• No results found

VvBN Symposium 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VvBN Symposium 2014"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sport op Basisscholen & Ieder kind kent gymtalent;

Kwaliteitsimpulsen in het bewegingsonderwijs

Remo Mombarg, Wouter de Groot, Ben Moolenaar en

Ingrid van Aart

(2)

1. Bewegende kinderen

Feiten:

• 82 % van de kinderen is lid van een sportvereniging, maar bij ouder

worden naar 56 %.

• Slechts 25% (4-11 jaar) & 15% (12-17 jaar) van de jeugd voldoet

aan de NNGB (1 uur per dag)

(TNO, 2012)

• 15% van de jeugd heeft overgewicht of obesitas*

(TNO Groeistudie, 2010)

• Kinderen zijn minder fit dan 30 jaar geleden

(Runhaar, 2010)

en minder

(bal)vaardig

(Smit, 2010),

en balansvaardig,

(Roth e.a., 2010)

• 10 % van de kinderen heeft ernstige motorische problemen

(Wall & Kentela, 2010;Wildeboer & Mombarg, 2012)

Instituut voor Sportstudies “Wij ontwikkelen innovatieve beroepspraktijken in de sport”

(3)

Vaardigheid

Plezier

Bewegen

nu

Cognitie

Leefstijl

Participatie

Belangrijkste voorspellers van bewegen nu en later zijn

vaardigheden en plezier

(Faigenbaum & Myer, 2012; Wrotniak, 2008)

(4)

2. Aanpak

Bewegingssituatie

Kind

Bewegingsaanbod

(5)

Meer + beter aanbod

Zorgverbreding

Naschools aanbod

Relatie met leren

(6)

Beweegomgeving binnen en buitenschools

6000

9000

7000

9000

week 1

week 2

Gemiddeld aantal stappen per

dag

Groep 7a

Groep 7b

(7)

Project 1: Sport op Basisscholen

• Sport Fryslân en De Friesland Zorgverzekeraar

Meer kinderen goed en voldoende te laten bewegen door extra uren

gymonderwijs en de inzet van professioneel geschoolde vakleerkrachten

bewegingsonderwijs.

• 3 uur bewegingsonderwijs per week

(8)

Doelstelling onderzoek

Inzicht krijgen in de effecten van de inzet van vakleerkrachten

bewegingsonderwijs op beweeggedrag, leefstijl, houding ten

opzichte van bewegen en motorische vaardigheden van

basisschoolkinderen.

Vakleerkracht

Groepsleerkracht

(9)

Opzet

• 11 scholen met of zonder vakleerkracht (CF)

• 4 jaar monitoren

• Groep 5 t/m 8

Leerjaar

Schooljaar

5

6

7

8

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

(10)

Meetinstrumenten

• Movement Assessment Battery for Children (MABC-2)

• System for Observing Fitness Instruction Time (Sofit)

• Lengte en gewicht

• Vragenlijst voor kinderen

(11)

Resultaten (1)

• BMI in categorieën*

Ernstig

ondergewicht

Ondergewicht

Normaal

gewicht

Overgewicht

Obesitas

School met

vakleerkracht

1,4%

12,0%

78,7%

6,0%

1,9%

School zonder

vakleerkracht

1,2%

10,0%

68,1%

18,8%

1,9%

• Normen Gezond Bewegen *

(

Chi-kwadraat= 20,48 (1), p < .001)

NNGB

Fitnorm

Combinorm

School met

vakleerkracht

39,2%

72,1%

84,1%

School zonder

vakleerkracht

16,9%

70,6%

78,6%

p < .01

(12)

Resultaten M-ABC-2

Significante verschillen:

-totaal M-ABC-2

-balans

-balvaardigheid

Niet significant

-handvaardigheid

69,0%

59,5%

14,4%

17,7%

16,7%

22,8%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Vakleerkracht

Groepsleerkacht

Balvaardigheid

Motorisch in orde

Risicogebied

Vertraagde motoriek

75,9%

59,1%

14,2%

24,5%

9,9%

16,4%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Vakleerkracht

Groepsleerkacht

Balansvaardigheid

(13)

Resultaten (3)

• M-ABC-2 en NNGB gehaald…

Balvaardigheid

% NNGB

1-meting*

Afwijkende motoriek

19,0%

Risicogebied

23,4%

Motoriek in orde

32,7%

*Chi-kwadraat= 4,84 (2), p <

.05

Balansvaardigheid

% NNGB

1-meting*

Afwijkende motoriek

15,6%

Risicogebied

22,4%

Motoriek in orde

33,0%

*Chi-kwadraat= 6,70 (2), p < .05

(14)

Resultaten

• Les observaties

– Zonder vakleerkracht: meer aandacht voor algemene zaken (zoals

groepjes indelen, overgang van onderdelen, etc.)

– Met vakleerkracht: meer aandacht voor toepassen van meer

vaardigheden.* (

McKenzie& Lounsbery,1998; Van Weerden, van der Schoot & Hemker, 2008)

Code

Context

Voorbeeld(en)

A

Algemeen

Overgang lesdelen, management, pauzes.

K

Kennis

Instructie, uitleg.

F

Fitheid

Activiteiten met als doel het vergroten van het

(spier)uithoudingsvermogen of lenigheid

O

Vaardigheden oefenen

Activiteiten met als doel het verbeteren van de

vaardigheden

T

Toepassen

Toepassen van vaardigheden in een spel of

competitieve setting

(15)

Conclusies/discussie

• Vakleerkracht speelt essentiële rol bij:

– Verwerven van motorische vaardigheden

– Voldoende (en goed) bewegen tijdens en na de gymlessen

• Om de positie van de vakleerkracht te borgen en kinderen

een sportieve toekomst te kunnen garanderen is meer

interventiegericht onderzoek op het gebied van

bewegingsonderwijs zeer wenselijk. Hierbij speelt wellicht

een gedifferentieerde benadering per kind een rol.

(16)

Optimaliseren van docent-kind interacties voor het

stimuleren van motivatie en de ontwikkeling van

bewegingsvaardigheden bij 9 tot 12 jarigen

(17)

Voorspellers van bewegen

Vaardigheid

Plezier

Bewegen

nu

Cognitie

Leefstijl

Participatie

(Feigenbaum & Meijer, 2012)

• Bewegingsvaardigheden aan het einde van de basisschool

lager dan 30 jaar geleden

(Runhaar,et al. 2010)

• Plezier in bewegen daalt gedurende basisschool

(Prochaska, et al.

2003)

(18)

Gymles als belangrijke context

Vaardigheden:

 Deskundigheid docent

(Lubans, et al, 2010

)

 mogelijkheid tot oefenen voor

alle kinderen

(Ericksson, 1989; McKenzie, 2007)

Plezier:

 (Positieve) kennismaking met bewegingscultuur

 Verhogen van motivatie voor bewegen

(Kalaja, et al. 2012)

(19)

Motivatie –

Zelfdeterminatietheorie

(Deci & Ryan, 1985)

Autonomie

Competentie

Relatie

Intrinsieke

Motivatie

Autonomie

support

Competentie

support

Betrokkenheid

Gedrag

Docent

Kind

(20)

Centrale vraag

Wat kan een LO-docent doen in interactie met

een kind om CAR, motivatie en

(21)

Studie 1

Samenhang vaardigheden, motivatie en CAR?

-

Intrinsieke motivatie

-

Extrinsieke motivatie

-

amotivatie

Vaardigheden:

-Verplaatsing

-Bal

-Balans

-Coordinatie

- Competentie

- Autonomie

- Relatie

200 kinderen

(22)

Meetinstrumenten (I)

Vragenlijst Motivatie

•Aangepaste versie van de Behavioral Regulations in

Physical Education Questionnaire (BRPEQ)

(Aelterman, et al. 2012).

•Intrinsieke motivatie, extrinsieke motivatie en amotivatie

Validatieonderzoek onder ±140 kinderen

(23)

Meetinstrumenten (II)

Vragenlijst CAR

•Combinatie tussen Basic Psychological Needs in Excercise

Scale (BPNES)

(Vlachopoulos & Michailidou, 2006)

en Psychological Need

Satisfaction in Exercise Scale (PNSES)

(Wilson, et al. 2006)

.

.

•Competentie, autonomie, relatie docent en relatie

klasgenoten

(24)

Meetinstrumenten (III)

Bewegingsvaardigheden

• Bruininks - Oseretsky Test of Motor Proficiency 2 (BOT-2)

– Grove motoriek (balvaardigheid, verplaatsing en balans)

• Körperkoordinationstest für Kinder

(25)
(26)

Conclusie

Belangrijke acties:

• In kaart brengen van

bewegingsgedrag van kinderen

– Vervolg: interventies (effectstudie)

• Professionalisering leerkracht

Vaardigheid

Plezier

Bewegen

nu

Cognitie

Leefstijl

Participatie

(27)

Vragen?

Remo Mombarg:

r.mombarg@pl.hanze.nl

Ben Moolenaar:

b.j.moolenaar@pl.hanze.nl

Wouter de Groot:

w.de.groot@pl.hanze.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder afkoeling door convectie wordt hier ver- staan warmteafgifte door de plant aan de langs- stromende lucht.. De snelheid van de luchtstroom, de vorm en de grootte van

thermophila protein to a cluster containing versatile enzymes active on large substrates, such as cyclododecanone monooxygenase from Rhodococcus ruber 18 (CDMO)

To select candidate SNPs in or near the GR gene, we used the biologically determined gene regulation approach and identified the genetic variants associated with NR3C1 gene

Compared to people in traditional self-employment, both professional-managerial types (that is, technocrats and social-cultural specialists alike) have a higher propensity to vote

Als voorbeeld kan de eerste vraag dienen: “Welke ouders of verzorgers zijn er in uw gezin?”, met als antwoordmogelijkheden: ‘moeder (of verzorgster) en vader (of

Ook voor complexe taken (in hoog risico omgevingen zoals IC’s of spoedeisende hulp) geldt dat deze niet-routinematig handelen worden als er veel afleiders zijn in de beroepscontext

De verschillende push- en pullfactoren worden in de interviews aan de respondenten voorgelegd en er wordt gekeken in hoeverre deze factoren een rol spelen in de keuze van gezinnen

Boeren kunnen hun bedrijfsvoering vaak goed aanpassen op de veranderde omstandig- heden, met maatregelen als verbetering van de bodemstructuur, meer precisielandbouw, en door