• No results found

Onderzoek naar de richtlijnen en procedures binnen NHTV International hoger onderwijs Breda.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de richtlijnen en procedures binnen NHTV International hoger onderwijs Breda."

Copied!
98
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoek naar de richtlijnen en procedures

binnen

NHTV International hoger onderwijs Breda

Door

:

Vanessa de Kruif

Breda, 5 januari 2009

(2)

Onderzoek naar de richtlijnen en procedures

binnen

NHTV International hoger onderwijs Breda

Student: Vanessa de Kruif Studentnummer: 9952891

Opleiding: HBO-Rechten Avans Fontys te Tilburg Stageperiode: 8 september – 12 december 2008 Stageverlener: NHTV International hoger onderwijs Breda

Afstudeermentor: mevrouw W. de Zeeuw Afstudeerdocent: de heer P. van Harten

(3)

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie die ik heb geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys.

Voor het schrijven van deze scriptie heb ik een onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de reglementen en procedures die betrekking hebben op het onderwijs van NHTV International hoger onderwijs Breda.

Ik heb het als zeer leerzaam ervaren om eens een kijkje te mogen nemen in de keuken van het onderwijs en met name de mogelijkheid om een voor mij onbekende wet, de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, te ontdekken. Gedurende mijn studie aan het hoger onderwijs heb ik nooit beseft en ingezien aan wat voor regels een hoge school gebonden is en wat er allemaal geregeld moet worden om goede afstudeerders aan het eind van de studie af te leveren. Middels dit voorwoord wil ik van de gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken die het voor mij mogelijk hebben gemaakt om af te studeren. Als eerste wil ik het College van Bestuur bedanken voor de mogelijkheid om mijn afstudeeropdracht binnen NHTV International hoger onderwijs uit te voeren. Daarbij wil ik vooral mijn afstudeermentor mevrouw W. de Zeeuw hartelijk danken. Zij heeft mij enorm gesteund en steeds te tijd genomen om mij van feedback te voorzien. Ook wil ik al mijn collega’s van het Bestuurssecretariaat bedanken voor hun hulp en het bezorgen van een gezellige afstudeerperiode en dan in het bijzonder mevrouw A. Hoogelander waar ik terecht kon met al mijn vragen. Ook mijn afstudeerdocenten, de heer P. van Harten en de heer M. Lemmens wil ik bedanken voor hun steun en feedback tijdens het schrijven van mijn onderzoeksplan en afstudeerscriptie. Als laatste wil ik hierbij ook mijn ouders bedanken voor de mogelijkheid die zij mij hebben gegeven om deze studie te volgen en hun onvoorwaardelijke steun tijdens mijn studie en het afstuderen!

Breda, januari 2009 Vanessa de Kruif

(4)

Inhoudsopgave

Samenvatting 1 Inleiding 1.1. Doelstelling en vraagstelling 1 1.2. Leeswijzer 2 2 Achtergrond 2.1. Geschiedenis NHTV Breda international hoger onderwijs in vogelvlucht 3

2.2. De organisatie 3

2.2.1. College van Bestuur 3

2.2.2. Raad van Toezicht 4

2.2.3. Medezeggenschapsraad 4

3 De wettelijke grondslag 3.1. De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) 6

3.2 Doelstelling WHW 6

3.3. De toekomst van de WHW 7

4 Toetsing van de huidige reglementen en procedures van NHTV Breda aan WHW en andere wet- en regelgeving. 4.1. Inleiding 8

4.2. Het Studentenstatuut 9

4.2.1. Toetsing aan de WHW 4.2.2. Aanbeveling naar aanleiding van toetsing aan de WHW 10

4.3. Gedragsregeling NHTV Breda 10

4.3.1. Toetsing aan de WHW 10

4.3.2. Aanbevelingen na toetsing aan de WHW 10

4.4. Kledingregeling NHTV Breda 10

4.4.1. Toetsing aan de WHW en de leidraad Kleding op scholen 11

4.4.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de WHW 11

4.5. Niet-roken regeling NHTV Breda 11

4.5.1. Toetsing aan de Tabakswet en hoofdstuk 9 Awb 11

4.5.2. Aanbevelingen na toetsing aan de Tabakswet en hoofdstuk 9 Awb 11

4.6 Arbo-, milieu- en gezondheidsregeling NHTV Breda 12

4.6.1. Toetsing aan de arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandig- Hedenbesluit en Wet milieu beheer 12

4.6.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Arbeids- omstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenbesluit en Wet milieubeheer 12

4.7. Regeling intellectuele eigendom NHTV Breda 13

4.7.1. Toetsing aan de Auteurswet 13

4.8. Algemene klachtenregeling NHTV Breda 13

4.8.1. Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht 13

4.8.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Algemene Wet bestuursrecht 14

4.9. Klachtenregeling ongewenst gedrag NHTV Breda 14

4.9.1. Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht, Stichting KOMM en de Cao Hoger onderwijs 14 4.9.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Algemene

(5)

wet bestuursrecht, Stichting KOMM en de Cao Hoger onderwijs 15

4.10 Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een

Misstand NHTV Breda 17

4.10.1. Toetsing aan de Sociaal Economische Raad 17

4.10.2. Aanbevelingen na toetsing aan de Sociaal Economische Raad 18

4.11. Algemene bezwaar- en beroepsregeling 18

4.11.1. Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht 18

4.11.2. Aanbeveling na toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht 19

4.12. Reglement van orde van College van Beroep NHTV Breda 19

4.12.1. Toetsing aan de WHW 19

4.12.2. Aanbeveling na toetsing aan de WHW 20

4.13. Onderwijs- en Examenregeling 21

4.13.1. Toetsing aan de WHW 21

4.13.2. Aanbeveling naar aanleiding van toetsing aan de WHW 21

4.14. Medezeggenschapsreglement NHTV Breda 21

4.14.1. Toetsing aan de WHW. 21

4.14.2. Aanbevelingen naar aanleiding van de toetsing aan de WHW. 22

4.15. Uitleenregeling audiovisueel materiaal 22

4.15.1. Toetsing aan de WHW. 22

4.15.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de WHW. 23

4.16. ICT regelingen 23

4.16.1. Toetsing aan de WHW 23

4.16.2. Aanbeveling na toetsing aan de WHW 23

5 De doelmatigheid van de reglementen en procedures van NHTV Breda

5.1. De wijze waarop het management, docenten, Studentzaken en studenten

de reglementen en procedures kunnen raadplegen 24

5.2. Meningen van management, docenten, Studentzaken en studenten ten

aanzien van de inhoud, structuur en de wijze van aanbieden van de

reglementen en procedures van NHTV Breda 25

5.2.1. Management 25

5.2.2. Docenten 26

5.2.3. Studentzaken 28

5.2.4. Studenten 29

6 Benchmark met andere hoger onderwijs instellingen

6.1. Inleiding 31

6.2. De wijze van presenteren 31

6.2.1. Avans Hogeschool 31

6.2.2. Fontys Hogescholen 32

6.2.3. Hogeschool Rotterdam 32

6.2.4. Hogeschool van Amsterdam 32

6.2.5. Aanbeveling na vergelijking wijze van presenteren van andere

Hoger onderwijs instellingen 32

6.3. Vergelijken van reglementen en procedures van andere instellingen 33

6.3.1. Reglementen en procedures die NHTV Breda ook in gebruik heeft 33 6.3.2. Reglementen en procedures die NHTV Breda niet in gebruik heeft 37

7 Conclusies

7.1. De rechtmatigheid van de regels en procedures van NHTV Breda 40

(6)

7.2.1. De wijze waarop het management, docenten, Studentzaken

en studenten de reglementen en procedures kunnen raadplegen 41 7.2.2. Mening van het management, docenten, Studentzaken en

Studenten ten aanzien van de inhoud, structuur en de wijze van

Aanbieden 42

7.3. Benchmark met ander hoge scholen 43

7.4. Conclusies overall 44

8 Aanbevelingen

8.1. De rechtmatigheid van de reglementen en de procedures van NHTV Breda 45

8.2. De doelmatigheid en de reglementen en procedures van NHTV Breda 46

8.2.1. De wijze waarop het management, docenten, Studentzaken en

studenten de reglementen en procedures kunnen raadplegen 46

8.2.2. Mening van het management, docenten, Studentzaken en studenten

ten aanzien van de inhoud, structuur en de wijze van aanbieden 46

8.3. Benchmark met andere hoge scholen 47

8.5. Eenheid van de reglementen en procedures 48

Bronnenlijst Bijlagen

Bijlage I Organogram organisatiestructuur NHTV Breda

Bijlage II Taken en bevoegdheden College van Bestuur NHTV Breda Bijlage III Taken en bevoegdheden Raad van Toezicht NHTV Breda Bijlage IV

Bijlage IV.1 Instemmingbevoegdheden Medezeggenschapsraad NHTV Breda

Bijlage IV.2 Onderwerpen waarvoor het CvB voorafgaande instemming behoeft

van de MR.

Bijlage IV.3 Besluiten waarvoor het CvB voorafgaande instemming behoeft

van de MR.

Bijlage V Wetten en Uitvoeringsbesluiten voorafgaande aan de WHW Bijlage VI

Bijlage VI.1 Brief HO&S/CBV/2008/9605 van minister Plasterk aan de voorzitter

van de HBO-Raad betreffende het wetsvoorstel.

Bijlage V1.2. De belangrijkste aanpassingen en afwegingen op een rij

Bijlage VII Punten die het Instellingsspecifieke deel van het Studentenstatuut conform artikel 7.59 WHW lid 5 dient te bevatten

Bijlage VIII Onderwerpen waarover nadere regels dienen te worden gesteld in het Reglement van orde ingevolge artikel 7.62 lid 1 WHW.

Bijlage IX Onderwerpen die ingevolge artikel 7.13 lid 2 WHW opgenomen dienen te zijn in de Onderwijs- en examenregeling.

Bijlage X Onderwerpen die ingevolge artikel 10.21 WHW minstens gereld moeten zijn in het Medezeggenschapsreglement.

(7)

Bijlage XII

Bijlage XII.1 Interviewvragen Academiedirecteuren Bijlage XII.2 Interviewvragen docenten

Bijlage XII.3 Interviewvragen Studentzaken Bijlage XII.4 Interviewvragen studenten

Bijlage XIII Schermafbeelding van de startpagina reglementen van de Hogeschool van Amsterdam.

(8)

Samenvatting

Vanuit de HOAK-nota is op 8 oktober 1992 de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) tot stand gekomen en is, behoudens een aantal uitzonderingen, als gevolg van het Koninklijk besluit van 5 april 1993 in werking getreden.. De primaire doelstelling van de WHW :“is het leggen van de relatie tussen de rijksoverheid en de instellingen, en meer specifiek het afgrenzen van de zelfstandigheid van de instellingen voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Daartoe brengt de WHW een bepaalde verdeling van bevoegdheden tot stand tussen de rijksoverheid en de desbetreffende instellingen, en creëert tegelijk ook bewust een vrijheidszone ten opzichte van de rest van de samenleving (...) De wetgever heeft evenmin beoogd om directe rechtsverhoudingen tussen de overheid en de student te scheppen. Juridische relaties zijn er alleen tussen instelling en student, en wel op basis van het wettelijke inschrijvingsrecht”.1

NHTV International hoger onderwijs Breda (verder: NHTV Breda) heeft verschillende reglementen en procedures die betrekking hebben op het onderwijs, die moeten voldoen aan de WHW. In de

afgelopen jaren zijn de reglementen en procedures geactualiseerd maar niet geëvalueerd. Daar NHTV Breda wilt voldoen aan de WHW dienen de reglementen en procedures geëvalueerd te worden en opnieuw gestructureerd en juridisch getoetst aan de WHW, zodat de studenten en de medewerkers van NHTV Breda deze beter kunnen raadplegen.

Om alle reglementen en procedures juridisch te toetsen is de WHW als leidraad gebruikt, daarnaast is er onder andere ook getoetst aan de Algemene wet bestuurswet (Awb), Cao hoger onderwijs. Om de gebruiksvriendelijkheid te testen van de reglementen en procedures is er een vragenlijst opgesteld voor het management, docenten, Studentzaken en de studenten. In bijlage # is deze vragenlijst terug te vinden. Daarnaast wil NHTV Breda een beeld krijgen van de compleetheid van de reglementen en procedures, dekken de bestaande reglementen en procedures alles of zijn er reglementen en

procedures die eventueel ingevoerd kunnen worden? Om hier een antwoord op te krijgen is er een benchemark gehouden tussen ander hogescholen.

Op grond van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat het juridische gedeelte bij veel

reglementen niet de reden dat de reglementen en procedures onoverzichtelijk in elkaar zitten. Het heeft meer te maken met ‘schoonheidsfoutjes’ bijvoorbeeld de overbodige informatie die in de OER’s staat, de beknopte beschrijving van informatie in een aantal reglementen zoals het Studentenstatuut en de lay-out. Daarnaast zorgt de manier van aanbieden van de reglementen en procedures voor de nodige frustraties voor de gebruiker.

Om ervoor te zorgen dat de reglementen en procedures voldoen aan de WHW en

gebruikersvriendelijker worden zijn er aanbevelingen gedaan. De belangrijkste aanbevelingen zijn:  Ieder jaar de reglementen en procedures doorlopen op eventuele wetswijzigingen, Cao  wijzigingen, wijzigingen in NHTV Breda structuur;

 De lay-out van de reglementen en procedures eenduidiger maken;

 De reglementen en procedures gebruiksvriendelijk op één duidelijke plaats aanbieden;  Reglementen en procedures aanpassen op o.a. fouten conform de wet en verwijsfouten;  Reglementen zoals o.a. het Studentenstatuut uitgebreider van informatie voorzien;

 Reglemententen invoeren als: alcoholbeleid, cameratoezicht, informatie rechtbank, protocol

medische zorg, inschrijvingvoorwaarden, opleidingscommissie.

1

Kwikke, P.C. mr. (2007) WHW Wet op het hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, tekst en toelichting en de Experimentenwet Vooropleidingseisen, Selectie en Collegegeldheffing. Editie 2008 Den Haag: Sdu Uitgevers BV. blz. 18

(9)

1 Inleiding

Deze scriptie is geschreven in opdracht van NHTV International hoger onderwijs Breda. NHTV

International hoger onderwijs Breda profileert zich als zelfstandige hoger onderwijs instelling gericht op de ontwikkeling van de beroepspraktijk en op wetenschapsbeoefening op de verwante specialistische domeinen van:

A: Tourism B: Leisure

C: Digital Entertainment D: Hospitality and Facility

E: City Planning, Logistics and mobility

NHTV Breda wil een bijdrage leveren aan de maatschappij door in nauwe samenwerking met de internationale werkvelden (jonge) mensen op te leiden tot verantwoordelijke professionals voor een globaliserende werk- en kennisomgeving. De instelling wil medewerkers en studenten inspireren en uitdagen om hun talenten optimaal ontwikkelen, hun kennis en kunde te integreren en als professional

of als wetenschapper op excellente en duurzame wijze toe te passen in de samenleving2.

Ingevolge de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) dient iedere hoger onderwijsinstelling reglementen en procedures op te stellen zoals het Studentenstatuut, Onderwijs- en Examenregeling, Bezwaar- en beroepsprocedure etc.

NHTV international hoger onderwijs Breda heeft de afgelopen jaren de reglementen en procedures met betrekking tot het onderwijs geactualiseerd maar niet geëvalueerd. Het is van belang dat de reglementen en procedures geëvalueerd en opnieuw worden gestructureerd en juridisch getoetst aan de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zodat de studenten en de

medewerkers van NHTV international hoger onderwijs Breda deze beter kunnen raadplegen. 1.1. Doelstelling en vraagstelling

Mijn doelstelling is om op 5 januari 2009 een advies te hebben uitgebracht ten aanzien van de

structuur, inhoud (inclusief concept BBHO en NHTV Breda structuur) en de wijze van presenteren van de reglementen en procedures met betrekking tot het onderwijs op NHTV International hoger onderwijs Breda.

De centrale vraagstelling die voor het behalen van deze doelstelling van belang is luidt: Zijn de reglementen en procedures met betrekking tot het onderwijs op NHTV International hoger onderwijs Breda actueel ten aanzien van de WHW, andere wetten en de NHTV Breda structuur en zouden deze volgens de studenten, docenten, studentzaken en het management moeten worden aangepast ten aanzien van structuur, inhoud en de wijze van presenteren?

In deze scriptie wordt antwoord gegeven op deelvragen die ervoor zorgen dat er antwoord gegeven kan worden op de centrale vraagstelling.

-1-

2

NHTV accelereert! Strategisch plan 2009-2012, NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, concepttekst versie 2 september 2008.

(10)

Eerst wordt er gekeken naar de rechtmatigheid van de regels en procedures door middel van de volgende deelvragen:

 Welke eisen stelt de WHW aan reglementen en procedures?

 Wat zijn de reglementen en procedures van NHTV International hoger onderwijs Breda,

wat is het doel hiervan en door wie worden ze opgesteld, vastgesteld en geactualiseerd?

 Wat is de wettelijke basis van de reglementen en procedures en staan er onderwerpen in

die overbodig zijn of die ontbreken?

Daarnaast wordt er gekeken naar de doelmatigheid van de regels en procedures door middel van de volgende deelvragen:

 Op welke wijze kunnen studenten, docenten, studentzaken en het management de

reglementen en procedures op dit moment raadplegen?

 Wat is de mening van studenten, docenten, studentzaken en het management t.a.v.

vindplaats, inhoud en structuur?

 Wat zijn de reglementen en procedures t.a.v. onderwijs bij andere hoger onderwijs

instellingen? Staan hier belangrijke zaken in die bij de reglementen en procedures van NHTV International hoger onderwijs Breda ontbreken?

1.2. Leeswijzer

In hoofdstuk twee wordt de geschiedenis en de organisatie van NHTV Breda weergegeven. Hierin wordt ook beschreven wat de taken en bevoegdheden zijn van het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de Medezeggenschapsraad. Na het lezen van dit hoofdstuk krijgt de lezer een globaal beeld van de soort hoge school NHTV Breda is en wat de betrekking is van de organisatie met de reglementen en procedures waar mijn scriptie om draait. In hoofdstuk drie volgt de wettelijke

grondslag, de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). In dit hoofdstuk wordt kort de geschiedenis, de doelstelling en de toekomst van de WHW beschreven. Dit hoofdstuk heeft vooral betrekking op het vervolg van de scriptie, de reglementen en procedures van NHTV Breda vinden hun grondslag in deze wet. In hoofdstuk vier worden de reglementen en procedures die

betrekking hebben op het onderwijs binnen NHTV Breda weergegeven, daarnaast volgt er per reglement een conclusie en aanbeveling na toetsing aan de wet. In hoofdstuk vijf wordt de

doelmatigheid besproken van de reglementen en procedures. In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken die na interviews met het management, docenten, Studentzaken en de studenten naar voren zijn gekomen. Ook wordt de wijze van raadplegen besproken. In hoofdstuk zes zijn de

bevindingen na de benchemark met de andere hogescholen terug te vinden. De andere hoge scholen zijn: Avans Hogeschool, Fontys Hogescholen, Hogeschool Rotterdam en de Hogeschool van

Amsterdam. In dit hoofdstuk wordt de wijze van presenteren bij deze scholen besproken. Daarnaast is er gekeken of er mogelijke reglementen zijn die NHTV Breda niet in gebruik heeft maar die wel aan te bevelen zijn om in te voeren. Dan volgen in hoofdstuk zeven en acht mijn conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van mijn onderzoek.

(11)

-2-2 Achtergrond

2.1. Geschiedenis NHTV International hoger onderwijs Breda in vogelvlucht

De ‘roots’ van NHTV gaan terug naar 1966, het jaar waarin het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme (NWIT) wordt opgericht in Breda. De speerpunten van dit instituut zijn toerisme,

recreatie, talen en economie. In1987 fuseert het NWIT met de Verkeersakademie Tilburg (VAT), opgericht in 1972, en wordt het Nationale hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV). In de jaren die volgen, groeit het opleidingsaanbod en wordt NHTV een themaschool. In 1990 biedt NHTV de eerste masteropleiding aan, Master in European Tourism Management. In 1994 wordt het

opleidingsaanbod uitgebreid met de opleiding Vrijetijdsmanagement. In 2001 volgen Hoger

hotelonderwijs en logistiek en economie. Het onderwijs wordt steeds internationaler en dat is in 2001 aanleiding voor een nieuwe naam: NHTV internationale hogeschool Breda. Engelstalig onderwijs wordt meer regel dan uitzondering. Nu, in 2008, telt NHTV ruim 6.500 studenten, meer dan 600

medewerkers, 11 bacheloropleidingen en 3 masteropleidingen. Daarnaast worden er

wetenschappelijke bachelors op het gebied van toerisme en vrije tijd voorbereid en daarmee is NHTV niet uitsluitend meer een hogeschool. De naam is veranderd in NHTV international hoger onderwijs Breda.

Alle opleidingen zijn ondergebracht in vijf academies:

 Academie voor stedenbouw, logistiek en mobiliteit

 Academie voor toerisme

 Academy for Digital Entertainment

 Academy for Leisure

 Academy of Hotel/Facility Management.3

2.2. De organisatie.

In Bijlage I is de organisatie binnen NHTV international hoger onderwijs Breda in een organogram weergegeven.

2.2.1. College van Bestuur Wettelijke grondslag

Ingevolge artikel 10.9 WHW is het College van Bestuur het bestuursorgaan van een hogeschool. Het College van Bestuur oefent de taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de wet aan het

instellingsbestuur zijn opgedragen, alsmede de in artikel 10.2, derde lid, tweede volzin, bedoelde taken en bevoegdheden van de centrale directie.

Taak en werkwijze

Het College van Bestuur is belast met het besturen van de hogeschool. Dit houdt ondermeer in dat het college verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de hogeschool, de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. Het College van Bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de hogeschool en weegt de in aanmerking komende belangen van bij de hogeschool betrokkenen af.

-3-

3

(12)

Daarnaast zorgt het College van Bestuur ervoor dat zij te allen tijde tijdig alle informatie verschaft aan de Raad van Toezicht die nodig is voor de uitoefening van zijn taak.

Ook is het College van Bestuur verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en

regelgeving en voor het beheersen van de risico’s die verbonden zijn aan de instellingsactiviteiten.4

In het Bestuursreglement NHTV Breda, versie 29 maart 2007, zijn de taken en bevoegdheden van het College van Bestuur van NHTV Breda terug te vinden. De taken en bevoegdheden van het College van Bestuur van NHTV Breda zijn opgenomen in Bijlage II:

2.2.2. Raad van Toezicht Wettelijke grondslag.

Artikel 10.8 lid 2 WHW stelt: Indien de statuten van rechtspersoon waarvan de bijzondere hogeschool uitgaat, bepalen dat het college van bestuur optreedt als instellingsbestuur, wordt in de statuten tevens voorzien in het toezicht op het beleid door een bestuursraad door middel van de uitoefening van instemmingsrecht.

In de statuten van Stichting NHTV internationale hogeschool Breda, gewijzigd d.d. 19 september 2006, staat onder artikel 5 dat het College van Bestuur het bestuur vormt van de stichting.

Taak en werkwijze.

De Raad van Toezicht heeft de taak om toezicht te houden op het College van Bestuur, op de

algemene gang van zaken in de hogeschool en de met haar verbonden instelling en staat het College van Bestuur met raad ter zijde. De raad richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de hogeschool en weegt daarbij de in aanmerking komende belangen van de bij de hogeschool

betrokkenen af.5

In artikel 14 van het statuut van Stichting NHTV internationale hogeschool Breda, gewijzigd d.d. 19 september 2006, staan de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht beschreven. De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in Bijlage III.

2.2.3. Medezeggenschapsraad Wettelijke grondslag.

Artikel 10.17 WHW stelt: Aan elke hogeschool is een medezeggenschapsraad verbonden. Indien een hogeschool één of meer faculteiten of andere organisatorische eenheden omvat is aan elke faculteit en aan elk van de desbetreffende eenheden een deelraad als bedoeld in artikel 10.25, verbonden.

De opleidingen van NHTV Breda zijn onderverdeeld in zes academies, naast de Medezeggenschapsraad zijn er ook vijf deelraden, te weten:

 Deelraad Gemeenschappelijke diensten

 Deelraad Academie voor stedenbouw, logistiek en mobiliteit

 Deelraad Academy of Facility management / Hotel management

 Deelraad Vrijetijdsmanagement

 Academieraad Toerisme. (per 1 augustus 2008 een samenvoeging van Deelraad International

Tourism Management studies, Deelraad Functiegericht toerisme en recreatie en Deelraad Management toerisme)

 Deelraad Digital Entertainment.

-4-

4

HBO raad vereniging van hogescholen (februari 2006) Branchecode Governance, blz. 2. 5

(13)

Taak en werkwijze.

In artikel 7 van het Medezeggenschapsreglement NHTV Internationale hogeschool Breda zijn de bevoegdheden en taken van de Medezeggenschapsraad terug te vinden. Deze zijn tevens opgenomen in Bijlage IV.1.

Naast bovenstaande bevoegdheden behoeft het College van Bestuur, ingevolge artikel 10.20 WHW, voorafgaande instemming van de Medezeggenschapsraad voor elk door het College van Bestuur te nemen beslissing met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van de onderwerpen die opgenomen zijn in Bijlage IV.2. In de bijlage van het Medezeggenschapsreglement NHTV

Internationale hogeschool Breda staan de punten waarover het College van Bestuur instemming van de Medezeggenschapsraad behoeft nader beschreven. Deze punten zijn tevens terug te vinden in Bijlage IV.3.

(14)

-5-3 De wettelijke grondslag

3.1. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

In het begin werd het hoger onderwijs geregeld in een aantal wetten en uitvoeringsbesluiten, deze zijn terug te vinden in Bijlage V.

Ingevolge van deze wetten hadden universiteiten en hogescholen in het algemeen toestemming van de minister nodig om initiatieven te nemen. In 1985 zag de toenmalige minister van Onderwijs en Wetenschappen Deetman dat dit geen goede praktijk was en hij bracht de beleidsnota ‘Hoger

onderwijs: kwaliteit en autonomie’(HOAK-nota)uit6.

Vanuit de HOAK-nota is op 8 oktober 1992 de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) tot stand gekomen en is, behoudens een aantal uitzonderingen, als gevolg van het Koninklijk besluit van 5 april 1993 in werking getreden. Met ingang van 31 juli voor het hoger

beroepsonderwijs en met ingang van 31 augustus 1993 voor het wetenschappelijk onderwijs, de Open Universiteit, de academische ziekenhuizen, de Koninklijke Nederlandse academie van Wetenschappen en de Koninklijke Bibliotheek.

De WHW is inmiddels al meer dan negentigmaal gewijzigd, zonder dat de structuur aangepast werd. De meeste aanpassingen betroffen technische wijzigingen zoals aanpassing aan de nieuwe spelling, aanpassing van het griffierecht, de invoering van de euro.

Belangrijke wijzigingen waren:

1993: de wetswijziging inzake het huisvestings- en investeringsbeleid;

1994: de decentralisatie van de deregulering en decentralisatie op bijzondere terreinen zoals bestuursorganisatie en arbeidsvoorwaardenbeleid;

1996: de herziening van hoofdstuk 10; 1997: de herziening van hoofdstuk 9;

2002: invoering van accreditatie en de bachelor-master-titulatuur; 2007: invoering van de associate degree.

Door de invoering van de WHW heeft er een flinke deregulering plaats gevonden, ook in de zin van zo

weinig mogelijk – eenvoudige- wettelijke voorschriften en uitvoeringsregelingen7. De WHW is in de

plaats gekomen van alle voornoemde wetten en uitvoeringsbesluiten. Daarnaast is het aantal

bevoegdheden van de rijksoverheid ten opzichte van de instellingen minder geworden. De instellingen hebben nu meer ruimte gekregen om hun strategie, beleid en uitvoering te bepalen. In plaats van preventief toezicht is er nu sprake van toezicht achteraf.

3.2. Doelstelling WHW

De primaire doelstelling van de WHW:“is het leggen van de relatie tussen de rijksoverheid en de instellingen, en meer specifiek het afgrenzen van de zelfstandigheid van de instellingen voor hoger onderwijs en

wetenschappelijk onderzoek. Daartoe brengt de WHW een bepaalde verdeling van bevoegdheden tot stand tussen de rijksoverheid en de desbetreffende instellingen, en creëert tegelijk ook bewust een vrijheidszone ten opzichte van de rest van de samenleving (…)

-6-

6

http://www.nuffic.nl/nederlandseorganisaties/services/diplomawaardering/achtergrondinformatie/wetgeving/nederlandse-wetgeving/ontwikkelingen-rondom-whw. NUFFIC Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 13 oktober 2008.

7 Kwikke, P.C. mr. (2007) WHW Wet op het hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, tekst en toelichting en de Experimentenwet

(15)

De wetgever heeft evenmin beoogd om directe rechtsverhoudingen tussen de overheid en de student te scheppen. Juridische relaties zijn er alleen tussen instelling en student, en wel op basis van het wettelijke inschrijvingsrecht”.8

3.3. De toekomst van de WHW

Het kabinet Balkenende IV bereidt een aangepaste WHW voor met als werktitel de Wet op Bekostiging en Besturing van Hoger Onderwijs en Onderzoek (BBHO). Een eerdere poging van staatssecretaris Rutte, de Wet op het Hoger Onderwijs en Onderzoek (WHOO), zou al in 2007 (deels) in werking hebben moeten treden, althans ten minste door de Tweede Kamer moeten zijn aanvaard, maar dit

wetsvoorstel is door minister Plasterk in april 2007 ingetrokken.9

In de brief HO&S/CBV/2008/9605 van minister Plasterk aan de voorzitter van de HBO-Raad staat het wetsvoorstel beschreven, deze is terug te vinden in Bijlage VI.1. De belangrijkste aanpassingen en afwegingen betreffende dit voorstel zijn terug te vinden in Bijlage VI.2.

8

Kwikke, P.C. mr. (2007) WHW Wet op het hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, tekst en toelichting en de Experimentenwet Vooropleidingseisen, Selectie en Collegegeldheffing. Editie 2008 Den Haag: Sdu Uitgevers BV. Pgn. 18

9

Kwikke, P.C. mr. (2007) WHW Wet op het hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, tekst en toelichting en de Experimentenwet Vooropleidingseisen, Selectie en Collegegeldheffing. Editie 2008 Den Haag: Sdu Uitgevers BV. Pgn. 16

(16)

4

Toetsing van de huidige reglementen en procedures van NHTV

Breda aan de WHW en andere wet- en regelgeving.

4.1. Inleiding

Zoals in het tweede hoofdstuk al is besproken, zijn er ingevolge de WHW tal van reglementen en procedures die door de hogeschool zijn opgesteld. De reglementen en procedures van NHTV international hoger onderwijs Breda zijn:

 Studentenstatuut 2008-2009;

 Onderwijs- en examenregelingen per opleiding(en);

 Medezeggenschapsreglement NHTV Internationale hogeschool Breda;

 Reglement van orde van College van beroep van NHTV Breda;

 Algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda;

 Algemene klachtenregeling NHTV Breda;

 Klachtenregeling ongewenst gedrag NHTV Internationale hogeschool Breda;

 Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een misstand NHTV Breda;

 Integriteitscode NHTV Breda;

 Regelgeving Intellectuele eigendom NHTV Breda;

 Gedragsregeling NHTV Breda;

 Kledingregeling NHTV Breda;

 Niet-rokenregeling NHTV Breda;

 Uitleenregeling audiovisueel materiaal (amv) NHTV Breda;

 Uitleenregeling mediatheek NHTV Breda;

 Raamregeling voor het gebruik netwerk, e-mail en Internet van NHTV Breda;

 Regeling voor het gebruik netwerken aangesloten apparatuur van NHTV Breda;

 Regeling voor het gebruik e-mail en Internet van NHTV Breda;

 Regeling overname functionaliteit door derde(n);

 Arbo-, milieu- en gezondheidsregeling NHTV;

 Uitvoeringsregeling studentenbijdrage stichting Studenten steunfonds NHTV 2004-2007.

NHTV international hoger onderwijs Breda heeft de reglementen, naast de verplichting ingevolge de WHW, opgesteld om een heldere transparante werkwijze te bewerkstelligen. Daarnaast bieden de reglementen en procedures ook een helder kader waarbinnen de medewerkers en studenten van de instelling dienen te handelen.

In de reglementen en procedures staan plichten waaraan de student moet voldoen, denk hierbij aan het voldoen van collegegeld, het goed afronden van tentamens, de huisregels.

Daarnaast dienen de reglementen en procedures als rechtsbescherming voor de student, de student kan hierin terug vinden waar hij/zij recht op heeft, waar hij terecht kan met een klacht, bezwaar of beroep etc. De reglementen en procedures hebben echter niet alleen betrekking op de studenten. De studenten hebben bijvoorbeeld ingevolge artikel 7.13 WHW, de Onderwijs- en examenregeling, het recht en tentamen binnen een bepaald termijn in te zien en kennis te nemen van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Dit reglement verplicht de docenten om binnen de gestelde termijn aan deze voorwaarden te voldoen.

In dit hoofdstuk worden de reglementen en procedures benoemd en kort beschreven. Daarnaast volgt er per reglement commentaar na toetsing aan de WHW, overige wetten, richtlijnen en de Cao hoger onderwijs.

(17)

Door middel van deze toetsing wordt gekeken naar de rechtmatigheid van de reglementen en procedures, staat alles erin wat ingevolge de wet verplicht is, staan er

punten in die ingevolge de wet niet kunnen, kloppen de reglementen nog na het verstrijken van de tijd en eventuele wijzigingen in de wet, de Cao, NHTV structuur etc.? Na het in kaart brengen van de rechtmatigheid volgt per reglement/procedure de aanbeveling. Hierin wordt beschreven wat er aangepast moet worden per reglement.

4.2. Het studentenstatuut.

Ingevolge artikel 7.59 WHW dient het instellingsbestuur het studentenstatuut vast te stellen en bekend te maken. Hierin staat ook dat het statuut uit twee delen dient te bestaan:

- lid 4: het opleidingspecifiek deel, onder sub a t/m c is terug te vinden wat in ieder geval in dit deel opgenomen dient te zijn. (Het opleidingspecifieke deel is de OER)

- lid 5: het instellingsspecifiek deel, de informatie die dit deel dient te bevatten is opgenomen in Bijlage VII. Deze punten heb ik als controle middel gebruikt om na te gaan of het Studentenstatuut van NHTV Breda voldoet aan het gestelde conform de WHW.

4.2.1. Toetsing aan de WHW.

In het Studentenstatuut van NHTV Breda zijn de verplichte punten conform artikel 7.59 lid 5 WHW opgenomen. Echter zijn er een tweetal punten die aangepast dienen te worden, dit zijn:

1. In artikel 7.59 lid 2 staat: Het instellingsbestuur reikt aan iedere student bij de eerste inschrijving voor een opleiding het studentenstatuut uit. NHTV Breda reikt het studentenstatuut niet aan de studenten uit bij de eerste inschrijving voor een opleiding. “Vroeger stond er op het inschrijfformulier een link naar de website waar het studentenstatuut terug te vinden is op het inschrijfformulier, tegenwoordig schrijven de studenten zich in via Studielink en is hierbij ook die verwijzing komen te vervallen” aldus Studentzaken. Op dit moment dienen de studenten door de academiedirecteuren op de hoogte gebracht te worden van de vindplaats op de website van NHTV Breda.

2. Artikel 7.34b lid 1 WHW stelt dat de inschrijving als student het recht geeft op studiebegeleiding; het instellingsbestuur besteedt daarbij bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname aan het hoger onderwijs in betekende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. In artikel 3.1 lid 5 van het Studentenstatuut staat echter dat de studenten recht hebben op individuele studiebegeleiding waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking, de studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname aan het hoger onderwijs in betekende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid, worden niet genoemd in het Studentenstatuut. 4.2.2. Aanbeveling naar aanleiding van toetsing aan de WHW.

1. Invulling geven aan artikel 7.59 lid 2 WHW, Het studentenstatuut uitreiken aan iedere student bij de eerste inschrijving.

2. Artikel 3.1 lid 5 Studentenstatuut, ingevolge artikel 7.34b lid 1 WHW aanvullen met: het

instellingsbestuur besteedt daarbij bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname aan het hoger onderwijs in betekende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. -9-

(18)

4.3. Gedragsregeling NHTV Breda

Ingevolge artikel 7.57h WHW kan het instellingsbestuur voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de instelling.

Daarnaast dient ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub a WHW het instellingsspecifieke deel van het

Studentenstatuut een deel te bevatten met daarin in elk geval een beschrijving van de rechten en de verplichtingen van studenten, voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de wet.

In artikel 3.2 lid 1 van het Studentenstatuut staat dat de studenten verplicht zijn zich als een goed student te gedragen en dat zij de Gedragsregeling NHTV Breda over enerzijds het gebruik van de gebouwen, terreinen en voorzieningen van NHTV Breda en anderzijds de omgang met medestudenten en het personeel en/of derden in acht dienen te nemen.

4.3.1. Toetsing aan de WHW.

De artikelen van de Gedragsregeling komen alle overeen met het gestelde in de wet. 4.3.2. Aanbevelingen na toetsing aan de WHW.

Na mijn toetsing aan de WHW rees de vraag bij NHTV Breda op welke grond het mogelijk is om een student van school te verwijderen. In de gedragsregeling wordt namelijk alleen gesproken schriftelijke waarschuwing, berisping, schadevergoeding, ontzegging van de toegang van nader aan te geven ruimten en een schorsing voor bepaalde tijd van ten hoogste één jaar.

De grondslag voor het verwijderen van een leerling ligt in artikel 7.37 lid 5 WHW: de inschrijving kan worden geweigerd dan wel worden ingetrokken indien betrokkene de grondslag en de doelstellingen van de instelling niet respecteert. De weigering dan wel de intrekking van de inschrijving geschiedt schriftelijk en is met reden omkleed.

Het is aan te bevelen om de studenten bij aanvang van hun studie een document te laten

ondertekenen met daarin de grondslag en de doelstellingen van de instelling, en dat de student deze respecteert. Op dit moment ondertekenen de studenten geen document bij aanvang/inschrijving van hun studie omdat zij nu gebruik maken van het programma Studielink. Via dit programma schrijven de studenten zich elektronisch in voor een opleiding. Vanuit Studentzaken is de suggestie gedaan om in Studielink deze voorwaarde op te nemen. De student moet het vakje akkoord aanklikken om zich in te kunnen schrijven voor de opleiding.

Kortom: er moet een document komen met daarin de grondslag en de doelstelling van de opleiding, deze moet op Studielink geplaatst worden met daarbij een afvinkvakje, welke verplicht aangekruist moet worden voor akkoord bij de inschrijving van een opleiding binnen NHTV Breda. Daarnaast dient in de Gedragsregeling artikel 7.37 lid 5 WHW opgenomen te worden.

4.4. Kledingregeling NHTV Breda

Ingevolge artikel 7.57h WHW kan het instellingsbestuur voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de instelling.

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub a WHW dient het instellingsspecifieke deel van het Studentenstatuut een deel te bevatten met daarin in elk geval een beschrijving van de rechten en de verplichtingen van studenten, voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de wet.

(19)

In artikel3.2 lid 3 van het Studentenstatuut staat dat de studenten hun kleding afstemmen op de presentatie die van hen wordt verwacht binnen en buiten NHTV Breda volgens de Kledingregeling NHTV Breda.

Daarnaast heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een Leidraad kleding op scholen uitgebracht.

4.4.1. Toetsing aan de WHW en de Leidraad kleding op scholen.

De Kledingregeling voldoet aan het gestelde in de WHW en de Leidraad kleding op scholen. Echter kan bij het punt Overtreding en maatregelen, na aanpassing zoals besproken in paragraaf 3.12.2 van deze scriptie, een toevoeging komen van artikel 7.37 lid 5 WHW.

4.4.2. Aanbeveling na toetsing aan de WHW en de Leidraad kleding op scholen. Vóór mijn toetsing aan de wet rees bij NHTV Breda de vraag of dit reglement niet afgeschaft kon worden. Ik ben na mijn onderzoek van mening dat het aan te bevelen is om dit reglement te blijven handhaven. De reden hiervoor is dat studenten alleen aangesproken kunnen worden op hun manier van kleden indien de instelling een kledingregeling heeft. Daarnaast is dit reglement nodig om

gezichtsbedekkende kleding te mogen verbieden. Het doel van dit verbieden is niet discriminerend van aard, maar is in het belang van de communicatie, identificatie en het succesvol afronden van de praktijkperiode die belangrijk is voor het behalen van het diploma zoals ook beschreven wordt in artikel 2 sub a tot en met c van de Kledingregeling NHTV Breda.

4.5. Niet-rokenregeling NHTV

Ingevolge artikel 7.57h WHW kan het instellingsbestuur voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de instelling. Die maatregelen kunnen inhouden dat aan degene die de bedoelde voorschriften heeft overtreden de toegang tot die gebouwen en terreinen geheel of gedeeltelijk voor de tijd van ten hoogste één jaar wordt ontzegd.

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub a WHW dient het instellingsspecifieke deel van het Studentenstatuut een deel te bevatten met daarin in elk geval een beschrijving van de rechten en verplichtingen van de studenten, voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de wet.

In artikel 3.2 lid 4 van het Studentenstatuut staat dat in alle gebouwen van NHTV een algemeen rookverbod geldt volgens de Niet-rokenregeling NHTV Breda.

Voorts heeft het reglement betrekking op artikel 10 en 11 van de Tabakswet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht

4.5.1. Toetsing aan de Tabakswet en hoofdstuk 9 Awb De niet-rokenregeling komt overeen met het gestelde in de Tabakswet.

4.5.2. Aanbevelingen na toetsing aan de Tabakswet en hoofdstuk 9 Awb

Artikel 1 lid 1 van de Niet-rokenregeling aanpassen in: In de gehele gebouwen van NHTV Breda geldt een rookverbod. Dit veranderen omdat er ingevolge de Tabakswet niet meer in openbare instellingen, kantoren, horeca etc. gerookt mag worden. Ook leeraren etc. mogen niet meer op hun kamer binnen

(20)

Artikel 1 lid 4 van de Niet-rokenregeling aanpassen. Vanaf 1 juli 2008 geldt er een rookverbod voor horeca, kunst, cultuur en sport. Het is duidelijker om in dit artikel te schrijven dat het verboden is te roken in het restaurant van het leerbedrijf van de opleiding Hoger Hotelonderwijs.

Ingevolge artikel 11 jo. 10 lid 2 Tabakswet is degene die het beheer heeft over de onderwijsinstelling verplicht om een rookverbod in te stellen, aan te duiden en te handhaven. Ingevolge deze wettelijke regeling is het aan te bevelen de Niet-rokenregeling te handhaven, al is het algemeen bekend dat er nergens meer gerookt mag worden binnen de NHTV instelling.

Daarnaast is het aan te bevelen om artikel 2 van de Niet-rokenregeling uit te breiden met wanneer er een eventuele bestuurlijke geldboete opgelegd is doordat een leerling of medewerker het rookverbod genegeerd heeft, dat deze voor rekening komt van de overtreder. Nu staat in het Niet-rokenregeling dat de overtreder aangesproken wordt op de overtreding en dat er afspraken gemaakt worden om dit in de toekomst te voorkomen. Als overtreder schrikt dit minder af dan het betalen van de boete. 4.6. Arbo-, milieu- en gezondheidsregeling NHTV Breda

Ingevolge artikel 3 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet dient de werkgever zorg te dragen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandig-heden, waarbij hij sub a t/m f in acht neemt. Ingevolge artikel 2 sub b van deze wet is deze wet en de daarop berustende bepalingen mede van toepassing op verrichtingen van leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen of gedeelten daarvan, open ruimten daaronder begrepen, die vergelijkbaar zijn met arbeid en

beroepspraktijk. NHTV Breda heeft hiervoor een algemeen voorschrift houdende vaststelling en de uitvoering van arbo- en milieuwetgeving ten behoeve van studenten en het personeel van NHTV Breda opgesteld.

4.6.1. Toetsing aan de Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandigheden besluit en Wet milieubeheer.

Voor het toetsen van dit voorschrift heb ik gekeken of hetgeen erin staat overeenkomt met het gestelde in de Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidsomstandigheden besluit. Daarnaast heb ik gekeken of er ingevolge deze wet belangrijke punten zijn die in dit voorschrift ontbreken en of het gestelde in dit reglement nog overeenkomt met de NHTV structuur.

Hetgeen betreft ARBO en veiligheid en Milieuregels is opgenomen in het voorschrift komt overeen met het gestelde in deze wet. Daarnaast kan het College van Bestuur van NHTV Breda ingevolge artikel 7.57h WHW voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de instelling. Hieronder vallen o.a. de regels met betrekking tot het parkeerbeleid, fietsenstalling.

4.6.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandigheden besluit en Wet milieubeheer.

1. In artikel 1 lid 3 van het voorschrift is nog opgenomen dat NHTV Breda inspanning verricht om binnen 5 jaar na het vaststellen van deze regeling (vaststelling is mei 2006) de studiewerkplekken voor studenten en personeel te voldoen aan de ARBO-eisen. Bijna alle studenten zijn in het bezit van een laptop, door het ingevoerde wireless netwerk kunnen de studenten overal werken waar zij willen. Daarnaast is het een gesteld doel en geen reglement. Daarom adviseer ik het College van Bestuur dit lid te verwijderen uit dit voorschrift.

(21)

2. In artikel 3 lid 2 van het reglement staat vermeld dat studenten en het personeel niet mogen roken op plekken binnen gebouwen die zijn bedoeld voor gemeenschappelijk gebruik. Ingevolge artikel 10 en 11 van de Tabakswet mag er nergens meer in het gebouw gerookt worden tenzij het speciaal

ingerichte rookruimtes zijn. Ik adviseer het College van Bestuur dit artikel te wijzigen in: In de gebouwen van NHTV Breda geldt een algeheel rookverbod volgens de Niet-rokenregeling NHTV Breda.

4.7. Regeling intellectuele eigendom NHTV Breda

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub a WHW dient het instellingsspecifieke deel van het Studentenstatuut een deel te bevatten met daarin in elk geval een beschrijving van de rechten en de verplichtingen van studenten, voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de wet.

Ingevolge artikel 3.2 lid 6 van het Studentenstatuut zijn de studenten verplicht zich te houden aan de voorschriften uit de Regeling intellectuele eigendom NHTV Breda, om inbreuk op intellectuele

eigendom, waaronder het citeren en het kopiëren van (delen van) readers, boeken, video’s, cd’s, dvd’s en software van NHTV Breda en/of derden, te voorkomen.

Voorts heeft dit reglement betrekking op artikel 1 en 11 tot en met 25 van de Auteurswet. 4.7.1. Toetsing aan de Auteurswet

Het reglement komt overeen met het gestelde in de Auteurswet.

4.8. Algemene klachtenregeling NHTV Breda.

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub b 2° WHW dient het instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut een overzicht te bevatten van de regelingen die beogen de rechten van de studenten te beschermen, waarin worden opgenomen een beschrijving van aanvullende procedures ter bescherming van de rechten van studenten die door het instellingsbestuur worden getroffen.

In artikel 10.1 lid 1 van het Studentenstatuut staat dat studenten over de wijze waarop een

personeelslid of een medestudent zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de klager of een ander heeft gedragen of heeft nagelaten zich te gedragen, een klacht indienen, in alle aangelegenheden waarin niet door een specifieke klachtenregeling is voorzien. Studenten kunnen over het gedrag van het personeel, over de kwaliteit van studentenvoorzieningen of de serviceverlening van diensten een klacht indienen volgens de Algemene klachtenregeling NHTV Breda.

De Algemene klachtenregeling NHTV Breda komt overeen met hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuurswet.

4.8.1. Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht.

De algemene klachtenregeling NHTV Breda voldoet aan het gestelde in artikel 7.59 lid 5 sub b 2° WHW en hoofdstuk 9 van de Awb met uitzondering van het volgende punt.

In artikel 1 lid 8 sub d van de Algemene klachtenregeling NHTV Breda ontbreekt in gevolge artikel 9:8 lid 1 sub d Awb tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit.

4.8.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht.

In artikel 1 lid 8 sub d van de Algemene klachtenregeling NHTV Breda ingevolge artikel 9:8 lid 1 sub d

(22)

4.9. Klachtenregeling ongewenst gedrag NHTV Internationale hogeschool Breda.

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub b 2° WHW dient het instellingsspecifiek deel van het Studentenstatuut een overzicht te bevatten van de regelingen die beogen de rechten van de studenten te beschermen, waarin worden opgenomen een beschrijving van aanvullende procedures ter bescherming van de rechten van studenten die door het instellingsbestuur worden getroffen.

In artikel 10.1 lid 2 van het Studentenstatuut staat dat studenten volgens de Klachtenregeling ongewenst gedrag NHTV Breda bij een klacht over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en/of pesten contact opnemen met de vertrouwenspersonen of een klacht indienen bij de Onafhankelijke klachtencommissie machtsmisbruik in het onderwijs.

De Klachtenregeling komt overeen met hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast heeft Stichting KOMM onafhankelijke klachtencommissie Machtsmisbruik in het Onderwijs een

voorbeeld van deze regeling op de website staan10. Daarnaast zijn er nog bepalingen in de CAO hoger

onderwijs van toepassing wanneer er door en/of voor een personeelslid een klacht ingediend wordt11.

4.9.1 Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht, Stichting KOMM en de CAO hoger onderwijs.

1. In de begrippenlijst ontbreekt het begrip Machtsmisbruik, zoals beschreven in klachtenregeling stichting KOMM: Alle vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie/geweld/pesten die zich voordoen binnen of in samenhang met de onderwijssituatie.

2. In artikel 12 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag staat dat het College van Bestuur per opleiding of locatie een interne vertrouwenspersoon aanwijst. In artikel 6 regeling stichting KOMM staat dat naast het College van Bestuur de Medezeggenschapsraad instemming heeft bij het aanwijzen van een vertrouwenspersoon

3. In artikel 15 lid 1 sub d en lid 2 sub e van de Klachtenregeling ongewenst gedrag staat dat de interne vertrouwenspersoon toegang heeft tot alle opleidingen van de instelling. In artikel 16 sub c van de regeling stichting KOMM staat dat de interne vertrouwenspersoon toegang heeft tot alle afdelingen van de onderwijsinstelling.

4.In hoofdstuk 3, artikel 12 en 18 van reglement Stichting KOMM staat de

geheimhoudingsplicht beschreven, deze ontbreekt in het reglement van NHTV Breda

5. In artikel 20 sub c van de Klachtenregeling ongewenst gedrag ontbreekt dat de klacht tenminste de naam en het adres van de (onderwijs)instelling moet bevatten. De klacht wordt immers naar een externe klachtencommissie verzonden.

6. De verwijzing in artikel 21 lid 1 naar artikel 19 in de Klachtenregeling ongewenst gedrag moet artikel 20 zijn.

-14-

10

Stichting KOMM Onafhankelijke klachtencommissie Machtsmisbruik in het Onderwijs.

http://www.komm.nl/DaviWB/Download/webversie.doc. Geraadpleegd op 20 oktober 2008. 9

CAO hoger onderwijs.

http://www.salaris-informatie.nl/Sectoren/Onderwijs_hoger/CAO/CAO_hoger_onderwijs_2007-2010.pdf

(23)

7. In artikel 34 lid 3 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag staat dat voor personeel de toegang tot maximaal één jaar ontzegd kan worden. In het CAO hoger onderwijs, artikel P1, staat alleen de duur van de schorsing ( drie maanden met een verlenging van drie maanden) en dat tijdens de duur van de schorsing de toegang ontzegd kan worden.

8. In artikel 35 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag wordt verwezen naar de hoofdstukken Q, Ontslag en R, Reorganisatie van het Cao hoger onderwijs. Dit moet een verwijzing zijn naar de hoofdstukken P, disciplinaire maatregel en Q, Ontslag.

9. In artikel 36 lid 1 van de Klachtenregeling wordt er verwezen naar hoofdstuk T, Sociale zekerheid en sociale voorzieningen in het CAO hoger onderwijs, dit moet een verwijzing naar hoofdstuk S, Bezwaar en beroep zijn.

4.9.2. Aanbevelingen naar aanleiding van toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht, Stichting KOMM en CAO hoger onderwijs.

1. Op de kaft van de Klachtenregeling ongewenst gedrag staat dat het reglement in december 2004 is vastgesteld. In artikel 9 van het reglement staat dat het reglement met ingang van 1 oktober 2000 ingaat. In het reglement de juiste data vermelden.

2. In artikel 1 sub b van de Klachtenregeling ongewenst gedrag ontbreken de overige locaties. Toevoegen: locatie Archimedesstraat en Reduitlaan.

3. In artikel 1 sub m wordt het begrip klacht op de volgende wijze uitgelegd: er is sprake van een klacht als een student of medewerker van de instelling bij de klachtencommissie een klacht over ongewenst gedrag indient. Het is nu nog niet duidelijk wat een klacht is. Het is aan te bevelen om de

begripsomschrijving van de klachtenregeling stichting KOMM te gebruiken: Elke uiting van onvrede of gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en niet nemen van beslissingen van/door aangeklaagde.

4. In artikel 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag, het begrip machtsmisbruik toevoegen:Alle vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie/geweld/pesten die zich voordoen binnen of in samenhang met de onderwijssituatie.

5. In artikel 1 sub n, het begrip misbruik tegen de zeden toevoegen bij wettelijke strafbare feiten: zoals beschreven in Titel XIV Wetboek van Strafrecht.

6. In artikel 1 sub t, het begrip verschoning. Wie mag zich nu precies terugtrekken? Het is aan te raden het begrip verschoning de volgende betekenis te geven: Voor getuige: Het is een recht van de getuige om te weigeren antwoord te geven zowel op vragen in het algemeen als van bepaalde vragen, op grond van familierelatie, het ambts-, stands- of beroepsgeheim of het gevaar voor strafrechtelijke veroordeling van getuigen.

-

Lid van de Klachtencommissie: vindt plaats op eigen verzoek, indien zich feiten en omstandigheden voordoen waardoor in het algemeen de onpartijdigheid schade zou kunnen leiden12.

-15-

12

Algra, N.E. mr, Caspel van, R.D.J. mr., Gokkel, H.R.W. mr., Klein, C.A.W. drs. (2004) Fockema Andreae’s Verwijzend & verklarend Juridisch woordenboek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhof. Pagina 501.

(24)

7. In artikel 1 sub u, het begrip wraking. Wie is verplicht zich terug te trekken? Het is aan te raden het begrip wraking de volgende betekenis te geven: Het bezwaar maken tegen de deelneming van een lid van de Klachtencommissie voor het behandelen van een bepaalde klacht. Er kunnen feiten en

omstandigheden bestaan die van invloed kunnen zijn op de beslissing van het lid die de onpartijdigheid kunnen beïnvloeden13.

8. In artikel 12 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag, toevoegen en nakijken of de Medezeggenschapsraad instemming heeft bij het aanstellen van een vertrouwenspersoon. 9. In artikel 15 lid 1 sub d en lid 2 sub e van de Klachtenregeling ongewenst gedrag aanpassen toegang tot alle opleidingen in toegang tot alle afdelingen van de (onderwijs)instelling.

10. In de Klachtenregeling ongewenst gedrag toevoegen na overleg met de opsteller van dit reglement: na of voor artikel 37 Vertrouwelijkheid:

Artikel**, Geheimhouding.

De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen haar in verband met haar

werkzaamheden als vertrouwenspersoon ter kennis komt. De vertrouwenspersoon houdt van de door haar behandelde klachten een archief bij. Dit archief is voor niemand toegankelijk dan voor de door het bevoegd gezag aangewezen vertrouwenspersonen.

11. In de klachtenregeling ongewenst gedrag wordt gesproken van een klachtencommissie, dit is een externe klachtencommissie, dit om mogelijke onduidelijkheden bij studenten ook zo benoemen in het

reglement

12. In artikel 18 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag toevoegen als taak van de externe klachtencommissie zoals beschreven in artikel 21 sub b van de regeling stichting KOMM: het onderzoeken van de ingediende klachten en het daar omtrent rapporteren en adviseren aan het bevoegd gezag.

13. In artikel 20 sub c van de Klachtenregeling ongewenst gedrag toevoegen: de naam en het adres van de (onderwijs)instelling. ( dit omdat het een externe klachtencommissie is, de klager dient zijn klaagschrift in bij het secretariaat van de externe klachtencommissie)

14. In artikel 21 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag, de verwijzing naar artikel 19 veranderen in artikel 20.

15. In artikel 23 lid 5 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag staan er verschillende bepalingen genoemd. Het is aan te raden om deze bepalingen, zoals in het reglement stichting KOMM per lid, zodat het overzichtelijker is.

16. In artikel 34 lid 3 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag het termijn van één jaar wijzigen in drie maanden met een eenmalige verlenging van drie maanden.

17. In artikel 35 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag de verwijzing naar de hoofdstukken Q en R van het Cao hoger onderwijs, veranderen in de verwijzing naar hoofdstuk P en Q van het Cao hoger onderwijs.

13

Algra, N.E. mr, Caspel van, R.D.J. mr., Gokkel, H.R.W. mr., Klein, C.A.W. drs. (2004) Fockema Andreae’s Verwijzend & verklarend Juridisch woordenboek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhof. Pagina 544.

(25)

18. In artikel 36 lid 1 van de Klachtenregeling ongewenst gedrag de verwijzing naar hoofdstuk T in het Cao hoger onderwijs, veranderen in de verwijzing naar hoofdstuk S van het Cao hoger onderwijs. 19. De Cao hoger onderwijs waarnaar in de Klachtenregeling ongewenst gedrag verwezen wordt is geldig tot en met 31 juli 2010. Het is aan te raden om het reglement na mogelijke wijzigingen van het Cao opnieuw na te kijken in verband met de juiste verwijzingen etc.

Wat betreft de verwijzingen o.a. naar het Cao, tijdens mijn controle bleken de verwijzingen naar de hoofdstukken in het Cao niet meer te kloppen, waarschijnlijk door de wijziging van het Cao 1 augustus 2007. Het is aan te raden om bij de verwijzing naar hoofdstukken in het Cao de verzie te benoemen: Cao 2007-2010 of niet naar een bepaald hoofdstuk te verwijzen maar alleen naar Cao hoger

onderwijs. Op deze manier hoeft de lezer bij eventuele wijzigingen niet onnodig te zoeken naar het verkeerde hoofdstuk.

4.10. Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een misstand NHTV Breda.

Ingevolge het artikel 7.59 lid 5 sub b 2° WHW dient het instellingsspecifiek deel van het

Studentenstatuut een overzicht te bevatten van de regelingen die beogen de rechten van studenten te beschermen, waarin worden opgenomen een beschrijving van aanvullende procedures ter

bescherming van de rechten van studenten die door het instellingsbestuur worden getroffen. In artikel 10.1 lid 3 van het Studentenstatuut staat dat NHTV Breda het van belang acht dat het personeel en de studenten op adequate en veilige wijze melding kunnen doen van vermoedens van misstanden, in alle aangelegenheden waarin niet door de Algemene klachtenregeling NHTV Breda en specifieke klachtenregeling is voorzien. Dit kan volgens de Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een misstand.

De sociaal economische raad (SER), heeft in de verklaring inzake het omgaan met vermoeden van

misstanden in ondernemingen een voorbeeld procedure opgenomen14.

4.10.1. Toetsing aan de Sociaal Economische Raad (SER)

1. In artikel 1 van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand ontbreekt ingevolge de SER bij het begrip verantwoordelijke: waar betrokkene werkzaam is en/of waarop een vermoeden van een misstand betrekking heeft.

2. In artikel 1 van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand dient in gevolge de SER bij het begrip raadsman het volgend toegevoegd te worden: Ieder persoon die het

vertrouwen van betrokkene geniet.

3. In artikel 7 lid 1 laatste volzin van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand ontbreekt na (…) in staat mag worden geacht het woord direct.

4. In artikel 7 lid 2 van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand moet de verwijzing naar artikel 3, artikel 4 zijn.

-17-

14

Sociaal economische raad, verklaring inzake het omgaan met vermoedens van een misstand in ondernemingen door

Stichting van de Arbeid.http://www.ser.nl/~/media/Files/Internet/persberichten/2004/stvda_nota_20030624.ashx

(26)

4.10.2. Aanbevelingen na toetsing aan de Sociaal Economische Raad (SER) 1. In artikel 1 van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand toevoegen aan het begrip verantwoordelijke: waar betrokkene werkzaam is en/of waarop een vermoeden van een misstand betrekking heeft.

2. In artikel 1 van de Regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand toevoegen aan het begrip raadsman: ieder persoon die het vertrouwen van betrokkene geniet.

3. In artikel 7 lid 1 laatste volzin van de Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een misstand toevoegen: (…) in staat mag worden geacht direct of indirect de vermoeden misstand (…) 4. In artikel 7 lid 2 van de Regeling betreffende het omgaan met het vermoeden van een misstand de verwijzing naar artikel 3 veranderen in de verwijzing naar artikel 4.

4.11. Algemene bezwaar- en beroepsregeling.

Ingevolge artikel 7.59 lid 5 sub b 1° WHW dient er in het instellingsspecifiek deel van het

Studentenstatuut een overzicht te staan van de regelingen die beogen de rechten van studenten te beschermen, waar in wordt opgenomen een beschrijving van procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, alsmede de beroepsrechten die kunnen worden ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen.

In artikel 10.2 en 10.3 van het Studentenstatuut wordt beschreven dat er een Bezwaarregeling en een Beroepsregeling is. In deze artikelen wordt voor de procedure verwezen naar de Algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda. De algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda ia een algemeen voorschrift houdende vaststelling van de beslissing van de mogelijkheid voor studenten en het personeel van NHTV Breda, om bezwaar te maken en beroep in te stellen, in alle

aangelegenheden waarin niet door een specifiek bezwaar- en beroepsregeling is voorzien. De algemene bezwaar- en beroepsprocedure is van overeenkomstig met de bezwaar- en beroepsprocedure als beschreven in hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht. 4.11.1. Toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht.

De Algemene bezwaar- en beroepsregeling voldoet aan het gestelde in artikel 7.59 lid 5 sub b 1° WHW hoofdstuk 6 en 7 van de Awb met uitzondering van het volgende punt.

Artikel 7:24 lid 1 Awb stelt: Het bestuursorgaan beslist binnen zestien weken na ontvangst van het beroepschrift.

Artikel 7:24 lid 2 Awb stelt: Indien het bestuursorgaan evenwel behoort tot dezelfde rechtspersoon tegen welks besluit het beroep is gericht, beslist het binnen zes weken.

In artikel 2 lid 17 van de Algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda wordt een termijn van

zestien weken aangehouden.

Artikel 7:24 lid 4 Awb stelt: Het beroepsorgaan kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 7:24 lid 5 Awb stelt: In het geval, bedoeld als in lid 2, kan het beroepsorgaan de beslissing echter voor ten hoogste vier weken verdagen.

In artikel 2 lid 21 van de Algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda wordt een termijn van vier weken aangehouden.

(27)

In artikel 2 lid 17 en 21 van de Algemene bezwaar- en beroepsregeling NHTV Breda worden twee verschillende termijnen aangehouden.

4.11.2. Aanbeveling na toetsing aan de Algemene wet bestuursrecht. 1. In artikel 2 lid 17 moet de termijn veranderd worden in zes weken.

2. In artikel 1 lid 20 en 25 wordt gesproken over een termijn van twee weken en in artikel 2 lid 5 van dit reglement wordt gesproken over een termijn van veertien dagen. Voor de opmaak ziet het er mooier uit om dezelfde eenheden aan te houden wanneer mogelijk, dus twee weken of 14 dagen.

4.12. Reglement van orde van College van Beroep van NHTV Breda.

Ingevolge artikel 7.60 WHW lid 1 dient elke instelling voor hoger onderwijs een College van Beroep voor de examens in te stellen.

Ingevolge artikel 7.68 lid 1 WHW kan het bestuur van een bijzonder instelling voor hoger onderwijs, al dan niet in samenwerking met de besturen van een of meer bijzonder instellingen voor hoger

onderwijs, een College van Beroep instellen ter behandeling van de geschillen, bedoeld in artikel 7.66 lid 1 WHW niet zijnde beslissingen in artikel 7.61 lid 1 WHW dan wel zich aansluiten bij een dergelijk college. De beslissing waarbij een college van beroep wordt ingesteld bevat tevens een regeling van de onderwerpen genoemd in artikel 7.62 lid 1 WHW alsmede van de rechtsgang bij het college. Artikel 7.62 lid 1 WHW stelt: Het College van Beroep voor de examens stelt een reglement van orde vast, waarin nadere regels worden gesteld t.a.v. bepaalde onderwerpen. Deze onderwerpen zijn opgenomen in Bijlage VIII.

4.12.1. Toetsing aan de WHW.

Het Reglement van orde van het College van Beroep voldoet aan het gestelde in 7.62 lid 1 WHW met uitzondering van de volgende punten.

1. In artikel 1 lid 9 wordt aangegeven dat de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden en de plaatsvervangend leden op eigen verzoek ontslag kunnen aanvragen en dat deze verleend wordt door het College van Bestuur. Echter worden in artikel 6.60 lid 6 WHW ook ontslag gronden genoemd, deze zijn: het bereiken van de leeftijd van 70 jaren, ongeschiktheid van de functie wegens ziekte of

gebreken, bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak veroordeeld wegens misdrijf.

2. In artikel 1 lid 10 van het Reglement van orde van het College van Beroep wordt aangegeven dat het College van Bestuur aan het College van Beroep alle gegevens verstrekt die het college voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt. Deze plicht geldt echter voor alle organen binnen NHTV Breda.

3. In artikel 3 van het Reglement van orde van het College van Beroep staat wel de procedure van de minnelijke schikking beschreven zoals bedoeld in artikel 7.62 lid 4 WHW. Ingevolge artikel 7.61 lid 1 sub e WHW dienen de gevallen waarin deze procedure achterwege gelaten kan worden ook vermeld te worden in dit reglement, deze ontbreken echter.

4. Ingevolge artikel 7.61 lid 1 sub g WHW, dient de wijze waarop de voorzitter wordt vervangen

beschreven te worden in het reglement. In artikel 1 van het reglement staat wel beschreven dat er een plaatsvervangende voorzitter is, maar de wijze waarop de voorzitter vervangen wordt, staat niet beschreven.

(28)

4.12.2. Aanbevelingen naar aanleiding van de toetsing aan de WHW. 1. In het reglement wordt voor de bevoegdheden van de Colleges verwezen naar het

Studentenstatuut. Om het overzichtelijker te maken is het aan te bevelen om deze bevoegdheden in het reglement op te nemen zodat de gebruiker geen ander reglement hoeft te raadplegen en zo sneller weet wat hij waar in kan dienen.

2. In artikel 1 lid 9 van het reglement van orde van het College van Beroep de ontslag gronden benoemen zoals genoemd in artikel 7. 60 lid 6 WHW: het bereiken van de leeftijd van 70 jaren, ongeschiktheid van de functie wegens ziekte of gebreken, bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak veroordeeld wegens misdrijf (hierbij geldt een hoorplicht).

3. In artikel 1 lid 10 WHW dient het verstrekken van gegevens door het College van Bestuur vervangen te worden door: Alle organen van NHTV Breda

4. In artikel 1 van het Reglement van orde van het College van Beroep dient ingevolge artikel 7.62 lid 1 sub g WHW, de wijze waarop de voorzitter vervangen wordt beschreven te worden.

4. In artikel 3 van het Reglement van orde van het College van Beroep dient in gevolge artikel 7.62 lid 1 sub e WHW de gevallen beschreven te worden waarin de procedure van de minnelijke schikking achterwege gelaten kan worden.

5. In artikel 6 van het Reglement van orde van het College van Beroep is het aan te bevelen om de bepaling op te nemen dat partijen de kosten van bijstand en/of door hen ingeschakelde deskundigen zelf dragen.

6. Het is ingevolge de WHW niet verplicht maar om een duidelijk reglement te creëren is het aan te bevelen om in artikel 7 van het reglement van orde van het College van Beroep een bepaling op te nemen op welke wijze het College te werk gaat, hoe de beslissing genomen wordt.

7. In artikel 11 lid 2 van het reglement van orde van het College van Beroep is aangegeven dat de regeling in werking treedt nadat de Medezeggenschapsraad met deze heeft ingestemd. In Bijlage IV zijn de bevoegdheden van de MR opgenomen, hierin staat niet dat zij instemming dienen te geven aan de vaststelling of bij wijziging van dit reglement. Daar de MR bestaat uit personeel en studenten is het niet aan te bevelen deze bevoegdheid langer te verstrekken aan de MR. De studenten hebben op deze manier dan invloed op de wijze waarop zijzelf bezwaar of beroep in kunnen dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vooral mannen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder vaak een diploma dan andere studenten.. Hbo voltijd bachelor Wo voltijd

Het aandeel hbo bachelorstudenten dat na vijf jaar een diploma haalt, daalde de afgelopen tien jaar naar 57 procent. In het wo haalt 70 procent van de bachelor- studenten na

• Toezichtskader inspectie: “het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs”8. • Grote diversiteit in het

Met dank aan alle leerlingen, studenten, scholen en vertegenwoordigingen die meegewerkt hebben aan het realiseren van de Stem van de Leerling 2018. De Stem van de Leerling wordt

De grond voor intrekkingen van de rechten bij rechtspersonen voor hoger onderwijs kan zijn dat de continuïteit van deze rechtspersoon niet langer gewaarborgd is, dan wel dat

Examencommissie verantwoordelijk voor Nederlandse graadverlening  Instellingen zonder formele toestemming om Nederlands onderwijs in het buitenland aan te bieden, kunnen dat

Studenten met ouders die (veel) minder dan gemiddeld te besteden hebben, maken minder vaak gebruik van aanvullend onderwijs, omdat zij dat te duur vinden (Inspectie van het

Ö leerlingen die minder werk maken van de studiekeuzetaken in het laatste jaar, minder binding voelen met hun studie in het hoger onderwijs: ze zijn minder zeker van hun studie