• No results found

Taaldiversiteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Taaldiversiteit"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

zaterdag, 27 oktober 2012

Taaldiversiteit

taalcultuur

Leonie Cornips (1960, Heerlen), bijzonder hoogleraar

Taalcultuur in Limburg aan de Universiteit Maastricht, doet

onderzoek naar de relatie tussen de gesproken talen en

dialecten in Limburg en de identiteit die eraan ontleend wordt.

Hier doet ze tweewekelijks persoonlijk verslag van haar

zoektocht.

Terwijl ik deze column schrijf, ver-blijf ik in Freiburg in Zuid-Duitsland. Twee maanden lang ben ik verbon-den aan een onderzoeksinstituut dat bij de Universiteit van Freiburg hoort. Dat betekent: twee maanden geen vergaderingen bijwonen maar vakliteratuur lezen, mijn onderzoek in Limburg uitwerken en subsidie-aanvragen schrijven zodat veelbelo-vende studenten hopelijk aan het werk kunnen.

Freiburg is een oud, romantisch stadje met een dom de Münster -en met veel stud-ent-en. Ik woon op eigen verzoek niet in het centrum, maar in een kleine

maar in een kleine etage aan de rand van de stad bij een groot park en tegen-over het Zwarte Woud. Ik woon lie-ver in een buurtje waar ik een praatje kan maken dan tus-sen hotels, lege kan-toren en ’s avonds gesloten winkels.

In een nieuwe stad valt meteen een andere taaldi-versiteit op dan thuis. In deze buurt hoor ik het lokale dialect dat tot het Aleman-nisch gerekend wordt en zich, niet aan nationale gren-zen storend, uitstrekt

zen storend, uitstrekt over Zwitser-land en de Elzas. Mijn medebewo-ners typeren hun dialect als zangerig en langzaam. Naast het dialect hoor ik een heel scala aan andere talen maar ik kan ze, behalve het Russisch, niet goed thuisbrengen. Ze verschil-len in ieder geval van het Arabisch, Berber, Sranan en Turks uit mijn Am-sterdamse buurt.

De plek om andere talen te horen is de wasserette. Ik beschik hier niet over een wasmachine dus elke zater-dagochtend begeef ik me met twee tassen naar het wasgebeuren om de hoek. Ik vind het daar leuk; het doet me zowel aan vakantie als aan mijn studententijd denken. Er vindt inter-actie plaats tussen allerlei mensen die elkaar niet kennen, maar wel noodge-dwongen de tijd met elkaar door-brengen. Mijn versie van het Duits valt niet op tussen al het andere Duits in vele tongvallen. En dit ver-bindt ons; niemand kijkt ervan op en vraagt me waar ik vandaan kom.

Iedere stad heeft zo zijn eigen taal-landschap. Freiburg doet in dit op-zicht niet onder voor Maastricht of Amsterdam. Het centrale plein in Freiburg met de Münster is het do-mein van toeristen en wat zij spre-ken, net zoals het Vrijthof. In het

da-gelijkse ritme hoor ik het Maastrichts zelden op het Vrijthof. Ik hoor wel dialect in de winkels en op de markt. De zogenaamde ‘migrantentalen’ be-vinden zich meer aan de randen van de stad. Toch zijn mensen niet vastge-klonken aan een plek; ze bewegen zich door plekken om te winkelen, te recreëren, te werken. Ze pendelen en verhuizen naar elders en anderen ko-men naar hier. Tegenwoordig zijn de uitkomsten van al deze talige ont-moetingen onvoorspelbaar gewor-den. Het wonderlijke is dat traditio-neel taalkundig onderzoek deze on-voorspelbaarheid vrijwel negeert.

Het probeert talen Het probeert talen en hun sprekers nog vaak in hokjes te stoppen. Taal-kundigen doen on-derzoek naar dia-lect óf naar het Ne-derlands óf naar migrantentalen, maar nauwelijks naar hoe zij zich tot elkaar verhou-den en elkaar beïn-vloeden. Maar spre-kers en hun talen laten zich niet meer vastpinnen; het zijn net kik-kers in de kruiwa-gen. Taalcultuur wil die over elkaar buitelende kikkers juist onderzoeken. soepel en in de Taal is immers soepel en in de we-reld van vandaag is meertaligheid een alledaags verschijnsel. In een webenquête gehouden begin 2000 vulde 70 procent van de vijftienhon-derd personen in Limburg in dat zij niet alleen het dialect van hun eigen plaats, maar ook dat van een andere spreken.

Hoe en waarover we met elkaar spreken en welke taalvormen we met elkaar uit een rijk geschakeerd palet kiezen, geeft een sterk gevoel van verbondenheid. Die verbonden-heid bepaalt dat we in Limburg, zo-als op elke andere plek op de wereld, ook een lokaal accent, woordkeus of zinsbouw ontwikkelen. Net zoals de randstedelingen dat doen; alleen is hun lokale taalrepertoire een vast on-derdeel van het normatieve Neder-lands. Dat wil niet zeggen dat we in Limburg het Nederlands niet goed be-heersen of niet weten wanneer we dat moeten spreken. Maar omdat we geen deel uitmaken van het westen, zullen we nooit precies spreken zoals zij dat doen. Participatie in een ge-meenschap is daarvoor onmisbaar. Net als voor mij in Freiburg; lang-zaamaan begin ik in mijn versie van het Duits een beetje te zingen zoals ze allemaal doen in mijn buurtje. uitstrekt over Zwitser- Taal is immers soepel

TAALCULTUUR

LEONIE CORNIPS

l.cornips@mgl.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• goede taalvaardigheid: in onze samenleving (al dan niet in de beeldcultuur) zitten veel schatten levensecht materiaal, waarmee je taalbeschouwend kan werken, maar je moet zelf

Een boom bestaat uit een stam, takken, twijgen, bladeren of naalden, bloemen, vruchten en wortels.. Een boom bloeit een keer

Dus kosten voor gebruik van het zwembad en duikmateria- len, zoals persluchtfles, ademauto- maat en stabilizing jacket (vest) zijn inbegrepen. Zelf moeten de cursis- ten zorgen

De geestelijke verzorging zou zich wat dit betreft staande moeten houden tussen an- dere disciplines, zoals artsen en verpleeg- kundigen, die dit al veel langer doen en veel

Er is, in de derde plaats, niet uitsluitend gekeken naar de literatuur waarin een kwantitatieve benadering van het aantal regels centraal staat, maar er is ook aandacht geschonken

Hans Teegelbeckers heeft als directeur van VOS/ABB, een vereniging voor openbare en algemeen toegankelijke scholen, ideeën genoeg, maar het onderwijs heeft geld te weinig.. JUF

Als de school de leerling niet de extra ondersteuning kan bieden die hij nodig heeft, is het verplicht om in overleg met de ouders een passend aanbod op een andere school te

Leerlingen die gepest worden doen vaak andere dingen of hebben iets wat anders is dan de meeste van hun leeftijdgenoten: ze bespelen een ander instrument, doen een andere sport,