• No results found

Invloed van Ethrel spuiten en foggen op de roodkleuring van herfstpaprika's tegen het eind van de teelt en de consequentie hiervan op de smaak en de bewaring

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed van Ethrel spuiten en foggen op de roodkleuring van herfstpaprika's tegen het eind van de teelt en de consequentie hiervan op de smaak en de bewaring"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

<k> iotheek îfstation aldwijk /V 1 K Z2-BS8LI0THEEK

PROEFSTATION VOO1!' TUINBOUW

ONDER glas te naaldwijk

cf wvrivl9

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS

Invloed van Ethrel spuiten en foggen op de roodkleuring van

herfstpaprika's tegen het eind van de teelt en de consequentie hiervan op de smaak en de bewaring

W. v. Ravestijn

April 1990 Intern verslagnr. 19

(2)

INHOUD Pagina 1. INLEIDING 1 2. PROEFOPZET 1 3. RESULTATEN 2 3.1. Opbrengst 2

3.2. Percentage rode, bonte en groene vruchten 2

3.3. Percentage rode, bonte en groene vruchten berekend over het

aantal geoogste vruchten 3

3.4. Smaak 3

3.5. Stevigheid 3

3.6. Houdbaarheid 4

4. SAMENVATTING 5

5. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE RESULTATEN OVER 1985, 1988 EN

1989 (2 PROEVEN) 6

(3)

1

-Project : 245

Plaats : 211, afdeling 6 en 8

Tijd : Oktober 1989

Uitvoering: Riny Engelaan; Piet Nadorp Proefnemer: Wil van Ravestijn; Jan Janse INLEIDING

In deze proef is voor de tweede maal (zie intern verslag nr. 1 van 1990) het effect van Ethrel 'foggen' onderzocht t.o.v. Ethrel spuiten en onbehandeld ten aanzien van de roodkleuring van de vruchten.

Tevens is in deze proef onderzocht de invloed van de mate van rijpheid op het moment van spuiten op de roodkleuring en de consequentie voor de maak en houdbaarheid bij aldus 'rijp' geworden vruchten.

2. PROEFOPZET

De planten zijn uitsluitend voor deze proef gebruikt en hadden dus alle eenzelfde voorgeschiedenis. Aangezien het 'swingfoggen' een ruim­ te-behandeling betreft, is dit in enkelvoud uitgevoerd, omdat voor de proef slechts twee afdelingen beschikbaar waren. De spuitbehandeling en de controle zijn in drievoud uitgevoerd in een daarnaast gelegen ruimte (zie bijlage 1, de plattegrond).

Tevens zijn vier rijpingsklassen aangehouden op het moment van spui­ ten. Deze zijn 'gemaakt' door uit de veldjes de ongewenste kleurstadia te verwijderen. Er is als volgt 'gedund':

A. Geen vruchten verwijderen (geeft groene vruchten en alle stadia van bont).

B. Bonte vruchten. Alle groene vruchten verwijderen. De bonte vruchten zijn 5 tot 95% rood op het moment van de proefinzet.

C. Weinig bonte vruchten. Hierbij zijn alle groene vruchten verwijderd en alle vruchten, die meer dan 50% rood zijn. Op het moment van het inzetten van de proef dus 5 tot 50% rood.

D. Bonte vruchten, tamelijk rood. Hierbij zijn alle groene vruchten verwijderd en alle weinig rode vruchten. Op het moment van het inzetten van de proef dus voor 50 tot 95% rood.

De vier rijpingsstadia worden achtereenvolgens genoemd groen en bont (-a), bont, alle stadia (=b), bont, weinig rood (=c) en bont, tamelijk rood (-d).

De Ethrel behandelingen zijn 11 oktober 1989 uitgevoerd, één dag na de laatste pluk van uitsluitend rode vruchten.

De Ethrel is toegediend in een concentratie, welke in de praktijk gebruikelijk is, te weten 1,25 1 Ethrel per ha (600 gram per ha). Dit geldt zowel voor het foggen als spuiten. Voor de ruimtebehandeling van afdeling 6 komt dit overeen met 25 ml Ethrel. Voor het spuiten is per veldje van 8 planten 1,2 1 spuitvloeistof gebruikt, waarbij per liter 0.5.ml Ethrel (-240 mg/1 a.st) en 0,5 ml Agral is gebruikt.

Gespoten is van 9.00 tot 12.00 uur. Op het moment van spuiten was het licht bewolkt tot zonnig weer. In de namiddag is 'gefogd'.

Vergeleken zijn over de vier rijpingsklassen (a t/m d) drie behande­ lingen:

1. Controle-geen ingrepen (afdeling 8). 2. Ethrel spuiten (afdeling 8).

3. Ethrel foggen (afdeling 6).

De veldgrootte bij 'foggen'was 12 planten, bij spuiten en onbehandeld 8 planten. Het foggen is in enkelvoud uitgevoerd, het spuiten en

(4)

onbe 2 onbe

-handeld in drievoud. De rijpingsstadia zijn bij foggen in viervoud uitgevoerd.

3. RESULTATEN

3.1. Opbrengst

Na het inzetten van de proef is 1 x geoogst (24 oktober). Dit is 13 dagen na het 'Ethrellen'. Aangezien de veldjes gedund zijn om de gewenste rijpingsklassen te verkrijgen en dit 'dunsel' niet is geteld en gewogen, is de opbrengst in aantal en gewicht niet relevant. Wel van belang is het percentage rode, bonte en groene vruchten berekend over het aantal en het gewicht plus de smaak en de houdbaarheid.

3.2. Percentage rode, bonte en groene vruchten (bijlage 2)

De volledige gegevens zijn in bijlage 2 opgenomen.

Tabel 1 geeft de gewichtspercentages rode, bonte en groene vruchten. Tabel 1. Gewichtspercentages rode, bonte en groene vruchten op 24

oktober 1989.

A - niet gedund B - bont C - D - Gem. A t/m D

weinig tamelijk

rood rood

Gew. % Gew. % Gew. % Gew. % Gew. %

rood bont groen rood bont rood bont rood bont rood bont groen

1. Onbeh. 2. E. spuiten 3. E. foggen 63.1 26.0 11.0 82.1 12.9 5.1 77.4 8.9 13.7 96.6 3.4 83.1 98.3 1.7 98.7 97.0 3.0 97.1 17.0 96.6 3.3 1.1 100 3.0 99.7 0.3 79.7 15.0 4.6 91.9 6.0 2.1 89.7 5.0 5.3

Bij het eind van de proef zijn van nature (onbehandeld) ca. 80% van de vruchten rood, bij de beide Ethrelbehandelingen ca. 90%. Het verschil tussen spuiten en foggen is gering. Bovendien betreft het hier twee verschillende ruimten, zodat kleine verschillen in temperatuur al verschillen kunnen geven. Beide Ethrel toepassingen (dus foggen en spuiten) geven duidelijk minder (ongewenste) bonte vruchten dan onbe­ handeld. Dus in deze proef heeft Ethrel niet alleen 10% meer rode maar ook 10% minder bonte vruchten gegeven dan onbehandeld.

Zonder verwijderen van de groene vruchten op het moment van Ethrel toedienen (klasse A) is het effect van Ethrel het grootst (15 à 20% meer rood dan onbehandeld). Dit houdt in, dat door Ethrel toepassing hoofdzakelijk de 'winst' zit in het rood worden van volgroeide groene vruchten. De meeste bonte vruchten worden in de laatste fase 'vanzelf' rood (zie klasse B en D) en alleen enkele weinig gekleurde vruchten ondervinden door Ethrel ook een stimulans om sneller rood te worden (klasse C).

(5)

3

-3.3. Percentage rode, bonte en groene vruchten berekend over het aantal

geoogste vruchten

Deze percentages verschillen ca. 2% met de gewichtspercentages. De tendensen stemmen dus overeen (berekening over gewicht en aantal). Zie verder bijlage 2.

3.4. Smaak (bijlage 3)

Alleen van rode vruchten is de smaak door J. Janse beoordeeld. Deze rode vruchten waren alle afkomstig van rijpingsklasse D (- > 50% rood op 1 oktober).

Zelfs bij deze bijna rode vruchten op het moment van Ethrel toedienen, wordt smaakbederf door Ethrel vastgesteld. Aangezien deze vruchten, ook zonder Ethrel, van nature zouden zijn roodgekleurd, moet dit smaakbederf aan de Ethrel zelf (pH?) worden toegeschreven.

Een verschil tussen Ethrel spuiten of foggen kon niet worden vastge­ steld.

3.5. Stevigheid (bijlage 4)

De stevigheid op 24 oktober is bij de beide Ethrel behandelingen over alle rijpingskleuren (A t/m D) bepaald door J. Janse.

In tabel 2 zijn deze cijfers samengevat.

Tabel 2. Invloed van Ethrel spuiten of foggen (op 11/10) op de stevigheid (score 1 t/m 9) op 24 oktober.

Kleurklasse A B C D

Behandeling groen + bont < 50% > 50% gem.

bont rood rood

Onbehandeld 8.63 8.53 8.77 8.47 8.60

Ethrel spuiten 8.23 8.37 8.20 8.47 8.32

Ethrel foggen 8.63 8.50 8.55 8.25 8.48

Gem. 8.51 8.47 8.51 8.38 8.47

De stevigheid lijkt door de Ethrel behandelingen iets minder te worden (met Ethrel 8.32 en 8.48, zonder Ethrel 8.60). Het verschil tussen spuiten en foggen kon niet worden getoetst aangezien het hier ver­ schillende ruimten betrof, het foggen in enkelvoud is uitgevoerd en bij foggen grotere veldjes zijn geoogst, zodat de keuze aan vruchten groter was dan bij onbehandeld en spuiten.

De invloed van de rijpingsklassen was gering. Alleen de meest rijpe vruchten (> 50%) zijn minder stevig dan de overige rijpingsgraden. Dit ligt voor de hand en duidt op enig verlies van vocht bij de meer rijpe vruchten.

(6)

4

-3.6. Houdbaarheid (zie bijlage 5)

De houdbaarheid is uitgedrukt in aantal dagen na de oogst bij constante gestandaardiseerde omstandigheden. Tabel 3 geeft een samenvatting van de houdbaarheid.

Tabel 3. Houdbaarheid in dagen bij 20°C en 90% e.v.h. Inzetdatum op 24 oktober 1989.

Kleurklasse A B C D

Behandeling groen + bont < 50% > 50% gem.

bont rood rood

Onbehandeld 13.0 12.6 14.5 13.3 13.4

Ethrel spuiten 11.0 12.5 10.6 11.7 11.5

Ethrel foggen 13.6 12.6 12.6 13.0 12.9

Gem. 12.6 12.6 12.6 12.7 12.6

De houdbaarheid neemt t.o.v. onbehandeld door Ethrel gemiddeld met ca. 12 à 13% af (klasse A t/m D gemiddeld). Het verschil tussen spuiten en foggen kon niet wiskundig worden getoetst, omdat het hier een proef in enkelvoud betreft ten aanzien van foggen (zie ook punt 3.5).

Het beste houdbaar in deze proef waren de onbehandelde vruchten, welke

weinig rood waren 13 dagen voor. .de oogst (klasse C). Niet tot uiting

komt in deze cijfers een mogelijke sterkere nadelige invloed van Ethrel bij reeds tamelijk rode vruchten (klasse D) op het moment van toedienen (vergelijk klasse C en D).

In deze proef bleek bij het eind van de bewaring diverse vruchten ingezonken plekjes te vertonen. Anatomisch onderzoek (W. Verkerke) gaf geen verschil in het weefsel te zien tussen deze ingezonken plekjes en gave vruchtwand gedeelten. Het percentage vruchten met deze ingezonken plekjes is bepaald. Deze gegevens zijn in bijlage 6 opgenomen en tabel 4 geeft een samenvatting hiervan.

Tabel 4. Percentage vruchten (stuks) met ingezonken plekken per rijpingsklasse.

Rijpingsklasse A B C D

Behandeling groen + bont < 50% > 50% gem.

bont rood rood

Onbehandeld 12.6 0 0 0 3.2

Ethrel spuiten 36.8 41.7 22.9 42.1 35.9

Ethrel foggen 34.4 33.1 20.5 40.0 32.0

Gem. 28.6 25.7 15.0 28.7 24.5

Het optreden van deze ingezonken plekjes komt hoofdzakelijk voor na Ethrel gebruik. De mate van dit optreden neemt toe bij de rijpere stadia. Het verschil tussen spuiten en foggen is van ondergeschikt

(7)

belang. Het optreden van deze vlekjes is, hoewel niet eerder zo duide­ lijk waargenomen, mogelijk een 'overrijpheid syndroom'.

SAMENVATTING

In deze proef is de invloed van Ethrel spuiten en foggen (gelijke hoeveelheden per oppervlakte eenheid) vergeleken t.o.v. onbehandelde planten. Deze vergelijking is gedaan bij vier rijpingsklassen, te weten A - bont + groen (praktijkwerkwijze); B - alleen bont; C - wei­ nig rood < 50% rood; D - tamelijk rood > 50% rood.

De belangrijkste resultaten zijn:

1. Het verschil tussen spuiten en foggen is niet groot.

2. Ethrel (spuiten en foggen) geeft 15 à 20% meer rode vruchten t.o.v. onbehandeld als op praktijkwij ze wordt toegepast (= bont + groen). 3. Ethrel (spuiten en foggen) geeft minder smakelijke vruchten, zelfs

bij het toepassen op tamelijk rode vruchten.

4. Ethrel (spuiten en foggen) is enigszins nadelig voor de stevigheid op het moment van oogsten (ca. 13 dagen na het toepassen).

5. Ethrel (spuiten en foggen) vermindert de houdbaarheid met ca. 5 à 15%.

6. Ingezonken plekjes op de vruchtwand treden na de bewaring

hoofdzakelijk op na Ethrel (spuiten en foggen) gebruik (factor 10 t.o.v. onbehandeld!).

7. In de periode tussen Ethrel toedienen en oogst (ca. 13 dagen) zijn vrijwel alle onbehandelde bonte vruchten van nature rood en rijp geworden.

8. Ethrel (spuiten en foggen) geeft roodkleuring van groene volgroeide vruchten en van weinig rood gekleurde vruchten op het moment van toepassen.

(8)

Bijlage 1.

CII] 40 CII 39 DU 38 BII 37

j

AIII 36

m

a

Bill 34 All 33

All 32 BII 31 CII 39

/

GZ

1 1 1 3

Dil 28 AIII 27 DIU 26 Bill 25

Bill 24 DU 23 BII 22 M S l-H l-H r-H Q CN All 20 CHI 19 l-H l-H l-H CO i-H Z. T 1 1 3

>

"Ö TD O O • • O O c U U 0) U) è? o® cn O d CO 0 LA LA i-H i-H O V /\ rA œ fH rA en -t-> 4-> -4-J 4J •f-t c -s C C C CD •h o O O O CL •r-} CLCJ CO CÛ m •H • • • • or < CQ CJ Q C 0 -P C CO •-H CN CL + fH c CO CO Q_ 4J \ <—1 II •H rH zj e •-H CL E i-H CO LA "D X • LA CN D -P O • • O CN 0 O <-H > •H "-H 1 0 Z 0 •-H CD rA +J <-H (h CD -U • -C U "O C O U l-H -U CU i-H •H O CO CO l-H LJ < (D u CL > <4- CT • • • 0 •O "O -C H-1 (H O i-H <4- CD hh 0 |H 0 < CO hh Q_ CL

(9)

OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE RESULTATEN OVER 1985, 1988 EN 1989 (2 PROEVEN)

Behandelingen (hoeveelheden in a.st.)

Controles Spuiten (onbeh. (240 -water) 960 mg/1 Smeren Foggen 12 - 24 (600 mg/1 mg/ha)

Gewichts% rode vruchten:

1985 61-67 81-90 75-77

1988 54 56-72 73

1989 sept/okt 63-67 63-70 - 80-83

1989 okt 63 82 - 77

Stevigheid bij de oogst (schaal 1-9):

1985 8.4-8.7 8.4-8.6 8.4

1988 7.8-8.2 7.8-7.9 7.8

1989-sept/okt 8.2 8.2 - 8.5

1989 okt 8.6 8.2 - 8.6

Houdbaarheid (in aantal dagen, 1985 uitgezonderd): 1985 (% rotte vruchten) 63-70 40-55 53 1988 12.4-13.3 9.8-11.6 11.4 1989 sept/okt 11.6 9.1 - 9.2 1989 okt 13.0 11.0 - 13.6 Smaak: 1988 (schaal 1-5) 3.31 2.60 2.52 1989 (score aangenaamheid) 60 36 - 30

Ethrel geeft versnelling van de roodkleuring van de vruchten. De

invloed op de stevigheid van de vruchten direct na de oogst is gering. Ethrel geeft gedurende de bewaring niet meer rotte vruchten. De

houdbaarheid neemt door Ethrel met 15 à 20% af. Ingezonken plekken op de vruchtwand treden vrijwel uitsluitend op bij de combinatie Ethrel toepassen en bewaren.

Bij alle smaaktesten krijgen de met Ethrel behandelde vruchten een lagere waardering dan de onbespoten vruchten.

(10)

Bijlage 2, biz. 1

Rood Bont Groen Totaal

Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht

Niet spuiten: A Niet gedund 20 26 3898 15 1798 9 1062 50 6758 32 41 5620 18 1888 4 530 63 8038 33 30 3790 16 1790 5 730 51 6310 Tot . 97 13308 49 5476 18 2322 163 21106 % 59.15 63.05 29.88 25.95 10.98 11.00 B Bont 22 27 3900 1 116 28 4016 31 32 4970 32 4970 37 30 3878 3 336 33 4214 Tot. . 89 12748 4 452 93 13200 % 95.70 96.58 4.30 3.42 C < 50% rood 17 13 1706 13 1706 30 25 3564 13 1359 38 4923 39 16 2006 1 126 17 2132 Tot. . 54 7276 14 1485 68 8761 % 79.41 83.05 20.59 16.95 D > 50% rood 23 18 2778 18 2778 28 16 2260 16 2260 38 18 2318 3 254 21 2572 Tot. 52 7356 3 254 55 7610 % 94.55 96.66 5.45 3.34 Totaal 292 40688 70 7667 18 2322 380 51057 % 76.84 79.69 18.42 15.02 4.74 4.55

(11)

Bijlage 2, biz. 2

Rood Bont Groen Totaal

Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht

III snuiten: A Niet gedund 18 35 4778 9 1168 3 166 47 6112 27 63 7255 4 330 6 588 73 8173 36 40 5084 9 1186 3 306 52 6576 Tot. 138 17117 22 2684 12 1060 172 20861 % 80.23 82.05 12.79 12.89 6.98 5.08 B Bont 24 32 4518 32 4518 25 34 4794 2 224 36 5018 34 23 3470 23 3470 Tot. 89 12782 2 224 91 13006 % 97.80 98.28 2.20 1.72 C < 50% rood 19 12 1752 12 1752 29 34 4238 34 4238 40 12 1232 1 78 13 1310 Tot. 58 7222 1 78 59 7300 % 98.3 98.93 1.69 1.07 D > 50% rood 21 14 2010 14 2010 26 14 1740 14 1740 35 34 4984 34 4984 Tot. 62 8734 62 8734 % 100 100 Totaal 347 45855 25 2986 12 1060 384 49901 % 90.36 91.89 6.51 5.98 3.13 2.12

(12)

Bijlage 2, biz. 3

Rood Bont Groen Totaal

Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht Aantal Gewicht

Foggen niet gedund

3 31 4378 4 514 14 1434 49 6326 6 50 6860 2 224 18 2006 70 9090 11 47 5966 6 584 9 992 62 7542 13 66 8535 13 1640 1 112 80 10287 Tot. 194 25739 25 2962 42 4544 261 33245 74.33 77.42 9.58 8.91 16.09 13.67 B - alleen bont 2 57 7390 7 720 64 8110 8 48 7060 48 7060 9 32 4522 2 84 34 4606 16 60 7015 60 7015 Tot . 197 25987 9 804 206 26791 95.63 97.00 4.37 3P0 C = < 50% rood 1 34 4208 34 4208 5 17 2052 17 2052 10 31 3738 2 194 33 3932 12 36 4410 3 244 39 4654 Tot. . 118 14408 5 438 123 14846 95.93 97.05 4.07 2.95 D - > 50% rood 4 11 1542 11 1542 7 15 2620 15 2620 14 15 2374 1 33 16 2407 15 28 4150 28 4150 Tot. . 69 10686 1 33 70 10719 98.57 99.69 1.43 0.31 Tot 578 76820 40 4237 42 4544 660 85601 % 87.58 89.74 6.06 4.95 6.36 5.31

(13)

Bijlage 3

Ethrel paprika herfstteelt 1989

Ethrelbehandeling 13 dagen voor oogst.

Voor smaakproef alleen paprika's van behandeling >50% doorgekleurd.

Stevigheid bij inzet Houdbaarheid % Ingezonken plekjes (na 1 week) Aangenaamhe id (totaalscore) Controle Spuiten Foggen* J J ) P < o - o i (8.5) 13 4 1 0 02 11.5 ' (12.9) 30 < 0.001 32 60 36 ) P < 0.001 30

* Foggen in andere afdeling dan andere 2 behandelingen, ook grotere

velden > meer paprika's. In bewaarproef van deze afdeling

'mooiere' vruchten, wat waarschijnlijk de houdbaarheid positief heeft beïnvloed.

Ethrelgebruik leidt tot een betrouwbaar mindere stevigheid bij de oogst resulterend in een kortere houdbaarheid, veel meer ingezonken plekjes en een slechtere smaak!

Stadium van toepassing % Vruchten met ingezonken plekjes

(e threlbehandeling)

Niets verwijderen 36

Alleen op bonte vruchten 37

Alleen bont < 50% 22

Alleen bont > 50% 41

Plekjes mede kwestie van overrijpheid?

(14)

Bijlage 4 8 T-i •42 N L r-o <-( N. G_ s -£ CM IL s S S K> Tf K L rv O K > rO Q T**i " 0 C CL Qi r-i Qj L S L r • LH 33 ül « r in r-'"i Ül K» i> C X t rO fs C -4 t—! î—! f^. r'.s ! N* Ki s •iH H3 •Ti _r E z*- K <0 -0 ; <1 <} m E E CM Q s S Q Cm •r « » « t ce « « s a s 3 X Oj 03 33 K< 0 f-} ^ '•} T—i S Q j Z jr\ p.--. S >0 T ÜJ r-i 3 s Cr* fv. r * ÎC LL cr c-4 rH r— * X m

.

. e , •H ül ro î\ in M S Q {•••*! S rv s * H H-{ c s S S in N N. 7-4 •»—» k.. Q tO 1—, C' Ca« •j ^ Iii cc j c -0 N 5" k Q f-'".1 Q N CM un m ui re T-i i> r-.j CC • ü * « t r <3- K cd ^ rO N CO 03 «e t m • , 3 53 S i 0 G S 1-H Cm ÙT UT s c CD s K--j z T-i T—i 2 ^ ^3 Ö S 'r— K» r'*! N. K S à !—< -r—i Lü co r-4 Z K» O Q l'î r-i s K* <i CC rs q in r*; tn K'; ii"3 LH î-% S :-T- CM h CD • Ld « ÇM s 1 « n? t—« S p * 1 p cO N* « '-'X5 CO £3 Li Û: X * -n ! i s C 3 * li i GL? * i. h * ai * z C-i (- s Lü h"- to h-*; K( li"5 '-t- X • r Oj * t-! r-4 Z N > K} Ki Cm 4- {•••*! -0 Q S u * H- r't 9 ^ r~i -Ü CM -r-i Li nj T-H UT <0 C r sk- 1—i « ÙJ c CC « 1 « "D Lü j Q 0- CO r m * ZJ co ' tO i— Oj >33 33 »r cr t-. S s ' •r-i Cl Z 4- X Q.I « t s -L Ü"! CO Q r~c H C S Q Q r: fij r rj L > r >7; M 0 CU Ll' S M IIL S CU s S s L. C • f"4 c _J S T-4 _i ^ Z n Q. I-« . _ G Jj -0 LJ <1 q m (—! ill Oj '«L! L. 0 hs 0 4- rn Ül 'X ' LL L L L I,; in !—! • i—! 21 i—i • )— OJ r— r-^ 0.1 r •r-i !> L »—» Z> CO z 2 f—i C 'S' ! ! •Â} LL LM Lü 0 0 LU Tj •j y*. !— • ^ Qj s— i_j Ij L ;• 1—4 .—• n p ÎU ïT: 4- •rr H A3 K-"i « 0 K' LL' Z! Z "Ö C SS Q « i-M '•li SS

£

_J CL z -J ! LÜ LU C :• sr 0! to CD *o i— Ü' LÜ 0.' H-• LÜ Cj H- i'.'3 -Tj £ Gi Z _J Jj ÛL L W_ 1 * i£ 1—i S 4-' t •~ % fT\ jj LU 1—» {jj r-i * Ti n X r—j X r -j LJ CO 0! -n L, * • •—( i_ »X i"> 'CL • s—! Ti * -, r" ?— t—! !— Z LL LL 1 S * L r* X jp. —: * L Hj LU G CD * H a Oj p

* i7, 'sj \— J-H !— Iii * •7; i_ O * ;Tj il» • T

* > <•«> * CC UI 'X * CD * L U"1

(15)

Bijlage 5 . tn R- LH L " O- C'-I CL S O-li. S s S . N Ó< Y--'-, L CO S S 1 • s s > =T s •*-» * * * * . N K< o co o +• C'4 K' CL C Q_ di -TH 2i L £ i_ s sT» Ch N • 1 • m i> Ki s >0 C S 10 fi © Kt K> r'i CO ~ •H fO <0 E t m m Q K> N CT* £ £ £ T""! S C'-4 r-.j • « S 1 -r-i LE: K' •«-» C-4 T-* h*t ?n 1—4 t—! CG S S J Z * S T-i tn LU w l'-4 -r*-l * "r" Cl u a t a * X n & T-t -i-H . C-J •H

«

te fi S fi K> K; N |--"i N *

m •> r-! 10 N"i !> Q N • ' ii~l il~ tn

. i> t-H r-.i •. •» !> «. ""I n ; c » « m

U1 « : % t CC C-J <fr S C-J C K S 111 co CG N ^ a r-i •r-i T-i !C '•••t rH S r-i S s ai m 10 £ Lij CC Z Ki -0 t—» -0 i— Q K» K*"; *••. ! Q IL1 ft* ^ • LO Z •>0 LO O 0 « Q c Q « t Ï CD c-j \Y N S M c-j M <_! TH X T*"i T*S *!—i TS 3 in IL T-"2 f—( CC S C"J r-i Q tv S c Si i. a * . Z N C'-i b- CO Iii Q K« n t» tn <3- -r- X af * LU *3* *-< z to _j S s in K< r™~- "rH <> LO Li * H- * Q % Q « * \ • rH 1 w <t !J3 C C * >—S T-H A iN K> Ki "a Ui 3 -0 U"5 \n r

flS *

?

1-4 H t—i •r-i i—H cc cr • B , Q

r-i Q_ Z y- X SJ S S Q 4-rrj C U"î 0) Q rj 0 f-lii 3 C T Q Qi :u *0 r.i ai K rn « • « k__ 4- •.-< s r-j ^j K: i <1 z a n a G G -M CD H--0 « g LU « r .' Q £C t C-J i—l Cl ai L Oi L L L L. m •r^ Z 0 ni C-4 rH H T-i *-% r-i g >—i P t—I Z z HH in > va LL U%Î 2i _J O u tj iT "G

r-i X i—i x p »ti

•Ti Lu n •r. n < rn r,' LU Z Z "G

C CI r**, t n3 • s i i Q. Z } i LU LU C

•^r •sl. a> f-J CD K-*l m I— QJ c LU ai H-". LU O i— tTî TT: t*-.

'M Z ^J *~I 4-' ce L, Cu Lu »—» rn -L' c

* <n M !JJ t LU "G 7~i * T1 X n X i 3 O ? M 0!

* • yJf i_ LU Lu •s-S rrj •£> •r-» i— w j— Z Cl ü. t—! t t

* üi J_ X V L rn Lu i IL r~i CO * _Q r": f ; !xi

'XI G i— f—! >— ai * L U Y 'Xi p; #

(16)

Bijlage 6

,

T—• 03 L S M s S «t s « s II s 5

.

h*"i >0 -0 i. CÓ <1 0-« • t « > 3- K> S * * * * ai u L nj » UI Q ^ --G in * • 1 1 . CO <j O £ li"3 w S ^ ^ ri H r-"; s S O- -O O <3" Uî ' " ' ' ; s N N ^0 H K1 un 1-1 u~ cO S Ch C'4 ^ S N •«—' r ' h' 0 A N â ce CC <N X S 111 Q n 2 S Ü~Ü S h-S s T_1 Ki S *3" » « V-4 S S f-s 5 O K C-4 m HT s * * a c CU -r-i L £ 3 i C ;•: •rt m c C Kl 0 H s T J 2 î) N ri LU -—i 3 -. . Lt Ci. CT 02 CC "T fi a 0) L f n Z r--; Z O cc N H Z Q r *5 LL h-i »V a. m 4L Q fi S !— 8 K< N K« N<" G (—! 8 UJ « TH Q « iz s LL n ' = f'-j Ki -O CD i> C'*4 G Lil Q S T-î »n ^"j L m- r-'-i K' 0 Ki LC -r-i M h G.! 1—c Q.! s O X u iV -C —« '• i Q LQ ai ji; * z O C'*4 1— r-v LU >0 K» K< =T si. X -r-i * LU s -«-i z » f K 8 8 K< i—t ij j N * j— ln G Lfl a C'-i -0 •r-i _i 5 SI k * i—t K« ÙJ O'-j L£ •r-» K K-*; T3 LU 3 # 8 CT ac ; H tr er ^ xi- K< rf; LL •r ^r X îli •+-' m CO Q t-j h- C Ti p LJ Lu 3 L; r «n y! 0 Ü) LU r\j C'-4 ÜJ sj CD s L r e -1 •H j * Z n a cl 0 Jj u5 <-» h*- Q CG Gi pi ai L 'U !X _Q »Tî r') 8 f r; K' à t t Ti • 8 Qj i U. Z I 'T QJ K' 0 f-O <Ti n; £ LU ai !—• Lu CLi j z . i -L' sX L ' ' .Y T- ("M u LU i—i LU "D r-; i; Tj "G X f--. X * .-J L »V ij_ X • t-? rTj * •r-i r~ !—f h-*• D "T" !-^ X ni jj * L_ m Lii a: UJ * ï r; t— f—! ?— tli Pi * •y L. T- > en ÜJ CC '— * > CD ÜJ 0 r r, jw'_ T T * 0!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De aanvragen voor metingen zijn afkomstig van de regionale directies van het Toezicht op het Welzijn op het Werk, van de eigen afdeling, van andere overheidsdiensten of van de

Algemene verdoving bij kinderen Je mag aanwezig zijn wanneer je kind verdoofd wordt.. Kleine kinderen worden verdoofd

The prime objective of the Legislative Council was to safeguard and cham- pion the interests of the people who had emigrated from abroad to settle in Kenya. Those who

Een kleine groep patiënten komt in aanmerking voor een chirurgische behandeling (je arts bespreekt dit met jou op de raadpleging).. Dit is aanvullend op de conservatieve

[r]

ventilator type DVA 4/64 C overeenkomt met dat van een normale ventilator, die aangedreven wordt door een 4,5 pk

De te beantwoorden kennisvraag draait om het habitatverlies dat voor vijf zeevogelsoorten (duikers, te weten Roodkeel- en Parelduikers (samen genomen), Jan-van-Gent, Grote

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in