Hoezeer ik Miste miste en daarom niet mocht missen

AFZETTINGEN- MISTENUMMER 2003 14

Hoezeer ik Miste miste

en

daarom niet mocht missen.

Joop+C.

van Veen

*

Dezezomerhoorde ik vanWim

Groeneveld,

die als

vrij-williger

in

_Teylers

Museum

_werkt,

_{dat de WTKG ter}

ge-legenheid

van

zijn veertigjarig

bestaanin Miste_zou

gra-ven, de laatste

gelegenheid

die ik niet mocht missen. Een

prachtige gelegenheid

om lidtewordenvan de

_WTKG,

ook ter

_{nagedachtenis}

aan

wijlen

de heer De

_Bruijn.

Gauwnaar

Emmy Quack gebeld

endaarna ook Jo Bosch

gebeld.

Samen hebbenweheelwat

_graafwerk

in

Frank-rijk

verrichtenfossielen

gedetermineerd. Emmy

zouwel

gaan, aansluitend op hun

vakantie,

netals

_wij.

Jo_washet niet_van

_plan,

_maartoen

_hij

hoorde dat

_wij

wel zouden

gaanengenegenwaren om eendeelvan

zijn bagage

mee tenemenop

vakantie,

zodat

hij

pertrein kon

komen,

kon

hij

de

_verleiding

niet weerstaan. Zo hebbenweal op

don-derdag

onze tenten

_opgezet

op

Camping

de Twee

Brug-gen

bij

Miste.

Op vrijdag zijn

we evengaan

kijken

naar

de

_{ontsluitingen}

enop

zaterdag

waren we

_present

op het

parkeerterrein.

Voor Joen

Emmy

waren erveel oude

be-kenden

_natuurlijk,

_maarook ik

zageenpaaroude

fossielen-vrienden, sommigen

daarvan_warenooknetlid

geworden.

De oude bekenden zag ik pasweer

bij

het

_spoelen,

ineen

plastic

bak

optwee

schragen.

Direct

bij

het

_{begin groef}

ik aleenwalviswervel

op,eenstaartwervelvan een

Mysti-ceet, eenbaleinwalvis. Walviswervels behoordentot de

meestverwaarloosde_groepin

_Teylers

Museum. Ik hebze

vande stortbak

gered

endaarnaaan

mijn

hart

gedrukt.

De

bulla die ik vond werd eerstmet

algemene

stemaande

zeehond

_{toegeschreven,}

maar bleek later toch van een

dolfijn

te

zijn.

De echte oude bekendenwarenechterde

Ficussen,

de

_Arca’s,

de Cassissenende

Flabellums,

al die andere Miocene

_juwelen

vanMiste.

Latertoenikvan

plaats

wasveranderdengeen

schep

meer

kon

_gebruiken,

heb ik de aardemetarmenvol op in

_mijn

zeef

_{geschoven. Plotseling}

_wasdaar in

_mijn

hand_een

grote

Chicoreus

aquitanicus,

een

toevallige

vondstvan

8,3

cm.

Daarna heb ikeerstde aardemet

_mijn

handen doorwoeld

en vondzo de meest zeldzame_van

mijn

vondsteneen

puntgaveMorumcf. dunkeri. Door Arie Jansen is alleen

een

exemplaar

zondermondrand

_afgebeeld.

Zondag zijn

we

_terug

naarHaarlem

gegaan.Eersthebben

weafscheid genomenvan

Emmy

en

Rob,

die nogeen

dag

zouden

_blijven

en van Jo diemet iemand anders_mee

te-rugzoureizenenhebben Jo’s

_spullen

in Hilversum

afge-leverd.

Daarna ben ik

op

woensdag nogmaals

terug

gekomen,

heb

in Duitsland zo’n kleinemotorpomp

gekocht,

enhebmet

de zeeftafel_van

_Teylers

Museumeenpaarzakken

gruis

gespoeld

enmetde

graaimethode

detopvan een fossiel-arme

_{berg afgezocht.}

EengroteFicus conditus vond

_ik,

maardeze is

gesneuveld

toen ik hem

_voorzichtig

onder

eenzachtekraan

_{afspoelde. Hij}

zoog hetwateropen

bar-stemeteentotdie stukkendie

_je

zoveelin het

_gruis

tegen-komt. _{Een enorme,}

_{vrij complete, Xenophora}

deshayesi

(alleen

de

top

ende eerste

_{winding ontbrak),}

rolde alseen

wagenwiel

naar metoe.

_Prachtige

vondsten

_allemaal,

_maar

hetmeest

_verheug

ikmenog op het

gruis

wat

_gespoeld

_en

gedroogd

opme

ligt

tewachten.

De

_bijzondere

_{vondsten? Die gaan}

_natuurlijk

_naar

_Teylers

Museum,

waarnog nietsvan Miste in de vitrine

_ligt

en

worden daarmet trotsaanhet

_{geëerde publiek getoond.}

*Joop

C. _{van Veen, Fabriciusstraat 6,}2032 SJ Haarlem Deeerste

_kennismaking

metde

_{wonderbaarlijke rijkdom}

aan fossielenvan Mistewas

bij

Freek

Rhebergen thuis,

hetwas 1982.

Hij

liet allerlei

_{schelpen, slakken,}

haaien-tanden, zee-egelstekels

enkoralen zien die

hij

had

uitge-zeefd

_bij

één_vandeeerste

_{ontsluitingen}

die deWTKG in

Miste had

_gemaakt.

Twee

_{pepermuntdoosjes}

vol

_‘gruis’

kreeg

ikmee naarhuis. Zo

pakte

ik eenoude

hobby

op, die

_mijn

hele

_{jeugd beheerste,}

maardie ik al veelte

lang

hadlaten

_liggen.

“Watzou

je

kunnen gaan doen?” zei de

juffrouw

vanhet

arbeidsbureau_{tegende pas}

_afgekeurde

leraar

handenar-beid,

tekenenen

biologie.

“Ja ik kan een

heleboel,

maar om daarnou

je

werkvan temaken. Ikzou

bijvoorbeeld,

ineen museumkunnenwerken.” Zo kwam ik in

Teylers

Museumte werken als

_preparateur

van het

Paleontolo-gisch-Mineralogisch

Kabinetenwerd lidvan de Werk-groepFossielenvande GEA in Amsterdam om de oude

kennis_weer

op tefrissenen

veldervaring

optedoen. De eersteexcursiewas naarhet Bekkenvan

Parijs

ende

twee-denaar

_Winterswijk.

Daarwerd zandvanMiste

_gespoeld

op

Hilgeloo,

samenmetMuseumFreriks endeNGV

Win-terswijk.

Dat_wasoktober 1983,nu

twintig jaar geleden.

De zeer

behulpzame

heer J.G. de

Bruijn,

bibliothecaris

van

Teylers Stichting, gaf

mehet artikel van Bonnevan

der Hoek in Grondboor_enHamer in handen_om deeerste

determinatiestekunnen doenendat heeftme

bij

deeerste

schreden

_{geholpen. Hij}

raadde_{me aan om} lidteworden

vande WTKGen

gaf

me een

stapel Afzettingen

en

Mede-delingen

mee.Die bladen vond ik na

lezing

veel te spe-cialistischente

_beperkt

tot het Kenozoïcum. Ik _{heb nog} wel het

_vijfde

Lustrum in _{de Uithof in Utrecht} meege-maakt als

_{vertegenwoordiger}

_van

_Teylers

Museum.