• No results found

Stad en spreiding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stad en spreiding"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s&d 9 | 20 0 3

c o l u m n

3

Stad en spreiding

m a a r t e n h a j e r

Redacteur s&d



Wordt het nog wat met de Nederlandse stad? De wethouders van de grote steden berichten over onhandelbare a-socialen en luiden de noodklok over schooluitval. Overlast veroorzakende alloch-tonen domineren de binnenlandpagina’s. Kans-armen moeten over de stad worden verspreid om getto’s te voorkomen. En we hadden nog wel zulke mooie plannen! Na de stadsvernieuwing en de stedelijke vernieuwing stond de stad de laatste jaren in het teken van de ‘integrale stedelijke ver-nieuwing’. Daarmee zou structurele achterstand kunnen worden voorkomen. Niet alleen maar stenen stapelen, maar tegelijk ook nadenken over werk, (brede) scholen, sportvoorzieningen, ver-beterde doorstroom, de verhouding huur/koop, incidentele verevening in de grondexploitatie, publiek-private partnerships en het behoud van hogere- en middeninkomens. Grootschalig sloop- en herbouwwerk in met name de naoor-logse wijken moest leiden tot een meer even-wichtige wijkopbouw, het terugdringen van de criminaliteit, meer koopkracht, de verbeterde in-tegratie van minderheden en het voorkomen van een sociaal-economische tweedeling. Dat kon na-tuurlijk niet allemaal goed gaan.

De bestuurlijke paradox van de stad is dat ie-dereen doordrongen is van de ernst van de situa-tie, maar dat het beleid tegelijkertijd muurvast zit. Met die stapeling van doelstellingen hebben we de bestuurlijke processen zo complex ge-maakt dat effectief handelen bijna onmogelijk is. Bovendien is er geen geld meer. De ambities zijn echter nog onverkort groot. In de komende de-cennia moeten grote aantallen woningen in en bij de steden worden gebouwd. Dat is op zich al lastig genoeg nu alle groenstroken langzaamaan zijn herbestemd. Verder willen we groter bou-wen en we willen de hogere en middeninkomens met tuintjes voor de steden behouden. De wijken

moeten daartoe ‘integraal’ worden geherstructu-reerd. Wat lastig is, al was het maar omdat alle huurwoningen in Nederland vol zitten dus waar wil je de bewoners naar toe ‘uitplaatsen’?

Bovendien duren de bouwprocessen dermate lang dat we steeds huizen en wijken volgens de inzichten van gisteren bouwen. Dure woningen worden opgeleverd voor de welgestelde midden-klasse in een tijd van recessie; autoluwe wijken komen ‘op snee’ nu eco uit is en de automobiele tweeverdieners op verschillende locaties in de deltametropool werken. En nu zouden we goed-kope woningen van 50m2 moeten gaan slopen in een tijd dat veel gezinnen het krap hebben.

De noodkreet van de wethouders is begrijpe-lijk, maar de sociaal-democratie doet er goed aan de discussie te verbreden. Onlangs bleek dat het leeuwendeel van de 1,2 miljoen (!) nieuwe banen die in de jaren negentig onder Paars zijn gescha-pen vooral in de overloopkernen en slaapsteden van weleer zijn terecht gekomen. Nu moeten we juist die nieuwe stedelijke gebieden betrekken bij het nadenken over de integratie van kansar-men in verstedelijkt Nederland. Niet direct door gedwongen spreiding, maar eerst door daar über-haupt goedkope woningen te bouwen.

De stad kan de maatschappelijke problemen niet alleen oplossen. Met een verbreding halen we de druk af van de enorme herstructureringsopera-ties in wijken als Hoogvliet of de Amsterdamse tuinsteden. In plaats van ‘integraal’ te plannen kunnen we daar overschakelen naar doorstroom-modellen voor de nieuw ontstane middenklasse en naar nieuwe werklocaties voor (etnische) be-drijvigheid. Vooral daarmee zou de emancipatie van die wijken weleens gediend kunnen zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer duidelijk is wat de doelgroep van kenniswerkers is en waar deze zich bevindt, kan worden onderzocht in hoeverre hun locatie een rol speelt in de

De uittreding heeft, zoals destijds is behandeld, consequenties voor de wijze waarop het NRIJ kijkt naar de toekomst.. Deze brief beschrijft in het kort hoe we opvolging hebben

Ouders van deze generatie worden actiever vanwege teleurstellende ervaringen met de oudste kinderen, die op hun beurt vaak fungeerden als wegbereider voor de jongere kinderen in

Ook al gaat het maar om een dag per maand of nog minder, doordat het tijd- en plaatsonafhankelijk werken daardoor in de regel voor iedereen mogelijk is, wordt het principe

Barth veralgemeniseert het ver- schijnsel door te zeggen dat de middenklasse haar kinderen ' niet naar een school wil sturen, waar kin- deren uit lag ere sociale

o Voelen medewerkers zich volgens u betrokken en verantwoordelijk voor de nieuwe dienstregeling richting de consument?. Hoe is

Erkenning, excuses of openheid van zaken over wat er is gebeurd zijn vormen van herstel binnen de ontstane toestand, maar brengen de benadeelde niet terug in de toestand van voor

The respondents have interviews with extended family members as well. It also emerged that they conduct interviews with state prosecutors and some respondents