• No results found

De bedrijfsleiding aan het woord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De bedrijfsleiding aan het woord"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De bedrijfsleiding aan het woord

Maximo Parilo (bedrijfsleider) en zijn assistent Jos den Brok kunnen enthousiast ver-tellen over hun ervaringen op het varkensproefbedrijf te Rosmalen. Daarbij blijkt al snel dat ze zeer nauw betrokken zijn bij het onderzoek en hun ervaringen graag ter beschikking stellen aan zowel de onderzoekers als de praktiserende varkenshouders. In dit verslag een verkorte weergave van hun indrukken over de huisvesting van guste en dragende zeugen. Indrukken mede gebaseerd op de nieuwe systemen die sinds I januari in Rosmalen in het onderzoek zijn opgenomen.

Toen het vorige onderzoek afgesloten werd, stond voor Maximo en 10s vast dat het onder-zochte systeem van groepshuisvesting niet dwin-gend kon worden opgelegd aan de varkenshou-derij. Het gemis aan goede controlemogelijkhe-den en het ontbreken van een goed overzicht van de zeugenstapel zou in de praktijk tot funes-te gevolgen hebben geleid. Niet alleen in econo-mische zin, maar ook het welzijn van de zeugen is er niet mee gediend wanneer de

varkenshou-der niet is staat is om zijn zeugenstapel goed te beheren. Bovendien twijfelen Maximo en Jos aan de welzijnsverbetering wanneer ze zich de agres-sie en de verwondingen herinneren.

Toch schilderen ze de situatie zeker niet als hopeloos af. Ze waarschuwen herhaalde malen dat verandering van huisvesting voor de var-kenshouder net zo’n grote omschakeling is als voor de dieren. De regelmaat en orde in het bedrijf is plotseling verdwenen. De

dietverzor-Medewerkers van het varkensproefbedrijf te Rosmalen. Staand van links naar rechts: Bas van de Camp, Maximo Parilo (bedrijfsleider), Jos den Brok (assistent-bedrijfsleider) en Jurgen Koenders. Zittend van links naar rechts: Marco Verstegen, Peter Vermeer en Theo van Hattum. Op deze foto ontbreekt Frank van Wagenberg.

(2)

get-s hebben intussen met de situatie van groepshuisvesting leren werken. Steeds weer moet men voldoende tijd vrij maken voor de controle via de computeruitdraai over voerres-ten en beercontacvoerres-ten. Maar daarnaast zal men in de groep tussen de dieren moeten lopen en bij werkzaamheden altijd alert moeten zijn op bijzonderheden. Een bekend voorbeeld is met het testen van drachtigheid in de groep.

Doordat de zeug bijna nooit stil blijft staan is met een tester met lichtsignaal de drachtigheid gemakkelijker vast te stellen dan met een meter die het geluid van de bloedstroom van de baar-moederslagader laat horen.

De bedrijfsleiding juicht het toe dat de onder-zoekers bij de nieuwe opzet nadrukkelijk gebruik hebben gemaakt van hun ervaringen. Voorbeelden hebben ze paraat.

De maximale groepsgrootte is nu gehalveerd tot maximaal 30 dieren, terwijl de meeste groe-pen nog aanzienlijk kleiner zijn.

Door het wekelijks wisselen van de groep door enkele zeugen te verwijderen en een aantal gedekte zeugen toe te voegen was er voorheen bijna continu strijd binnen de groep om de sociale rangorde vast te stellen. Nu zijn de groe-pen aanzienlijk groter door de introductie van drieweekse produktiegroepen. Tot nu toe is men tevreden over het systeem, maar men rekent erop dat de nadelen zich ook zullen aan-dienen (bijv. de bezettingsgraad).

Dat het bedrijf tijdens de verbouw door heeft kunnen draaien is vooral te danken aan de goede afspraken met de aannemer over de planning. In die planning zat zowel het werk van de aannemer als dat van het bedrijf voor zover het betrekking had op tijdelijke huisvesting en overplaatsen van zeugen. De zeugenstapel is tij-dens de verbouw ongeveer met 10% ingekrom-pen. Ook is gebruik gemaakt van een afdeling in de mesterij. Tevens is de ziekeboeg gebruikt om dragende zeugen tijdelijk te huisvesten, De ewa-ring heeft geleerd dat onder deze omstandighe-den extra aandacht moet woromstandighe-den gegeven aan de diercontrole. Iets wat gemakkelijk vergeten wordt omdat men zo druk is met de bouw. Terugblikkend is Maximo nog steeds tevreden

over deze aanpak.

Sinds augustus 1993 wordt er met de nieuwe systemen gewerkt. In deze periode is nog een aantal details veranderd, waardoor er nu soepe-ler gewerkt kan worden, In de afdeling met voerboxen met uitloop is op eenvoudige wijze een oplossing gevonden voor de blokkering van de achterpoor-tjes. Ook is er in de box een beu-gel beu-gelast, waardoor er geen twee zeugen tege-lijk in de box kunnen.

Deze beugel hindert de zeug nauwelijks. In de groepshuisvesting en Biofix zijn extra voerlig-boxen geplaatst zodat de zeugen tijdens berig-heid opgesloten kunnen worden. Ook zijn er in de Biofix-hokken wegklapbare afzonderingshok-ken gemonteerd waarin zeugen tijdelijk uit de groep afgezonderd kunnen worden, zonder alle contacten met de groepsgenoten te verliezen.

Sluiting voerligboxen en beugel in de voerlig-box in groepshuisvestingssysteem.

(3)

De trogafscheidingen in de Biofix-hokken zijn verlengd tot zo’n 40 cm achter de trog. De zeu-gen verjazeu-gen elkaar nu niet meer.

Het management heeft zich ook aangepast aan de nieuwe situatie. Allereerst is er een vast dag-patroon ingevoerd. De zeugen weten nu wan-neer ze voer krijgen. Buiten die tijdstippen blij-ven ze rustig, ook wanneer een onderzoeker de afdeling binnenkomt. Goede ervaring heeft Jos met de verandering van de introductie van dek-rijpe opfokzeugen in een groep.

Deze opfokzeugen komen nu een dag eerder in de groep dan de gespeende zeugen. In die

periode krijgen ze buiten uitloop en maken ken-nis met bijvoorbeeld het voerstation. Worden de gespeende zeugen toegevoegd dan krijgen deze dieren beperkte uitloop. Opsluiten voor een deel van de dag heeft bewezen dat er min-der gevochten wordt en dat de zeugen ook minder stijf worden, Al met al is hier sprake van geleidelijke overgangen,

Terugkijkend wijzen Maximo en Jos nogmaals op het grote belang van de goede samenwer-king met de vele onderzoekers. In ieder geval hebben ze nu vertrouwen in de wijze waarop het onderzoek is opgezet. n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De provincie wil onderzoeken in hoeverre de boommarter kan profiteren van ontsnipperende maatregelen die voor de otter worden genomen en welke aanvullende maatregelen nodig zijn

In Natura 2000 gebieden is scheuren en herinzaai van blijvend grasland niet toegestaan, terwijl ook voor die percelen er argumenten kunnen zijn om grasland te willen

Behalve extract van tomaat (Lycopersicum excelentum) werd ook stuifmeel van enkele andere Lycopersicjim soorten gebruikt, te weten Lycopersicum peruvianum en Lycopersicum

Voor zover deze opmerkingen niet nieuw zijn moet wel bedacht worden dat hier een basis van een exacte wijze van afwegen van de noodzaak tot studie is gegeven en dat een formulering

• Hierdoor heeft de business voldoende tijd om hun processen (o.a. GLP’s) en systemen aan te passen op basis van deze release, zodat deze tijdig gereed zijn voor gebruik..

Overstap agrarisch beheer SNL naar gebiedsaanvraag agrarisch collectief Agrarisch natuurbeheerders met een SNL-beheersubsidie die doorloopt na 1 januari 2016 en binnen de

Zulke rapporten laten bij voorkeur zien dat een project geen significante effecten heeft op beschermde natuurwaarden, dat alternatieven niet voorhanden zijn, dat het project een

Solanum avlculare var albiflorum 291 Solanum nemophillum 294 Solanum laciniatum 295 Solanum eodomsum 40 Solanum verrucosum 106 Solanum berthaultil 169 Solanum acaule 1S3