• No results found

Bestuivingseffect van enkele bestuivingsmethoden d.m.v. het tellen van stuifmeel 1966

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bestuivingseffect van enkele bestuivingsmethoden d.m.v. het tellen van stuifmeel 1966"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

cb

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

05

;

;

5EESTATI0N VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEEL ONDER GLAS,

XJ

S

NAAIDWIJK.

Bestuivingseffect van enkele nieuwe bestuivingsmethoden d.m.v. het tellen van stuifmeel 1966.

door:

W.van Ravestijn.

Naaldwijk,1967.

(2)

ß

O S à / ¥ - O S $ l + • ' * £ '• -S"3

or

-R IL

PROEFSTATION VOOR Dfc GROENTE- KM FkUXTTLLLT ONDER GUS TE NAALDWIJK

Bestulvingseffect van enkele nieuwe beatuivingamethoden d.m.v. het tellen ran het atuifmeel 1966

Inleiding

Voor enkele nieuwe mechanische trilsyatemen werd het beatuivings-effeot bekeken d.m.v. het tellen van het stuifmeel op de stempel. Zo mogelijk werd de invloed van het weer en de troahoogte hierbij betrok­ ken.

Proefopaet

Ongeveer à 2 uur nà het uitvoeren van de nieuwe beatuivinga-methoden werden monsters van 20 stijlen per behandeling genomen. De stijlen werden gefixeerd, gehydrolyaeerd en gekleurd als te dien gebruikelijk (siie bijlage 1). Als controls werden stijlen genomen van bloemen, afkomstig van getrilde trossen, getikte en onbehandelde planten. Door het geringe tijdsverloop van bestuiven tot fixeren kon worden volstaan met het tellen van alleen de "blauwe" korrels

op de stempel.

Resultaten

Als eersts werd een trilsysteeu in de praktijk bekeken. Dit aye-twem was afkomstig van de firma Berk. Het was geïnstalleerd bij de Gebr. de Vogel, Koningshof 13 te Pijnaoker. .oor middel van perslucht werden de draden» waaraan de tornatetouwtjes waren bevestigd, sohoks-gewijs heen en weer bewogen. De trilling moest sich dus van boven af naar beneden voortplanten via de tomatetouwtjes naar de plant en ao naar de bloeiende tros. Hst was dus van belang om bij ds bemonstering

Bibliotheek

Pf0e}s4g(irn vcnr <J« Gmnten- e* fttuifeéit liiiuti uias u HaaUw|k

Project III-J8 111-45

(3)

2

•ast ta stellen welke tros in bloei «as en hoever deze tros van de "trildraad" verwijderd was.

Dit systeem werd toegepast bij een zeer vroege teelt. De onderste trossen kwamen niet in bloei, zodat hiervan geen bestuivingsbesld kon worden gevormd. De eerste bloeiende tros was tros 3. De bestui­ ving van de bloemen van deze tros werd op 1 maart 1966 geconstateerd. Omdat er 2 trilapparaten in afzonderlijke ruimten waren geïnstalleerd, werd per oontrole van beide monsters genomen, vooral daar de plant-grootte ia beide ruimten verschilden. Hoewel de planten gelijk gezaaid en gepoot waren, was het gewas in afdeling 1 korter door de iets lage­ re temperatuur na het uitplanten dan in afdeling 3. Hierdoor kon dus per oontrole tevens een indruk worden verkregen van de invloed van de afstand van da "trildraad" tot de bloeiende tros. Deze gegevens zijn in bijlage 2 opgenomen. Tevens warden steeds monstsrs genomen dioht bij de trildraad, halverwege (midden) de kas en aan het eind van de kas, dus vsr van ds trilbron verwijderd. Aangezien alles automatisch werd getrild, kwamen de controles tikken en onbehandeld te vervallen. Alleen de amerlkaanse triller werd als controle gebruikt.

Resultaat systeem Bark

1/3 - donker 28/3 - donker 15/4 - donker tot. korrels/at. korrela/st. korrels/st. f

*

Am. triller 79 100 10 100 5 100 100

Afd. 1 dichtbij 11 14 9 90 14 280 36

Afd. 1 middea 3 4 | 12 120 9 180 26

Afd. 1 ver 5 4 6 80 8 I6O 20

Afd. 2 dichtbij 17 22 25 250 4 80 49

Afd. 2 midden 17 22 9 90 1 0 28

Afd. 2 ver 17 22 5 50 4 80 28

Hoewel de beoordeling, vooral bij de 2 later uitgevoerde proefjes, door de lage oontrole (- trillen)-cijfere wordt bemoeilijkt, kwam toch wel naar voren, dat aanvankelijk de bestuiving onvoldoende was. In afdeling 1, waar de planten korter waren dan in afdeling 2, kwam dit duidelijk naar vorsn. Da afstand van "trildraad" tot troa was hier dus duidelijk te groot. Dit is dec te vedenk^lijker ale men overweegt, dat men hier met de 3* tros te doen heeft. Bij bloei bij een lagar geplaatste tros zou de bestuiving waarsohijnlijk nog veel minder zijn geweest. Da in­ druk van da tuinder kwam hiermee overeen, in verband met de onvoldoende

(4)

3.

bestulvirig aan deze, voor de teelt so belangrijke trossen, we ra hier­ bij bovendien nog regelaatig getrild Bet de aaerikaanse triller.

Bij dergelijke swakae trilling werd geen verschil gevonden in de standplaats. Alleen in afdeling 1 kwam "diohtbij" duidelijk beter uit de bus dan de overige standplaatsen. Bij het 2® proefje (28/3) kreeg sen ook weer de indruk, dat de bestuiving beter was als sr diohtbij of in het Bidden werd getrild. Ver van de HtrilbronH verwijderd» was

de bestuiving het Bias te. Bij de laatste inset (15/4) *&r«t» de planten in afdeling 2 al over de draad »«»-ngegroeid en hierdoor had het trillen geen eftet aeer. In afdeling 1, waar de trossen dicht bij de

"tril-draaa" »aten, kwam weer tot uiting dat de planten diohtbij de "trilbron" het beste werden bestoven. S&aenvattend kam nen stellen dat dit

trll-systeeB voor onderste trossen onvoldoende blijkt te sljn. Hoger gelegen

trossen kunnen waarschijnlijk redelijk bestoven worden door deze tril« wijse, waarbij de planten diohtbij de trilbron beter bestoven worden dan de planten die hiervan ver verwijderd liggen. Be over de draad heen hangende trossen sohijnen te veel "Bee te wiegen", waardoor de bloes onvoldoende getrild wordt en bestuiving op deze wijze te verwaar­ lozen lijkt.

In a 10 -«tond een trilproef uitgeplant, waarbij diverse systeaen naast elkaar vergeleken konden worden. Hoofdzaak hierbij was het auto-aatisohe systeea, dat bij het l.T.T. in ontwiktteling is. Evenals bij het systeem Berk wordt hierbij de trilling van bovenaf gegeven. De tril­ ling werd opgewekt door een eleotroaotor. Hieraan werd dwars een staal­ draad gespannen, die aet eenvoudige vierkanten ijzeren plaatjes aan de ijzerdraden, waaraan de tomatetouwtjee hingen, werden bevestigd (zie foto in bijlage 3). vm motor gaf een snelle opeenvolging van korte tril­ lingen. Hierbij dus geen Msohok*-ef£eot zoals bij het systeea van Berk.

Helaas wsrd dit systeea niet zodanig geïnstalleerd als vereist werd. Ten eerste werd in de totale ruiste slechts één motor geplaatst, het­ geen te weinig bleek te zijn. Ten tweede waren de draden, waaraan de toaatetouwtjes gebonden waren, onvoldoende vrij gebleven, zodat veel van trilling werd ai gedempt door de dwarse steundraden. Aangezien ver­ wacht werd, aat dloht bij de hoofdstaaldraad het bestulvingseffect groter zou zijn aan ver daarvan verwijderd, werd ook hierbij op 3 verschillende plaatsen monsters genomen en wel 1 tot 10, 11 tot 20 en 21 tot 30 planten van de hoofdtrildraad verwijderd.

(5)

In dezelfde kas werd hot systeem van van Gaaien vergeleken. J)it systeem bestond uit een vrij dunne ijzeren draad, die vlak boven de koppen van de planten werd gespannen. Het geheel was verschuifbaar aan de tomatstouw tjes bevestigd en werd al naar gelang de groei van de planten onhoog geschoven. Met een op een boortol excentrisch ge­ plaatst staafje werd een gespannen draad ln trilling gebracht. Dit trillen vond of on de 5 of om de 20 planten plaats.

Tenslotte werd de invloed van broeden en ventileren op de bestui­ ving nagegaan. Het broezen werd met een krijtspuit uitgevoerd. Met een vrij harde broesstraal werd zoveel mogelijk op de trossen genikt. Hierbij werd dus uitsluitend de invloed van het broezen op de stuif-neelzetting bekeken. De overige effecten zullen hier voorlopig buiten beschouwing worden gelaten.

Eet ventileren bestond uit rustig door het gewas lopen* waarbij alweer zo veel mogelijk de trossen net de luchtstroom in beweging

werden gebracht. Hoewel de ventilator zelf min of neer was afgeschermd, werden nog al eens bladeren "weggenaaid". Sen duidelijk effect op de tros was met het blote oog nauwelijks waar te nenen. De controles vondsn plaats bij de bloei van tros 2, 5 en 7 « 8.

Resultaat systeen I.T.T. van Gaaien« broezen en ventileren 29/3 - donker korrels/st. io 19/4 « zon korrels/st. % 2/5 » zon korrels/st. tot. \ Onbehandeld 1 54? 76? 8 ; 5 21 0 17 ; 1 Tikken I m 82? 55? 32? 15? 40? 42? Am. trillen j 45 100 166 100 58

i

î 100 100

j

I.T.T. plant 1-10

»

24 53 32 1 3 26 i.T.T. plant 11-20 27 60 51 19 9 j 24 27 I.T.T. plant 21-30 11 24 57 34 3 8 29 van Qaalen - 5 pl- 12 27 69 42 6 16 31 van Qaalen -20 pl. 14 51 45 27 6 ! 16 J 26 Broezen 19 42 24 15 1 3 1 18 Ventileren

?

16 13 8 3 8 9

Bij deze proeven waren steeds de tik-oontrolee aan de hoge kant, zodat de beoordeling voornamelijk gebaseerd is op het bestuivingseffeot van de amerikaanse triller. Ondanks het feit, dat de installatie van het I.T.T. niet ideaal geplaatst wae, werd toch nog een bestuivingseffeot

(6)

5

verkregen van gemiddeld 20 & 50 %» Hen duidelijk verloop van het be-stuivingseffect van de standplaats werd niet waargenomen. De laatste inset gaf bijsonder lage percentages. Bit was eohter niet alleen bij het 1.1!.?. het geval, maar ook bij alle overige behandelingen, üe oorzaak zal dus meer in de kwaliteit van de planten gezocht moeten worden, eventueel versterkt door uitwendige omstandigheden.

De bestuiving met het systeem van van Gaaien verkregen leek iets gunstiger te liggen en wel tussen 25 en 40 fi t.o.v. de amerikaanse

triller. Veel verschil tussen het toepassen om de 3 of om de 20 plan­ ten zag men aan de bestuiving niet. Uo er al enig verschil was, dan was om de 5 planten trillen toch gunstiger dan om de 20 planten toe­ passen. Hoewel de bestuiving bij dit systeem gunstiger leek dan bij het systeem van het I.T.T., moet men wel bedenken, dat het systeem van het X.f.7. geen tijd vroeg, maar dat bij het systeem van van Gaaien door het gewas moest worden gelopen (virus) en dat deze toepas­ sing wel wat tijd vergde.

Het bestuivingseffeet van broezen leek aanvankelijk (bij tros 2) wel van belang te zijn (+, 40 % t.o.v. am. trillen), maar bij de 2* beoordeling «as het effect slechts 15 % t.o.v. trillen. Bij de laatste inzet was van enig bestuivingseffect nauwelijks sprake. Daarom lijkt da bestuiving van 40 iets overtrokken en kan men beter stellen dat door broezen het bestuivingseffsot omstreeks 15 % van de amerikaanse triller bedraagt* De grootste winst van broezen ligt dus vermoedelijk meer in het veranderen van het kasklimaat en het afkoelen van de plan­ ten enz. dan in een verbeterde bestuiving.

Tenslotte het "ventileren", ronder meer kan neu stellen, dat hier­ bij ge«*n bestuivingseffeot kon worden aangetoond* Het systeem door firma Munohhof-Spiraal te Horst ontwikkeld, werd voor het eerst in

Limburg bij de heer Gijsbrechts, ïiennaaissweg 24 te Horst, gedemon­ streerd. Het betrof hier een mechanisch trilsysteem, dat volkomen geautomatiseerd kon worden, evenals de systemen van Berk en van het I.T.7. Het principe was echter anders dan bij de overige trilsystemen. Werd bij de overige systemen de trilling van bovenaf via de tomate-touwtjes gegeven, bij het systeem van Munohhoff werd de trilling van onderaf gegeven en direkt op de poot van de planten aangebracht. Bij de heer Gijsbreohts werden monsters genomen. Aangezien de planten zeker 10 à 15 min. waren getrild om het systeem te demonstreren, kan

men de gevonden cijfers niet goed vergelijken met de overige behandelingen en de overige eerder genomen proeven. Het resultaat was als volgti

(7)

6/4 wisselend korrels/st.

*

ï Onbehandeld 42? 69? Tikken 12 20 Am. trillen 61 100 j

I Munokhof midden voor 4 7

Munokhof midden midden 3 5

ilunoxhof midden achter 2 3

Î Munokhof midden voor overkant 6 10

Munokhof opzij voor d 13

(midden » bij de motor; hierbij werd op 3 plaateen dicht, (« voor)« •idden en ver (• achter) moneters genomen. Teven» werd opsij en

reeht tegenover de motor gemonsterd) TJit de tabel blijkt, dat totaal geen bestuivingseffecit werd geressorteerd* In het najaar werd in een afdeling wan de Variakas een eenheid van dit trilaysteem geplaatst. Bijlage 4 geeft een idee van dit apparaat door enkele detailopnamen. Foto 1 geeft de motor en de overbrenging te zien. Met de handle kon de trilsnelheid worden geregeld. De handle stond bij de opname op stand 7, de stand met de grootste draai- en daardoor trilsnelheid. Het

eerste witte strookje geeft stand 1 aan, de geringste trilsnelheid. Foto 2 geeft de beveetiging van de trildraad met een rubber blokje aan de plant weer. In foto 3 «iet men d» drijfstang met een kogellager en excentriek en foto 4 geeft het laatste deel van de trildraad te sien met veer en stang» welke laatste in de grond werd geplaatst en in dit geval nog extra bevestigd werd aan een verwarmingsbuis aan de achtergevel.

Bit systeem werd geplaatst bij de bloei van de 5* k 4** tros. Het ef­ fect op de laagst gelegen trossen kon dus niet worden nagegaan. Stuif­

meel tellingen werden verricht aan tros 4, tros 4 à 5 »n tros 7 i 8 (de laatate 3x). Gevarieerd werden de stand van de handle (stand 7 en

stand 5), de tijdsduur van de trilling (3 en 5 sec.) en Jénmaal werd dit trillen gedurende 5 sec. 3* snel achtereen herhaald, omdat werd waargenomen dat de eerste trilling met een liebte schok gepaard ging. Tevens werd nagegaan in hoeverre da grootte van de exoentriek van belang was. Dit apparaat was namelijk i.v.m. het experimentele karak­ ter met 2 excentrieksn afgeleverd te weten 4 mm en 6 mm. Ook nu weer werd bij de bemonstering dicht bij de motor en aan het eind van de

(8)

»

et O o «t H O* SE •B œ P 4 < K 9, fr-t? a P P o « H H »* « O H-9 M et et X> 0 P B 0 0 fr*-et 9 0 fr* M O H ta. P e~ et Ë P H-M t-' B

»-«

et P » et 9 B G: #5

»

B H-K P t-et 0 9 fr'-u

fr-«

8t B P •* «t P < et Hi R m H-3 •i S B N •-M cr U>

«

et O » « 0 g 9 P O et **• 0 P

§

p 0 0 S B i rt i •1 B g B et sr •i t— B et

£

§

i « H C « i et 9 * 0 « P et H- t-H 0 0 et et 0 et B * O t-' g J-.

H-?

O B » et P 9 « B «

&

H-pr et H 0 0^ B

?

a 9

?

H et cr o 0 P-H

&

P. »- H-O »< 'S h Pi O e B

?

S fr* 0 a K < « er H-•o H P-'S c 0 s M * B ¥•> s m » y-•s »» t" 0 0 B 4 B B 4 S B 0) î •c o H-o K E t-fr­ 3 0 0 % et et er O î i et i P B B 0 er et n B 4 % et et »-» P. o •i p C 9 B i-* B a> g *1 K >-O fr*

«

« « •* 9 9 9 •-* S B* & >»-. H P P i O Cjk i H H t> c B et 0 O S H-P B »4 fr-m i B-ir 5 er »-o r P B B 1 0 1 et H W H-P < H-• «r 0 H ae CD B o* O Ck> * «1

§

B g-9 0 B V P> 0 H-•e? o p O et

§

Ä M H »1 0 te tr H 0 c P o K-P {y P H-• ta H-e < «J. H H" K P> * P P fr~ M-S er O. P. 9 et P cr P K et a « a et SU. < a H* B

«

M s O »-G 0 i 9 p. fr-<•

»

fr* S3 o. S sr H-0 O o B* et 0 9 0 H-h-» M P H sr B tel H IT 9 et 4 9 et e-. 0 K

£

(B p ts P 4 « e 0 •< O 9 0 0 ir g U * O et

»

9 et (K « 0 0 9 H B r K r *) B B «t 0 o 9 0 B t? 9 H 9 V r er 0 C I Ov D P-et

«

o et B P> t* fr­ O et « H 9 »-«s IH S3 ft 0

«

H 0 B H 0 «t 0 t-* «t 0 a fr-< S M ® B B et H-•< et 0 ft »-•

»

g ft S »1 «S 0 H O et t-0 et tr P H P S3 rt rt * et O P H H-0 P et H fr* et ® <P B H-O 0 t-1 O O. « O V B H 9 et « * S M !-• B o. •ö M 0 4 tr 0 pr 9 m P t* S M et a B O P P •e 0 0 et B fr-P< fr-S O 8! o, a P •o 0 P> H-t~> H et sr P t* H-0 fr-B « B ? M H 9 B !t P-sr 0 0 i H 1* o* P* et «9 et fi

p. B 0 H B g H B 0

«

« et •1 P 9 et B 0 tu 0 *

«

C-t-»» » H-• «t

»

et «t 0 H *1 O O B & »* «

H-• t) a B fi O B P et o •o 4 M «»-> o-fi £• »-wr S et ? o 0 J pr 0 0 fifc fi S < <X) fc-B a et f H J P> S et 0 « H B < « 0 P> O P f •m fr-H E ON B »

»

* a H* M 0 5 P. et 0 e" 9 0 B 0 U Cfc B IB B 9 a 0

&

« tr 0 P. i P. P

»

C O es er P 0 er

&

t* o 0 P. et B f. o «t «t m 9 9 H-P B O H-0 t* 9 et P H P < B P> M et o CJ. 0

«

4 P 9 fr^ v-«-0 frl ffi P> «t «r O-0 9 O a. B B 0 9 H-fr-» H 9* *< H-o «r i H" B a S P et P B fr-< P »-* 9! O 0 et o B H-P 9 p H P et « S-B fr* s, 0 fr-H H r 9 et o et 0 P. S-B fi s, B CE «B cr

&

r 4 W •o

?

9 >-> O P> 9 <fc et et I-*

H-&

i-1 S P M

?

0 0

N P p. 0 »1 0 t* t S < H-Ë O B *5 P H* et O* p 9 g fr* B fr-(X y

&

et 3 sr t-et O. fr-* &-0 g 0 » P a 9 & B pr et 3 Ë H* B O. O B et K et

»

» H-O 0 5 M B « 0 «s P er P. O «t B i a 5 O et O B P. fi B 0 0 S3 sr B txs H-5 et O g

«

B

*

9 9 0 Pi et o P H-1»

;

p H M g 0 fi

*

B H 0 B e î a e-K t-et

;

t* H P 0 tr V* »1 et î

§

H 1 B g-H* m et »1 et 9) o Pt v_^ 0 er P H o P

»

« g-CL fi H P i .? v 0 • fr* fr* «t t-» et 0 P H-E i ® 1 o. fr% « H • B 3 H' 1 Ou a H 1

I

m m as

§

§

© o

s

s

o o M» M»

&

s

0 o «•% H# o» er» #> ja.

tili

et H fr* fr— fr- • H *9 fr* PT M O 9

sr

tv

§

tx p o tY et » N « O O H «+ et P «S O o sr o «* >1 « H a et VM %jl -» -4 -» K> wi *d yi o u» N « *»• V#» -» Q -* s* OC V» "*4 0» O C* P>-et «t et -t • • • • VH \rn \M \J* IW -» a> vu vr. \M HO vc -» -» VW *J o -» «* m m m «—* j# »» • • • • o m o H g \r- \c 4 O p. » o ff fO O Vfr» H N. h NO m >- fca ® o » m

P

P P €* *< m et 0 s • 0

1

0 fr* 1 CP K> K

§

•t M- O* et 0 •o o < « fr« es

i

\r, -* <y> J>-VU -P-a » et et W ® O VT VM VU SM \pi V> A _* RJ -* -* fO V* -* P> V*> VT! -* I O VM © \J» » O P-0 9 «t «• 'Ut VX \J4 <w* -* S* NJ H -4 « \fi U) > VO l\3 -» W N O ^ M ~4 ON O ö O V> O N V* O N œ on N •* o y v* o o fr< s & fr- B 0 *• U» B O p- o »1 N » a et te O 3 *• H VJI a) (B O VU M o fr< H • N> t.' O £ 9 H »•3

*i

(9)

Ö.

Saasnvattlnst en oonolusle

0it des» oriënterende proefjes bleek de atuifmeelbaaetting bij de meohanische trilapparatau* sterk afhankelijk te zijn van het aangrij­ pingspunt van de trilling en de troshoogte. tsrd de trilling Tan boven­ af gegeven, dan werden de onderste trossen onvoldosnds getrild, naar kon bij de hogere trossen, die dicht bij de "trilaraad" zaten, een redelijke stuifaeelbezetting op de stempels «orden vervacht (systeem

Berk en syst«*« X.T.T.). Het syste«?» van het l.ï.ï. gaf Kinder goede resultaten dan het systeem vsn rte rte, naar dit kan evengoed aan de wijze van installeren «orden toegeschreven ais aan 't eystaem zelf. Werd de trilling van onderaf /re ge ven (systeem Munckhof) dan «erden de bloemen van de onderste trossen goed bestoven, maar de hoger gelegen trossen ve<»l minder. Wel moet sen bij deze «eohaniaohe apparatuur rekening houden net hst feit, dat de aate van stuifaeelbezetting per bestuiving niet zo hoog behoeft te liggen ais bij ds aaerikaanss triller. Be hier genoemde apparatuur kan isaers geaakkelljk 2 à 3 naai per dag in «er-king «orden gesteld zonder noemenswaard veel tijd te vergen, let voor­ deel is dan niet alleen een mogelijke annulatie van bestuivingen, maar ook een spreiding van kiemingskansen door ver&ndsrds uitwendige omstan­ digheden. Als laatste, maar niet als geringste voordeel kan nog worden genoemd de vertraagde verspreiding van het virus door automatisch tril­ len t.o.v. hot trillen met de hand.

Bat systeem van vsn Gaaien vergt wel enige tijd, dus zal niet meer

dan 1x per aag worden toegepast. Hierbxj maakte het niets uit welke tros getrild werd, omdat de "trildraad" als het ware met de planten meegroeide. De gemiddelde b^stuiving >>er tospassing leek dan OOK iets beter dan bij de overige mechanische systemen, maar Kon toch lavig niet de amerikaanss triller evenaren.

liet gunstig effect van broezen ligt waarschijnlijk meer op ander gebied (afkoeling, verhoogde luchtvochtigheid, verhoogde turgescentie?) dan dat dit een bestuivingseffeot zal zijn.

liet ventileren bleek geen verbeterde bestuiving te kunnen geven.

Proefstation Naaldwijk, maart 1967»

Ad*.

De proefneemstsr, ». van Kavestijn.

(10)

btflage 1

Fixeren in een mengsel van J delen ale. 96 en 1 deel ijsazijn gedurende 1 uur bij «amertemyeratuur. hydrolyeeren gedurende 20 minuten in 45 % azijnzuur van 60°C. Kleuren in een mengsel van 150 «g safranine en 20 mg aniline blauw in 25 al 45 % azijnzuur (oplossen onder verwarmen eet terugvloeikot* 1er) gedurende 5-7 minuten. Pletten en bekijken in glyce­ rine-gelatine. Ha fixeren en hyerolyseren is bewaring in eert koelkast mogelijk (± 5°C) in reep. de fixeer-en-hydrolyseer-vloeistof.

(11)

Diverse gegevens

bijlage 2 bla. 1

Systaea Berk

1® inset op 1 aa&rt 15(66.

Beatuivan +,10 aar, fixuron +.12 uur. Bloei tros 5.

Afstand trildraad tot bloeiende troai Afd.I +, 14!) oa. iifd.ll £ 60 0«. feap. +_ 10 uur 25,2°C l.v.b. 60 $.

Teap. ^ 12 uur 18»8°C l.v.b. 65 tseri overwegend donker.

26 Inaet op 28 aaart 1966.

Bestuiven ^ 14.15 uur» fixeren ^ 16.15 uur. Bloei tros 9»

Afstand! trildrnad tot bloeiende tros» Af<1.1 1J0 qhs.

Afd.ll 25 oa. Teap. £ 14.15 uur 16»2°C l.v.h. 70

Temp. _+ 16.15 uur 15»0°C l.v.h. 70

fleer» ov«meg»ni donner. G trild door 10 stoten te geveu, dus 5 a»n elke kant. Dit was de normale workwijze van de tuinder zelf.

3® Inzet op 15 april 1966.

Bestuiven +_ 9*30 uur» fixeren ^ 11.30 uur. Bloei tros 11-12.

Afston.i trilaraad tot bloeiende tros» Afd.I r. c ca.

Afd.ll er overheen» Teap. + 9.30 uur 1S,7°C l.v.h. 85 jt.

Teap. +, 11.30 uur 20,7°C l.v.h. 85 Weert donner en koud.

(12)

Diverse gegevens

üjrsteeB I.T.T.. van Gaaien« broezen, ventileren»

1® inzet op 29 maart 1966.

Bestuiven £ 14-15 uur, fixeren £, 16.15 uur. Bloei tros 2.

Temp. +, 14.15 uur 18,8°C i.v.k. 75 Temp. 16.15 uur 16,8°C l.v.h* 85 Weer: overwegend donker.

2e Inzet op 19 april 1966.

Bestuiven ±14 uur, fixeren +_ 16 uur. Bloei tros 5•

Temp. _+ 14 uur 26,4°C l.v.h. 75 Tenp. +_ 16 uur 20,4°C l.v.h. 85 $>,

Weer» overwegend zonnig.

3® inzet op 2 mei 1966.

Bestuiven +, 9 uur, fixeren +, 11 uur. Bloei tros 7-8.

Tettp. £ 14 uur 23,4°C l.v.h. 75 Temp. £ 16 uur 29

»4

°C l.v.h. 75 Weeri zonnig.

(13)

Diverse gegevens

bylage 2 biz. 3

..ysteem Munokhof

1e inset op 6 april 1966 te horst.

Bestuiven + 12 uur, fixeren +,14 uur. Bloei tros 5-6-7*

Teap. +.12 uur 20,7°G l.v.h. 80 $. Temp. jh 14 uur 16,8°C l.v.h. 95

Meert visselend regen en zon.

2* inset op 15 september 1966 te Naaldwijk. Bestuiven + 9 uur, fixeren + 11 uur.

Bloei tros 4*

Temp. £ 9 uur 17»7°C l.v.h. 85 Temp. x. 11 uur 22,1°C l.v.h. 70 f>. Getrild gedurende 3 seo. bij stand 7*

Weert wisselend regen en son. Veel wind.

3® inzet op 23 september 1966 te Naaldwijk* Bestuiven £

9.

15 uur, fixeren +, 11.15 uur. Bloei tros 4-5*

Teap. +, 9.15 uur 23°C l.v.h. 75 $• Temp. +. 1 1 . 1 5 uur 25»1°C l.v.h. 70

Getrild gedurende 3 seo. bij stand 3* Weert zonnig.

46 Inzet op 5 oktober 1966 te Naaldwijk.

Bestuiven +, 9»15 uur, fixeren • 11.15 uur. Bloei tros ^ en 8.

Teap. 9*15 uur, ontbreken.

Teap. 11.15 uur 20,9°C l.v.h. 90$. Getrild gedurende 5 seo. bij stand 7* Weert donker.

5® Inzet op 12 oktober 1966 te Naaldwijk. Bestuiven +. 9.15 uur, fixeren _+ 11.15 uur. Bloei tros 7 en 8.

Teap. x, 9*15 uur 17»7°G l.v.h. 65 Temp. +, 11.15 uur 24,9°C l.v.h. 80 Getrild 3 aaal gedurende 5 seo. bij stand 5. «eert donker (mist).

(14)

bylage J - Syst««» I.f.f.

b lad )>«•«• tl£ In# van de stalen "hoofdtrildraad" plus bevvatlfin# MtrllàraadM met ue lj*«r«u draau, «tutraaa

(15)

bylag« 4 - Systeem Munokhof

Motor, overbrenging en verstelbare hândle. Handle op hoogste (enelete) «tand

(16)

by la. ® 4 - bysteyffi Mutioshof biz. 2

Bevestiging trildr&ad - plant »et rubber blokje

(17)

belege 4 - systee« Kunokhof tol*. J

Drijfstang s.et excentriek (varend bevestigd) en begin trildraad (linke)

(18)

b^Lage 4 - systeem sunokhof biz. 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De situatie in Nederland is vrij specifiek zowel in de (melk)geiten- als de schapensector. De bevindingen in het rapport van Ernst &amp; Young, die vooral zijn gebaseerd op

m de gevonden waarde voor k te controleren, laat Arie zich met beide voeten op de step stante hellingshoek af rollen. 4p 6 † eef aan op welke manier Arie en Bianca met behulp van

 Bij een hoekstukje heb je twee aan elkaar grenzende rechte zijden (zie het stukje rechtsonder op de foto), bij een randstukje is één zijde recht (zie het stukje linksonder op

Tussen A en B wordt denkbeeldig een touwtje gespannen dat over de cirkel heen gaat.. Het touwtje is zo gespannen dat het tussen C en

[r]

Elk jaar wordt er onderzoek gedaan naar het verband tussen de schelplengte en het gewicht van het vlees van de gewone mossel in de Waddenzee.. Hiervoor worden van een groot aantal

Elk jaar wordt er onderzoek gedaan naar het verband tussen de schelplengte en het gewicht van het vlees van de gewone mossel in de Waddenzee. Hiervoor worden van een groot aantal

Volkl taal&#34; (Taalbond ?) zich zelven voorschrijven, schijnen mij in lijnrechte tegenspraak met den naam van hun genootschap. ZiJ bedoelen bet invoeren van