• No results found

Kort verslag van de Workshopdag 2 november 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kort verslag van de Workshopdag 2 november 2013"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

12 AFZETTINGEN WTKG 35 (1), 2014

Kort verslag van de Workshopdag 2 november 2013

Bram Langeveld 1

Introductie

Op 2 november 2013 hield de WTKG een Workshopdag in Oertijdmuseum De Groene Poort te Boxtel. De vereniging heet natuurlijk niet voor niets Werkgroep. Deze dag stond in het teken van determinatie van haaientanden (workshop verzorgd door Eddy Spijkerman), microfos sielen (door Sylvia Verschueren) en determinatie van bivalven (door Ronald Pouwer). Organisatie was in handen van onder-getekende. In totaal namen zeven mensen deel aan de ver-schillende workshops, namelijk Henk Boerman, Colin van Elderen en Marijke van Marrewijk, Frits Hakkennes, Henk Mulder, Werner Peters en Lodewijk Reehorst. On-danks het gevarieerde programma, waarbij ook rekening gehouden was met de vraag vanuit de leden (Verschueren & Mermuys, 2007) was het duidelijk geen hele grote op-komst. Maar dat bleek ook helemaal niet nodig om deze dag tot een succes te maken: de vrij kleine groepen bleken voor zowel de workshopgevers als de deelnemers zelfs erg prettig te werken.

René Fraaije, directeur van het Oertijdmuseum, had een mooie ruimte beschikbaar gesteld met daarbij ook binocu-lairs, die natuurlijk niet mochten ontbreken bij de micro-fossielenworkshop en ook voor de bivalven- en haaien-tanden workshop erg handig waren.

Workshop haaientanden

Eddy Spijkerman gaf ’s ochtends een degelijke introduc-tie met een presentaintroduc-tie waarin hij in hoog tempo een groot aantal haaien- en roggensoorten en onderwerpen voorbij liet komen. Deze introductie werd gevolgd door een twee-tal intensieve praktijkdelen (’sochtends en ’smiddags),

waarbij aan de hand van literatuur en de uitgebreide hand-out het door de deelnemers meegenomen materiaal werd gedetermineerd (foto 1). Dit was onder andere materiaal uit Miste (van de Jubileumgraafactie 2013) en uit Balgoy (Peters & Wesselingh, 2009). Veel verschillende haaien-genera en typen tanden passeerden de revue, alsmede rog-genstekels en -tanden. Eddy gaf uitgebreid uitleg en onder-bouwde zijn determinaties, waardoor de deelnemers beter inzicht kregen in de voor determinatie belangrijke kenmer-ken van haaientanden en met correct gedetermineerd ma-teriaal weer naar huis konden.

Workshop microfossielen

De zeer degelijke voorbereiding van Sylvia Verschueren werd direct duidelijk uit haar gestructureerde en afwis-selende workshop. Sylvia behandelde zowel de typische micro fossielen zoals foraminiferen en ostracoden (mossel-kreeftjes; kleine kreeftachtigen), maar ook ‘macro als mi-cro’: bijvoorbeeld kleine skeletplaatjes van zeesterren of stengeldelen van zeelelies. Na de korte introductie kon-den de deelnemers direct aan de slag, met een tweetal slides met in totaal 20 microfossielen. Doel was elk fos- met in totaal 20 microfossielen. Doel was elk fos-siel tot algemene groep te determineren (zoals ‘foram’, ‘ostracode’ e.d.; foto 2). Dat was nog helemaal niet zo eenvoudig en vooral sponsnaalden, skeletdelen van slang-sterren en minuscule fragmentjes van krabbenschilden zetten veel mensen op het verkeerde been. Na deze eerste praktijkopdracht volgde verdieping met speciale aandacht voor foraminiferen, ostracoden en conodonten (kauw-apparaten van primitieve gewervelden, bekend vanaf Cam- brium tot Laat-Trias). Daarna konden de deelnemers echt

2. Microfossielen: iedereen druk aan het werk met de eerste opdracht. 'Waar zit ik nu naar te kijken?’

1. Determinaties van haaientanden worden door Eddy goed onderbouwd aan de hand van de literatuur. Van links naar rechts: Frits Hakkennes, Werner Peters en Eddy Spijkerman.

(2)

13 AFZETTINGEN WTKG 35 (1), 2014

aan de slag: zo konden ze de verschillende microfossiel-groepen leren kennen aan de hand van slides met uitge-pikt materiaal, en konden ze daarna ook ruwe monsters bekijken om de microfossielen ‘in het veld’ te leren her-kennen. Er was materiaal beschikbaar uit vrijwel geheel West-Europa en ook wat monsters (met conodonten) uit de Verenigde Staten. De ouderdom van het materiaal vari-eerde van paleozoïsch tot recent, met uiteraard de nadruk op het Tertiair en Kwartair.

Workshop bivalven

Na een heldere beschrijving van de basiskenmerken van de schelp van tweekleppigen en enige opmerkingen ten aan-zien van de waarde van deze kenmerken voor determinatie van bivalven volgde het praktijkdeel. Doel van de work-shop was niet het op naam brengen van de schelpen, maar het goed (leren) kijken en gemengde monsters correct op te splitsen in de verschillende soorten. Met monsters fos-siele bivalven van het Nederlandse strand gooide Ronald Pouwer de deelnemers direct in het diepe. Ga maar eens verschillende grote Pectens uit elkaar halen, en wat te den-ken van een aantal Anomiidae? Om nog maar te zwijgen over een monstertje Astartes (foto 3)! Intensief samenwer-ken tussen de deelnemers en natuurlijk het gedetailleerde en geduldige commentaar van Ronald zorgden ervoor dat vrijwel alle monsters toch succesvol gesplitst konden wor-den (foto 4). Er was één uitzondering: een mooie kokkel­ achtige werd door Henk Boerman en Henk Mulder na grondig vergelijken gedoopt tot de nieuwe soort ‘Cardium henki’ (natuurlijk door Henk genoemd naar Henk). Ronald bleef er echter toch van overtuigd dat het hier een exem-plaar van Acanthocardia echinata betrof... En helaas voor Henk en Henk, leverde een mail met foto’s van ‘C. henki’ aan kokkel specialist Jan Johan ter Poorten een bevestiging op van Ronalds deskundige oordeel.

Conclusie

Ondanks de geringe opkomst, of misschien juist dankzij de kleine groepen en dus het intensieve contact tussen de workshopgevers en de deelnemers, was de Workshopdag absoluut een succes. Bij voldoende mogelijke onderwer-pen (ik hoor graag van u!) en animo, volgt er dit jaar wel-licht een herhaling.

Dankwoord

Met dank aan de workshopgevers en de deelnemers voor het samen tot een succes maken van de Workshopdag en natuurlijk aan René Fraaije voor het ter beschikking stel-len van de ruimte en binoculairs.

L i t e r a t u u r

Peters, W.J.M. & F.P. Wesselingh, 2009. Balgoy: Een nieuwe Plioceen vindplaats voor Nederland met implicaties voor de pliocene mollusken zonering van het Noordzeebekken. – Afzettingen WTKG 30 (1): 12-18.

Verschueren, S. & S. Mermuys, 2007. Resultaten enquête ex-cursies en webstek. – Afzettingen WTKG 28 (4): 74-77.

1

Bram Langeveld, Disterweg 13, 2215 DS Voorhout, tel. 0252 ­ 21 60 63, e­mail: pr@wtkg.org

3. Drie soorten Astarte. Maar hoe te splitsen?

4. Hoe onderscheid je de verschillende soorten Glycymeris? Van links naar rechts: Ronald Pouwer, Henk Mulder en Henk Boerman.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van bechsteins vleermuizen Myotis bechsteinii werden in deze stu- die alleen korte pulsen van in de hand gedetermineerde dieren gemaakt (vangsten in groeve).. De beginfrequentie

Voor de dimensie toegeeflijkheid geldt dat het model in zijn geheel significant is net zoals de onafhankelijke factor nationaliteit (Bijlage 3k). De p-waarde voor zowel het model

Alsook de tweede hypothese, waarbij wordt gesteld dat het domein ‘persoonlijke ontwikkeling’ een sterk conceptueel verband kent met de psychologische basisbehoefte

Net zoals planten zonlicht, water en mineralen nodig hebben om te kunnen bloeien, hebben mensen autonomie, betrokkenheid en competentie nodig opdat ze kwalitatief goed gemo-

Time motion analysis has demonstrated that rugby backs can perform a large number of sprints within a game, with an average duration of 3 seconds and cover greater distance at

Voor het geval van de transect van midden op de dijk nemen we verder aan dat alle hoge MPDI waarden te wijten zijn aan bodemvocht fluctuaties en alleen de lage MPDI waarden

Voor dit onderzoek zijn de dielectrische constante van verschillende materialen die bij de dijkbekleding worden aangetroffen bepaald in het laboratoire de l’integration du materiau

Aan de orde kwamen de relaties tussen het CDA en het Wetenschappelijk Instituut (WI). De afspraak werd gemaakt dat het CDA regel- matiger zal worden geïnformeerd