• No results found

Het onderzoek in de Duinenabdij te Koksijde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het onderzoek in de Duinenabdij te Koksijde"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HET ONDERZOEK IN DE DUINENABDIJ TE KOKSIJDE

Onder impuls van de beheerraad van de Duinenabdij en met wetenschappe-lijke begeleiding van de Nationale Dienst voor Opgravingen werden van 9 augustus tot 15 december 1982 de opgravingen op het domein van de Duinen-abdij hervat. Dit gebeurde ter gelegenheid van drainagewerken, waar op de plaats van de geplande moerbuis een 120 m lange controlesleuf werd uitgezet, die liep van het bovenschip van de kerk tot tegen de refter van de lekebroeders (fig. 53).

Omtrent de vroegste geschiedenis van de Duinenabdij blijven nog heelwat vragen onbeantwoord. Zo is de ligging van de eerste in 1128 door abt Fulco gestichte abdij nog steeds niet bekend en bovendien blijft ook het bestaan van een dorpsnederzetting ouder dan de abdijstichting nog niet bewezen. Voor dit laatste kon het onderzoek wel enige duidelijkheid brengen, daar de nederzetting traditio-neel gesitueerd wordt ten zuiden van het grafveld dat zich gedeeltelijk onder, gedeeltelijk ten noorden van de abdijkerk uitstrekt.

Boven het autochtoon duinzand sneden we een lichtbruine bodem aan, die geleidelijk naar het noorden toe afhelde. Deze bodem, mogelijk van een duinpanne bevatte materiaal uit de (laat) 12de-eerste helft 13de eeuw. De sporen hierin bleven beperkt tot een paalgat, twee parallelle greppels en een vergane plankenvloer (?), die echter door latere bouwwerken volledig uit verband was gerukt (fig. 54, a). Op heelwat plaatsen was de bodem omwoeld en dit hield verband met de voorberei-dingen voor de bouw van de bakstenen abdij, waarbij het terrein geëgaliseerd en een weinig opgehoogd werd.

De funderingen van de abdijkerk ( 1214-1262) bleken op de onderzochte plaats volledig uitgebroken (fig. 54, c en d). Belangrijke delen van de oorspronke-lijke bakstenen bevloering en van de onderbouw van de afsluiting van het monni-kenkoor bleven gespaard (fig. 54, b ). In de zuidelijke zijbeuk naast dit koor troffen we drie graven van monniken aan. Twee bijzettingen waren van het antropomorfe type, de derde lag in een kist opgebaard. In de kloostertuin rustte, direkt op het duinzand, een harde zwarte afvallaag, die naar boven toe geleidelijk in de puinlaag van de abdij overliep en materiaal uit de tweede helft van de 16de eeuw bevatte. Deze laag mag in verband gebracht worden met de diverse troepenmachten, die vanaf 1578 in de reeds vervallen abdij gekazerneerd waren. De stratigrafische gegevens - het niveau van de laag en het ontbreken van oudere lagen - duiden erop dat het pand in diezelfde periode ongeveer een halve meter uitgediept werd. Wellicht beoogde men hiermee een betere drainage van het abdijterrein te bekomen. Voor het eerst werd ook een duidelijk beeld verkregen van de opbouw-techniek van de waterput in de zuidoosthoek van het pand. De cilindrische natuurstenen putwand werd opgetrokken vanop palen ingeheid in een 12 m brede werkkuil met licht afhellende bodem (fig. 54, e). In de vulling stak materiaal uit de tweede helft van de 13de eeuw. Zijn huidig uitzicht kreeg de waterput pas in de 15de of mèer waarschijnlijk nog in de 16de eeuw. Hierbij werd de bovenhelft in baksteen heropgebouwd en gevat in een vierzijdig blok op een sterk uitspringende onderbouw (fig. 54, f en g). Het onderzochte oppervlak van de zuidelijke pandgang, de keuken en het vertrek van de keldermeester bleek op enkele

(2)

steek-I

I

I

' I I

\

'

I

I

102 HET ONDERZOEK IN DE DUINENABDIJ TE KOKSIJDE

,--- ---~-~--' ~--_, --~ I

I

'

I

1

'

I

I

I

+

,---'

\

I

\

• • •

.

--~

\

____

, / I

.

/

/

I __

\

Fig. 53. Grondplan van de Duinenabdij Koksijde (toestand 1982) met ligging van de controle-sleuf.

proeven na onaangeroerd. In de keuken, gebouwd onder abt L. Van Kernmei ( 1253-1259) kwam vanonder de baksteenvloer, aangelegd in de tweede helft van de 16de eeuw, een verschillende malen bijgewerkte lemen vloer aan het licht. Hierin stak nog een voorraadpot in situ.

l... '

I

I

-/

(3)

HET ONDERZOEK IN DE DUINENABDIJ TE KOKSIJDE 103

Fig. 54. A. Abdijkerk : de plankenvloer in doorsnede (a); fundering van de afsluiting van het monnikenkoor (b); uitbraak van de kettingmuur van de middenbeuk (c); uitbraak van de zuidelijke zijbeukmuur (d).

B. Waterput : werkkuil van de 13de-eeuwse waterput (e); funderingskuil van de herbouw (I); nieuwe fundering van de putwand (g).

(4)

104 HET ONDERZOEK IN DE DUINENABDU TE KOKSUDE

In de kloostergang sneden we onder de ophogingslagen, een naar het pand aflopende laag keukenafval aan. De laag dekte de funderingssleuf van de keuken af, maar liep onder de fundering van de zuidelijke pandmuur door. Dit gegeven bevestigt de geschreven bronnen, die vermelden dat de zuidelijke pandgang pas in het begin van de 14de eeuw aangelegd werd. Aan dit onderzoek kunnen we enkele nabeschouwingen knopen. Belangrijk is het voorkomen van een oudere occupatie-laag, die gezien het hierin voorkomend materiaal niet schijnt terug te gaan tot de periode vóór de abdijstichting (1128). Dit laatste sluit aan bij de eerste resultaten van een nieuwe studie van het grafveld. Ook hier blijkt het materiaal uit de grafkuilen niet ouder dan de 12de eeuw. Bovendien is op stratigrafische gronden nu reeds duidelijk dat dezelfde begraafplaats, zeker tot na de bouw van de abdijkerk in gebruik bleef. Een nieuw archeologisch-anthropologisch onderzoek dringt zich dus op.

Daarentegen leverde het onderzoek geen nieuwe gegevens omtrent de ligging van de oude abdij. Dit ligt in de lijn van de teksten die de oude abdij in de onmiddel-lijke omgeving van de nieuwe abdij situeren. Bij de opmeting van de ruïnes werden op enkele plaatsen natuurstenen funderingen ouder dan de 13de-eeuwse abdijge-bouwen opgemerkt. Zo zijn onder het gastengebouw (derde kwart 13de eeuw), een 60 m ten westen van de abdijkerk gelegen, sporen van een 40 m lang gebouw opgetekend. Deze resten zijn echter te onvolledig en nog onvoldoende onderzocht om verdere conclusies toe te laten.

Tenslotte bleek de impakt van de vorige "opgravingen" minder groot dan verwacht. Heel wat plaatsen komen nog voor verder onderzoek in aanmerking.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 3 van de embryowet van 11 mei 2003 stelt dat onderzoek op embryo’s in vitro is toegelaten indien aan al de voorwaarden van deze wet voldaan wordt en meer bepaald

Hierbij is niet alleen gekeken naar kosten die ouders mogelijk besparen als het kind jeugdhulp met verblijf ontvangt, maar is ook gekeken naar mogelijke extra inkomsten die ouders

To investigate whether fluctuations in enzymatic activities were reflected at the level of mRNA, we measured expression levels for GBA, and genes encoding CathD (CTSD), GCase ’s

Keywords: monoamine oxidase B; MPTP; 1-methyl-3-phenyl-3-pyrroline; 1-methyl-3-phenyl- 3-pyrrole; neurotoxicity; dopamine; striata; reversible inhibitors; competitive inhibition;

Dit houdt ook is, dat wanneer door verhoging van de gipsdosering een verhoging van het calciumgehalte in de knol bereikt moet worden er extreem grote hoeveelheden gips dienen te

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Om te bepalen of de werkelijke situatie overeenkomt met de registratie zijn de antwoorden van de geïnterviewde bewoners (of door de observaties van de interviewer in het geval

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor