• No results found

Inductie van zijstengels bij komkommerplanten in de winter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inductie van zijstengels bij komkommerplanten in de winter"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

cV? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A J R iz

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Inductie van zij stengels bij komkommerplanten in de winter

W. van Ravestijn

Maart 1991. Intern verslag nr 13

(2)

INHOUDSOPGAVE Pagina

1. Inleiding 2. Proefopzet 3. Resultaten

3.1 Hoofdscheutlengte

3.2 Lengte van de zijscheuten ^

3.3 Gewichten aan zijscheuten 4

3.4 Totaalgewicht aan zijscheuten 5

3.5 Gewicht aan zij scheuten 6

3.6 Opbrengst 4. Discussie 6 5. Samenvatting en conclusie Bijlagen 8 9 t/m 31

(3)

1

-Inductie van zij stengels bij komkommerplanten in de winter. Project: 245.

Tijd: December 1989 - mei 1990. Plaats: kas 111, afdeling 4+9.

Proefnêemsters: R. Engelaan en W. van Ravestijn Auteur: W. van Ravestijn.

1. INLEIDING

Bij de teelt van komkommers wordt twee à driemaal per jaar geplant. De kosten aan plantmaterjaal kunnen bij driemaal planten tot ongeveer f 6,-- à f 7,-- per m oplopen. Dit is bijna 10% van de totale kosten. Vooral het plantmateriaal voor de stookteelt is duur. Door in de win­ terperiode minder planten te gebruken, gecombineerd met meer stengels per plant en wijder planten, zou een forse besparing kunnen worden ge­ realiseerd. Echter, bij een dergelijke teeltwijze mogen de kosten aan arbeid en een eventuele oogstverlating niet te sterk toenemen. Boven--dien mogen de kwaliteit en de produktie niet onderdoen voor een één-stengelsysteem.

In de winter van 1989-1990 is langs chemische weg en door toppen ge­ probeerd planten met meer stengels te verkrijgen.

2. PROEFOPZET

De proef had een oriënterend karakter. Daarom is gekozen voor een groot aantal ingrepen ten kosten van de betrouwbaarheid (tweevoud). Per veldje zijn acht planten gebruikt.

De volgende factoren zijn vergeleken.

1. Toppen (mechanisch doorbreken van de apicale dominantie).[B 2. Groeiregulatoren.B

2a. Remmen van de groei van de apex, om aldus de apicale dominantie te verminderen of te doorbreken.

2b. Direct de uitgroei van zij scheuten te bevorderen. De volgende behandelingen zijn vergeleken.

1. Controle, geen ingrepen.

2. Toppen van de planten twee weken na het zaaien. 3. Toppen van de planten vier weken na het zaaien. 4. Toppen van de planten zes weken na het zaaien.

5. Controle, spuiten met 0,5 ml/1 Agral + 12 ml/1 dimethylformamid (-oplosmiddel BA).

6. Ethrel 0,25 ml/1 (- 120 mg/1 ethephon) +0,5 ml/1 Agral. Groeipunt spuiten vier weken na het zaaien.

7. Als 6, maar 0,5 ml/1 Ethrel (- 240 mg/1 ethephon). 8. Als 6, maar 1,0 mg/1 Ethrel (- 480 mg/1 ethephon). 9. CCC 0,5 ml/1 (- 200 mg/1 a.st.) + 0,5 ml/1 Agral.

(4)

10. Als 9, maar 1,0 ml/1 CCC (+ 400 mg/1 a.st.). 11. Als 9, maar 2,0 ml/1 CCC (+ 800 mg/1 a.st.). 12. N6-benzyladenine (BA) 2 mg/1 +0,5 ml/1 Agral.

GroeipunC spuiten vier weken na het zaaien. 13. Als 12, 20 mg/1 BA + 0,5 mg/1 Agral.

14. Als 12, 200 mg/1 BA + 0,5 mg/1 Agral.

15. Alden 1 ml/1 (50 mg/1). Geen Agral! Groeipunt spuiten vier weken na het zaaien.

16. Als 15, maar 2 ml/1 Alden (100 mg/1 a.st.). 17. Als 15, maar 3 ml/1 Alden (150 mg/1 a.st.).

18. Als blad 8 volledig volgroeid is, dit blad spuiten met 50 mg/1 GA_ +0,5 ml/1 Agral.

19. Als 18, maar 100 g/1 GA». 20. Als 18, maar 200 mg/1 GA^.

Factor 1 : behandeling 2+3+4. Factor 2a. : behandeling 5 tot en met 17.

Factor 2b. : behandeling 18+19+20. Bij deze behandelingen kans op mannelijke bloei.

Gezaaid is 4 december 1989 cv Ventura. Geplant is 18 december. Vrij snel na het planten (28 december) is ernstige bladverbranding opgetre­ den door DVP, vooral aan de duurzijde van afdeling 4.

De plattegrond is in bijlage 1 opgenomen.

Gestopt is op 20 december (2 weken oude planten), 3 januari (4 weken oude planten) en 17 januari (6 weken oude planten). Zie ook bijlage 2. Op 3 januari zijn de groeitopjes bespoten van de planten van behande­ ling 6 tot en met 17. Voor de verbruikte hoeveelheden zie bijlage 2. Op 24 januari is GA^ gespoten (behandeling 18 - 19 - 20) in de bladok­ sels van blad nr. 8 - 9 of 10, afhankelijk van de plantontwikkeling. Het bespoten bladoksel lag circa 3 bladeren onder het groeipunt (zie bijlage 2). Overige bijlagen: Bij lage 3 : Bij lage 4 Bij lage 4a : Bij lage 5 Bij lage 5a ; Bij lage 6

;

Bijlage 6a ; Bijlage 7 Bij lage 8 !

Lengte van de hoofdscheuten, gemeten op 23 januari. Lengte van de zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 gemeten op 23 januari.

Grafieken afgeleid van bijlage 4.

Gewichten aan zij scheuten gevormd in bladoksel 1 tot en met 6 bepaald op 29 januari.

Grafieken, afgeleid van bijlage 5.

Gewichten aan zij scheuten bepaald op 14 februari. Grafieken, afgeleid van bijlage 6.

Gemiddelde eerste oogstdatum per behandeling. Opbrengstgegevens van behandeling 1 (controle), be­ handeling 3 en 4 (toppen van 4 en 6 weken oude plan­ ten) en behandeling 5 (oplosmiddel van BA, was dime-thylformamid).

(5)

3

-3. RESULTATEN

3.1. Hoofdscheutlengte op 23 januari en 8 februari (bijlage 3)

Bij toppen (behandeling 2, 3 en 4) zijn niet de hoofdscheuten (verwij­ derd!) maar de langste zijscheuten gemeten. Deze, nieuwe hoofdscheuten zijn korter dan bij de controle, op 23 januari gemiddeld 25% korter en op 8 februari gemiddeld 20% korter.

Het vroeg toppen (twee weekse planten) geeft relatief de langste plan­ ten op beide meetdata (10 tot 3,5% korter op respectievelijk 23 janua­ ri en 8 februari ten opzichte van onbehandeld). De "hoofdscheut" van de planten, welke vier weken na het zaaien waren getopt, waren op bei­ de meetdata het kortst (bijna 37 en 32% korter ten opzichte van onbe­ handeld op respectievelijk 23 januari en 8 februari). Bij behandeling 4 (toppen van 6 weken oude planten) waren de nieuwe "hoofdscheuten" respectievelijk 23 en 26% korter dan bij onbehandeld bij de twee eer­ dergenoemde meetdata. De strekking van de "hoofdscehuten" tussen 23 januari en 8 februari is bij vroeg toppen (twee weekse planten) niet benadeeld ten opzichte van onbehandeld, mogelijk zelfs enigszins ge­ stimuleerd (bijna 6%). Bij de overige topbehandelingen was de lèngte-toename van de "nieuwe hoofdscheuten" wel minder dan bij niet-toppen ' en wel circa 25% voor de vier weekse en circa 32% voor de zes weekse planten.

Dimethvlformamid (behandeling 5), het oplosmiddel van BA heeft geen nadelige invloed op de strekking van de hoofdstengel gegeven ten op­ zichte van onbehandeld. Bij de eerste meting (23 januari) waren deze planten gemiddeld 6,5% langer dan bij onbehandeld, bij de tweede me-t[Bing circa 2% langer. Dit houdt in, dat in de periode tussen beide metingen de strekking iets minder was dan bij de controleplanten (st[Brekkingsreductie circa 3,5%).

De lage Ethrel concentratie heeft de groei van de hoofdscheuten niet beïnvloed. Dit komt tot uiting in beide metingen en ook in de lengte-groei tussen beide metingen.

De middelste en hoge Ethrel-concentraties geven minder lange planten, respectievelijk circa 23 en 19% korter bij de eerste (23 januari) en circa 14 en 12% korter bij de tweede (8 februari) meting ten opzichte van onbehandeld.

De lengtegroei tussen beide metingen was vrijwel gelijk aan die van de onbespoten planten (2 en 4% minder).

CCC heeft bij alle toegepaste concentraties de lengte van de planten nauwelijks beïnvloed. Wellicht geeft de laagste concentratie enige stimulatie van de strekking (6%) en de hoogste concentratie enige rem­ ming van de strekking (6% op 23 januari ten opzichte van onbehandeld) maar in de periode tussen beide metingen was het verschil bij de beide hogere concentraties nhil ten opzichte van onbehandeld.

Benzvladenine heeft gemiddeld iets langere planten gegeven vooral de hoge concentratie. Hogelijk houdt dit verband met het oplosmiddel van BA (zie discussie).

Alden heeft zeer sterke groeiremming gegeven. Bij de laagste concen­ tratie waren de planten ten opzichte van onbehandeld respectievelijk 50 en 35% korter voor de eerste en tweede meting (23 februari en 8 fe­ bruari) , bij de beide hogere concentraties respectievelijk 65 en 55%.

(6)

De strekking in de periode van 23 januari tot 8 februari was van de lage tot de hoge concentratie respectievelijk 17, 42 en 49% ten op­ zichte van onbehandeld.

GA^ is op 24 januari toegepast. De meting van 23 januari vond dus plaats:vóór de behandelingen met GA^. Gemiddeld waren deze planten op 23 januari circa 2% korter dan bij onbehandeld.

Op 8 februari waren de hoofdscheuten na GA- toediening gemiddeld 4,5% langer. De strekking in de periode van toediening tot meting lag circa 7% hoger dan bij onbehandeld.

3.2. Lengte van de zijscheuten in bladoksel 1 tot en met 6 (bijlage 4 en grafieken van bijlage 4a.)

Gemiddeld hebben de ingrepen iets meer strekking van de zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 3 (zie grafieken) gegeven. Het oplosmiddel van BA (dimethylformamid) heeft hoofdzakelijk de zij scheuten in de bladok­ sels van blad 3 doen strekken.

Het vroeg (twee weekse plant) toppen (grafiek 4a.2) heeft geen invloed op de lengte van de zij scheuten gehad. Het toppen van vier weekse planten geeft gemiddeld langere scheuten in bladoksel 2 (22 cm ten opzicBhte van 2 cm bij onbehandeld) en 3 (21 cm ten opzichte van 6,6 cm bij onbehandeld) en het toppen van oude (6 weekse) planten, geeft Blangere scheuten in bladoksel 3 tot en met 6 ten opzichte van onbehandeld, gemiddeld circa 2 x (zijscheut in bladoksel 3 en 4), 2,5 x (zij scheut bladoksel 5) en bij a 3,5 x (zij scheut bladoksel 6) zolang als van onbehandeld.

Ethrel (grafiek 4a.3) heeft vooral in bladoksel 3 langere zij scheuten gegeven. Vooral de laagste concentratie heeft stimulerend gewerkt op de zij scheutlengte.

Het toepassen van CCC (grafiek 4a.4) heeft de lengte van de zij scheu­ ten (2 tot en met 6) niet beïnvloed. Er is geen concentratie-invloed. BA (grafiek 4a.5) geeft bij de beide hogere concentraties wel korte zij scheutjes in bladoksel 1. Dit is in tegenstelling tot onbehandeld, waarbij geen zijscheutjes zijn gevormd in bladoksel 1.

Bij de hoogste BA-concentratie zijn de zij scheuten in bladoksel 3 (ge­ middeld 11 cm, onbehandeld 6,6 cm) en 4 (9 cm, onbehandeld 5 cm) lang­ er en bij de laagste concentratie zijn de zij scheuten in bladoksel 3 tot en met 5 (respectievelijk 8, 7 en 7,5 cm) langer dan bij onbehan­ deld (6,6, 5 en 3,6 cm voor respectievelijk zij scheut in bladoksel 3, 4 en 5). Globaal genomen is het effect bij de hoge BA-concentratie sterker, maar over minder zij scheuten verdeeld dan bij de lage concen­ tratie. Zie ook discussie.

Alden is in alle gevallen in te hoge concentraties toegepast. De geme­ ten verschillen bij de GA^-vakken zijn door het toeval bepaald. Op 23 januari waren deze planten nog niet behandeld. Het verschil ten

opzichte van onbehandeld is dan ook klein.

3.3. Gewichten aan zijscheuten in bladoksel 1 tot en met 6 (bijlage 5, gra­ fiek 5a)

De behandelingen hebben gemiddeld de gewichten van de zij scheuten in bladoksel 2 en 3 (50 tot 30%) verhoogd ten opzichte van onbehandeld. Dimethylformamid (behandeling 5 - oplosmiddel BA) heeft duidelijk het gemiddeld gewicht aan zij scheuten in bladoksel 3 verhoogd (80% meer

(7)

5

-dan bij onbehandeld). Zie grafiek 5a.1.

Laat toppen geeft vooral meer gewicht aan zij scheuten in bladoksel 3 tot en met 6, waarbij meestal de zij scheut in bladoksel 2 als

"hoofdscheut" is beschouwd. Vroeg toppen is van weinig invloed op de gewichten van de zij scheuten en het toppen van vier weekse planten geeft ten opzichte van onbehandeld, vooral meer zij scheutgewicht in bladoksel 1 en 2 (zie grafiek 5a.2).

Ethrel B(grafiek 5a.3) geeft vooral meer zij scheutgewicht in bladoksel 3. Globaal genomen lijkt de laagste concentratie het meeste gewicht aan zij scheuten te geven.

CCC (grafiek 5a.4) heeft het gewicht -aan zijscheuten weinig beïnvloed ten opzichte van onbehandeld.

BA (graf[Biek 5a.5) geeft meer gewicht aan zijscheuten dan

onbehandeld, bij de lage en middelste concentratie hoofdzakelijk in bladoksel 3, de hoogste concentratie in meerdere bladoksels, vooral in bladoksel 3 en 4 en in mindere mate ook in bladoksel 2.

Alden (grafiek 5a.6) geeft vooral onderaan de plant zwaardere zij-scheuten (zie bladoksel 2 en 1). Zie ook discussie.

GAj (grafiek 5a.7) tenslotte heeft de gewichten van de zijscheuten nauwelijks beïnvloed.

3.4. Totaalgewicht aan zijscheuten in bladoksel 1 tot en met 6 (bepaald op-29 januari)

Gemiddeld hebben de ingrepen het totaal versgewicht aan zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 met circa 20% verhoogd ten opzichte van onbe­ handeld.

Dimethvlformamid heeft het totaalgewicht aan zij scheuten in dit gebied met ruim 50% doen toenemen.

Toppen geeft ongeveer een gelijk gewicht aan zij scheuten (- 7%) ten opzichte van onbehandeld als dit vroeg (bij twee weekse planten) wordt uitgevoerd en een duidelijke reductie aan zij scheutgewicht als dit bij vier weekse planten wordt toegepast (- 35% ten opzichte van onbehan­ deld) . Het laat toppen is duidelijk het meest effectief om het gewicht aan zij scheuten te bevorderen (ruim 2 x zoveel gewicht aan zij scheuten ten opzichte van onbehandeld).

De lage Ethrel concentratie geeft 60% meer zij scheutgewicht ten op­ zichte van onbehandeld, de middelste concentratie geeft een vrijwel gelijk gewicht aan zij scheuten als onbehandeld en de hoge concentratie geeft 28% meer gewicht aan zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 CCC. de middelste en lage concentratie, hebben het gewicht aan zij-scheuten verhoogd met respectievelijk 14 en 9% ten opzichte van onbe­ handeld. De lage concentratie was niet van invloed op het zij scheu­ tengewicht.

BA heeft globaal genomen het gewicht aan zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 met ruim 33% verhoogd, bij de lage concentratie was het effect iets groter (bijna 38%) dan bij de hogere concentraties (+ 31% ten opzichte van onbehandeld).

Alden heeft het totale gewicht aan zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 nauwBelijks beïnvloed bij de lage concentratie. Bij de hoge con­ centratie is het gewicht aan zij scheuten in bladoksel 1 tot en met 6 23% lager dan bij onbehandeld en bij de hoge concentratie ruim 78% ho­ ger dan bij onbehandeld. Zie verder discussie. Het toepassen van GA^ heeft alleen bij de laagste concentratie bijna 28% meer gewicht aan

(8)

zij scheuten in oksel 1 tot en met 6 gegeven ten opzichte van onbehan­ deld. De beide hogere concentraties leken van weinig invloed op de ge­ wichten aan scheuten te zijn en gaven gemiddeld iets lagere waarden (2 en 5% lager ten opzichte van onbehandeld).

*

3.5. Gewicht aan zijscheuten in bladoksel 7 tot en met 11 op 14 februari (bijlage 6 en grafiek 6a)

Over het algemeen was het gewicht aan zij scheuten in bladoksel 8 op 14 februari het hoogst. De behandelingen hebben globaal genomen minder gewicht aan zij scheuten gegeven dan onbehandeld. Zie grafiek 6a.1. Dimethvlformamid (behandeling 5) heeft -in bladoksel 7 tot en met 10 duidelijk hogere gewichten aan zij scheuten gegeven dan bij onbehandeld (tussen + 31 en + 39% ten opzichte van onbehandeld).

Toppen heeft minder gewicht aan zij scheuten gegeven (bladoksel 7 tot en met 8), vooral het toppen van vier weekse planten (grafiek 6a.2). De lage Ethrel-concentratie heeft het gewicht aan zij scheuten in bla­ doksel 7 tot en met 11 ten opzichte van onbehandeld, nauwelijks beïn­ vloed. De hogere Ethrel-concentraties gaven duidelijk lagere gewichten aan zij scheuten in deze (7 tot en met 11) bladoksels ten opzichte van onbehandeld (één uitzondering daargelaten). Zie grafiek 6a.3.

CCC (grafiek 6a.4) gaf lagere gewichten voor de gevormde zij scheuten \ bij de laagste concentratie en de invloed van de hogere concentraties ten opzichte van onbehandeld, was niet groot.

Na het toepassen van B& was het tegengestelde het geval. De invloed van de twee lagere concentraties was ten opzichte van onbehandeld niet groot, maar de hoogste concentratie gaf duidelijk meer gewicht aan zij scheuten in vooral bladoksel 8 tot en met 11 (respectievelijk 2 x, 2 x, 11 x en 5 x zoveel gewicht aan zij scheuten ten opzichte van onbe­ handeld). Zie grafiek 6a.5.

Alden. de laagste concentratie uitgesloten, gaf minder gewicht aan zij scheuten, waarbij de gevonden waarden bij de middelste concentratie lager waren dan bij de hoogste concentratie (zie grafiek 6a.6).

GA^ heeft ten opzichte van onbehandeld minder gewicht aan zij scheuten gegeven in bladoksel 8 (vooral de lage en hoogste concentratie), meer in bladoksel 9 (middelste en hoge concentratie) en bladoksel 10 (hoge en laagste concentratie). Het grafische beeld van de gewichten van de zijscheuten[B vertoonde overeenkomst bij de hoge en lage concentratie (zie grafiek B6a.7), de middelste concentratie week af bij scheuten in

bladoksel 8. 3.6. Opbrengst

De opbrengst is alleen bepaald bij de controle planten (behandeling 1), bij de getopte planten van behandeling 3 (4 weekse) en behandeling 4 (6 weekse planten) en van de planten behandeld met dimethylformamid (behandeling 5 - oplosmiddel BA). Bij onbehandeld en bij behandeling 5 zijn alleen hoofdscheuten aangehouden, bij het toppen (behandeling 3 et} 4) is per plant één zij scheut aangehouden. Het aantal scheuten per m was gelijk bij alle vergeleken behandelingen.

Toppen geeft verlating. Worden vier weekse planten getopt, dan blijft de achterstand in produktie tot het eind van de waarnemingen bestaan (op 10 mei respectievelijk 20 en 14% minder ten opzichte van onbehan­ deld voor aantal en gewicht). Het gemiddeld vruchtgewicht was hoger

(9)

7

-dan bij onbehandeld (op 10 mei circa 8%).

Het toppen van zes weekse planten geeft ten opzichte van onbehandeld verlating, welke na ongeveer vier weken is genivelleerd. De totale produktie op 10 mei ligt hoger dan bij onbehandeld (+ 30% voor aantal en + 33% voor het gewicht). Ook geeft deze behandeling (toppen van zes weekse planten) een hoger gemiddeld vruchtgewicht dan onbehandeld (circa 3%, aanvankelijk 9%).

Dimethylformamid heeft vervroeging ten opzichte van onbehandeld gege­ ven (op 15 maart 17.6% meer vruchten en 23% meer gewicht ten opzichte van onbehandeld) en aanvankelijk ook zwaardere vruchten (15 maart 5% hoger gemiddeld vruchtgewicht ten opzichte van onbehandeld). De totaal opbrengst is met ongeveer 17% verhoogd .ten opzichte van onbehandeld (zowel aantal als gewicht). Het gemiddeld vruchtgewicht was op 10 mei

gelijk voor deze planten (behandeling 5) en voor onbehandeld. De eer­ ste oogstdatum (bijlage 7) viel later bij het toppen van "oude" (zes weekse) planten en na het toepassen van Alden (alle 3 concentraties).

4. DISCUSSIE

Het toppen van twee weken oude planten is onbruikbaar. Deze planten bezitten te weinig bladeren met okselknoppen om twee goede zij scheuten te geven. Het toppen van vier weekse planten geeft wel twee zij scheu­ ten, die kunnen worden aangehouden, maar de produktie van deze planten is lager dan van ongetopte planten, ten gevolge van het kleinere bla­ doppervlak. Het toppen van zes weekse planten geeft verlating van de produktie, welke na circa vier weken oogsten is genivelleerd. De tota­ le produktie wordt zeker niet benadeeld. De consequentie ten aanzien van de kosten is niet nagegaan.

Het toppen van zes weekse planten geeft meedere zware zij scheuten. Wellicht biedt dit perspectief tot het aanhouden van meer dan twee scheuten per plant.

Bij toppen zijn de gevormde scheuten ongelijk. Wellicht kan dit opge­ heven worden door bij het toppen niet uitsluitend het uiterste topje maar grotere plantdelen weg te nemen. Het assimilatie-potentieel wordt dan wel gereduceerd. Dit gaat ten koste van de groei en moet mogelijk gecompenseerd worden door vroeger te zaaien. Beide ingrepen (sterker toppen en vroeger zaaien) kosten geld.

Het oplosmiddel van BA geeft de indruk de groei te stimuleren. Een ge­ deelte van het effect van BA, vooral de hoge concentratie BA, moet aan dit oplosmiddel (dimethylformamid) worden toegeschreven, aangezien de concentratie van dimethylformamid bij de controle behandeling 5 en de hoge BA concentratie gelijk waren.

Van de gebruikte groeiregulatoren bieden alleen Ethrel en BA enig per­ spectief. Alden is in deze proef in te hoge concentraties toegepast, waardoor een sterke groeiremming is geïnduceerd. Toch gaf het middel veel zij scheutvorming. Wellicht bieden lagere concentraties mogelijk­ heden .

De wijze van toediening is ongebruikelijk maar aangepast aan het doel, remmen hoofdscheutgroei en stimuleren van de groei van de zij scheuten. Niet uitgesloten is, dat plantbespuitingen meer effect geven. De con­ centratie moeten dan sterk worden verlaagd, omdat de toegediende hoe­ veelheid actieve stof bij spuiten van de gehele plant veel groter is dan het spuiten van alleeen hoofdgroeipunten en okselknoppen.

(10)

5. SAMENVATTING EN CONCLUSIE

In deze proef is bij een teelt van komkommers in de winter oriënterend onderzocht of op eenvoudige wijze planten met twee stengels te induce­ ren zijn door toppen of met behulp van groeiregulatoren.

De belangrijkste uitkomsten zijn:

1. Toppen biedt het meeste perspectief. Toppen in geen geval vroeg (twee weken na het zaaien) uitvoeren. Zie verder suggesties voor vervolgonderzoek.

2. Van de gebruikte groeiregulatoren lijken Ethrel en BA mogelijkheden te bieden.

3. Het oplosmiddel van BA, dimethylformamid geeft groeistimulatie. 4. Alden is inB[B deze proef in te hoge concentraties toegepast. De­

sondanks gaven de met Alden behandelde planten veel zij scheutvorming.

Suggesties voor verder onderzoek:

1. Toppen van relatief oude planten (zes weken?). Nagaan de invloed . van "licht" (alleen het groeipuntje) en "zwaar" toppen (topje + één of meer bladeren). Mogelijk verkrijgt men aldus planten met onge­ veer even sterk groeiende zij scheuten.

2. Ethrel en BA, uitdiepen ten aanzien van concentratie en wijze van toediening.

3. Alden in veel lagere concentratie dan in deze proef toegepast, toe­ dienen.

Gezien de eenvoud van de werkwijze en gezien het milieu-aspect lijkt vooral verder onderzoek naar de invloed van toppen zinvol. Vooraf zal eerst moeten worden berekend wanneer financieel voordeel te behalen valt door toppen. Hierbij rekening houden met leeftijd van de te top­ pen planten, zwaarte van het toppen en het aantal aan te houden zij-scheuten.

(11)

o> * I I

-

13 * - ^ •O H . -Ö •* t* • a ' T«- 5 5 <r? ^ Ol ^ a ^ et Ct •3- *. rt *•• £ v, > » %-» 1 * w >

r

s s > :S 3

»

«• *

* ~ V S * ir q » •< A **• fi ^ - a

;

* **- ^J ~ *3 a- ^ - *1 •«* i m "H 2

±

^ <*> a «BC--f'H* MS • • • ? t>3

>•>*

H i

,1:

«s rif Hi in V v J M 0 v) vj VJ VI M . „ v ^ , n r H r ^ 3 $4 I *% h . I * A* > •< » > *• *>• KAj *nS ^

(12)

Bijlage 2, biz. 1

Controle monsters van 20 december 1989. Planten onder de zaadlobben afgesneden, gewogen en toppen gesimuleerd.

Contr. Plant "Ge- Vak 2 Vak 34 Aantal Aantal Aantal plant gew. topt" getopt getopt blad + tot. blad + tot. blad + tot. en g g g g bl.pri contr. bl.pri vak 2 bl.pri vak 34

1 1.744 0.105 0.121 0.131 1 + 8 9 1 + 8 9 1 + 7 8 2 1.997 0.111 0.087 0.888 1 + 9 10 1 + 7 8 1 + 8 9 3 1.495 0.093 0.155 0.097 1 + 8 9 1 + 8 9 1 + 9 10 4 1.922 0.094 0.104 0.099 1 + 9 10 1 + 9 10 1 + 8 9 5 1.604 0.083 0.142 0.137 1 + 8 9 1 + 9 10 1 + 8 9 6 1.419 0.064 0.054 0.105 1 + 9 10 1 + 8 9 1 + 9 10 7 1.745 0.116 0.061 0.062 1 + 8 9 1 + 8 9 1 + 8 9 8 1.762 0.083 0.050 0.096 1 + 8 9 1 + 8 9 1 + 8 9 Tot. 13.688 0.749 0.774 0.815 8 +67 75 8 + 65 73 8 +65 73 Gem. 1.711 0.0936 0.0968 0.1019 1, .0+8.38 9.375 1. .0+8.13 9.125 1. .0+8.13 9.125 % 5.47 ± 5 . 6 6 ± 5 . 9 6

Drooggewicht controle 0.8254 g % droge stof 6.03

Groeipunten controle 0.0719 g 9.60

Vak 1 0.0766 g '9.90

Vak 34 0.0828 g 10.16

Bij de planten in de proef blijft één loofblad per plant staan. Verwijderd is één jong blad + het groeipunt.

Minder verwijderen is niet mogelijk.

Verwijderd groeipunten op 3 januari 1990. Geen controleplanten meer.

Gew. topjes Vak 6 Vak 37 g g Aantal Blad + Tot. bl.pri. vak 6 Aantal Blad + Tot. bl.pri. vak 37

1 0.0630 0.0484 2 + 9 11 2 + 11 13 Aantal resterend blad 2 0.0645 0.0594 1 + 11 12 2 + 11 13 aan de plant Vak 6: 3 0.0700 0.0574 1 + 12 13 1 + 10 11 7 planten met 4 blad. 4 0.0863 0.0562 1 + 11 12 1 + 11 12 1 plant met 5 blad. 5 0.0586 0.0531 1 + 10 11 2 + 10 12 Vak 37: 8 planten met 6 0.0411 0.0546 2 + 10 12 1 + 11 12 4 blad.

7 0.0367 0.0529 1 + 9 10 2 + 9 11 Drooggewichten verloren 8 0.0401 0.0991 1 + 11 12 2 + 9 11 gegaan. In de stoof Tot. 0.4603 0.4811 10 + 83 93 13 + 82 95 (lab 41) alle mat weg­ Gem. 0.0575 0.0601 11. 625 11. 875 gewaaid (voortaan toch

1.25+10. 38 1.63+10. 25 lab. 33). Tot. gem. 0. 0588 11 .75

(13)

11

-Bijlage 2, biz. 2

Versgew. topjes Aantal Aantal

vak 7 vak 24 blad + Tot. Blad + Tot. (+ 23)

g g bl.prl. vak 7 bl.pri. vak 24

1 0.1880 0.1944 3 + 14 17 3 + 14 17 Drooggewicht: 2 0.1627 0.1442 3 + 14 17 2 + 15 17 vak 7 - 0.1781 g 3 0.1900 0.1806 3 + 13 16 3 + 15 18 vak 24 - 0.1896 g 4 0.2245 0.2225 3 + 12 15 4 + 13 17 Droge-stofgehalten: 5 0.2595 0.2100 3 + 13 16 3 + 14 17 Vak 7 - 10.36% 6 0.1961 0.1500 3 + 13 16 3 + 14 17 Vak 24 - 10.61% 7 0.2930 0.1660 4 + 14 18 3 + 12 15 Gemiddeld: 8 0.2051 0.2243 3 + 14 17 4 + 14 18 0.3677x100/3.5052 -9(23) 0.1632 3 + 14 17 10.490%

10(23) 0.1311 2 + 14 16 Resterend aantal bladeren

Tot. 1.7189 1.7863 2.5+107 132 30 +139 169 per plant :

Gem. 0.2149 0.1786 16.50 16.90 Vak 7: 7 pl. met 8 blad. 3.13+13. 38 3.0+13.9 1 pl. met 9 blad.

(14)

Bijlage 2, biz. 3 3 januari

BA 6-benzyl-aminopurine (N^-benzyladenine) Art. n. B-6750 en Sigma. BA opgelost via dimethylformamid 6 ml voor 100 mg BA.

Gespoten van 11.00 - 12.30 uur. Verbruikte hoeveelheden: Beh. 5 + 40 ml 6 - 45 ml 7 - 45 ml Beh. 8 9 10 35 ml 40 ml 50 ml Beh. 11 12 13 40 ml 40 ml 50 ml Beh. 14 15 16 17 60 ml 35 ml 40 ml 40 ml. Geen schade tot 7 januari.

8 januari. Spuitschade DVP vooral vak 10+13+16.

BA 200 mg/1 (beh. 14) bobbelend blad en gele bladranden bij het groeipunt (bei de afdelingen).

Alden 200 mg/1 groeiremming en donker blad.

11 lanuari. Beh. 4 - toppen 6 weken oude planten, vorming van 2 scheuten, soms gelijk, soms ongelijk.

Beh. 14 - BA 300 mg/1, duidelijk overdoseringsschade.

Alden - beh. 15, 16, 17. Zij scheutvorming, bij 16 en 17 oplopende groeiremming, bij beh. 17 overdosering.

15 januari, beh. 3 - toppen 4 weken oude planten, 2 zijscheuten gevormd in bla doksel 2 à 3 + 4.

Beh. 8 - Ethrel hoge conc., scheutvorming in bladoksel 2. B e h . 1 4 - B A h o g e c o n c . , z e e r g e r e m d e g r e i v a n b l a d 5 à 6 .

Beh. 15, 16, 17 - sterk oplopende groeiremming, zeer korte en don­ kere planten, wel enige scheutvorming.

24 januari. GA^ gespoten in uitsluitend de bladoksels van blad 8 of 9 of 10, afhankelijk van de ontwikkeling. Dit komt neer op circa 3 bladeren onder het groeipunt. Gespoten van 10.00 - 10.30 uur. Bewolkt weer, later zon.

Verbruikte hoeveelheden: Beh. 18 - 25 ml

19 - 25 ml 20 - 25 ml.

(15)

13

-Bijlage 2, biz. 4

26 januari. Bij behandeling 3 (toppen 4 weekse planten) — vak 6 en 37 de helft van de planten gerooid. Zijstengel in bladoksel 2 of 3 laten opbinden.

Plantgew. Lengte pl. Lengte scheuten Lengte scheuten Plant g g cm cm bladoksel (vak 6) bladoksel (vak 37)

no. vak 6 vak 37 6 37 1 2 3 1 2 3

1 62.6 51.9 73.0 62.0 2.0 24.0 24.5 6.5 26.0 12.0 2 65.4 58.3 64.5 61.0 3.0 28.5 39.0 2.0 27.5 16.5 3 63.5 62.2 71.5 75.0 5.0 35.5 - 7.5 40.0 7.0 4 68.8 59.1 56.0 60.5 2.5 39.0 31.0 6.5 33.0 13.0 Tot. 260.3 231.5 265.0 258.5 12.5 127.0 94.5 22.5 126.5 48.5 Gem. 65.08 57.88 66.25 64.63 3.13 31.75 31.5 5.63 31.63 12.13 Tot. gem. 61 .475 65.44 4.38 31.69 20.43 <-- gem. vak 6 + 37

Gewicht zij scheuten in g (vers) bladoksel

12 3

Vak 6 Vak 37 Vak 6 Vak 37 Vak 6 Vak 37

1 1.1 3.0 7.2 7.3 7.0 6.9 2 1.3 1.1 9.8 9.8 13.0 9.5 3 2.3 3.7 11.7 14.5 - 1.4 4 1.1 2.5 14.4 11.6 15.4 7.3 Tot. 5.8 10.3 43.1 45.2 35.4 25.1 Gem. 1.45 2.58 10.78 11.30 11.80 6.28 Tof. gem. 2. .01 11 .04 8. .64

Plantlengten gemeten vanaf de zaadlobben

6 februari. Bij behandeling 4 (toppen 6 weekse planten) - vak 7 en 24 de helft van de planten gerooid. Zij stengels in bladoksel 4, 6,8.

Plantgew. g Plantlengte Lengten van de zij scheuten in bladoksel no.

Pl. Vak Vak cm 4 6 7 8

no. 7 24 Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak

7 24 7 24 7 24 7 24 7 24 1

2

3 4 Tot. 137.7 164.6 188.0 157.2 125.3 171.9 157.5 162.2 585.1 679.3 115.0 122.0 109.0 124.0 470.0 141.0 132.0 136.0 131.0 540.0 [BA -9.5 9.5 54.0 54.0 Gem.146.28 169.83 117.5 135.0 Tot.gem. 158.05 126.25 55.0 53.5 - 43.0 58.5 25.0 - -57.5 64.0 - 45.0 55.5 58.5 . - 38.0 226.5 201.0 - 126.0 56.63 50.25 42.0 53.44

(16)

Bijlage 2, biz. 5 Vervolg gegevens van 6 februari beh a n d e l i n g 4 - v a k 7 + 2 4 .

Plant Versgewicht van de zij scheuten in bladoksel no.

no. 4 6 7 8

Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak Vak

7 24 7 24 7 24 7 24 1 29.9 26.8 17.7 2 - - - 25.5 32.3 6.7 - -3 • - - - 28.9 26.6 - 12.7 4 3.1 - - - 28.1 22.4 - 24.8 Tot. 3.1 - - 25.5 119.2 82.5 - 55.2 Gem. 3.1 - - 25.5 29.80 20.63 - 18.4 Tot. gem. 25 1.21

(17)

15 -Hoofdscheutlengte Bijlage 3 Beh. Omschr. no. cm meetdata 23.01 08.02 V e r ­ schil 08.02-23.01

Ver- % t.o.v. beh. 1 schil in % 23.01 08.02 1 onbeh. 93.81 169.8 75.99 100.- 100.- 100.-2 Topp.2wk 83.44* 163.9 80.46 105.88 88.95 96.53 3 4 wk. 58.84* 115.8 56.96 74.96 62.72 68.20 4 6 wk. 72.44* 124.3 51.86 68.25 77.22 73.20 Gem. 71.57 134.67 63.10 83.04 76.29 79.31 5 opl. 99.94 173.2 73.26 96.41 106.53 102.00 1+5 conc. 96.88 171.5 74.62 98.20 103.27 101.00 6 E laag 95.25 169.8 74.55 98.11 101.54 100.-7 E midden 71.81 146.3 74.49 98.03 76.55 86.16 8 E hoog 76.69 149.6 72.91 95.95 81.75 88.10 Gem. 81.25 155.2 73.95 97.32 86.61 91.40 9 CCC L 99.78 180.6 80.82 106.36 106.36 106.36 10 M 90.94 166.5 75.56 99.43 96.94 98.06 11 H 88.31 165.7 77.39 101.84 94.14 97.59 Gem. 93.01 170.9 77.89 102.50 99.15 100.65 12 BAL 99.06 178.6 79.54 104.67 105.60 105.18 13 M 94.13 173.4 79.27 104.32 100.34 102.12 14 H 97.38 174.4 77.02 101.36 103.81 102.71 Gem. 96.86 175.5 78.64 103.49 103.25 103.36 15 Àlden L 46.56 109.6 63.04 82.96 49.63 64.55 16 M 32.06 76.4 44.34 58.35 34.18 44.99 17 H 33.87 72.8 38.93 51.23 36.10 42.87 Gem. 37.50 86.3 48.80 64.22 39.97 50.82 18 GA. L 95.44 176.2 80.76 106.28 101.74 103.77 19 M 3 94.50 175.8 81.30 106.99 100.74 103.53 20 H 98.63 180.4 81.77 107.61 105.14 106.24 Gem. 96.19 177.5 81.31 107.00 102.54 104.53 23-01 10.6 cm 08-02 14.9 cm Tot. gem. 81.14 152.1 70.96 93.38 86.49 89.58 * "Nieuwe" hoofdscheut.

(18)

O m ON r- o ON in CM R* O P-» R-H m en O M CM es CM vO, vO 00 ON ^ H o co O O 1-1 rH rH m CM vO rH <f O> ON ON ON rH rH CO CM CM rH rH rH H H H 0> bO cd o o\ a\ id 1 m Csl a o c a) 4-1 <D a CD bO a) 4-1 bO c <u r—t 4-> 3 a) a 01 N VO a \ u a a <*> a v£> O a m y a <»• u a m o a CM Ü t-)XS • •<-l O O N Ol C l-l ' Xi a o O w O) O M C rH rH o r- o o O vO rH CM P-» 00 <J* vO m o n ON rH O rH O CO ON O o as 00 00 CO ^ rH CM CO ^ rH VO 00 ON ON r-H ON 00 co rH CM 00 p^ R** oo r* rH rH m CO CM CM CO CM CM CM rH rH rH rH M rH O CM ON ON 00 CM CM rH VO CO CO R** 1 M R>. 00 VO vO H ^ ^ ON 00 o m 00 ON o O rH 00 00 ON CO VO P^ CM o m CM ^ r* vO CO CO 00 O O CM O O rH rH rH CO 1-1 rH rH rH rH rH rH rH rH rH CM CM O VO ON m VO 00 ON rH O VO P-» 00 O rH vO O m CM VO VO N H CM m rH rH CM Csl r—1 CM p^ co CO CM CM H CM CM CM CM CM CM m O rH m P>» Ps» VO VO vf H CM CM 1 CO p-> o o CO rH CM CM P"* 00 O rH 00 CO O m O* m 00 ON rH rH VO ON p^ CM CM o VO rH vo CO rH CO ON O O 00 ON 00 00 1—1 rH CM rH rH rH rH rH rH in CM CO rH CM rH CO VO ON O ON o m CO ON CM ON CM VO CM P*. ON o CM ON rH CO CM CO ov m ^ co co CO CO CO CM CO CM rH p** o P^ ON m <t p*" ON m rH in m ON co o m P^ oo m «4* CM vo ON O m o m ON rH r% 00 ^ ON co ON vO 00 CO ON o CM ON ON <F rH O VO 00 CO CM ON 00 00 00 r-H rH rH rH rH rH rH rH rH 00 o oo en 4 CM O 00 00 00 00 CM m p*» oo p*» o vO tn VO CM 00 CM C0 rH vO CM ON CM vO <J* ON vO m m r-» vo VO co <t CO VO ^ ON ON CM M co CM rH O VO VO 1 O rH ON ON m CO rH ON CM 00 ON 00 CM VO o vO ON 00 CM rH vo ON VO CM ON CM rH o O rH ON O VO CO 00 "sf VO VO ON O O O r-i rH CO rH CM rH rH rH rH rH rH rH rH rH CO CO VO ON ON 00 rH ^ rH CM VO VO 00 00 vO O rH rH P""» r>. CO VO CM O rH CM P-* P"* vO P^ rH CO CO O 00 CM ON rH rH VO vo VO CM rH rH rH rH rH rH 00 ON CO VO CO vO ^ VO P"» O ON CO 1 CO 00 1 VO 00 vO vO ON m 1 vo 00 O rH ON O O P^ co CM m o ON o vO vo CO o 00 00 O ON CM VO o o o ^ o «n P^ VO VO rH rH rH rH CM rH CM rH CM CM rH 00 1-H r-. 00 CM 00 00 H ON CO ^ ^ m O 00 ^ m 00 CM CM O oo «d* m ON ON CM CM I—1 CO CM rH ON <f CO co co <t CO O rH rH rH CM O rH rH O r-* O O O O o O O O O O o CO 00 O CO O O o O O O O O O O o O CM O <f O O o o o O O O o o o O O rH O O o o o o o o" o o . CM

.

, s U a> 4J H-J rQ Q* rH e •J X 33 o G O Q* o o o H ^ VO O o w o s X S m a a rH CM CO <t a) M + vo rs oo a> ON O 1-1 0) bO rH O rH rH o

(19)

ON CM <J- O ON ^ lO fO H VO ON ^ m ^ m o ^ fO 00 <t ON O M H ^ oo vo oo r^ |S N on 00 ON O CO co vo co Cv) rl O H ON O CO co oo oo oo es m NH in H VO 00 ON 00 CM CM CM CM m ON H s <t m co rl OO PO rl i n n m ^ oo ON o ON m oo in m CO rl ON rl CM CM rl CM O CM J**- <f O os vo r** co CM CM in o M oo CM CM R**» r-l rH CO O N N C O co oo oo vo ON CM CM RH m VO CM 00 rH rH I"""» rH in R** CM CO CO CM CO 00 CM ON ON CM CO o vo m ^ CO CO O CM 00 O O VO 00 VO VO CO rH CM CM CM fO H 00 N r*» m vo CM CM CM CM o vO 00 ON VO ^ m <f o o ON 1/1 VO N o m <t CM rH r—I ON N m O i n H C M H 00 00 CM CO M CM ^ ^ VO O O co O N CM CM vO O vO 4 rH CO CM CM O CM O CM ^ in N CM RS m CM M ON rH rH O N CO ON ON r^. co vo <T CM ON M 00 O O CO o o m m CM r-H rH rH CO ^ VO CM ON CO 00 m sj m rH m co co ^ CM <t 00 rH rH VO ^ ^ ^ ^ 00 H CM ^ CO ^ ON VO rH 00 O CO CO rH CM CM CO ON CO 00 rH CO VO ON ^ O rl O CM in h» VO ON N N ON O vO VO VO O CM rl rl CM 00 VO 00 rl CM vo r*» ON vo m m m m r* rl CO ^ VO FO rl CM 00 00 CO CM CO VO ON m o m ^ IS* ON o oo ^ m co ON m co vo co oo o m ri vo m rl m o o o o ON o co O CM ON vo ON rl rH rH 00 ON rH ON C0 CO 00 00 m VO CO rl vO fO CM ^ ON ON o VO VO VO vO VO m vO 00 O oo <t CO vo ON CO rl rl CM N N m oo ON (s rH CM rH rl O VO N «n O CO ^ 00 O o m vo r** rH rH CM rH N ON H VO rH rH CM <t co m N O f O O <* ON o> RS ^ ON ro ON ^ M co o co in co ^ CM is 00 O 00 ON CM CM CM <f CO 00 ^ VO VO CM ON vO ON CO rl O r-l m O O co 00 O in rl 00 O CM CO rl O O O o O in ON rl O CM rH 00 O rl CM h» O O CM O O O O O o o o o o o o o o o o o vO co <c « X X c Q> -o < j as x CO C O h l S I a a> t>0 a CNI C<"l <t <U rl H H Ü m a vO (— 0) rlrl O oo a Os o « H N O 4J O H

(20)

* « • 1? 1 M *1 •i «< «

>

I •< v* 4 •*> •y » * ^ -* •< •» •»

(21)
(22)

O * 'H 3 jj li I

4

>

si 5< 3 1 1 <K • r * I «* « ^ '•M

\ ^

1* tr.

il

1 «v >5

(23)

1 O vo m ON CM CM O CM 1 1 CM O rH ^ CM vO O CM VO 1 O CO m m r- o O 00 ON 1 O ON VO rH CM m CM vO O CM CM dp 1 1 rH CM rH rH rH rH rH rH rH 1 1 S 1 O O O O I"** m oo O m m CO S 1 CM m co rH 00 CM -d* CM <f O U 1 <f VO ^ «n CM vo m CO vo 00 1 rH O r- <J- 00 rH <fr ^ rH 1 1 H rH CM rH rH rH rH rH rH »-H 1 1 CM ON ^ in 00 00 ON ON in 1 1 in CO rH vo 00 ON rH CO CM vo O rH O o> co r* rH CM CO 1 O 1n rH m co 00 ^ 00 00 O dP 1 1 H CO rH rH rH rH rH 1 1 un m O m 00 O CO O O O 1 m CT\ CM CM rH r^» SO O m ON ( rH m rH rH O rH VO ON ON rH VO bû 1 1 rH rH CM rH rH rH ( 1 CO O 00 rH 00 CM 00 1 1 ON CO 00 CO m CO vo rH O CM 1 O rH 00 00 CM 00 m vO CO 1 O m rH m O ^ CM CM m vo 00 dP 1 1 rH CM rH rH rH rH 1 1 m O m o 00 O 00 O \Tt O 00 1 r>» co r* <3- O CO R* CM 1 o rH CM CO CM O m VO rH co m bû 1 » CM rH m CM CO CM CM rH rH rH H 1 1 rH vO O rH VO ON rH CM m 4) M 1 1 CO Ps 00 CO VO 00 m O rH vi .* 1 O rH CM R*» CO rH O vo OV ON in O 1 O O CO |N O CM rH <r vo ON O •O dP 1 rH rH rH rH rH rH rH rH cd 1 1—4 t 1 « O O O O r* O tn O O O Vi t m ON 0> CM VO o r- 00 CM CM o « 1 • • • • • • • • • • O. 1 O O ON ^ rH co rH O CM 1 CO co m CO co co CM CO co o 1 o* 1 o\ 1 00 in rH ON ON CM CM *—< 1 t CO M VD CM VO co rH CO CM m <1^ 1 O CM R^- CM O O* in rH rH CM n 1 O O co o rH 00 <t 00 m 00 Ps. s dP 1 rH rH CM rH rH rH rH rH rH rH e 1 «0 1 •«-1 1 1 O O O O O m O O O CO 00 CM VO rH co o O CM in CM • • • • • « • « « • CM 1 r* 00 ^ VO CO 00 CO o r** oo m CO bû 1 co co rH r*s <t vo m in VO vo cu 1 0 1 1 rH <t O vo CM m vO O •o 1 * rH f^. ON CO rH in vo O O VO H 1 • • • • • • • • • 4 1 O 00 m r*. CM CO O ON CM ON 4 1 O m co m 00 m co ON rH ON VO eu dP 1 rH rH CM rH rH rH rH rH rH rH rH « 1 .O 1

.

1 O O O O r * * o m O O o c t vO CO ON ON CO <t ON O CM CO « 1 • • • • • • • • • • • 4J t CO ON ON OS CM ON VO m <t rH CM bû 1 rH rH CM rH CM rH rH CM rH CM CM « 1 A 1 U 1 M rH 1 m •«-> 1 1 O m m m m m cs O O m CM •ri •«->.£3 O CM ON O r-» O O O O CO rH N i-i O 0 1 • • • • • • • • • » • N co fi ' O O vO O in O O O O O O O 1 rH •o 1 M t

>

• • a

«

t u 1 X M X » CM

> >

S Ü t O CO 1 H vo w 4J 1 •fi 1 O 1 •H 1 « •

»

1 Ö rH a « a) 0 1 rH CM CO 0) m + vo 00 <u O PQ c 1 O m O

(24)

Q) pq S \ 4-» bO dp vo bO in bO CM CM <f bO dp co bû CM bO • n X • • w o o N W C )-( • J3 5 ° O ca JC • <0 O « C l/l O O M >t (O \0 H N O -J <f I—I CO CM CM MT) (VI I-L N O N C M co oi co CM co i—i -d- co m m o vj r~ vo CM m co vo m O co co Os oo m oo co oo CM r- vo m m in in vo co «4- l-t -J- CO <J- <t CM CM CM CM 00 CM CO O ffi r- ffi in H VO N Ov O Ol Ol o o o r» O r-l in 00 Ol H Ol Ov CM CO CM CM ri r-t VO Ol VO in ^ H vO iO N O O CO 1-1 CM O O O CO CO VO O r l < t in -d- m <t 0 M Ol ri 01 fO H 00 r-l CO VO C0 vo oo r- N o o o o oo m vo co N O Ol Ol m o m o CM o O i-l o o o o O O u a x a Ol O H 4) i-l rl O O O O f* ^ • O l r l 4 N Ol O CM m <t m in N Ol oo Ol r--- CM in r-i CM EI in R* VO i—I O o m o oo oo in oo co OO VO I-L CM 1-1 O CM CM m r* OI o vo 00 O VO CO CM 1-1 m in o co m oi o oo vo CM co CM CM c M O m m o R-~ o CM Ol H H Ol N CO O O O co co 00 O O vflOl sj O co CM m m co <f o O OO CM r--. O vo vo f-» vo ^ CO O O O CO m m m oo O m H m vo m m m eq vf CM Ol 00 H in <} o N Ol M O in m vo vo I—I CM t—I o o o r-CM i-l r-CM r-l N O CO O CM CO CM m o O CM O O VO CM O O CO i-l •< CO S S _ a CHCO 4 ® H H H Ü o m m o CM VO N CS N Ol PI O rl Ol O •} r-l CM r-l ^ N VO CM VO H CO N CO r-l VO CO VO CO CO m o O m co vo CM o co <f m i—l ! • in rl m vo o VO 00 CM CM vo CM CO vj-O in m o 00 Ol VO 00 co in vo oo PO MA Ol CM VO CM CO vo oi m o vo co in o o o CM rl 00 CO O CM co m CM rl rl rl Oi N en N r^. <t oi o oi oo m oo o o r-» oi O O O r-m o r~ o H H M N <f CM en eq CO CO 00 VO CM VO <J-o m <J-o m <Ƒ CM <T CM CM M co o o o co rl Ol vo m 4 co CO vû ^ o m co m o m co CM rl Ol ^ O vO 4 O CM rl m m o o o m rl Ol VO rl 00 rl sf rl O CM co r- vo vo 00 > H CM Ol rl CM rl CO Ol O rl i n o o i n rl VO 00 00 VO O rl CM o o o r- ' <f m oo m m co <t CM CM CM CM NN OO H NO Ol VO C0 VO O CO rl Ol O O O O O O N en oo vo «tf Ol O rl CO CM CO (O <f rl CO Ol 00 vo m oi 01 VO O 00 rl O O O o o o o CO CO O CM in O 00 rl <t CO <t ^ m CM 4 4 Oi Oi O O I OL CO OO O O O CO m vo oi co m CO rl PM rl O O O CO O O rl CO O O O O e <D •o < h 4 S S CO < o i-i s x vo m Ol CM m oo CO Ol O r-l 00 Ol CM VO rl VO in VO 00 •ST 00 CM 00 CM CM CO CO Ol Ol CM CM rl rl Ol O r-» vo m-o O CM rl O O O CO m -J-o m PO «H 00 CM O vo 4A rH 00 o> CM m VO N fl) a rl rl O 00 a oi o « rl CM O m O CM O O rl vo CM CM m o VO 00 CM a a> bO dp m 4-i O O co H rl

(25)

*

J

t

•I » H

V«.

N

i

3 » • o ? Î ft V > • • » « « > » « ft

(26)

*

i

t

£

I n r • V

?

(27)

ON CM 00 O m CO r» m CM m rH 00 ON 1 o rv 00 • • • vO ON CO co ^ ON m • • • H m h* CO • • « • • • • O m rH CO co CM rH m o co vO 00 ON O 00 m rH 00 rH rH rH vO m 00 ON ON 00 M o o O r*. m 00 O m m o m O O CM O o CM ON CO o 00 rH 00 00 O 00 • • • • • • • • • • • • • o vO CO ON <* ON rH m vO 00 rH o ON CO 00 00 r*. 00 m rH o 00 vo CM co ON m fYN CM rH co CM m CM rH CM CM CO CO CM » 1 o CO CM rH rH rH CO m ON CM ON CO 1 vo 00 00 *• VO 00 VO ON rH 00 o VO CO o O CM CM 00 rH CO VO CO 00 CM CM CM co VO O ON 00 00 CM CO VO 00 rH rH CO O rH rH r-H rH rH CM rH rH rH rH rH rH rH rH O O O O CO m 00 O m m CO m O O CM VO vO rH vO rH 00 <r rH vo r>- CM m wn <* 00 r-* CO O O co CM VO o vO CM 00 CM <f co CM 00 00 rH CO VO ON m vo 1—4 r—1 rH CM rH cO CM CM rH H rH rH rH rH rH vO O 00 <* fv ON m 00 <f rH CM vO 1 CM ON O o O O 00 tr> CM CO O r- CO o co 00 ON o CM VO rH 00 O CO m m CM »-H O CO o m VO ON 00 VO rH rH rH rH rH CM O O O O O r-» O O o o O O O o CO CM CM CO rH co VO CO ON vO CM rH ON vo 4T> • • • • • • • • • • • • • • • r* rH 00 co O 00 ON rH vO M CO CM CM ON co rH ON r* CM ON vo VO CM 00 vO 0\ Ov CM CM rH ON rH rH rH i—i rH CM rH rH m rH O 00 1 O CO O rH rH m 1 o O CM rH O O O o o rH O r>. rH 00 O o O co O tn o m r-H m o co rH CM rH rH rH rH O o O O O m O co O o VO o ON o CO CO vO o o m CO O ON O o CO o rH rH R^ o o CM rH o rH rH rH rH o\ CO ON rH VO rH rH 00 1 O 00 CO 00 vo rH m rH rH VO i—1 • • • • • • • • • • • • O ON O 00 co 00 ON VO I-H m r-H ^ rH vO O o CM 00 o ON co 1—4 CM VO CO CM 00 ON o rH rH RH rH rH rH CM rH rH rH rH O O CM O O O O m O O o O O o O RV O CM 00 m r** m m 00 CM co r*. o vO • • • • • • • • • • • ON CM VO ON CM o O ^ o rH rH r*. 00 ON I A rH rH rH rH CM rH rH rH U| rH VO O CM rH r-» rH ON CM rH <t vo 1 CO CM rH vo CO rH rs» m 00 pN. co r-l • • • • • • • • • • • • • O 00 CO r** ON rH vO m ^ ON 00 <r o CM CO CO rH VO CM rH co m ON m rH rH rH O o VO O O O O m O O O co O o o co 00 >3" ro rH m rH O ON CM CM CM m ON • • • • • • • • • • • • • 00 CO CO vo CO in r** O r-* CM ON 00 vO (M rH rH CM w vO m co rH rH CM CM r-H ON rH ON CM vo CM C0 co ON CM 00 00 ON 1 ^ ON rH CO vO CM 00 ON ON CM ON vO CM 00 • • • • • • • • • • • • • o m CO m ON rH M 00 O 00 O rH ON PN. o CM vo CO rH ON CM O r>» VO O O P-» CT* • • 00 O m O f—l 00 00 • r» O o\ O O O PO N i n v o co vo CT* CM vo -tf vO O iH O O O CM ro O o in r-» CM vo to i-i o\ o co CM «d- r* co f-t O O o CO O O O o rH CM o <J- CT* ON • • • • » • » • ON rH oo CT* O CM O ON CM O 00 vo n H oo vo oo CM m m vo o <Mn O* -} H 00 co o vo m M H O* »—I 00 O CT* Mn n H o m o o o m o o O r* o O ON • o o rH CM vO rH O ON vo • 00 • • • • • • • • • • • • 00 rH m o 00 m CM r-* r^ co VO m ON rH CM CM co rH co CM CM rH rH vo m m r-* rH cO CM ON CO CM 1 oo «41 CM co CM O r-* ON o m vO O O rH rH rH vO 00 CM 00 m ON -st O ON •d- O rH ON ON 00 m m VO CM vo CM rH rH rH rH <t CM CM rH O o O O 00 o o o o O O O rH 00 ON CM 00 VO o ON CM pv oo CM ON rH 00 00 O CM o r»* o CM 00 CM CO CO CO -4" co CO P-* O co rH CM CM CM a H N to 4 # O m m + vo r-» oo a) a CD a CT* O r-( <U r-l r-l O

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• de energie die bij de omzetting van ATP vrijkomt, gebruikt wordt om Na + naar buiten de cel te transporteren (om de lage concentratie Na + in de cel te handhaven) 1. 

− Als door tussentijds forser afronden P = 0,055R als eindantwoord gegeven wordt, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. − In plaats van de waarde 0,053 in het

op het van rechtsmacht. Dit laatste element geeft het verschil aan met de positie van het United States Supreme Court: dat is actief op het hele terrein van het recht. Dit is

Dit suggereert dat factor VIII de uiteindelijke risicofactor voor veneuze trombose is, en dat bloedgroep en VWF alleen maar risicofactoren zijn doordat ze de

Men kan zich voorstellen dat ’zittende’ aandeel­ houders graag zo hoog mogelijke koersen zien, om met zoveel mogelijk winst te kunnen verko­ pen; ’kopende’

Tijdens mijn afstudeerd periode bij GGD Twente heb ik onderzoek gedaan naar de attitude van islamitische jongeren en jongeren met een lage sociale economische

[r]

[r]