• No results found

P- gebruiksnorm kan nu bedrijfsspecifiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "P- gebruiksnorm kan nu bedrijfsspecifiek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus juni 2011

24

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus juni 2011

25

Kringloop 140 2006 2007 2008 2009 Gem. 120 100 80 60 40 20 0 BEP Forfait 2015 kg F osf aat per h a Kringloop 120 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 De Marke 13 Gem. 100 80 60 40 20 0 BEP Forfait 2015 kg F osf aat per h a

schijnlijk gaat gelden in 2015. Hierbij is geen rekening gehouden met de fosfaattoestand van de bodem. Over een periode van vier jaar is de berekende fosfaatonttrekking met BEP gemid-deld 2 procent lager dan de bepaalde fosfaat-onttrekking (via kringloop). Dit betekent dat de BEP-rekenmethodiek de werkelijke fosfaat-onttrekking zeer goed benadert.

De forfaits 2015 zijn gemiddeld 5 procent lager dan de bepaalde fosfaatonttrekking (kringloop). De variatie in werkelijke fosfaatonttrekking (kringloop) is tussen de bedrijven groot (tussen 70 en 107 kg fosfaat per hectare). De variatie in forfaits is veel minder groot (tussen 78 en 90 kg fosfaat per hectare).

Bij de Koeien & Kansen-bedrijven 1 tot en met 4 is de fosfaatonttrekking hoger dan de forfaits. Op deze bedrijven zijn de omstandigheden en het management beter dan gemiddeld, waardoor de fosfaatonttrekking hoog is. Bij de Koeien & Kansen-bedrijven 11 tot en met 13 is de fosfaat-onttrekking lager dan de forfaits. Dit komt onder andere door de aanwezigheid van een substan-tieel aandeel beheersgrasland. In het generieke stelsel is er één norm voor alle grasland. Bij de bepaling van de onttrekking via BEP en kring-loop is de lagere onttrekking van beheersgrasland onderdeel van het resultaat.

Ook tussen de jaren zijn de verschillen in fosfaat-onttrekkingen groot, gemiddeld variërend tussen 85 in 2006 tot 99 kg fosfaat per hectare in 2007 (Figuur 2). De verschillen tussen bedrijven zijn aanzienlijk groter, weergegeven door de verticale lijnen in de fi guur. Bij de forfaits zijn de lijnen veel korter, wat aangeeft dat die variatie veel kleiner is.

Rekenprogramma

Van de BEX-rekensystematiek is software gemaakt. Koeien & Kansen heeft de BEP-systematiek gekoppeld aan de BEX-software. Een prototype hiervan wordt in het project gebruikt. In de loop van 2011 zal de BEP-software openbaar worden gemaakt.

Naast de onttrekking van fosfaat aan de bodem, corrigeert BEP ook nog voor de fosfaattoestand van de bodem. Analoog aan de forfaitaire normen. Dus de onttrekking wordt gekort bij gronden met een hoge fosfaattoestand, om zo tot een gebruiks-norm voor fosfaat te komen. Andersom krijgen gronden met een lage fosfaattoestand een toeslag.

Figuur 2

Figuur 1

Jouke Oenema

Wageningen UR Plant Research International

Gerjan Hilhorst

Wageningen UR Livestock Research

P-gebruiksnorm kan

nu bedrijfsspecifi ek

Een bedrijfsspecifi eke fosfaatgebruiksnorm doet meer recht aan de werkelijke bedrijfsomstandigheden dan

de nu geldende forfaitaire normen. Vanaf 2015 mogen we in Nederland niet méér fosfaatmeststof gebruiken

dan dat het gewas onttrekt. Verder zullen rijke gronden met een teveel aan fosfaat geleidelijk aan ‘verarmd’

worden tot een aanvaardbaar niveau. En het liefst zonder verlies van opbrengst. Met een rekentool,

ontwik-keld door Koeien & Kansen, is het mogelijk gebruiksnormen bedrijfsspecifi ek in te schatten.

EVENWICHT

In de landbouw mag binnen-kort niet méér fosfaatmeststof worden gebruikt, dan het gewas onttrekt.

Foto: Twan Wiermans

Gemiddelde fosfaatonttrekking (kg fosfaat per ha) per Koeien & Kansen-bedrijf en De Marke over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009, bepaald met de kringloop, berekend met BEP en de forfaitaire gebruiksnormen in 2015 (Forfait 2015).

Gemiddelde fosfaatonttrekking (kg fosfaat per ha) per jaar op de Koeien & Kansen-bedrijven en De Marke, bepaald met de kringloop, berekend met BEP en de forfaitaire gebruiksnormen in 2015 (Forfait 2015).

D

e overheid geeft de ruimte om te onderzoeken of de onttrek-king van fosfaat gewas- of bedrijfsspecifi ek te organiseren is. Koeien & Kansen heeft daar-om een methode ontwikkeld, BEP, daar-om de fosfaat-onttrekking op een melkveebedrijf te berekenen. BEP sluit aan bij BEX, het door Koeien & Kansen ontwikkelde instrument dat de excreties van stik-stof en fosfaat berekent. BEP maakt gebruikt van dezelfde gegevens, aangevuld met enkele vragen. Fosfaatonttrekking en kringloop

In Koeien & Kansen worden al meer dan tien jaar voor elk bedrijf mineralenkringlopen opge-steld. Voor een mineralenkringloop wordt de fos-faatonttrekking aan de bodem via het gewas

vast-gelegd. Gewasopbrengsten (in kg drogestof) zijn door boeren per perceel geregistreerd en vervol-gens gekoppeld aan kuilanalyses (gemiddeld vijf tot tien per jaar) om zodoende tot een gewogen, gemiddelde fosfaatonttrekking per bedrijf te komen. De Marke stelt de mineralenkringloop al bijna twintig jaar op. De verzameling van gege-vens is hier veel intensiever dan op de Koeien & Kansen-bedrijven. De gewasopbrengst wordt op De Marke gewogen (weegbrug). Bij een weide-snede wordt de hoeveelheid opgenomen gras nauwkeurig ingeschat. Van elke snede, zowel maaien als weiden, wordt per perceel een gras-monster genomen en geanalyseerd (onder andere op N- en P-gehaltes). De op deze manier bepaalde fosfaatonttrekking helpt ons om BEP te verifi ëren. Van BEX naar BEP

Het uitgangspunt is om per bedrijf de fosfaat-onttrekking te berekenen, aansluitend aan de BEX. Want de BEX is geaccepteerd en de meeste gegevens zijn hierin al vastgelegd. Extra inspan-ning is dus nauwelijks nodig. In de landbouw mag binnenkort niet méér fosfaatmeststof worden gebruikt dan dat het gewas onttrekt. Dus evenwichtsbemesting. Met andere woorden: de fosfaatonttrekking is gelijk aan de fosfaat-excretie (gecorrigeerd voor aan- en afvoer) plus kunstmestgebruik. De BEX berekent de fos-faatexcretie.

Kringloop versus BEP

De vergelijking van de fosfaatonttrekking, bepaald (via de kringloop en wegen) en berekend via BEP, van dertien Koeien & Kansen-bedrijven en van De Marke staat in Figuur 1. In de fi guur staat ook de forfaitaire norm, zoals die

waar-CONCLUSIE

Met BEX hebben overheid en sector gezamenlijk overeenstem-ming over handhaafbaarheid, robuustheid en betrouwbaarheid. Met een paar kleine aanvullingen kan de BEX worden uitgebreid tot een BEP. De berekening van een bedrijfsspecifi eke gebruiksnorm voor fosfaat volgens BEP is behoorlijk betrouwbaar, de afwijking met de bepaalde onttrekking is ‘slechts’ 2 procent. De forfaitaire gebruiksnorm onderschat de natuurlijke variatie in fosfaat-onttrekking tussen bedrijven, terwijl BEP die variatie wel gebruikt. Vanwege de grote invloed van weersomstandig-heden op de fosfaatonttrekking, is het voor de betrouwbaarheid wenselijk om de bedrijfsspecifi eke fosfaatgebruiksnorm te baseren op drie achtereenvolgende jaren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The role of history in the New South Africa is intimately connected with the hemleneutic nature of this discipline; including perceptions of its past and the

Several studies have shown that there is an important connection between service quality and customer satisfaction (Johns et al., 2004, p.. Additionally, these researchers

This study will therefore look at the moderating effect that sources of social support at work (colleagues and supervisors) have between the experience of role

Fukuyama insists on a return to the pre-Marxist iconoclasm of Hegel, as well as the work of Weber who stood Marx on his head by insisting that it was not the

Although exposure to PBL did indicate improvement in the self regulating strategies employed by student groups in the learning process no change in the self-regulating strategies

West and Altink (1996) propound four levels at which innovativeness occurs, namely the individual, group, organisational and socio-cultural levels. It is important to

Recognising that this elevates the peer group's influence above that of adults the study recommends a collaborative, well-structured and strategic intervention