CO 0 0 *- ON (N 0 0 P-— r* tn ro o\ CM CM CM -3' — -a o co M » 0 -vo O ON r* co NO ON ~-co ~-co ~-co m o\ o> o> |N N i o m o m p-. er» o CM lO IA X 0> ON CO -3- CO NO — oo oo o oo U0 CM CM U0 CO — CM 00 00 «3 — oo O CM ON r-00 r-00 U"> «t CM UO f» 0 0 — — CM oo NO r» — oo oo CM CM CM CM UI CO CM ON vo r~ CM — u-i — f- o CM O N vo -a co co co >3 in •j i n - c n o -a CM CM — »o — CM o ON -a co m oo r^ m co in o -a P-> in NO m — -a oo P~ NO oo NO C M p^ ON o P~ co o NO o O co CM — — ON 00 00 OO CM 00 VO oo r* CM CM ON CO CM — CM CM VO CM st NO 00 00 CM — vo m CM P-. r-•a o co co — CM o o — CM CM O <f o -a -a — NO NO CM -a — oo o <r -a m vo — o NO >o CM O oo o co o NO ON •a CM CM -a CM i n oo •a ND — CM CM — — ON NO CM — *o o «a *a v O m CM CM r-— m > 3 CM CM CM m NO 0 0 NO -a NO ON CM o o CO CO ON O N 00 CM O N C M tn «3 CM CO O CM NO CM CM CM O N CM — CM m O CM CO m CM 0 0 co p ^ NO - 3 co - 3 CM CO CM O N i n o o O N m O N O - 3 N O CO O N -3 00 — ON CM CM — f» m ON « 3 oo m VO ON CO CM m co p - — ~3 ON »o CM m -a NO CO O N VO CO CO •a CO CM 0 0 NO CO 0 0 CO • a O NO NO CO CM CM P-". CM CM CO P-. •a m oo NO ON NO i n CO O N © CO CM CO N O CO CO CM P-~ NO -a CM ON m - a o NO CM CO m CM o CO ON NO • a ON CM •a CM • a • a CM NO NO CO CM CO CM •a P-~ O N - a m CM - a o CO CO ON CO co - 3 CO i n oo m NO ON CO CO CO CM « 3 O U I CM - a NO CM m NO CO CO O N co p~. •a CO CM CM m NO m o o CO - a CO NO v O O ON - a _ CO CO CO m CO •a o CO CO ~ 3 - a co NO CO p ^ 01 •a •r-l N T J to I - l JO to M tu 4 J in - . — oo m co r-> ON m CM oi <r O -^ r* — ~ m <r -j co os m o o m — O »Xi O M N ON \0 \0 vD <rocominaNOc">ONr*co — —• \ 0 C"> — O l 00 vD — m o C N o m •& O N co •** i n co r - o — co m en CM CM tu •o 3 O

B

to Ui 0 0 tO • tO o Ui P H M M • T ' - l • H - H T3 -a c c tu <u 0 0 0 0 O CO Ä h J en CO l-l OO (U o Ui , I - I o c • H *^^ (U •<-) M (U o S3 4-1 » s—\ U to 6 0 J J o pa 6 0 o a O (U « e U - i - I C 3 (0 -0 r - i cn ^ 1 - H tO 3 U X U tu <U s 3 tu ^ •i-t c a o S ^ i-i tu * T 3 C r H tU OJ O O . oo o. a 6 0 C to O tu Ui M U U O tu « H T) D . U U tu O > - 0 4 J tu to • H O 5= Ui * 1-1 OC 01 CO - O - ^ * » " - H u G •* u o <U <ti 4 J tU CX -a s » , - - S ' a h H » l i OH 1 O i J « I M O « Q« " O 0 * CO U tu i—l OJ u o tu TJ o *o tu o JA O. P. t u • l-i t u X I > J o - o l-l • T J tu o tu O . . H S 3 SB l-l U (V <U T 3 • U r - l r - l O o n. a M tu tu V J - U tu t n tu o 3 O u ai oo •o o r - l O C o M m O . l-i to l i m N QJ 4 J U t u t n t n E O O 73 O O u o • • o o o ! 3 P u P M h-l M + tU M b tu • tU T J & U-l t u p> 6 M M r - l T J t u m TJ C tO r-l l-l (U B tu G G tu y : — oo - 3 m m o o o co CM co - a co o p*. CM Pd T i M HI O 60 O e 55 l-i tO eu hJ • g TJ I l « I J 3 OJ < o, ra • O 'rJ O, tu • 4-1 j2 m E - H O r-l O - r l <u . c Ü PM I J CO tO

I

M JO tu O tu TJ + > O G + . M O

(26)

Bijlage 11

a • H r - S - a ON u — tu m s ON ^ — tU 8 o N 6 0 0 H 60 oo C I p*. ON u 0) o > IM < U eu B o cd .0 • o. a. o • o r-l O o . 00 G eu CM — O — O N - » I-» oo f i o oo c i r-. N - j n o — CM — ON oo fi — — -a- — n r- i CM fi fi ci ci ia -3-r~cjo -" N ° "*r* •* P. CTN vo vo CM — CI p*. o vo CM oo — fi o vO fi O N O O r- M p v O in oo fi oi ON ci m CM vr ci o> — fi — — vo <r vo CM oo <t m -a ON O N ON ON — — a» o\ r*. CM <r f i — — CM N N I / l I N en I N VO ~ CM — lO GO LTI 0> fi 1/1 P*-•3- - •* m n O CM r~ O fi fi -3 fi fi in • * fi ON vO fi n fi fi vo sf CM r» ci ON O N ON O P~ CM <r oi m m CM -3- — CM m CM ci — -a o O fi o ci sr -a- — — — CM fi — O CM m CM o oo CM fi — -a m o n « VO -» 1/1 O o> 00 OO I — CM — O in r*> -a ~ r-CM in m vO r-CM Cl fi CM CM CM CO CM — O CM VO -31 VO m oo oi -a- -a m m fi 00 ON oo m oo oo vc r- O — CM <a ON CM — VO -3- s» 0 0 0 0 vO CM fi oo f i CM vO O r~. r-fi r-fi ON r* CM CM — fi vO fi vO t~-m t~-m -a r» p-» «a- m ON •3- CM ON vO O N sr fi r--fi CM CM CM ON r** ON -3- r-. -a1 Sf CM CM co p . sr m i N s f CM fi CM •a- CM m — m m CM — CM 00 VO VO o CM m O N <f vo m CM -tf — CM CM CM CM CM rs rs. m — — LO NO O CM 00 00 fi O — ON — p- -3-m -3-m CM in — CM -a- -a- -a- -a- ci vo

vo — oo 00 vu r-~ CM ON 00 oo m CM ON m m •a-fi vO CM 00 VO ci m «a — — CM ^ ' i i i r- • • • oo r-. co m co — I f i — CM IN M O r- co I ON oo m oo o fi vo o fi CM oo o -a- f i r— vo C M oo vO VO — o — -a r^ o oo fi r- fi -a1 -a- -a fi ON vo fi m CM -a fi P~ — CM — fi vo — in *3" VO vO -a -a -a vo p-. o f i m oo r-. m vo CM f i in o <f N o i o m vo m — -a- f i o — f i f i f i — i i i CM vO ON r-fi CM VO — vo m * fi oo •a- o — vO fi fi CM O N O fi m * m mm m mm 1 CM •—• *""* 1 * CM fi O N 1 »~ CM fi m CM * m vO fi 1 ON CM •a-1 * ON O p ^ 1 m.. m sf p ~ CM o co • " * fi CM -a CM —*^ o m fi CM 0 0 CM fi _ P~ * P*. 00 ON CM fi fi mm CM 00 fi m oo m fi p ^ co CM O m * vO -3-CM VO r-. fi fi CM P^ " * • vO * ON fi fi ON O CM fi VO VO •a ON ON o vO p** CM fi O o vO r * f i - a f i o 60 mm 00 cd . m o mi CU m- M eu - r r i - j TJ - H - H 3 -n - a o c c S eu tu 00 60 o m m. mi m-0) o 60 o G O vU co C G 3 _ cd T3 S H » tO i - l *w co 4-1 cd 3 U - O 33 60 tu o ma ed mi eu 60 CU 60 T3 O 4«! - O U ai CD T4 u tu C tU C m-B >N 3 <U o m. N * U 60 tU et) -O co i-i o tU 60 • a o r-H o o ^s m. U u eu 13 U • H O 3 O N C m m "cd "cd SS 55 C cd cd N CU • o c cd . - i u tu e t u B C CU Ui c • eu o eo a 60 60 60 60 rH i—t r-1 f-H cd cd co cd cd co cd cd 2 S S S eu tu H •n u o o mm • U eo O O • O 0-< u eo O O • O O-i u CI) eu 3 U eu > O Od T3 l-i tu O 60 O C z u td eu . J • B T3 U mi U-) 3 CJ < PU mC • O co • C O • * a. eu • u j a eo B - H O i-i ej - H eu J3 O eu eu N •v cd eo m-cu t u • H s t tsl CM CM 4-> CM l u 2 o g tu

I S

5 J3 - H eu o tw + C3 § > • cd o cd CU j / • o + eu * T ) > I CU O G eu 6 0 Cu O 60 C • t U 60 60 5,3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij bepaalt welke werkzaamheden wanneer uitgevoerd moeten worden en hoeveel medewerkers en middelen hiervoor nodig zijn en stelt op basis van deze informatie planningen en

In Voor altijd mijn mama vertelt Kathleen Aerts heel open over de weg die ze samen met haar moeder heeft afgelegd. Dementie wordt meestal met oudere mensen geasso- cieerd, maar

Een van de redacteurs, Tom Sintobin, zwakt in zijn bijdrage de ambi- tie speels maar expliciet af: ‘Dit stuk heeft dan ook allesbehalve de pretentie een exhaustief onderzoek naar

Haaien en roggen zijn toppredatoren die vroeger in grote getale in de Noordzee voorkwamen. Er was zelfs een gerichte visserij op deze soorten. Deze groep heeft zich daarom gericht

Op deze plekken, vaak de diepere delen in watergangen of bij duikers en dergelijke, kunnen de grote modderkruipers effectief weggevangen worden, omdat ze zich daar dan in

het extract. Uit tabel 7 blQkt dat het Qzergehalte bQ behandeling 2 wat hoger ia dan bij da overige behandelingen. Tuasan de overige behandelingen ia vrijwel geen verachil in

• Het grootste deel van de besparing ligt in de kortere teeltduur met een hogere plantdichtheid en het overbodig zijn

Dit kan door toevoeging van H2O2 om organismen af te doden en (kool) filters om het organisch stof weg te vangen. • Sturen op redox-potentiaal: het water moet stabiel tussen 100